Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996R1218

    Verordening (EG) nr. 1218/96 van de Commissie van 28 juni 1996 inzake de gedeeltelijke vrijstelling van de invoerheffing voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds

    PB L 161 van 29.6.1996, p. 51–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2000; opgeheven door 32000R2809

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1996/1218/oj

    31996R1218

    Verordening (EG) nr. 1218/96 van de Commissie van 28 juni 1996 inzake de gedeeltelijke vrijstelling van de invoerheffing voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds

    Publicatieblad Nr. L 161 van 29/06/1996 blz. 0051 - 0054


    VERORDENING (EG) Nr. 1218/96 VAN DE COMMISSIE van 28 juni 1996 inzake de gedeeltelijke vrijstelling van de invoerheffing voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 3066/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende vaststelling, in verband met de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw, van bepaalde concessies in de vorm van communautaire tariefcontingenten voor bepaalde landbouwprodukten en van een autonome overgangsregeling tot aanpassing van bepaalde in de Europa-Overeenkomsten opgenomen landbouwconcessies (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1194/96 (2), en met name op artikel 8,

    Overwegende dat het de bedoeling was deze maatregelen te vervangen door tijdelijke aanvullende protocollen bij de Europa-Overeenkomsten; dat, wegens tijdgebrek, het echter niet mogelijk is die protocollen in werking te laten treden per 1 juli 1996; dat de geldigheidsduur van Verordening (EG) nr. 3066/95 daarom is verlengd tot en met 31 december 1996;

    Overwegende dat het, wegens de verlenging van de geldigheidsduur van Verordening (EG) nr. 3066/95 bij Verordening (EG) nr. 1194/96 en om duidelijkheid te scheppen, dienstig is Verordening (EG) nr. 121/94 van de Commissie van 25 januari 1994 inzake de vrijstelling van de heffing bij invoer voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek en de Slowaakse Republiek anderzijds (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 286/96 (4), en Verordening (EG) nr. 1606/94 van de Commissie van 1 juli 1994 inzake de vrijstelling van de heffing bij invoer voor bepaalde produkten van de sector granen, in het kader van de Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap enerzijds en, respectievelijk, de Republiek Bulgarije en Roemenië anderzijds (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2252/95 (6), te vervangen door een nieuwe verordening en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 335/94 van de Commissie (7);

    Overwegende dat moet worden bepaald dat de certificaten betreffende de invoer van de betrokken produkten, binnen de vastgestelde hoeveelheden, worden afgegeven na afloop van een bedenktijd en, in voorkomend geval, na vaststelling van een uniform percentage voor de vermindering van de aangevraagde hoeveelheden; dat, ingeval de aangevraagde hoeveelheden met een uniform percentage worden verminderd, de marktdeelnemers hun aanvragen kunnen intrekken;

    Overwegende dat moet worden bepaald welke andere gegevens in de aanvragen en de certificaten moeten worden vermeld dan volgens het bepaalde in de artikelen 8 en 21 van Verordening (EEG) nr. 3719/88 van de Commissie van 16 november 1988 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (8), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2137/95 (9);

    Overwegende dat het, met het oog op de leveringsvoorwaarden, dienstig is om te bepalen dat de geldigheidsduur van de invoercertificaten ingaat op de dag van afgifte en verstrijkt aan het einde van de derde maand volgende op de maand van afgifte; dat certificaten die voor de maximumhoeveelheid uit hoofde van het eerste halfjaar van het verkoopseizoen zijn afgegeven, slechts mogen gelden tot eind januari 1997;

    Overwegende dat, met het oog op een doeltreffend beheer van deze regeling, de zekerheid voor de invoercertificaten in afwijking van het bepaalde in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1162/95 van de Commissie (10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1029/96 (11), wordt vastgesteld op 25 ecu per ton;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor granen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in de bijlage bij deze verordening genoemde produkten van oorsprong uit de Republiek Polen, de Republiek Hongarije, de Tsjechische Republiek, de Slowaakse Republiek, de Republiek Bulgarije en Roemenië komen tot de in de bijlage vermelde hoeveelheden in aanmerking voor een gedeeltelijke vrijstelling van de invoerheffing via toepassing van de eveneens in die bijlage vermelde verlagingspercentages of bedragen.

    De produkten die in het vrije verkeer worden gebracht op de interne markt van de Gemeenschap moeten vergezeld gaan van het origineel van het door de bevoegde autoriteiten van het land van uitvoer af te geven certificaat EUR. 1.

    Artikel 2

    1. De aanvragen voor invoercertificaten kunnen steeds op de tweede maandag van de maand tot 13.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) bij de bevoegde autoriteiten van iedere Lid-Staat worden ingediend.

    Certificaataanvragen voor een hoeveelheid die groter is dan de voor de invoer van het betrokken produkt in het betrokken verkoopseizoen beschikbaar gestelde hoeveelheid, zijn niet ontvankelijk.

    2. De Lid-Staten delen de Commissie uiterlijk om 18.00 uur (plaatselijke tijd Brussel) op de dag van indiening van de certificaataanvragen per telex of per fax mee welke aanvragen voor invoercertificaten die dag zijn ingediend.

    Deze gegevens mogen niet tegelijk met de mededeling over andere aanvragen voor invoercertificaten voor granen worden verstrekt.

    3. Wanneer invoercertificaten zijn aangevraagd voor een grotere hoeveelheid dan het in de bijlage vermelde contingent, stelt de Commissie uiterlijk op de derde werkdag na de indiening van de aanvragen een uniforme coëfficiënt vast waarmee deze hoeveelheden worden verminderd. De certificaataanvraag kan binnen een werkdag na de datum van vaststelling van de verminderingscoëfficiënt worden ingetrokken.

    4. Onverminderd het bepaalde in de vorige alinea worden de certificaten afgegeven op de vijfde werkdag na de indiening van de aanvraag.

    5. In afwijking van het bepaalde in artikel 21, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3719/88 gaat de geldigheidsduur van het certificaat in op de dag van de feitelijke afgifte.

    Artikel 3

    In afwijking van het bepaalde in artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1162/95 zijn de invoercertificaten geldig vanaf de dag van afgifte tot het einde van de derde maand volgende op de maand van afgifte. De geldigheidsduur van de certificaten verstrijkt echter in ieder geval aan het einde van de maand januari.

    Artikel 4

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 3719/88 kunnen de rechten die uit het invoercertificaat voortvloeien niet worden overgedragen.

    Artikel 5

    In afwijking van het bepaalde in artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 3719/88, kan de in het vrije verkeer gebrachte hoeveelheid niet groter zijn dan de in de vakken 17 en 18 van het invoercertificaat vermelde hoeveelheid. In vak 19 van het certificaat wordt dan ook het cijfer 0 ingevuld.

    Artikel 6

    Voor invoer van een produkt met verlaagde invoerheffing als bedoeld in artikel 1 moeten de certificaataanvraag en het invoercertificaat de volgende vermeldingen bevatten:

    a) in vak 8, de naam van het land van oorsprong van het produkt;

    b) in vak 20, een van de volgende vermeldingen:

    - Reglamento (CE) n° 1218/96

    - Forordning (EF) nr. 1218/96

    - Verordnung (EG) Nr. 1218/96

    - Êáíïíéóìüò (ÅÊ) áñéè. 1218/96

    - Regulation (EC) No 1218/96

    - Règlement (CE) n° 1218/96

    - Regolamento (CE) n. 1218/96

    - Verordening (EG) nr. 1218/96

    - Regulamento (CE) nº 1218/96

    - Asetus (EY) N:o 1218/96

    - Förordning (EG) nr 1218/96.

    Het certificaat brengt de verplichting mee om uit het betrokken land in te voeren.

    Bovendien moet in het invoercertificaat in vak 24 het op de invoerheffing toe te passen verlagingspercentage of, in voorkomend geval, het toe te passen bedrag worden vermeld.

    Artikel 7

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1162/95, bedraagt de zekerheid voor de in deze verordening bedoelde invoercertificaten 25 ecu per ton.

    Artikel 8

    De Verordeningen (EG) nr. 121/94 en (EG) nr. 1606/94 worden ingetrokken. De in het kader van die verordeningen afgegeven certificaten blijven evenwel geldig tot eind juli 1996.

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 1996.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 28 juni 1996.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 328 van 30. 12. 1995, blz. 31.

    (2) Zie bladzijde 2 van dit Publikatieblad.

    (3) PB nr. L 21 van 26. 1. 1994, blz. 3.

    (4) PB nr. L 36 van 14. 2. 1996, blz. 6.

    (5) PB nr. L 168 van 2. 7. 1994, blz. 13.

    (6) PB nr. L 230 van 27. 9. 1995, blz. 12.

    (7) PB nr. L 43 van 16. 2. 1994, blz. 4.

    (8) PB nr. L 331 van 2. 12. 1988, blz. 1.

    (9) PB nr. L 214 van 8. 9. 1995, blz. 21.

    (10) PB nr. L 117 van 24. 5. 1995, blz. 2.

    (11) PB nr. L 137 van 8. 6. 1996, blz. 1.

    BIJLAGE

    I. Produkten van oorsprong uit de Republiek Hongarije

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    II. Produkten van oorsprong uit de Tsjechische Republiek

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    III. Produkten van oorsprong uit de Republiek Slowakije

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    IV. Produkten van oorsprong uit de Republiek Polen

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    V. Produkten van oorsprong uit de Republiek Bulgarije

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    VI. Produkten van oorsprong uit Roemenië

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Top