Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996D0185

    96/185/EG: Beschikking van de Commissie van 16 februari 1996 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van als huisdier gehouden runderen en varkens uit Slowakije (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 59 van 8.3.1996, p. 23–40 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 15/06/1998; opgeheven door 398D0372

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1996/185/oj

    31996D0185

    96/185/EG: Beschikking van de Commissie van 16 februari 1996 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van als huisdier gehouden runderen en varkens uit Slowakije (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 059 van 08/03/1996 blz. 0023 - 0040


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 16 februari 1996 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften en de voorschriften inzake veterinaire certificering voor de invoer van als huisdier gehouden runderen en varkens uit Slowakije (Voor de EER relevante tekst) (96/185/EG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 72/462/EEG van de Raad van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, en met name op de artikelen 8 en 11,

    Overwegende dat bij Beschikking 92/324/EEG van de Commissie (2) bepalingen zijn vastgesteld inzake gezondheidsvoorschriften en gezondheidscertificering voor de invoer van runderen en varkens (huisdieren) uit Tsjechoslowakije;

    Overwegende dat in verband met de opsplitsing van het land en de intrekking van bovengenoemde beschikking bij Beschikking 96/186/EG van de Commissie (3) veterinairrechtelijke voorschriften en voorschriften inzake veterinaire certificering moeten worden vastgesteld voor de invoer van als huisdier gehouden runderen en varkens uit Slowakije;

    Overwegende dat de Lid-Staten toestemming dienen te geven voor de invoer van als huisdier gehouden runderen en varkens overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 91/496/EEG van de Raad (4), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Oostenrijk, Finland en Zweden, waarbij de beginselen zijn vastgesteld voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die de Gemeenschap worden binnengebracht, en overeenkomstig het bepaalde in Beschikking 93/242/EEG van de Commissie (5), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 95/295/EG (6);

    Overwegende dat de geografische nabijheid van Slowakije ten opzichte van de Gemeenschap gevolgen heeft voor de handel in levende dieren;

    Overwegende dat bij bezoeken van de veterinaire diensten van de Gemeenschap is gebleken dat op de diergezondheidssituatie in Slowakije wordt toegezien door veterinaire diensten die, hoewel zij nu worden gereorganiseerd, voldoende waarborgen kunnen bieden ten aanzien van ziekten die bij invoer van als huisdier gehouden runderen en varkens kunnen worden overgedragen;

    Overwegende voorts dat de bevoegde veterinaire autoriteiten van Slowakije hebben bevestigd dat dit land sedert ten minste 24 maanden vrij is van mond- en klauwzeer en sedert ten minste twaalf maanden vrij van runderpest, besmettelijke boviene pleuropneumonie, vesiculaire stomatitis, blue tongue, Afrikaanse varkenspest, besmettelijke varkensverlamming (Teschener ziekte), vesiculaire varkensziekte en vesiculeus exantheem (exanthema coitale vesicularum) en dat in de voorbije twaalf maanden tegen geen van deze ziekten is ingeënt;

    Overwegende dat de bevoegde veterinaire autoriteiten van Slowakije zich ertoe hebben verbonden de Commissie en de Lid-Staten per telex- of per telefaxbericht binnen 24 uur in kennis te stellen van de bevestiging van de uitbraak van een van bovengenoemde ziekten of van klassieke varkenspest of van het besluit om tegen een van die ziekten in te enten en binnen een passende termijn mededeling te doen van eventueel voorgestelde wijzigingen in de Slowaakse voorschriften voor de invoer van runderen of varkens of van sperma of embryo's daarvan;

    Overwegende dat rundertuberculose en -brucellose in Slowakije zijn uitgeroeid; dat vaccinatie tegen runderbrucellose niet is toegestaan; dat de door de bevoegde autoriteiten van Slowakije genomen maatregelen om een heropflakkering van deze ziekten te voorkomen, toereikend zijn om de status van de Slowaakse beslagen, met uitzondering van die waarvoor officiële beperkende maatregelen gelden, te kunnen gelijkstellen met de status van de beslagen in de Europese Gemeenschap die als officieel tuberculosevrij of officieel brucellosevrij zijn erkend;

    Overwegende dat de bevoegde veterinaire autoriteiten van Slowakije zich ertoe hebben verbonden officieel toezicht te houden op het afgeven van certificaten op grond van deze beschikking en erop toe te zien dat alle desbetreffende certificaten, aangiften en verklaringen op grond waarvan uitvoercertificaten kunnen zijn afgegeven, in officiële bestanden worden bewaard gedurende ten minste twaalf maanden na de verzending van de betrokken dieren;

    Overwegende dat de bevoegde veterinaire autoriteiten van Slowakije zich ertoe hebben verbonden geen toestemming te geven om de in de bijlagen bij deze beschikking vastgestelde certificaten af te geven voor dieren die in Slowakije zijn ingevoerd, tenzij deze invoer heeft plaatsgevonden overeenkomstig veterinaire voorschriften die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen die zijn vastgesteld in Richtlijn 72/462/EEG en in de daaruit voortvloeiende beschikkingen;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    1. Onverminderd het bepaalde in Beschikking 93/242/EEG en in de leden 2 en 4 staan de Lid-Staten de invoer uit Slowakije toe van:

    a) als huisdier gehouden fok- of gebruiksrunderen die aan de in het gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage A vermelde voorwaarden voldoen en die van een dergelijk certificaat vergezeld gaan;

    b) als huisdier gehouden slachtrunderen die aan de in het gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage B bij deze beschikking vermelde voorwaarden voldoen en die van een dergelijk certificaat vergezeld gaan;

    en, vanaf een volgens de procedure van artikel 29 van Richtlijn 72/462/EEG vast te stellen datum die evenwel niet vroeger mag vallen dan twaalf maanden na de datum waarop vaccinatie tegen klassieke varkenspest in Slowakije officieel is verboden:

    c) als huisdier gehouden fok- of gebruiksvarkens die aan de in het gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage C vermelde voorwaarden voldoen en die van een dergelijk certificaat vergezeld gaan;

    d) als huisdier gehouden slachtvarkens die aan de in het gezondheidscertificaat volgens het model in bijlage D vermelde voorwaarden voldoen en die van een dergelijk certificaat vergezeld gaan.

    2. De Lid-Staten staan de invoer uit Slowakije van de in lid 1 bedoelde, als huisdier gehouden runderen en varkens die in Slowakije zijn ingevoerd, slechts toe wanneer die dieren zijn ingevoerd uit de Gemeenschap of uit een derde land dat in de lijst in de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad (7), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 95/322/EG van de Commissie (8), is opgenomen, voor zover die beschikking betrekking heeft op huisdieren van deze soorten, en uitsluitend wanneer de invoer heeft plaatsgevonden onder veterinaire voorwaarden die ten minste even stringent zijn als die welke zijn vastgesteld in hoofdstuk II van Richtlijn 72/462/EEG en in de daaruit voortvloeiende beschikkingen.

    3. De Lid-Staten eisen dat dieren die op grond van deze beschikking aan de hand van bepaalde tests worden onderzocht, onder door een officiële dierenarts van Slowakije goedgekeurde omstandigheden afgezonderd worden gehouden van alle evenhoevige dieren die niet voor uitvoer naar de Gemeenschap zijn bestemd of die geen gelijkwaardige gezondheidsstatus hebben, en wel vanaf het moment waarop de eerste test wordt verricht tot op het tijdstip van inlading.

    4. De Lid-Staten staan toe dat runderen uit Slowakije op hun grondgebied worden binnengebracht als die runderen:

    a) afkomstig zijn uit beslagen waarvan de veterinaire autoriteiten van Slowakije hebben verklaard dat zij vrij zijn van enzoötische boviene leukose zoals omschreven in bijlage E, en in de laatste 30 dagen vóór de uitvoer met negatief resultaat individueel op enzoötische boviene leukose zijn onderzocht overeenkomstig bijlage I bij Beschikking 91/189/EEG van de Commissie (9),

    of

    b) bestemd zijn voor de vleesproduktie, niet ouder zijn dan 30 maanden, afkomstig zijn uit beslagen waarvoor een nationaal programma voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose geldt en waarin sedert ten minste twee jaar geen enkele aanwijzing van die ziekte is gevonden, en op duurzame wijze zijn gemerkt overeenkomstig bijlage F,

    of

    c) afkomstig zijn uit beslagen waarvoor een nationaal programma voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose geldt, rechtstreeks naar een slachthuis worden verzonden en daar binnen vijf werkdagen na aankomst worden geslacht.

    Bij de onder b) en c) bedoelde dieren zien de Lid-Staten er door middel van controles op toe dat deze dieren duidelijk worden geïdentificeerd; zij houden deze dieren onder toezicht totdat zij worden geslacht en nemen de nodige maatregelen om besmetting van inheemse beslagen te voorkomen.

    5. De Lid-Staten stellen voor het binnenbrengen op hun grondgebied van runderen en varkens uit Slowakije de volgende voorwaarde: een garantie dat de in te voeren dieren niet tegen mond- en klauwzeer zijn ingeënt.

    6. De Lid-Staten eisen voor het binnenbrengen op hun grondgebied van varkens uit Slowakije een garantie dat de dieren niet tegen klassieke varkenspest zijn ingeënt en, wanneer het gaat om fok- of gebruiksvarkens, een garantie dat zij negatief hebben gereageerd bij een test op de aanwezigheid van antilichamen tegen het virus van klassieke varkenspest.

    Artikel 2

    In afwachting van de inwerkingtreding van door de Europese Gemeenschap vastgestelde maatregelen voor de uitroeiing, de preventie of de bestrijding van andere besmettelijke runder- en varkensziekten dan rabies, tuberculose, brucellose, mond- en klauwzeer, miltvuur, runderpest, besmettelijke boviene pleuropneumonie, enzoötische boviene leukose, besmettelijke varkensverlamming (Teschener ziekte), klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest of vesiculaire varkensziekte, mogen de Lid-Staten ten aanzien van uit Slowakije ingevoerde dieren dezelfde aanvullende gezondheidsvoorwaarden toepassen als zij toepassen voor andere dieren in het kader van een aan de Commissie voorgelegd en door haar goedgekeurd nationaal programma voor de uitroeiing, de preventie of de bestrijding van een dergelijke ziekte.

    Artikel 3

    Deze beschikking treedt in werking 30 dagen na kennisgeving ervan aan de Lid-Staten.

    Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 16 februari 1996.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.

    (2) PB nr. L 177 van 30. 6. 1992, blz. 35.

    (3) Zie bladzijde 41 van dit Publikatieblad.

    (4) PB nr. L 268 van 24. 9. 1991, blz. 56.

    (5) PB nr. L 110 van 4. 5. 1993, blz. 36.

    (6) PB nr. L 182 van 2. 8. 1995, blz. 30.

    (7) PB nr. L 146 van 14. 6. 1979, blz. 15.

    (8) PB nr. L 190 van 11. 8. 1995, blz. 9.

    (9) PB nr. L 96 van 17. 4. 1991, blz. 1.

    BIJLAGE A

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

    voor als huisdier gehouden fok- en gebruiksrunderen bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap

    (Dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot in de inspectiepost aan de grens. Het geldt alleen voor dieren van dezelfde categorie - fok- of gebruiksdieren - die in een zelfde spoorwagon, vrachtwagen, vliegtuig of schip worden vervoerd naar dezelfde bestemming. Het moet worden ingevuld op de datum van inlading en alle aangegeven termijnen lopen op die datum af.)

    Nr.

    Land van uitvoer: SLOWAKIJE

    Ministerie:

    Bevoegde autoriteit van afgifte:

    Land van bestemming:

    Referentie:

    (Facultatief)

    Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat:

    I. Aantal dieren

    (In letters)

    II. Identificatie van de dieren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    III. Herkomst van de dieren:

    Naam en adres van het bedrijf of de bedrijven van herkomst:

    IV. Bestemming van de dieren

    De dieren worden verzonden:

    uit

    (Plaats van inlading)

    naar

    (Land en plaats van bestemming)

    per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip:

    (Het transportmiddel vermelden samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, al naar gelang van het geval)

    Naam en adres van de afzender:

    Naam en adres van de geadresseerde:

    V. Gezondheidsverklaring

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:

    1. Slowakije is sedert 24 maanden vrij van mond- en klauwzeer, sedert twaalf maanden vrij van runderpest, besmettelijke boviene pleuropneumonie, vesiculaire stomatitis en blue tongue, in de voorbije twaalf maanden is tegen geen van deze ziekten ingeënt en de invoer van tegen mond- en klauwzeer ingeënte dieren is verboden;

    2. de in dit certificaat beschreven dieren voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a) zij zijn geboren op het grondgebied van Slowakije en hebben daar sinds hun geboorte verbleven,

    of

    zij zijn ten minste zes maanden geleden uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een derde land dat is opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, ingevoerd met inachtneming van veterinaire voorwaarden die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 72/462/EEG van de Raad en de daaruit voortvloeiende beschikkingen;

    (Doorhalen wat niet van toepassing is)

    b) zij zijn vandaag onderzocht en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen;

    c) zij zijn niet ingeënt tegen mond- en klauwzeer;

    d) zij komen uit beslagen ten aanzien waarvan geen beperkende maatregelen gelden in het kader van de Slowaakse wetgeving inzake de uitroeiing van tuberculose; zij hebben negatief gereageerd op een intradermale tuberculinatie die in de voorbije 30 dagen is verricht;

    (De vermelding betreffende de test doorhalen indien het certificaat betrekking heeft op dieren die jonger zijn dan zes weken)

    e) zij komen uit beslagen ten aanzien waarvan geen beperkende maatregelen gelden in het kader van de Slowaakse wetgeving inzake de uitroeiing van brucellose; bij de dieren is in de voorbije 30 dagen een serumagglutinatietest verricht die een titer van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per ml heeft aangetoond;

    zij zijn niet tegen brucellose ingeënt;

    (De vermelding betreffende de test doorhalen indien het certificaat betrekking heeft op dieren die jonger zijn dan twaalf maanden of op mannelijke gecastreerde dieren, ongeacht de leeftijd)

    f) zij komen uit beslagen waarvan de veterinaire autoriteiten van Slowakije hebben verklaard dat zij vrij zijn van enzoötische boviene leukose zoals omschreven in bijlage E bij Beschikking 96/185/EG van de Commissie, en zijn in de laatste 30 dagen met negatief resultaat individueel op enzoötische boviene leukose onderzocht,

    of

    zij zijn bestemd voor de vleesproduktie, zijn niet ouder dan 30 maanden, zijn afkomstig uit beslagen waarvoor een nationaal programma voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose geldt en waar in de laatste twee jaar geen enkele aanwijzing van enzoötische boviene leukose is gevonden, en zijn gemerkt overeenkomstig bijlage F bij Beschikking 96/185/EG;

    (Doorhalen naar gelang van de categorie dieren waarvoor dit certificaat geldt)

    g) zij vertonen geen enkel klinisch symptoom van mastitis en de melkanalyse (eventueel de tweede melkanalyse) die in de laatste 30 dagen overeenkomstig bijlage D bij Richtlijn 64/432/EEG van de Raad is verricht, heeft geen karakteristieke ontsteking, geen specifieke pathogene micro-organismen en, in het geval van een tweede analyse, geen aanwezigheid van antibiotica aan het licht gebracht;

    (Dit punt doorhalen, tenzij het certificaat betrekking heeft op melkkoeien)

    h) het gaat niet om dieren die in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke ziekte moeten worden opgeruimd;

    i) de dieren hebben de laatste 30 dagen of, indien zij minder dan 30 dagen oud zijn, sedert hun geboorte verbleven op een bedrijf of bedrijven waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

    j) zij komen van bedrijven waarvoor er geen bewijzen zijn dat er

    - in de laatste 30 dagen miltvuur,

    - in de laatste twaalf maanden brucellose,

    - in de laatste zes maanden tuberculose,

    - in de laatste zes maanden rabies,

    is voorgekomen;

    k) de volgende test(s) is (zijn) met negatief resultaat verricht en ten aanzien van deze dieren gelden de volgende garanties, zoals geëist door een Lid-Staat op grond van artikel 2 van Beschikking 96/185/EG: ;

    (Invullen of doorhalen al naar gelang van de eisen van de Lid-Staat van invoer)

    l) zij zijn sinds het tijdstip waarop de eerste van de in dit certificaat bedoelde tests is verricht, onder door een officiële dierenarts goedgekeurde omstandigheden afgezonderd gehouden van alle evenhoevige dieren die niet bestemd waren voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap of die geen gelijkwaardige gezondheidsstatus hadden;

    (Doorhalen indien niet van toepassing)

    m) aan de dieren zijn geen stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking voor mestdoeleinden toegediend;

    n) zij zijn rechtstreeks betrokken bij een of meer bedrijven zonder via een markt te zijn gepasseerd, zijn ingeladen in

    (Plaats van inlading. Doorhalen indien niet van toepassing)

    en zijn, totdat zij naar het grondgebied van de Europese Gemeenschap zijn verzonden, niet in contact geweest met andere evenhoevige dieren dan runderen of varkens die voldoen aan de eisen van Beschikking 96/185/EG en zijn op geen enkele andere plaats geweest dan een plaats waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

    o) de transportvoertuigen of de containers waarin zij zijn geladen, beantwoorden aan de internationale normen voor het vervoer van levende dieren, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en zijn zo gebouwd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen lopen of vallen.

    VI. Alle in dit certificaat bedoelde tests zijn, tenzij anders aangegeven, verricht overeenkomstig bijlage I bij Beschikking 91/189/EEG van de Commissie. Alle laadplaatsen waar de dieren zijn gepasseerd, beantwoorden aan de normen van bijlage II bij dezelfde beschikking.

    VII. Dit certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van inlading.

    Gedaan te, op

    (Handtekening van de officiële dierenarts) (1)

    Stempel (1)

    (Naam in hoofdletters, kwalificaties en functie)

    (1) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE B

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

    voor als huisdier gehouden slachtrunderen bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap

    (Dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en het origineel moet de zending vergezellen tot in de inspectiepost aan de grens. Het geldt alleen voor dieren die in een zelfde spoorwagon, vrachtwagen, vliegtuig of schip worden vervoerd naar dezelfde bestemming en die bestemd zijn om onmiddellijk na aankomst in de Lid-Staat van bestemming rechtstreeks naar een slachthuis te worden gebracht en binnen vijf werkdagen na hun binnenkomst aldaar te worden geslacht overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 72/462/EEG. Het moet worden ingevuld op de datum van inlading en alle aangegeven termijnen lopen op die datum af.)

    Nr.:

    Land van uitvoer: SLOWAKIJE

    Ministerie:

    Bevoegde autoriteit van afgifte:

    Land van bestemming:

    Referentie:

    (Facultatief)

    Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat:

    I. Aantal dieren:

    (In letters)

    II. Identificatie van de dieren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    III. Herkomst van de dieren:

    Naam en adres van het bedrijf of de bedrijven van herkomst:

    IV. Bestemming van de dieren:

    De dieren worden verzonden:

    uit

    (Plaats van inlading)

    naar

    (Land en plaats van bestemming)

    per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip:

    (Het transportmiddel vermelden samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, al naar gelang van het geval)

    Naam en adres van de afzender:

    Naam en adres van de geadresseerde:

    V. Gezondheidsverklaring

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:

    1. Slowakije is sedert 24 maanden vrij van mond- en klauwzeer, sedert twaalf maanden vrij van runderpest, besmettelijke boviene pleuropneumonie, vesiculaire stomatitis en blue tongue, in de voorbije twaalf maanden is tegen geen van deze ziekten ingeënt en de invoer van tegen mond- en klauwzeer ingeënte dieren is verboden;

    2. de in dit certificaat beschreven dieren voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a) zij zijn geboren op het grondgebied van Slowakije en hebben daar sinds hun geboorte verbleven,

    of

    zij zijn ten minste drie maanden geleden uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een derde land dat is opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, ingevoerd met inachtneming van veterinaire voorwaarden die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 72/462/EEG van de Raad en de daaruit voortvloeiende beschikkingen;

    (Doorhalen wat niet van toepassing is)

    b) zij zijn vandaag onderzocht en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen;

    c) zij zijn niet ingeënt tegen mond- en klauwzeer;

    d) zij komen uit beslagen ten aanzien waarvan geen beperkende maatregelen gelden in het kader van de Slowaakse wetgeving inzake de uitroeiing van tuberculose; zij hebben negatief gereageerd op een intradermale tuberculinatie die in de voorbije 30 dagen is verricht;

    (De vermelding betreffende de test doorhalen indien het certificaat betrekking heeft op dieren die jonger zijn dan zes weken)

    e) zij komen uit beslagen ten aanzien waarvan geen beperkende maatregelen gelden in het kader van de Slowaakse wetgeving inzake de uitroeiing van brucellose; zij zijn niet tegen brucellose ingeënt;

    f) zij komen uit beslagen waarvoor een nationaal programma voor de uitroeiing van enzoötische boviene leukose geldt;

    g) het gaat niet om dieren die in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke ziekte moeten worden opgeruimd;

    h) de dieren hebben de laatste 30 dagen of, indien zij minder dan 30 dagen oud zijn, sedert hun geboorte verbleven op een bedrijf of bedrijven waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

    i) zij komen van bedrijven waarvoor er geen bewijzen zijn dat er in de laatste 30 dagen miltvuur is voorgekomen;

    j) de volgende test(s) is (zijn) met negatief resultaat verricht en ten aanzien van deze dieren gelden de volgende garanties, zoals geëist door een Lid-Staat op grond van artikel 2 van Beschikking 96/185/EG van de Commissie:

    (Invullen of doorhalen al naar gelang van de eisen van de Lid-Staat van invoer)

    k) zij zijn sinds het tijdstip waarop de eerste van de in dit certificaat bedoelde tests is verricht, onder door een officiële dierenarts goedgekeurde omstandigheden afgezonderd gehouden van alle evenhoevige dieren die niet bestemd waren voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap of die geen gelijkwaardige gezondheidsstatus hadden;

    (Doorhalen indien niet van toepassing)

    l) aan de dieren zijn geen stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking voor mestdoeleinden toegediend;

    m) zij zijn rechtstreeks betrokken bij een of meer bedrijven zonder via een markt te zijn gepasseerd, zijn ingeladen in

    (Plaats van inlading. Doorhalen indien niet van toepassing)

    en zijn, totdat zij naar het grondgebied van de Europese Gemeenschap zijn verzonden, niet in contact geweest met andere evenhoevige dieren dan runderen of varkens die voldoen aan de eisen van Beschikking 96/185/EG, en zijn op geen enkele andere plaats geweest dan een plaats waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer heeft voorgedaan;

    n) de transportvoertuigen of de containers waarin zij zijn geladen, beantwoorden aan de internationale normen voor het vervoer van levende dieren, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en zijn zo gebouwd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen lopen of vallen.

    VI. Alle in dit certificaat bedoelde tests zijn, tenzij anders aangegeven, verricht overeenkomstig bijlage I bij Beschikking 91/189/EEG van de Commissie. Alle laadplaatsen waar de dieren zijn gepasseerd, beantwoorden aan de normen van bijlage II bij dezelfde beschikking.

    VII. Dit certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van inlading.

    Gedaan te, op

    (Handtekening van de officiële dierenarts) (1)

    Stempel (1)

    (Naam in hoofdletters, kwalificaties en functie)

    (1) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE C

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

    voor als huisdier gehouden fok- en gebruiksvarkens bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap

    (Dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot in de inspectiepost aan de grens. Het geldt alleen voor dieren van dezelfde categorie - fok- of gebruiksdieren - die in een zelfde spoorwagon, vrachtwagen, vliegtuig of schip worden vervoerd naar dezelfde bestemming. Het moet worden ingevuld op de datum van inlading en alle aangegeven termijnen lopen op die datum af.)

    Nr.:

    Land van uitvoer: SLOWAKIJE

    Ministerie:

    Bevoegde autoriteit van afgifte:

    Land van bestemming:

    Referentie:

    (Facultatief)

    Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat:

    I. Aantal dieren: (In letters)

    II. Identificatie van de dieren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    III. Herkomst van de dieren:

    Naam en adres van het bedrijf of de bedrijven van herkomst:

    IV. Bestemming van de dieren:

    De dieren worden verzonden:

    uit

    (Plaats van inlading)

    naar

    (Land en plaats van bestemming)

    per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip:

    (Het transportmiddel vermelden samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, al naar gelang van het geval)

    Naam en adres van de afzender:

    Naam en adres van de geadresseerde:

    V. Gezondheidsverklaring

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:

    1. Slowakije is sedert 24 maanden vrij van mond- en klauwzeer, sedert twaalf maanden vrij van vesiculaire stomatitis, klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest, besmettelijke varkensverlamming (Teschener ziekte), vesiculaire varkensziekte en vesiculeus exantheem (exanthema coïtale vesicularum), in de voorbije twaalf maanden is tegen geen van deze ziekten ingeënt en de invoer van tegen mond- en klauwzeer of tegen klassieke varkenspest ingeënte dieren is verboden;

    2. de in dit certificaat beschreven dieren voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a) zij zijn geboren op het grondgebied van Slowakije en hebben daar sinds hun geboorte verbleven,

    of

    zij zijn ten minste zes maanden geleden uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een derde land dat is opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, ingevoerd met inachtneming van veterinaire voorwaarden die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 72/462/EEG van de Raad en de daaruit voortvloeiende beschikkingen;

    (Doorhalen wat niet van toepassing is)

    b) zij zijn vandaag onderzocht en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen;

    c) zij zijn niet ingeënt tegen mond- en klauwzeer of klassieke varkenspest; de voorbije 30 dagen zijn de dieren met negatief resultaat onderzocht op de aanwezigheid van antilichamen tegen klassieke varkenspest en van antilichamen tegen vesiculaire varkensziekte;

    d) zij komen uit varkensbeslagen ten aanzien waarvan geen beperkende maatregelen gelden in het kader van de Slowaakse wetgeving inzake de uitroeiing van brucellose;

    in de voorbije 30 dagen is bij de dieren een serumagglutinatietest verricht die een titer van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden heeft aangetoond en hebben de dieren met negatief resultaat een complementbindingsreactie op brucellose ondergaan;

    (De vermelding betreffende de tests doorhalen indien het certificaat betrekking heeft op dieren die jonger zijn dan vier maanden)

    e) het gaat niet om dieren die in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke ziekte moeten worden opgeruimd;

    f) de dieren hebben de laatste 30 dagen of, indien zij minder dan 30 dagen oud zijn, sedert hun geboorte verbleven op een bedrijf of bedrijven waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest of vesiculaire varkensziekte heeft voorgedaan;

    g) zij komen van bedrijven waarvoor er geen bewijzen zijn dat er

    - in de laatste 30 dagen miltvuur,

    - in de laatste zes maanden rabies,

    is voorgekomen;

    h) de volgende test(s) is (zijn) met negatief resultaat verricht en ten aanzien van deze dieren gelden de volgende garanties, zoals geëist door een Lid-Staat op grond van artikel 2 van Beschikking 96/185/EG van de Commissie:

    (Invullen of doorhalen al naar gelang van de eisen van de Lid-Staat van invoer)

    i) zij zijn sinds het tijdstip waarop de eerste van de in dit certificaat bedoelde tests is verricht, onder door een officiële dierenarts goedgekeurde omstandigheden afgezonderd gehouden van alle evenhoevige dieren die niet bestemd waren voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap of die geen gelijkwaardige gezondheidsstatus hadden;

    (Doorhalen indien niet van toepassing)

    j) aan de dieren zijn geen stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking voor mestdoeleinden toegediend;

    k) zij zijn rechtstreeks betrokken bij een of meer bedrijven zonder via een markt te zijn gepasseerd, zijn ingeladen in

    (Plaats van inlading. Doorhalen indien niet van toepassing)

    en zijn, totdat zij naar het grondgebied van de Europese Gemeenschap zijn verzonden, niet in contact geweest met andere evenhoevige dieren dan runderen of varkens die voldoen aan de eisen van Beschikking 96/185/EG, en zijn op geen enkele andere plaats geweest dan een plaats waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest of vesiculaire varkensziekte heeft voorgedaan;

    l) de transportvoertuigen of de containers waarin zij zijn geladen, beantwoorden aan de internationale normen voor het vervoer van levende dieren, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en zijn zo gebouwd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen lopen of vallen.

    VI. Alle in dit certificaat bedoelde tests zijn verricht overeenkomstig bijlage I bij Beschikking 91/189/EEG van de Commissie. Alle laadplaatsen waar de dieren zijn gepasseerd, beantwoorden aan de in bijlage II bij dezelfde beschikking vastgestelde normen.

    VII. Dit certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van inlading.

    Gedaan te, op

    (Handtekening van de officiële dierenarts) (1)

    Stempel (1)

    (Naam in hoofdletters, kwalificaties en functie)

    (1) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE D

    >BEGIN VAN DE GRAFIEK>

    DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT

    voor als huisdier gehouden slachtvarkens bestemd voor verzending naar de Europese Gemeenschap

    (Dit certificaat is uitsluitend bestemd voor veterinaire doeleinden en moet de zending vergezellen tot in de inspectiepost aan de grens. Het geldt alleen voor dieren die in een zelfde spoorwagon, vrachtwagen, vliegtuig of schip worden vervoerd naar dezelfde bestemming en die bestemd zijn om onmiddellijk na aankomst in de Lid-Staat van bestemming rechtstreeks naar een slachthuis te worden gebracht en binnen vijf werkdagen na hun binnenkomst aldaar te worden geslacht overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 72/462/EEG. Het moet worden ingevuld op de datum van inlading en alle aangegeven termijnen lopen op die datum af.)

    Nr.:

    Land van uitvoer: SLOWAKIJE

    Ministerie:

    Bevoegde autoriteit van afgifte:

    Land van bestemming:

    Referentie:

    (Facultatief)

    Verwijzing naar het begeleidende welzijnscertificaat:

    I. Aantal dieren:

    (In letters)

    II. Identificatie van de dieren

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    III. Herkomst van de dieren:

    Naam en adres van het bedrijf of de bedrijven van herkomst:

    IV. Bestemming van de dieren:

    De dieren worden verzonden:

    uit

    (Plaats van inlading)

    naar

    (Land en plaats van bestemming)

    per spoorwagon/vrachtwagen/vliegtuig/schip:

    (Het transportmiddel vermelden samen met het kenteken, het vluchtnummer of de geregistreerde naam, al naar gelang van het geval)

    Naam en adres van de afzender:

    Naam en adres van de geadresseerde:

    V. Gezondheidsverklaring

    Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart hetgeen volgt:

    1. Slowakije is sedert 24 maanden vrij van mond- en klauwzeer, sedert twaalf maanden vrij van vesiculaire stomatitis, klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest, besmettelijke varkensverlamming (Teschener ziekte), vesiculaire varkensziekte en vesiculeus exantheem (exanthema coitale vesicularum), in de voorbije twaalf maanden is tegen geen van deze ziekten ingeënt en de invoer van tegen mond- en klauwzeer of tegen klassieke varkenspest ingeënte dieren is verboden;

    2. de in dit certificaat beschreven dieren voldoen aan de volgende voorwaarden:

    a) zij zijn geboren op het grondgebied van Slowakije en hebben daar sinds hun geboorte verbleven,

    of

    zij zijn ten minste drie maanden geleden uit een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een derde land dat is opgenomen in de lijst in de bijlage bij Beschikking 79/542/EEG van de Raad, ingevoerd met inachtneming van veterinaire voorwaarden die ten minste even stringent zijn als de desbetreffende eisen die zijn vastgesteld bij Richtlijn 72/462/EEG van de Raad en de daaruit voortvloeiende beschikkingen;

    (Doorhalen wat niet van toepassing is)

    b) zij zijn vandaag onderzocht en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen;

    c) zij zijn niet ingeënt tegen mond- en klauwzeer of tegen klassieke varkenspest;

    d) het gaat niet om dieren die in het kader van een nationaal programma voor de uitroeiing van een besmettelijke ziekte moeten worden opgeruimd;

    e) de dieren hebben de laatste 30 dagen of, indien zij minder dan 30 dagen oud zijn, sedert hun geboorte verbleven op een bedrijf of bedrijven waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest of vesiculaire varkensziekte heeft voorgedaan;

    f) zij komen van bedrijven waarvoor er geen bewijzen zijn dat er in de laatste 30 dagen miltvuur is voorgekomen;

    g) de volgende test(s) is (zijn) met negatief resultaat verricht en ten aanzien van deze dieren gelden de volgende garanties, zoals geëist door een Lid-Staat op grond van artikel 2 van Beschikking 96/185/EG van de Commissie:

    (Invullen of doorhalen al naar gelang van de eisen van de Lid-Staat van invoer)

    h) zij zijn sinds het tijdstip waarop de eerste van de in dit certificaat bedoelde tests is verricht, onder door een officiële dierenarts goedgekeurde omstandigheden afgezonderd gehouden van alle evenhoevige dieren die niet bestemd waren voor uitvoer naar de Europese Gemeenschap of die geen gelijkwaardige gezondheidsstatus hadden;

    (Doorhalen indien niet van toepassing)

    i) aan de dieren zijn geen stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking voor mestdoeleinden toegediend;

    j) zij zijn rechtstreeks betrokken bij een of meer bedrijven zonder via een markt te zijn gepasseerd, zijn ingeladen in

    (Plaats van inlading. Doorhalen indien niet van toepassing)

    en zijn, totdat zij naar het grondgebied van de Europese Gemeenschap zijn verzonden, niet in contact geweest met andere evenhoevige dieren dan runderen of varkens die voldoen aan de eisen van Beschikking 96/185/EG en zijn op geen enkele andere plaats geweest dan een plaats waaromheen zich in een gebied met een diameter van 20 km volgens de officiële bevindingen van de Slowaakse veterinaire autoriteiten in de laatste 30 dagen geen enkel geval van mond- en klauwzeer, klassieke varkenspest, Afrikaanse varkenspest of vesiculaire varkensziekte heeft voorgedaan;

    k) de transportvoertuigen of de containers waarin zij zijn geladen, beantwoorden aan de internationale normen voor het vervoer van levende dieren, zijn vooraf gereinigd en ontsmet met een officieel goedgekeurd ontsmettingsmiddel en zijn zo gebouwd dat uitwerpselen, urine, strooisel of voeder tijdens het vervoer niet uit het voertuig kunnen lopen of vallen.

    VI. Alle in dit certificaat bedoelde tests zijn verricht overeenkomstig bijlage I bij Beschikking 91/189/EEG van de Commissie. Alle laadplaatsen waar de dieren zijn gepasseerd, beantwoorden aan de in bijlage II bij dezelfde beschikking vastgestelde normen.

    VII. Dit certificaat is tien dagen geldig vanaf de datum van inlading.

    Gedaan te, op

    (Handtekening van de officiële dierenarts) (1)

    Stempel (1)

    (Naam in hoofdletters, kwalificaties en functie)

    (1) De kleur van het stempel en van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst.

    >EIND VAN DE GRAFIEK>

    BIJLAGE E

    BESLAGEN EN GEBIEDEN DIE VRIJ ZIJN VAN ENZOÖTISCHE BOVIENE LEUKOSE

    1. Een beslag wordt erkend als vrij van enzoötische boviene leukose als:

    a) i) er geen enkele aanwijzing is dat zich de laatste twee jaar een geval van enzoötische boviene leukose in het beslag heeft voorgedaan, en

    ii) het met een tussentijd van ten minste vier en ten hoogste twaalf maanden met negatief resultaat twee keer collectief is onderzocht op enzoötische boviene leukose door middel van in bijlage I bij Beschikking 91/189/EEG van de Commissie beschreven serologische tests, toegepast op alle runderen van het beslag die op de datum van de test ouder waren dan 24 maanden, of

    b) het gebied waarin het beslag zich bevindt, als vrij van enzoötische boviene leukose is erkend en de status van het beslag op dat moment niet op grond van punt 5 is geschorst.

    2. Een gebied wordt erkend als vrij van enzoötische boviene leukose als:

    a) ten minste 99,8 % van de runderbeslagen als vrij van enzoötische boviene leukose is erkend, of

    b) i) er geen enkele aanwijzing is dat zich in het gebied de laatste drie jaar een geval van enzoötische boviene leukose heeft voorgedaan, en

    ii) bij alle runderbeslagen in het gebied ten minste één collectieve test zoals beschreven in punt 1 is verricht, en

    iii) bij een aselecte steekproef van ten minste 10 % van de in het gebied aanwezige runderbeslagen met negatief resultaat ten minste twee collectieve test zoals beschreven in punt 1 zijn verricht.

    3. Een beslag blijft erkend als vrij van enzoötische boviene leukose zolang:

    a) er geen enkele aanwijzing is dat zich in het beslag een geval van enzoötische boviene leukose heeft voorgedaan, en

    b) alle runderen van het beslag daar zijn geboren of afkomstig zijn van als vrij van enzoötische boviene leukose erkende beslagen, en

    c) binnen drie jaar nadat het beslag als vrij van enzoötische boviene leukose is erkend en nadien met tussentijden van ten hoogste drie jaar met negatief resultaat een collectieve test zoals beschreven in punt 1 wordt verricht.

    4. Een gebied blijft erkend als vrij van enzoötische boviene leukose zolang:

    a) elk jaar een collectieve test zoals beschreven in punt 1 wordt verricht bij een aselecte steekproef van de in het gebied aanwezige beslagen die voldoende groot is om met een betrouwbaarheid van 99 % aan te tonen dat niet meer dan 0,2 % van de beslagen met enzoötische boviene leukose is besmet, of

    b) elk jaar met negatief resultaat een collectieve test zoals beschreven in punt 1 wordt verricht bij een steekproef van de in het gebied aanwezige beslagen die groot genoeg is om ten minste 20 % te omvatten van de runderen in het gebied die ouder zijn dan 24 maanden.

    5. De erkenning "vrij van enzoötische boviene leukose" van een beslag wordt geschorst als:

    a) niet meer aan de voorwaarden van punt 3 wordt voldaan, of

    b) een of meer dieren een positief resultaat geven bij een van de serologische tests die zijn beschreven in bijlage I bij Beschikking 91/189/EEG.

    6. De erkenning "vrij van enzoötische boviene leukose" van een gebied wordt geschorst als:

    a) niet meer aan de voorwaarden van punt 4 wordt voldaan, of

    b) enzoötische boviene leukose is ontdekt en bevestigd bij meer dan 0,2 % van de runderbeslagen in het gebied.

    7. Een beslag wordt opnieuw als vrij van enzoötische boviene leukose erkend als:

    a) het positief bevonden dier en, als dit een koe is, haar kalveren in het beslag, onder toezicht van de veterinaire autoriteiten zijn verwijderd om te worden geslacht, met dien verstande dat de bevoegde autoriteit kan toestaan dat van deze eis wordt afgeweken omdat het dier of de dieren onmiddellijk na de geboorte van het moederdier waren gescheiden, en

    b) i) de status was geschorst wegens een positieve test bij één enkel dier, en het beslag ten minste drie maanden na de onder a) bedoelde verwijdering collectief is onderzocht zoals beschreven in punt 1, met negatief resultaat, of

    ii) de status was geschorst wegens een positieve test bij meer dan één dier en het beslag tweemaal collectief is onderzocht zoals beschreven in punt 1, waarbij de eerste test ten minste drie maanden na de onder a) bedoelde verwijdering en de tweede test ten minste vier en ten hoogste twaalf maanden later is uitgevoerd, op voorwaarde dat de tests zijn verricht bij alle kalveren van de positief bevonden koe die in het beslag zijn gebleven op grond van de onder a) vastgestelde afwijking, ongeacht hun leeftijd op het tijdstip van de test, en

    c) een epizoötiologisch onderzoek is uitgevoerd bij alle beslagen die epizoötiologisch met het besmette beslag in verband kunnen worden gebracht.

    8. Een gebied wordt opnieuw als vrij van enzoötische boviene leukose erkend als:

    a) ten minste 99,8 % van de runderbeslagen in het gebied als vrij van enzoötische boviene leukose is erkend, en

    b) bij ten minste 20 % van de runderbeslagen in het gebied met negatief resultaat twee collectieve tests zoals beschreven in punt 1 zijn verricht met een tussentijd van ten minste vier en ten hoogste twaalf maanden.

    BIJLAGE F

    MERK DAT BIJ RUNDEREN MOET WORDEN AANGEBRACHT OP GROND VAN ARTIKEL 1, LID 4, ONDER B), VAN BESCHIKKING 96/185/EG VAN DE COMMISSIE

    Dit blijvend merk moet de hieronder aangegeven afmetingen hebben, wordt met de techniek die bekend staat als "vriesmerken" aangebracht en moet duidelijk zichtbaar zijn op ten minste twee plaatsen op de achtervoeten van elk dier.

    >REFERENTIE NAAR EEN FILM>

    Top