This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31995R2027
Council Regulation (EC) No 2027/95 of 15 June 1995 establishing a system for the management of fishing effort relating to certain Community fishing areas and resources
Verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap
Verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap
PB L 199 van 24.8.1995, p. 1–8
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 31/07/2004; opgeheven door 32003R1954
Verordening (EG) nr. 2027/95 van de Raad van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap
Publicatieblad Nr. L 199 van 24/08/1995 blz. 0001 - 0008
VERORDENING (EG) Nr. 2027/95 VAN DE RAAD van 15 juni 1995 tot invoering van een regeling voor het beheer van de visserij-inspanning voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 3760/92 van de Raad van 20 december 1992 tot invoering van een communautaire regeling voor de visserij en de aquacultuur (1), inzonderheid op artikel 8, lid 4, Gezien het voorstel van de Commissie, Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 685/95 van de Raad van 27 maart 1995 betreffende het beheer van de visserij-inspanningen voor bepaalde vangstgebieden en visbestanden van de Gemeenschap (2) criteria en procedures zijn vastgesteld voor de invoering van een beheersregeling voor de visserij-inspanning in de gebieden ICES V b, VI, VII, VIII, IX en X, en CECAF 34.1.1, 34.1.2 en 34.2.0; Overwegende dat de Lid-Staten de Commissie de bij artikel 5 van genoemde verordening gevraagde informatie hebben doen toekomen, namelijk de naamlijsten van vaartuigen per visserijtak, de raming van de noodzakelijke visserij-inspanning per visserijtak en, in voorkomend geval, de beoogde maatregelen voor het beheer van de visserij-inspanning; Overwegende dat, op basis van de door de Lid-Staten verstrekte informatie en met inachtneming van de bij genoemde verordening vastgestelde criteria, voor elke Lid-Staat het maximaal toegestane visserij-inspanningsniveau per visserijtak, zoals omschreven in artikel 3, lid 1, van genoemde verordening, moet worden vastgesteld, teneinde te waarborgen dat de huidige totale visserij-inspanning in de voornoemde gebieden niet wordt verhoogd; Overwegende dat het beheren van de visserij-inspanningen een taak is van de Lid-Staten die vlaggestaat zijn en dat de Lid-Staten, in het kader van het toezicht op de visserij-inspanningsniveaus, wanneer zij met andere Lid-Staten quota ruilen, rekening dienen te houden met de met deze quota samenhangende visserij-inspanningen; Overwegende dat moet worden bepaald dat de Commissie, op verzoek van een Lid-Staat, de in artikel 6, lid 2, tweede alinea van Verordening (EG) nr. 685/95 bedoelde wijze van toepassing kan vaststellen; Overwegende dat het dienstig is te bepalen dat de Commissie het maximaal toegestane visserij-inspanningsniveau op verzoek van de betrokken Lid-Staat bijstelt met inachtneming van de bij Verordening (EG) nr. 685/95 vastgestelde voorwaarden; Overwegende dat de doeltreffendheid van de maatregelen voor het beheer van de visserij-inspanningen per visserijtak mede wordt bepaald door de toezicht- en controlemaatregelen die zijn vastgesteld overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en met name die van Verordening (EEG) nr. 2847/93 van de Raad van 12 oktober 1993 tot invoering van een controleregeling voor het gemeenschappelijk visserijbeleid (3), HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Hierbij wordt een beheersregeling ingevoerd voor de visserij-inspanning in de gebieden ICES V b, VI, VII, VIII, IX en X, en CECAF 34.1.1, 34.1.2 en 34.2.0. Artikel 2 De maximaal toegestane jaarlijkse visserij-inspanning per jaar en per visserijtak wordt voor elke Lid-Staat vastgesteld op het in de bijlage vermelde niveau. Artikel 3 1. De vaststelling van de in artikel 2 bedoelde maximaal toegestane visserij-inspanningsniveaus doet geen afbreuk aan het recht om, overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3760/92, quota te ruilen en op grond van artikel 21, lid 4, artikel 23, lid 1, en artikel 32, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 nieuwe toewijzingen te verrichten en/of kortingen toe te passen. 2. Wanneer de Lid-Staten besluiten alle of een gedeelte van de toegewezen quota te ruilen, stellen zij de Commissie hiervan in kennis, onder opgave van de visserij-inspanningen die met de geruilde quota samenhangen. In geval van nieuwe toewijzingen en/of kortingen van quota, stellen de Lid-Staten de Commissie in kennis van de visserij-inspanning die met deze nieuwe toewijzingen en/of kortingen samenhangen. 3. De betrokken Lid-Staten passen hun maximaal toegestane visserij-inspanningsniveaus aan om rekening te houden met de corresponderende visserij-inspanning van: a) ruil van quota, en b) nieuwe toewijzingen en/of kortingen. Artikel 4 Op verzoek van een Lid-Staat en overeenkomstig de procedure van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 3760/92, - kan de Commissie de in artikel 6, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 685/95 bedoelde toepassingsbepalingen vaststellen, - neemt de Commissie de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die Lid-Staat zijn quota kan exploiteren overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, lid 2, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 685/95. Artikel 5 Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1996. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Luxemburg, 15 juni 1995. Voor de Raad De Voorzitter Ph. VASSEUR (1) PB nr. L 389 van 31. 12. 1992, blz. 1. (2) PB nr. L 71 van 31. 3. 1995, blz. 5. (3) PB nr. L 261 van 20. 10. 1993, blz. 1. BIJLAGE >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL> >RUIMTE VOOR DE TABEL>