Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31999L0065

    Richtlijn 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999 houdende wijziging van de Richtlijnen 86/362/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 172 van 8.7.1999, p. 40–41 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/08/2008; stilzwijgende opheffing door 32005R0396

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1999/65/oj

    31999L0065

    Richtlijn 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999 houdende wijziging van de Richtlijnen 86/362/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 172 van 08/07/1999 blz. 0040 - 0041


    RICHTLIJN 1999/65/EG VAN DE COMMISSIE

    van 24 juni 1999

    houdende wijziging van de Richtlijnen 86/362/EEG en 90/642/EEG van de Raad tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op respectievelijk granen en bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/82/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 7, lid 4, onder a),

    Gelet op Richtlijn 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit(3), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/82/EG, en met name op artikel 4, lid 4, onder a),

    (1) Overwegende dat in artikel 7, lid 2, onder a), van Richtlijn 86/362/EEG en artikel 4, lid 2, onder a), van Richtlijn 90/642/EEG is bepaald dat de lidstaten de Commissie uiterlijk op 30 juni van elk jaar de voor het daaropvolgende jaar geplande nationale bewakingsprogramma's voor residuen van bestrijdingsmiddelen in en op groenten, fruit en granen moeten toezenden; dat de ervaring van de lidstaten met het plannen, opstellen en uitvoeren van eerdere jaarlijkse bewakingsprogramma's, en met het evalueren daarvan en de verslaggeving erover heeft geleerd dat deze termijn te kort is om bij de planning voor het komende jaar rekening te kunnen houden met de resultaten van het voorbije jaar; dat een extra termijn van drie maanden toereikend wordt geacht voor een adequate evaluatie van de eerder behaalde resultaten en het plannen van de volgende nationale bewakingsprogramma's;

    (2) Overwegende dat in artikel 7, lid 2, onder b), van Richtlijn 86/362/EEG en artikel 4, lid 2, onder b), van Richtlijn 90/642/EEG is bepaald dat de Commissie het Permanent Plantenziektekundig Comité jaarlijks uiterlijk op 30 september het ontwerp voorlegt van een aanbeveling met een gecoördineerd bewakingsprogramma van de Gemeenschap waarin de specifieke steekproefonderzoeken worden aangegeven die in het bewakingsprogramma moeten worden opgenomen; dat de inhoud van die ontwerpaanbeveling afhankelijk is van de informatie die door de lidstaten wordt verstrekt over de geplande bewakingsprogramma's; dat een extra termijn van drie maanden voor de indiening van de nationale plannen door de lidstaten bij de Commissie met zich zou brengen dat de ontwerpaanbeveling door de Commissie drie maanden later bij het Permanent Plantenziektekundig Comité zou worden ingediend;

    (3) Overwegende dat in de praktijk de Commissie en de lidstaten de gecoördineerde bewakingsprogramma's van de Gemeenschap voor meerdere jaren plannen;

    (4) Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In artikel 7 van Richtlijn 86/362/EEG wordt:

    - in lid 2, onder a), de datum "30 juni" vervangen door "30 september";

    - in lid 2, onder b), en lid 3, de datum "30 september" vervangen door "31 december".

    Artikel 2

    In artikel 4 van Richtlijn 90/642/EEG wordt:

    - in lid 2, onder a), de datum "30 juni" vervangen door "30 september";

    - in lid 2, onder b), en lid 3, de datum "30 september" vervangen door "31 december".

    Artikel 3

    1. Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking.

    2. De wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen, worden door de lidstaten uiterlijk op 31 december 1999 vastgesteld en bekendgemaakt. De lidstaten stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    3. De lidstaten passen deze bepalingen toe met ingang van 1 januari 2000. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 24 juni 1999.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 221 van 7.8.1986, blz. 37.

    (2) PB L 290 van 29.10.1998, blz. 25.

    (3) PB L 350 van 14.12.1990, blz. 71.

    Top