Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999R0111

    Verordening (EG) nr. 111/1999 van de Commissie van 18 januari 1999 houdende algemene uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien

    PB L 14 van 19.1.1999, p. 3–16 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 12/03/2014: This act has been changed. Current consolidated version: 30/05/1999

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1999/111/oj

    31999R0111

    Verordening (EG) nr. 111/1999 van de Commissie van 18 januari 1999 houdende algemene uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien

    Publicatieblad Nr. L 014 van 19/01/1999 blz. 0003 - 0016


    VERORDENING (EG) Nr. 111/1999 VAN DE COMMISSIE van 18 januari 1999 houdende algemene uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad van 17 december 1998 betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien (1), en met name op artikel 4, lid 2,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 2799/98 van de Raad van 15 december 1998 tot vaststelling van het agromonetaire stelsel voor de euro (2),

    Overwegende dat Verordening (EG) nr. 2802/98 voorziet in gratis levering van landbouwproducten aan Rusland; dat voor de uitvoering van die maatregel algemene voorschriften moeten worden vastgesteld, met name wat de deelneming aan inschrijvingen, de toewijzing van de leveringen en de verplichtingen van de opdrachtnemers betreft;

    Overwegende dat de leveringen betrekking hebben op zowel in ongewijzigde staat geleverde landbouwproducten uit interventievoorraden, als producten van dezelfde groep die niet bij de interventiebureaus beschikbaar zijn; dat ook specifieke bepalingen moeten worden vastgesteld voor de levering van verwerkte producten; dat dient te worden toegestaan dat als betaling voor de laatstgenoemde leveringen basisproducten uit interventievoorraden beschikbaar worden gesteld;

    Overwegende dat, om te zorgen voor een voldoende mate van concurrentie tussen de verschillende marktdeelnemers in de Gemeenschap, de leveringen van verwerkte producten en van niet bij de interventiebureaus beschikbare producten die op de markt van de Gemeenschap aangekocht moeten worden, in twee fasen georganiseerd moeten worden en, naar gelang van het geval, eerst de opdracht om het verwerkte product te vervaardigen of het product op de markt aan te kopen, moet worden toegewezen en daarna de levering van het product in het voorgeschreven stadium aan het begunstigde land;

    Overwegende dat overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 2808/98 van de Commissie van 22 december 1998 houdende bepalingen voor de toepassing van het agromonetaire stelsel voor de euro in de landbouwsector (3) de bedragen van offertes die worden ingediend in het kader van een inschrijving op grond van een besluit inzake het gemeenschappelijk landbouwbeleid, in euro uitgedrukt moeten worden; dat in artikel 5, lid 1, van diezelfde verordening is bepaald dat het ontstaansfeit in dat geval de uiterste datum voor de indiening van de offertes is; dat in de leden 3 en 4 van dat artikel de voor de voorschotten en de zekerheden geldende ontstaansfeiten zijn bepaald;

    Overwegende dat deze uitvoeringsbepalingen voorts een regeling moeten omvatten waarbij de producten voordat zij het grondgebied van de Gemeenschap verlaten en voorts in de zeehavens of aan de grensovergangen als bestemming zijn aangegeven, gecontroleerd worden, en ook moeten voorzien in het stellen van zekerheden om te garanderen dat de levering naar behoren wordt uitgevoerd; dat bovendien door middel van een bijzonder overnamecertificaat het bewijs moet worden geleverd dat de Russische autoriteiten de betrokken producten hebben overgenomen;

    Overwegende dat met het oog op specifieke moeilijkheden een bepaalde tolerantie bij verlies moet worden toegestaan;

    Overwegende dat voor producten die in het bezit zijn van de interventiebureaus en die bestemd zijn om te worden uitgevoerd, de bepalingen gelden van Verordening (EEG) nr. 3002/92 van de Commissie van 16 oktober 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke bepalingen inzake de controle op het gebruik en/of de bestemming van producten uit interventie (4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 770/96 (5);

    Overwegende dat moet worden bepaald dat voor de leveringen in het kader van deze verordening de voorschriften van Verordening (EEG) nr. 2220/85 van de Commissie van 22 juli 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (6), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3403/93 (7), van toepassing zijn;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van alle betrokken comités van beheer,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de kosteloze levering van landbouwproducten aan Rusland in het kader van Verordening (EG) nr. 2802/98 gelden de bepalingen van deze verordening, onverminderd de aanvullende bepalingen die worden vastgesteld in de verordeningen houdende openbare inschrijvingen voor de toewijzing van bijzondere leveringen.

    Artikel 2

    1. Voor producten die ofwel uit interventievoorraden afkomstig zijn ofwel op de markt van de Gemeenschap zijn aangekocht, wordt een openbare inschrijving gehouden ter bepaling van de leveringskosten tot de in het inschrijvingsbericht aangegeven zeehavens of grensovergangen waar de begunstigde de producten overneemt.

    a) De kosten kunnen betrekking hebben op de levering van de producten, af interventieopslagplaats, op het laadperron of geladen in een vervoermiddel, tot de plaats van overname in het voorgeschreven leveringsstadium;

    b) De kosten kunnen betrekking hebben op de levering van een product af opslagplaats, haven of station in de Gemeenschap, geladen in een vervoermiddel, tot de plaats van overname in het voorgeschreven leveringsstadium.

    2. De inschrijving kan betrekking hebben op de hoeveelheid interventieproducten die fysiek moet worden afgehaald als betaling voor de levering van verwerkte producten van dezelfde groep. In dat geval omvatten de kosten met name de overeenkomstig de bepalingen voor de bijzondere inschrijving uit te voeren verwerking, verpakking en merking van de producten die in het in het inschrijvingsbericht aangegeven stadium geleverd moeten worden.

    3. De inschrijving kan betrekking hebben op de bepaling van de leveringskosten voor op de markt van de Gemeenschap aan te kopen producten. Voor een dergelijke levering omvatten de kosten met name de prijs van het product en de kosten voor de overeenkomstig de bepalingen voor de bijzondere inschrijving uit te voeren verpakking en merking van de producten die in het in het inschrijvingsbericht aangegeven stadium geleverd moeten worden.

    Artikel 3

    De inschrijvingen staan onder gelijke voorwaarden open voor alle natuurlijke personen die de nationaliteit van een lidstaat bezitten en in de Gemeenschap gevestigd zijn, en voor alle ondernemingen die overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat zijn opgericht en waarvan de statutaire zetel, het hoofdkantoor of de hoofdvestiging in een lidstaat is gelegen.

    Artikel 4

    1. De offertes worden uiterlijk op het in het inschrijvingsbericht bepaalde tijdstip schriftelijk ingediend bij het interventiebureau en op het adres die daarin zijn vermeld.

    De inschrijvingen moeten in een dubbele gesloten envelop worden ingediend. Op de binnenste enveloppe moet, behalve het in het inschrijvingsbericht vermelde adres, ook het nummer van de verordening waarbij de inschrijving is geopend, worden aangebracht, alsmede de vermelding: "Inschrijving van (firmanaam) - Mag slechts worden geopend door de commissie voor de opening van de offertes.".

    Per fax, telexbericht of elektronische post ingediende offertes worden niet in aanmerking genomen.

    2. De opening van de offertes is openbaar en het betrokken interventiebureau geeft voor iedere partij kennis van de offertebedragen, respectievelijk de voorgestelde hoeveelheden.

    3. De interventiebureaus vergewissen zich ervan dat de inschrijvers en de in hun offerte vermelde subcontractanten in technisch en financieel opzicht in staat zijn om de verplichtingen na te komen in verband met de leveringen waarvoor zij een offerte indienen.

    Artikel 5

    1. Een offerte wordt slechts in aanmerking genomen als:

    a) daarin de precieze referentie van de verordening tot opening van de bijzondere inschrijving en het nummer van de partij waarop deze betrekking heeft, zijn aangegeven;

    b) daarin de naam en het adres van de in de Gemeenschap gevestigde inschrijver met zijn BTW-identificatienummer en zijn telex- en/of faxnummer zijn vermeld;

    c) zij betrekking heeft op één enkele, volledige partij (nettogewicht);

    d) bij de in artikel 2, leden 1 en 3, bedoelde inschrijvingen de verschillende offertebedragen in euro zijn vermeld;

    e) daarin bij toepassing van artikel 2, lid l, onder a) of b), de volgende gegevens zijn vermeld

    1. het offertebedrag voor iedere bestemming per ton (brutogewicht), rekening houdend met alle in het inschrijvingsbericht vermelde mogelijke vertrekplaatsen;

    2. de naam en het adres van alle bij de uitvoering van de levering betrokken expediteurs en subcontractanten in de Gemeenschap en in derde landen;

    3. de vervoermiddelen die gebruikt zullen worden, met hun capaciteit;

    4. de te volgen route, met vermelding van de grensovergangen en de plaatsen waar de producten eventueel in een ander vervoermiddel worden overgeladen; in dat geval verbindt de inschrijver zich er schriftelijk toe de overlaadplaatsen en -data minstens drie dagen vooraf mee te delen, alsmede kennis te geven van de vermoedelijke data van de belangrijkste verrichtingen, en meer in het bijzonder de data van lading en aankomst ter bestemming;

    5. de uitsplitsing van de offerte volgens de in bijlage II vermelde rubrieken;

    6. de verbintenis van de inschrijver dat hij, wanneer hem de levering gegund wordt, het origineel van de verzekeringspolis die hij ter dekking van alle vervoersrisico's sluit, zal overleggen;

    f) daarin bij toepassing van artikel 2, lid 2, voor een rijstlevering de volgende gegevens zijn vermeld:

    1. de gevraagde hoeveelheid product in ton (nettogewicht) in ruil voor een ton verwerkt product dat op de in het inschrijvingsbericht vermelde condities en in het daarin bepaalde stadium moet worden geleverd;

    2. het precieze adres van de plaats(en) waar de producten vóór verzending worden opgeslagen;

    3. de naam en het adres van alle bij de levering betrokken subcontractanten en expediteurs;

    4. het ter dekking van alle kosten (parkeergelden, verzekering, bewaking, zekerheden enz.) verlangde bedrag per ton (nettogewicht) en per dag, wanneer overname door de vervoerder niet kan plaatsvinden binnen de overeengekomen termijn;

    g) daarin bij toepassing van artikel 2, lid 3, voor de levering van varkensvlees de volgende gegevens zijn vermeld:

    1. het offertebedrag per ton (nettogewicht), rekening houdend met de kosten voor verwerking, verpakking en transport tot het in het inschrijvingsbericht aangegeven leveringsstadium;

    2. het precieze adres van de plaats(en) waar de producten vóór verzending verpakt en opgeslagen worden;

    3. de naam en het adres van alle bij de levering betrokken subcontractanten en expediteurs;

    4. het ter dekking van alle kosten (parkeergelden, verzekering, bewaking, zekerheden enz.) verlangde bedrag per ton en per dag, wanneer overname door de vervoerder niet kan plaatsvinden binnen de overeengekomen termijn;

    h) zij vergezeld gaat van het bewijs dat de inschrijver overeenkomstig artikel 8, lid l, van titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 de in het inschrijvingsbericht vermelde inschrijvingszekerheid heeft gesteld ten gunste van het voor de indiening van de offertes aangewezen interventiebureau. Dit bewijs wordt geleverd met het origineel van het volgens het model in bijlage III opgestelde document dat is afgegeven door de financiële instelling die de zekerheid verstrekt;

    i) zij vergezeld gaat van het origineel van de volgens het model in bijlage III opgestelde schriftelijke verbintenis van de betrokken financiële instelling dat de in artikel 7 bedoelde leveringszekerheid zal worden gesteld.

    De in deze verordening bedoelde zekerheden moeten worden gesteld door kredietinstellingen die door de lidstaat erkend zijn en die voorkomen op de overeenkomstig artikel 3, lid 7, en artikel 10, lid 2, van Richtlijn 77/780/EEG van de Raad (8) door de Commissie opgestelde lijst (9).

    2. Een offerte die niet overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en, in voorkomend geval, overeenkomstig de aanvullende bepalingen van de verordening houdende opening van een bijzondere inschrijving wordt ingediend, of waarin andere dan de vastgestelde voorwaarden zijn vermeld, wordt niet in aanmerking genomen.

    3. De offertes blijven 15 dagen geldig na de uiterste datum voor de indiening ervan.

    4. Een ingediende offerte kan niet worden gewijzigd noch worden ingetrokken.

    Artikel 6

    1. De betrokken interventiebureaus zenden de Commissie binnen 24 uur na afloop van de termijn voor de indiening van de offertes per fax of via schriftelijke telecommunicatie een mededeling toe waarin, onder verwijzing naar de verordening houdende opening van de betrokken openbare inschrijving, voor iedere partij de volgende gegevens zijn vermeld:

    1. naam en adres van de inschrijvers die overeenkomstig met name de artikelen 3, 4 en 5 een geldige offerte hebben ingediend;

    2. voor elke in aanmerking genomen offerte, het offertebedrag, respectievelijk de voorgestelde hoeveelheid.

    2. Op grond van de ingediende offertes kan voor elke partij worden besloten:

    - de levering niet toe te wijzen,

    of

    - de levering toe te wijzen op grond van de offerteprijs of de voorgestelde hoeveelheid.

    3. De Commissie stelt de gekozen opdrachtnemer en het interventiebureau dat zijn offerte ontvangen heeft, zo spoedig mogelijk in kennis van de toewijzing van de levering. De Commissie deelt de voor de vlotte uitvoering van de levering benodigde gegevens betreffende de in aanmerking genomen offerte aan de betrokken interventiebureaus mee.

    4. De interventiebureaus die offertes ontvangen hebben, delen de inschrijvers zo spoedig mogelijk, eventueel per fax of elektronische post, het resultaat van hun deelname aan de inschrijving mee.

    5. Het in lid 3 bedoelde interventiebureau deelt de Commissie onverwijld de volledige offerte van de gekozen opdrachtnemer mee.

    Artikel 7

    1. Voor een levering als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder a) of b), stelt de opdrachtnemer uiterlijk drie werkdagen vóór de afhaling een leveringszekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan de voor elk schip of elke bestemming af te halen hoeveelheden, vermenigvuldigd met het in het inschrijvingsbericht vermelde bedrag per eenheid.

    2. Voor een levering als bedoeld in artikel 2, lid 2, stelt de opdrachtnemer binnen vijf werkdagen na de kennisgeving van de toewijzing van de levering een leveringszekerheid voor een bedrag dat gelijk is aan de voor elke partij over te nemen nettohoeveelheden, vermenigvuldigd met het in het inschrijvingsbericht vermelde bedrag per eenheid.

    3. Voor een in artikel 2, lid 3, bedoelde levering stelt de opdrachtnemer binnen vijf werkdagen na de toewijzing van de levering een leveringszekerheid, gelijk aan 10 % van de offerteprijs, vermenigvuldigd met de te leveren nettohoeveelheden.

    4. De leveringszekerheid wordt overeenkomstig artikel 8, lid 1, van titel III van Verordening (EEG) nr. 2220/85 gesteld ten gunste van het met de betaling belaste interventiebureau als bedoeld in artikel 4.

    Het bewijs dat de leveringszekerheid is gesteld, wordt geleverd door middel van het origineel van het volgens het model in bijlage III opgestelde document dat is afgegeven door de financiële instelling die de zekerheid verstrekt.

    Artikel 8

    1. Behoudens overmacht zijn alle risico's met betrekking tot de producten, met name die van verlies of bederf, tot in het voor levering vastgestelde stadium voor rekening van de opdrachtnemer.

    2. De voor het vervoer verantwoordelijke opdrachtnemer moet de levering laten uitvoeren met transportmiddelen die met name op gezondheidsgebied de nodige garanties bieden dat de producten in behoorlijke omstandigheden bewaard en vervoerd kunnen worden. De bij vervoer over zee gebruikte vaartuigen moeten ingeschreven zijn in de hoogste categorie van de internationale scheepsklasseregisters.

    3. Behoudens in geval van urgentie is, wanneer zich bij de uitvoering van de levering na de overname van de producten door de opdrachtnemers moeilijkheden voordoen, alleen de Commissie bevoegd instructies te geven om het verdere verloop van de levering te vergemakkelijken.

    4. Op verzoek van het betrokken interventiebureau kan de Commissie, om rekening te houden met specifieke moeilijkheden, een tolerantie betreffende de niet-identificeerbare verliezen toestaan.

    Artikel 9

    1. Voordat de producten het grondgebied van de Gemeenschap verlaten, onderwerpt de opdrachtnemer zich aan elke controle die verlangd wordt door en wordt uitgevoerd door of voor rekening van de Commissie tijdens de productie, de verpakking, de opslag of het laden. Deze controle heeft betrekking op de hoeveelheid, de kwaliteit, de toestand uit gezondheidsoogpunt, de verpakking en de merking van de te leveren producten. De resultaten van deze controles kunnen tegen elke betrokken partij worden gebruikt, voorzover deze bij die controles aanwezig kon zijn.

    Bij monsternemingen bewaart de controle-instantie met het oog op eventuele latere betwistingen extra monsters voor rekening van de Commissie.

    Na afloop van de controle wordt aan de opdrachtnemer een conformverklaring of een niet-conformverklaring verstrekt.

    2. Indien de kwaliteit van de door het interventiebureau of, wat de in artikel 2, leden 2 en 3, bedoelde leveringen betreft, door de leveranciers beschikbaar gestelde producten niet in overeenstemming is met de in het inschrijvingsbericht voorgeschreven normen; stelt de controle-instantie de Commissie daarvan onverwijld in kennis en wordt het laden stopgezet.

    3. Wanneer het door het interventiebureau beschikbaar gestelde product niet in overeenstemming is met de voor interventieaankopen voorgeschreven minimumnormen en, wat rundvlees betreft, met de voorschriften voor interventieopslag, stelt het interventiebureau onverwijld een product ter beschikking dat wel aan de voor de levering vastgestelde voorschriften voldoet.

    De door de opdrachtnemers gemaakte extra kosten (extra vervoerkosten, overliggelden enz.) zijn voor rekening van het interventiebureau.

    Bij toepassing van dit lid geldt het bepaalde in artikel 2, lid 3, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3597/90 van de Commissie (10).

    4. Wanneer voor de in artikel 2, leden 2 en 3, bedoelde leveringen de door de leveranciers geleverde producten niet beantwoorden aan de in het inschrijvingsbericht voorgeschreven kwaliteit, zijn, onverminderd de toepassing van het bepaalde in artikel 12, lid 2, de daardoor voor de transporteur ontstane extra kosten voor rekening van deze leveranciers.

    5. Bij de levering van rund- of varkensvlees onderwerpt de opdrachtnemer zich aan de controles die op het grondgebied van de Gemeenschap verlangd en uitgevoerd worden door de vertegenwoordigers van het begunstigde land.

    6. De controle-instantie laat de vervoermiddelen bij het laden verzegelen. Bij overlading gaat de door de Commissie aangewezen organisatie na of de zegels van de op de overlaadplaatsen aangekomen vervoermiddelen niet verbroken zijn en verzegelt zij de na de overlading gebruikte nieuwe transportmiddelen.

    7. In de zeehavens of aan de grensovergangen die in het inschrijvingsbericht als bestemming voor de producten zijn aangegeven, onderwerpt de opdrachtnemer zich aan elke controle die verlangd wordt door en wordt uitgevoerd door of voor rekening van de Commissie.

    Na afloop van deze controle wordt aan de opdrachtgever een conformverklaring of een niet-conformverklaring verstrekt, waarin alle bijzonderheden van de uitgevoerde controles en de resultaten ervan zijn vermeld. De controle-instantie zendt de Commissie een exemplaar van deze verklaring.

    8. De controlekosten, met uitzondering van de in lid 5 bedoelde controlekosten, zijn voor rekening van de Gemeenschap.

    Artikel 10

    1. De aanvraag tot betaling van de levering wordt binnen twee maanden na afloop van de voor de levering in het inschrijvingsbericht vastgestelde leveringstermijn ingediend bij het in artikel 4 bedoelde interventiebureau. Behoudens overmacht, wordt bij niet-inachtneming van deze termijn het te betalen bedrag met 10 % verlaagd. Voor iedere maand extra vertraging wordt het bedrag nogmaals met 5 % gekort.

    2. Bij de betalingsaanvraag moeten de volgende bewijsstukken worden gevoegd:

    a) bij toepassing van artikel 2, lid 1, onder b),

    - een kopie van de vervoersdocumenten;

    - het origineel van het overnamecertificaat dat is afgegeven door de vertegenwoordiger van het begunstigde land die is vermeld in de bijlage bij de verordening houdende opening van de inschrijving voor de betrokken levering. Het certificaat wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage I en wordt door de met de controle in het stadium van levering belaste instantie gewaarmerkt;

    - de in artikel 9, lid 7, genoemde conformverklaring bij de aflevering van de producten;

    b) bij toepassing van artikel 2, lid 1, onder a), behalve de onder a), aangegeven documenten, ook

    - het in artikel 14, lid 1, vermelde uitvoercertificaat;

    - het in artikel 14, lid 2, bedoelde "enig document" en controledocument.

    3. Voor een in artikel 2, lid 1, onder a) of b), bedoelde levering wordt de opdrachtnemer betaald voor de hoeveelheid die vermeld is in het door de vertegenwoordiger van de begunstigde afgegeven overnamecertificaat. Dit certificaat wordt opgesteld overeenkomstig het model in bijlage I en wordt gewaarmerkt door de instantie die belast is met de controle bij de aflevering.

    4. Voor een in artikel 2, lid 2, bedoelde levering wordt de toegewezen hoeveelheid interventieproducten ter beschikking van de opdrachtnemer gesteld tegen overlegging van het bewijs dat een zekerheid is gesteld overeenkomstig artikel 7, lid 1.

    5. Voor een in artikel 2, lid 3, bedoelde levering wordt de met de aankoop van het product belaste opdrachtnemer betaald tegen overlegging van het overeenkomstig bijlage V opgestelde afhalingscertificaat dat na de volledige inlading van de partij wordt afgegeven door de aangewezen transporteur.

    6. Als de overname van de producten door de vertegenwoordiger van de begunstigde in het leveringsstadium moet worden verschoven door omstandigheden waaraan de opdrachtnemer geen schuld heeft, kunnen de door hem gedragen extra kosten, na onderzoek van de bewijsstukken, door het begunstige land worden vergoed.

    Artikel 11

    1. Voor de inschrijvingszekerheid zijn de primaire eisen in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 de volgende:

    a) de offerte mag niet worden ingetrokken;

    b) de leveringszekerheid moet worden gesteld overeenkomstig artikel 7;

    c) bovendien moeten voor een in artikel 2, lid 2, bedoelde levering de toegewezen hoeveelheden interventieproducten fysiek worden afgehaald. Voor de bij afloop van de hiervoor vastgestelde termijn nog niet afgehaalde hoeveelheden wordt de zekerheid overeenkomstig artikel 23, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2220/85 verbeurd; bovendien wordt de hoeveelheid die afgehaald mag worden, voor elke maand waarmee de termijn overschreden wordt, met 10 % verminderd.

    2. De inschrijvingszekerheid wordt vrijgegeven:

    - wanneer de offerte niet in aanmerking wordt genomen;

    - voor de in artikel 2, lid 1, onder a) of b), en in artikel 2, lid 3, bedoelde leveringen, na overlegging van het bewijs dat de leveringszekerheid overeenkomstig artikel 7 is gesteld;

    - voor een in artikel 2, lid 2, bedoelde levering, na overlegging van het door het interventiebureau afgegeven afhalingscertificaat voor de gehele toegewezen hoeveelheid.

    Artikel 12

    1. Voor de leveringszekerheid geldt als primaire eis in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85 de levering van de volledige hoeveelheid van het product waarbij de kwaliteit, al naar het geval, niet significant mag verschillen van:

    - de bij de afhaling uit de interventieopslagplaats geconstateerde kwaliteit, bij een in artikel 2, lid 1, onder a), bedoelde levering;

    - de bij de overname door de transporteur geconstateerde kwaliteit, bij een in artikel 2, lid 1; onder b), bedoelde levering;

    - de in het inschrijvingsbericht aangegeven kwaliteit, bij een in artikel 2, leden 2 en 3, bedoelde levering.

    2. De leveringszekerheid wordt vrijgegeven wanneer de opdrachtnemer het bewijs levert dat de levering is uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in deze verordening en in de verordening houdende opening van de bijzondere inschrijving.

    Dat bewijs wordt geleverd:

    a) voor een in artikel 2, lid 1, onder a) of b), bedoelde levering, door overlegging van de in artikel 10, lid 2, onder a) of b), al naar het geval, genoemde documenten.

    De zekerheid wordt verbeurd voor de hoeveelheden waarvoor dat bewijs niet wordt geleverd.

    b) voor de in artikel 2, leden 2 en 3, bedoelde leveringen, door overlegging van

    - het door de transporteur afgegeven afhalingscertificaat;

    - het in artikel 14 bedoelde uitvoercertificaat;

    - het in artikel 14, lid 2, bedoelde "enig document" en controledocument.

    De zekerheid wordt verbeurd:

    - voor de hoeveelheden die niet aan de leveringsvoorwaarden beantwoorden;

    - voor de hoeveelheden die met name verloren zijn gegaan doordat de verpakking niet geschikt was voor het voorgenomen vervoer;

    - ten belope van 1 EUR per ton en per dag, vermenigvuldigd met de niet-geladen hoeveelheden, indien wordt vastgesteld dat de in het inschrijvingsbericht voorgeschreven belading niet in acht is genomen.

    3. Bij overschrijding van de termijn voor de overname door de vervoerder of voor de levering door de vervoerder of het verwerkende bedrijf, wordt de leveringszekerheid verbeurd voor een gedeelte dat overeenkomt met de te laat overgenomen of geleverde hoeveelheden; de verbeurde zekerheid bedraagt 0,75 EUR per ton en per dag overschrijding. Vanaf de elfde dag vertraging wordt het in te houden bedrag verhoogd tot 1 EUR per ton en per extra dag waarmee de termijn overschreden wordt. Deze bepalingen zijn van toepassing wanneer de oorzaak van de te late overname of levering bij de opdrachtnemer ligt.

    4. Voor een in artikel 2, lid 1, onder a) of b), bedoelde levering wordt de leveringszekerheid vrijgegeven overeenkomstig het vorenstaande of in gedeelten van 20 %, telkens wanneer het bewijs wordt overgelegd dat 20 % van de hoeveelheden van een partij is geleverd, waarbij de staat van de producten niet aanmerkelijk mag verschillen van die waarin zij van het interventiebureau of in het in het inschrijvingsbericht bepaalde overnamestadium zijn overgenomen.

    Artikel 13

    Bij toepassing van artikel 2, lid 1, onder a) of b), kan de opdrachtnemer op zijn verzoek een voorschot ontvangen ten belope van 90 % van het bedrag dat wordt verkregen door de nettohoeveelheden die voor een product, een bestemming en een leveringsdatum zijn overgenomen, te vermenigvuldigen met de in zijn offerte aangegeven bedragen per eenheid.

    Het voorschot wordt betaald na overlegging van het, al naar het geval, overeenkomstig bijlage V of bijlage VI opgestelde athalingscertificaat dat is afgegeven door het interventiebureau van de lidstaat dat in het bezit van het product was, dan wel door de opdrachtnemer die verantwoordelijk is voor de vervaardiging van het verwerkte product of voor de aankoop van het product op de markt van de Gemeenschap, alsmede na overlegging van het bewijs dat een voorschotzekerheid ten bedrage van het te betalen voorschot gesteld is ten gunste van het met de betaling belaste interventiebureau. De zekerheid wordt gesteld overeenkomstig de voorschriften van bijlage III.

    Artikel 14

    1. Op de voor de uitvoering van de leveringen aangevraagde en afgegeven uitvoercertificaten wordt in vak 20 vermeld:

    - "Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad. Geen uitvoerrestituties.".

    2. Op het overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 3002/92 afgegeven "enig document" en controledocument wordt vermeld:

    - "Verordening (EG) nr. 111/1999 van de Commissie houdende algemene uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 2802/98 van de Raad betreffende een programma om de Russische Federatie van landbouwproducten te voorzien. Geen uitvoerrestituties.".

    Artikel 15

    Aan de marktdeelnemer kunnen, wanneer hij het in artikel 4 bedoelde interventiebureau hierom verzoekt, de bepalingen van het tussen de Europese Gemeenschap en de Russische Federatie gesloten memorandum van overeenstemming die van toepassing zijn voor de op grond van Verordening (EG) nr. 2802/98 geopende inschrijvingen voor bijzondere leveringen, worden meegedeeld.

    Artikel 16

    Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is bevoegd uitspraak te doen over ieder geschil in verband met de uitvoering of de niet-uitvoering van of de uitlegging van de voorschriften met betrekking tot de leveringen die overeenkomstig deze verordening plaatsvinden.

    Artikel 17

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 18 januari 1999.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 349 van 24. 12. 1998, blz. 12.

    (2) PB L 349 van 24. 12. 1998, blz. 1.

    (3) PB L 349 van 24. 12. 1998, blz. 36.

    (4) PB L 301 van 17. 10. 1992, blz. 17.

    (5) PB L 104 van 27. 4. 1996, blz. 13.

    (6) PB L 205 van 3. 8. 1985, blz. 5.

    (7) PB L 310 van 14. 12. 1993, blz. 4.

    (8) PB C 237 van 28. 7. 1998, blz. 1.

    (9) PB L 322 van 17. 12. 1977, blz. 30.

    (10) PB L 350 van 14. 12. 1990, blz. 1.

    BIJLAGE I a)

    Vervoer over zee

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    Verordening (EG) nr. 111/1999

    OVERNAMECERTIFICAAT

    Ondergetekende ...............................

    (naam/voornaam/hoedanigheid)

    handelend voor rekening van ..................

    verklaart de hieronder vermelde producten overgenomen te hebben:

    Product:

    Verpakking:

    Totale hoeveelheid in ton (netto):

    (bruto):

    Aantal zakken (rijst/melkpoeder):

    Kartons (rundvlees zonder been):

    Plaats en datum van overname:

    Naam van het schip:

    Nummers van de zegels bij aankomst:

    Naam en adres van het vervoerbedrijf:

    Naam en adres van de bewakingsfirma:

    Naam en adres van haar vertegenwoordiger ter plaatse:

    Opmerkingen of reserves:

    ....................................

    ....................................

    ............................................

    (handtekening en stempel van de begunstigde)

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE I b)

    Vervoer per spoor of per vrachtwagen

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE II

    Uitsplitsing van de offerte in EUR/ton

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE III

    Zekerheden

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE IV

    Verbintenis tot het stellen van de leveringszekerheid

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 111/1999

    Inschrijver: .......................

    Partij nr.: ........................

    Product/hoeveelheid: .......................

    Bedrag van de zekerheid: ...................

    Ondergetekenden .................. (naam en adres van de bank), hierbij vertegenwoordigd door mevrouw/de heer ................. (functie), verbinden zich er onherroepelijk toe met de firma ..............., wanneer deze als opdrachtnemer wordt aangewezen, een gezamenlijke en hoofdelijke leveringszekerheid te stellen voor een bedrag van ............... EUR ten gunste van het interventiebureau ............(naam en adres).

    De zekerheid wordt verstrekt overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder i), artikel 7 en bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 111/1999.

    ...........................

    (handtekening)

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE V

    AFHALINGSCERTIFICAAT

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    (in artikel 2, lid 2 of lid 3, van Verordening (EG) nr. 111/1999 bedoelde levering)

    Ondergetekende, .............................

    (naam/voornaam/hoedanigheid)

    handelend voor rekening van .................

    verklaart de hieronder vermelde producten overgenomen te hebben:

    Product:

    Verpakking:

    Aantal zakken:

    Totale hoeveelheid in ton:

    - netto:

    - bruto:

    Plaats en datum van overname:

    Naam van het schip:

    Naam en adres van de bewakingsfirma:

    Naam en handtekening van haar vertegenwoordiger ter plaatse:

    Opmerkingen of reserves:

    .......................................

    .......................................

    ..............................................

    (handtekening en stempel van de producent (1))

    .............................................

    (handtekening en stempel van de transporteur)

    Dit certificaat moet in tweevoud worden ingevuld; één exemplaar is bestemd voor de producent met het oog op de vrijgave van de leveringszekerheid, het andere is bestemd voor de transporteur met het oog op de indiening van de in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 111/1999 bedoelde voorschotaanvraag.

    (1) Marktdeelnemer die, al naar het geval, verantwoordelijk is voor de verwerking of voor de aankoop van het product op de markt.

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE VI

    AFHALINGSCERTIFICAAT voor producten uit interventievoorraden

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    (in artikel 2, lid 1, onder a), of lid 2, van Verordening (EG) nr. 111/1999 bedoelde levering)

    Opslagplaats: ..................................

    Inschrijvingsverordening (EG) nr. ..............

    Product: .........................

    Partij nr.: ......................

    Aard van het product en uitslagdata

    Afgehaalde hoeveelheden

    Totaal

    ....................................................

    (datum, stempel en handtekening van de opslaghouder)

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    Top