EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31998R2762

Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2762/98 van de Raad van 17 december 1998 houdende aanpassing met ingang van 1 juli 1998 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden der Europese Gemeenschappen alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

PB L 346 van 22.12.1998, p. 1–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/2762/oj

31998R2762

Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2762/98 van de Raad van 17 december 1998 houdende aanpassing met ingang van 1 juli 1998 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden der Europese Gemeenschappen alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

Publicatieblad Nr. L 346 van 22/12/1998 blz. 0001 - 0004


VERORDENING (EG, EGKS, EURATOM) Nr. 2762/98 VAN DE RAAD van 17 december 1998 houdende aanpassing met ingang van 1 juli 1998 van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden der Europese Gemeenschappen alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben,

Gelet op het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen, inzonderheid op artikel 13,

Gelet op het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van deze Gemeenschappen, vastgesteld bij Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2594/98 (2), inzonderheid op de artikelen 63, 64, 65, 65 bis en 82 van het Statuut en bijlage XI van dat Statuut, alsmede op artikel 20, eerste alinea, en artikel 64 van de Regeling,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat het, na een onderzoek naar het bezoldigingspeil van de ambtenaren en andere personeelsleden aan de hand van het door de Commissie opgestelde rapport, wenselijk is gebleken de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen uit hoofde van het jaarlijkse onderzoek 1998 aan te passen;

Overwegende dat overeenkomstig bijlage XI van het Statuut de jaarlijkse aanpassing uit hoofde van het begrotingsjaar 1999 zal leiden tot de vaststelling van de nieuwe aanpassingscoëfficiënten vóór 31 december 1999 met terugwerkende kracht tot 1 juli 1999;

Overwegende dat deze nieuwe aanpassingscoëfficiënten kunnen leiden tot aanpassingen met terugwerkende kracht van de bezoldigingen en pensioenen (positief of negatief) over een periode van het begrotingsjaar 1999 waarvoor op grond van deze verordening reeds betalingen zijn verricht;

Overwegende dat derhalve moet worden voorzien in een nabetaling in geval van een aan deze aanpassingscoëfficiënten toe te schrijven verhoging, of een terugvordering van het teveel ontvangen bedrag, in geval van daling, voor de periode tussen de datum van inwerkingtreding en de datum van het jaarlijkse aanpassingsbesluit van de Raad voor het begrotingsjaar 1999;

Overwegende dat moet worden bepaald dat de effecten van een eventuele terugvordering kunnen zijn gespreid over een periode van maximaal twaalf maanden volgend op de datum van inwerkingtreding van het voor het begrotingsjaar 1999 door de Raad genomen jaarlijks aanpassingsbesluit,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Met ingang van 1 juli 1998 wordt:

a) de in artikel 66 van het Statuut opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hierna volgende tabel:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

b) - in artikel 1, lid 1, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 6 566 BEF vervangen door het bedrag van 6 691 BEF;

- in artikel 2, lid 1, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 8 456 BEF vervangen door het bedrag van 8 617 BEF;

- in artikel 69, tweede zin van het Statuut en in artikel 4, lid 1, tweede alinea, van bijlage VII daarvan het bedrag van 15 107 BEF vervangen door het bedrag van 15 394 BEF;

- in artikel 3, eerste alinea, van bijlage VII van het Statuut het bedrag van 7 557 BEF vervangen door het bedrag van 7 701 BEF.

Artikel 2

Met ingang van 1 juli 1998 wordt de in artikel 63 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden opgenomen tabel van de maandelijkse basissalarissen vervangen door de hierna volgende tabel:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 3

Met ingang van 1 juli 1998 wordt het bedrag van de vaste vergoeding, bedoeld in artikel 4 bis van bijlage VII van het Statuut vastgesteld op:

- 4 016 BEF per maand voor de ambtenaren die zijn ingedeeld in de rang C4 of C5;

- 6 157 BEF per maand voor de ambtenaren die zijn ingedeeld in de rang C1, C2 of C3.

Artikel 4

De pensioenen waarop op 1 juli 1998 recht bestond, worden met ingang van die datum berekend aan de hand van de in artikel 66 van het Statuut opgenomen tabel van de maandelijkse salarissen, zoals gewijzigd bij artikel 1, onder a), van deze verordening.

Artikel 5

Met ingang van 1 juli 1998 wordt de in artikel 63, tweede alinea, van het Statuut vermelde datum van 1 juli 1997 vervangen door 1 juli 1998.

Artikel 6

1. Met ingang van 16 mei 1998 bedragen de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die werkzaam zijn in een van de hierna genoemde landen of standplaatsen respectievelijk:

Verenigd Koninkrijk: 153,6.

2. Met ingang van 1 juli 1998 bedragen de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op de bezoldiging van de ambtenaren en andere personeelsleden die werkzaam zijn in een van de hierna genoemde landen of standplaatsen, respectievelijk:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

3. De aanpassingscoëfficiënten voor de pensioenen worden vastgesteld overeenkomstig artikel 82, lid 1, van het Statuut. De artikelen 3 tot en met 10 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 2175/88 (3) blijven van toepassing.

4. Overeenkomstig bijlage XI van het Statuut kunnen deze aanpassingscoëfficiënten vóór 31 december 1999 worden gewijzigd bij verordening van de Raad waarbij nieuwe aanpassingscoëfficiënten worden vastgesteld met ingang van 1 juli 1999. Bijgevolg zullen de instellingen, met terugwerkende kracht tussen de datum van inwerkingtreding en de datum van het aanpassingsbesluit voor 1999, overgaan tot de dienovereenkomstige positieve of negatieve aanpassing van de bezoldigingen van de betrokken ambtenaren en de pensioenen die worden uitbetaald aan de gewezen ambtenaren en andere rechtverkrijgenden.

Indien deze aanpassing met terugwerkende kracht een terugvordering van teveel ontvangen bedragen impliceert, kan deze worden gespreid over een periode van maximaal twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van het jaarlijkse aanpassingsbesluit voor 1999.

Artikel 7

Met ingang van 1 juli 1998 wordt de in artikel 10, lid 1, van bijlage VII van het Statuut opgenomen tabel vervangen door de hierna volgende tabel:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Artikel 8

Met ingang van 1 juli 1998 worden de bedragen van de toeslagen voor continu- of ploegendienst, bedoeld in artikel 1 van Verordening (EGKS, EEG, Euratom) nr. 300/76 (4) vastgesteld op 11 640, 17 569, 19 210, 26 189 BEF.

Artikel 9

Met ingang van 1 juli 1998 wordt op de in artikel 4 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 260/68 (5) genoemde bedragen een coëfficiënt toegepast van 4,165412.

Artikel 10

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 december 1998.

Voor de Raad

De Voorzitter

W. MOLTERER

(1) PB L 56 van 4. 3. 1968, blz. 1.

(2) PB L 325 van 3. 12. 1998, blz. 1.

(3) PB L 191 van 22. 7. 1988, blz. 1.

(4) PB L 38 van 13.2.1976, blz. 1. Deze verordening werd aangevuld bij Verordening (Euratom, EGKS, EEG) nr. 1307/87 (PB L 124 van 13. 5. 1987, blz. 6) en laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2461/98 (PB L 307 van 17.11.1998, blz. 5).

(5) PB L 56 van 4.3.1968, blz. 8. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2459/98 (PB L 307 van 17.11.1998, blz. 3).

Top