EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31995L0060

Richtlijn 95/60/EG van de Raad van 27 november 1995 betreffende het merken van gasolie en kerosine voor fiscale doeleinden

PB L 291 van 6.12.1995, p. 46–47 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1995/60/oj

31995L0060

Richtlijn 95/60/EG van de Raad van 27 november 1995 betreffende het merken van gasolie en kerosine voor fiscale doeleinden

Publicatieblad Nr. L 291 van 06/12/1995 blz. 0046 - 0047


RICHTLIJN 95/60/EG VAN DE RAAD van 27 november 1995 betreffende het merken van gasolie en kerosine voor fiscale doeleinden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 99,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3),

Overwegende dat de in deze richtlijn voorgenomen communautaire maatregelen niet alleen nodig maar onontbeerlijk zijn om de doelstellingen van de interne markt te verwezenlijken; dat deze doelstellingen niet door de Lid-Staten afzonderlijk kunnen worden verwezenlijkt; dat de verwezenlijking ervan op communautair niveau reeds is voorgeschreven bij Richtlijn 92/81/EEG (4), inzonderheid artikel 9 en dat deze richtlijn in overeenstemming is met het subsidiariteitsbeginsel;

Overwegende dat in Richtlijn 92/82/EEG (5) bepalingen zijn vastgesteld ten aanzien van de minimumaccijnstarieven voor bepaalde minerale oliën, met name de verschillende categorieën gasolie en kerosine;

Overwegende dat het thans voor de juiste werking van de interne markt nodig is gemeenschappelijke regels op te stellen voor het merken voor fiscale doeleinden van gasolie en kerosine die niet vallen onder het normale tarief voor minerale oliën die als motorbrandstof worden gebruikt;

Overwegende dat bepaalde Lid-Staten toestemming moeten krijgen om vanwege bijzondere nationale omstandigheden af te wijken van de bepalingen in deze richtlijn;

Overwegende dat in Richtlijn 92/12/EEG (6) bepalingen zijn vastgesteld inzake de algemene regeling voor accijnsprodukten; dat bij artikel 24 van die richtlijn een Accijnscomité is ingesteld dat de kwesties bestudeert die betrekking hebben op de toepassing van de communautaire bepalingen inzake accijnzen;

Overwegende dat het dienstig is bepaalde technische aspecten van de kenmerken van de produkten die moeten worden gebruikt bij het merken van gasolie en kerosine voor fiscale doeleinden overeenkomstig bovengenoemd artikel te behandelen,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Onverminderd de nationale bepalingen inzake het merken voor fiscale doeleinden passen de Lid-Staten overeenkomstig deze richtlijn een systeem voor het merken voor fiscale doeleinden toe op:

- alle soorten gasolie van GN-code 2710 00 69 die in de zin van artikel 6 van Richtlijn 92/12/EEG tot verbruik zijn uitgeslagen en waarvoor een vrijstelling of een ander accijnstarief geldt dan het tarief van artikel 5, lid 1, van Richtlijn 92/82/EEG;

- kerosine (lamppetroleum) van GN-code 2710 00 55 die in de zin van artikel 6 van Richtlijn 92/12/EEG tot verbruik is uitgeslagen en waarvoor een vrijstelling of een ander accijnstarief geldt dan het tarief van artikel 8, lid 1, van Richtlijn 92/82/EEG.

2. De Lid-Staten mogen om redenen van volksgezondheid of veiligheid of om andere technische redenen uitzonderingen toestaan op het gebruik van de merkstof in het kader van het in lid 1 bedoelde systeem voor het merken voor fiscale doeleinden, mits zij passende fiscale controlemaatregelen nemen.

Voorts mag Ierland overeenkomstig artikel 21, lid 4, van Richtlijn 92/12/EEG besluiten de merkstof niet te gebruiken of het gebruik ervan niet toe te staan. In dat geval stelt Ierland de Commissie daarvan in kennis, die op haar beurt de overige Lid-Staten op de hoogte brengt.

Artikel 2

1. De merkstof bestaat uit een welbepaalde combinatie van chemische additieven die uiterlijk vóór de uitslag tot verbruik van de betrokken minerale oliën onder toezicht van de belastingautoriteiten worden toegevoegd.

Daarbij gelden de volgende bepalingen:

- de Lid-Staten kunnen bij rechtstreekse levering met schorsing van belasting buiten een belastingentrepot, vanuit een andere Lid-Staat, eisen dat de merkstof wordt toegevoegd voordat het produkt het belastingentrepot van verzending verlaat;

- de Lid-Staten die deze maatregel voor 1 januari 1996 nemen mogen in bepaalde uitzonderlijke gevallen of situaties toestaan dat de merkstof na de uitslag tot verbruik van de desbetreffende minerale oliën onder toezicht van de belastingautoriteiten wordt toegevoegd. Iedere Lid-Staat die deze maatregel toepast, stelt de Commissie daarvan in kennis. De Commissie brengt de andere Lid-Staten op de hoogte van deze maatregel. In dat geval kunnen de Lid-Staten overgaan tot teruggave van de accijns die bij de uitslag tot verbruik was betaald;

- Denemarken mag de toevoeging van de merkstof uiterlijk tot het moment van verkoop op het laagste detailhandelsniveau uitstellen, mits de goederen aan fiscale controle onderworpen blijven.

2. De te gebruiken merkstof wordt ontwikkeld overeenkomstig de procedure van artikel 24 van Richtlijn 92/12/EEG.

Artikel 3

De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om onrechtmatig gebruik van de gemerkte produkten te voorkomen, en met name om te voorkomen dat de betrokken minerale oliën worden gebruikt als brandstof in de motor van een wegvoertuig of in de tank daarvan worden opgeslagen, tenzij zulks in specifieke door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten bepaalde gevallen is toegestaan.

De Lid-Staten bepalen dat het gebruik van de betrokken minerale oliën in de in de eerste alinea genoemde gevallen wordt beschouwd als een overtreding in de zin van de nationale wetgeving van de Lid-Staat in kwestie. Elke Lid-Staat treft passende maatregelen om de volledige toepassing van alle bepalingen van deze richtlijn te garanderen en stelt met name de sancties vast die bij inbreuk op de genoemde maatregelen moeten worden toegepast; deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn.

Artikel 4

Naast de markstof als bedoeld in artikel 1, lid 1, mogen de Lid-Staten een nationale merk- of kleurstof toevoegen.

Niemand mag aan de betrokken minerale oliën andere merk- of kleurstoffen toevoegen dan die welke zijn voorgeschreven in het Gemeenschapsrecht of in het nationale recht van de betrokken Lid-Staat.

Artikel 5

1. De Lid-Staten doen de nodige bepalingen in werking treden om aan deze richtlijn te voldoen op het tijdstip van de inwerkingtreding van de bepalingen die zijn vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 2. Zij stellen de Commisise daarvan onverwijld in kennis.

Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten.

2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 6

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Brussel, 27 november 1995.

Voor de Raad De Voorzitter P. SOLBES MIRA

Top