31998L0022

RICHTLIJN 98/22/EG VAN DE COMMISSIE van 15 april 1998 tot vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 77/93/EEG van de Raad van 21 december 1976 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 98/2/EG van de Commissie (2), en met name op artikel 12, lid 6, voorlaatste alinea,

Overwegende dat, om de regelingen voor de fytosanitaire controles op in deel B van bijlage V bij Richtlijn 77/93/EEG vermelde planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen adequaat te kunnen toepassen, geharmoniseerde minimumeisen moeten worden vastgesteld voor de uitvoering van deze controles in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten;

Overwegende dat bij de vaststelling van de minimumeisen voor de uitvoering van deze fytosanitaire controles rekening moet worden gehouden met de technische eisen die gelden voor de in artikel 2, lid 1, onder g), van Richtlijn 77/93/EEG bedoelde verantwoordelijke officiële instanties waaronder de bovengenoemde controleposten ressorteren, en met de voorschriften die gelden ten aanzien van de apparatuur en de installaties waarover de vorengenoemde verantwoordelijke officiële instanties moeten beschikken om de vereiste fytosanitaire controles te kunnen uitvoeren;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten zien erop toe dat de in artikel 12, lid 6, vierde alinea, van Richtlijn 77/93/EEG bedoelde en in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten uitgevoerde fytosanitaire controles van de in deel B van bijlage V bij vorengenoemde richtlijn vermelde planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen voldoen aan de in de bijlage bij deze richtlijn vastgestelde minimumeisen.

Artikel 2

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om op 1 oktober 1998 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. De lidstaten delen de Commissie onmiddellijk alle bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. De Commissie stelt de andere lidstaten daarvan in kennis.

Artikel 3

Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 15 april 1998.

Voor de Commissie

Franz FISCHLER

Lid van de Commissie

(1) PB L 26 van 31. 1. 1977, blz. 20.

(2) PB L 15 van 21. 1. 1998, blz. 34.

BIJLAGE

Minimumeisen voor de uitvoering in de Gemeenschap van fytosanitaire controles van planten, plantaardige producten of andere materialen uit derde landen, in niet op de plaats van bestemming gevestigde controleposten

1. De in artikel 2, lid 1, onder g), van Richtlijn 77/93/EEG bedoelde verantwoordelijke officiële instanties waaronder de in artikel 1 van de onderhavige richtlijn bedoelde controleposten ressorteren, moeten:

- bevoegd zijn om hun taak uit te voeren;

- technisch bevoegd zijn, in het bijzonder op het vlak van opsporing en diagnose van schadelijke organismen;

- zelf de nodige deskundigheid bezitten of de nodige deskundigen kunnen raadplegen om schadelijke organismen te identificeren;

- kunnen beschikken over de nodige voorzieningen en apparatuur op administratief gebied en voor controles en tests, als vermeld in punt 3;

- kunnen beschikken over de nodige voorzieningen om zendingen op adequate wijze op te slaan en in quarantaine te houden, en zo nodig de onderschepte zending of delen daarvan te vernietigen (of op enigerlei andere wijze adequaat te behandelen);

- over de volgende informatie beschikken:

a) een op basis van de interne regelgeving van de lidstaat ter uitvoering van de communautaire wetgeving opgestelde en bijgewerkte handleiding voor het verrichten van de controles;

b) een volledig bijgewerkte versie van de communautaire richtsnoeren voor deskundigen en nationale inspecteurs, als bedoeld in artikel 19 bis, lid 6, van Richtlijn 77/93/EEG;

c) een volledig bijgewerkte versie van de fytosanitaire wetgeving van de Gemeenschap;

d) een volledig bijgewerkte lijst van adressen en telefoonnummers van de gespecialiseerde laboratoria die officieel zijn erkend voor het uitvoeren van tests om schadelijke organismen op te sporen of te identificeren. Er dient een adequate procedure te worden vastgesteld om de deugdelijkheid en de veiligheid van monsters te garanderen wanneer ze naar het laboratorium worden overgebracht en worden getest;

e) bijgewerkte informatie over uit derde landen afkomstige zendingen van planten, plantaardige producten of andere materialen die:

- officieel zijn onderschept,

- officieel zijn getest in gespecialiseerde laboratoria,

en de uitkomsten van de tests, voorzover die informatie relevant is voor de fytosanitaire controles op de plaats waar zij worden verricht;

- het vastgestelde programma inzake fytosanitaire controles zo snel mogelijk aanpassen aan de reële behoeften die het gevolg zijn van nieuwe fytosanitaire risico's of van wijzigingen in de hoeveelheid of het volume van de planten, plantaardige producten of andere materialen die in de in artikel 1 bedoelde controleposten worden aangeboden om te worden binnengebracht.

2. De ambtenaren of gekwalificeerde beambten als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder i), tweede alinea, van Richtlijn 77/93/EEG, die belast zijn met de in artikel 1 van deze richtlijn bedoelde controles, moeten onder andere:

- technisch bevoegd zijn, in het bijzonder om schadelijke organismen op te sporen,

- zelf de nodige deskundigheid bezitten of de nodige deskundigen kunnen raadplegen om schadelijke organismen te identificeren,

en zij moeten onmiddellijk kunnen beschikken over de in punt 1, zesde streepje, bedoelde informatie.

3. De in punt 1 bedoelde voorzieningen en apparatuur omvatten ten minste:

a) wat de kantoorvoorzieningen betreft:

- een systeem voor snelle communicatie met:

- de in artikel 1, lid 6, van Richtlijn 77/93/EEG bedoelde centrale instantie;

- de in punt 1 bedoelde gespecialiseerde laboratoria;

- de douaneautoriteiten;

- de Commissie;

- andere lidstaten;

- een systeem om documenten te reproduceren;

b) wat de controlevoorzieningen betreft:

- voor het uitvoeren van de controles geschikte ruimten;

- adequate verlichting;

- tafel(s) waarop de controles kunnen worden uitgevoerd;

- apparatuur om:

- visuele controles uit te voeren;

- de voor fytosanitaire controles gebruikte lokalen en apparatuur te ontsmetten;

- monsters klaar te maken voor eventuele verdere tests in de in punt 1 bedoelde gespecialiseerde laboratoria;

c) wat de voorzieningen voor het bemonsteren van de zendingen betreft:

- voor de individuele identificatie en verpakking van elk monster geschikt materiaal;

- geschikt verpakkingsmateriaal voor verzending van de monsters naar de in punt 1 bedoelde gespecialiseerde laboratoria;

- zegels;

- officiële stempels;

- adequate verlichting.