Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994Y0216(01)

    Resolutie van de Raad van 7 februari 1994 over beginselen voor de universele dienstverlening in de telecommunicatiesector

    PB C 48 van 16.2.1994, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document In force

    31994Y0216(01)

    Resolutie van de Raad van 7 februari 1994 over beginselen voor de universele dienstverlening in de telecommunicatiesector

    Publicatieblad Nr. C 048 van 16/02/1994 blz. 0001 - 0002


    RESOLUTIE VAN DE RAAD van 7 februari 1994 over beginselen voor de universele dienstverlening in de telecommunicatiesector (94/C 48/01)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat de resolutie van de Raad van 22 juli 1993 inzake het overzicht van de situatie in de telecommunicatiesector en de noodzaak voor verdere ontwikkeling op die markt (1) de liberalisatie van alle openbare spraaktelefoondiensten met behoud van de universele dienstverlening als een hoofddoelstelling voor het telecommunicatiebeleid van de Gemeenschap heeft vastgesteld;

    Overwegende dat het belang van de universele dienstverlening is erkend in de resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie van 21 oktober 1992 getiteld "Rapport over de situatie in de sector telecommunicatiediensten (1992)" en de resolutie van het Europees Parlement over de mededeling van de Commissie getiteld "Naar kostenoriëntering en aanpassing van de tariefstructuren - een evaluatie van de telecommunicatietarieven in de Gemeenschap" en in het advies van het Economisch en Sociaal Comité over het rapport van 1992 over telecommunicatiediensten;

    Overwegende dat de onderhavige resolutie bijdraagt tot het bereiken van deze doelstelling van universele dienstverlening in een door concurrentie gekenmerkte omgeving, en aan het geleidelijk herstructureren van de tarieven, door de belangrijkste elementen aan te wijzen waaruit de universele dienstverlening op Gemeenschapsniveau is opgebouwd en door richtsnoeren te verschaffen voor de beginselen die moeten worden toegepast voor de financiering van de universele dienstverlening;

    Overwegende dat de nationale regelgevende instanties bij het bepalen van de wijze waarop een universele dienstverlening moet worden gewaarborgd ten volle rekening dienen te houden met het feit dat in veel gevallen kan worden verwacht dat de werking van de markt voor die dienstverlening zal zorgen, zonder dat daarvoor enig ingrijpen noodzakelijk is;

    Overwegende dat het in veel gevallen echter nodig kan zijn de marktdeelnemers de verplichting op te leggen tot levering van een basisdienst aan klanten aan wie zij anders op grond van economische overwegingen onvoldoende reden zouden hebben om die dienst te leveren; dat dit met name betrekking heeft op de levering van een basisaanbod op het gebied van spraaktelefonie tegen betaalbare prijzen aan alle klanten die daar binnen redelijke grenzen om vragen;

    Overwegende dat de levering van een basisdienst op het gebied van spraaktelefonie, wanneer die door met de universele dienstverlening verband houdende verplichtingen verliesgevend zou zijn of niet op een normale commerciële grondslag kan geschieden, mits dit gerechtvaardigd is en door de bevoegde nationale instantie goedgekeurd wordt, gefinancierd kan worden door interne overdrachten, toegangsvergoedingen of andere regelingen waarbij recht wordt gedaan aan de beginselen van transparantie, non-discriminatie en proportionaliteit en wordt toegezien op de eerbiediging van de mededingingsregels, om een rechtvaardige bijdrage te leveren in de lasten die het aanbod van een universele dienstverlening met zich brengt;

    Overwegende dat de bevoegde nationale instanties, voor zover dit in overeenstemming is met het Gemeenschapsrecht, andere verplichtingen mogen opleggen die nodig zijn om de universele dienstverlening aan specifieke nationale situaties aan te passen, ook waar het gaat om aspecten van ruimtelijke ordening en de behoeften van netwerken met een beperkt exploitatiegebied, op voorwaarde dat het voldoen aan die verplichtingen technisch haalbaar en tegen redelijke kosten uitvoerbaar is;

    Overwegende dat het concept van de universele dienstverlening zich met name naar gelang van de vooruitgang van de techniek en de veranderingen op de markt moet ontwikkelen;

    CONSTATEERT:

    dat in de volgende besluiten van de Gemeenschap, zonder dat aan het rechtskarakter van deze besluiten of de verplichtingen van de Lid-Staten wordt afgedaan, in het kader van de ONP een aantal punten zijn aangegeven die de grondslag vormen voor de omschrijving van de universele dienstverlening:

    - Richtlijn 90/387/EEG van de Raad van 28 juni 1990 betreffende de totstandbrenging van de interne markt voor telecommunicatiediensten door middel van de tenuitvoerlegging van Open Network Provision (ONP) (2),

    - Richtlijn 92/44/EEG van de Raad van 5 juni 1992 betreffende de toepassing van Open Network Provision (ONP) op huurlijnen (3),

    - gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 30 juni 1993 inzake het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de toepassing van "Open Network Provision" (ONP) op spraaktelefonie,

    - Aanbeveling 92/382/EEG van de Raad van 5 juni 1992 betreffende het geharmoniseerde aanbod van een minimumpakket van diensten op het gebied van pakketgeschakelde datatransmissie (PSDS-diensten) in overeenstemming met de beginselen van Open Network Provision (ONP) (4),

    - Aanbeveling 92/383/EEG van de Raad van 5 juni 1992 betreffende het aanbod van geharmoniseerde ISDN-toegangsregelingen en een minimumpakket van ISDN-voorzieningen in overeenstemming met de beginselen van Open Network Provision (ONP) (5), en

    dat deze punten nog nader uitgewerkt en zo nodig aangepast moeten worden om rekening te houden met de toekomstige, door concurrentie gekenmerkte context en de praktische ervaringen;

    ERKENT:

    a) dat het behoud en de verdere ontwikkeling van een universele telecommunicatiedienstverlening, die wordt gewaarborgd door een toereikende financiering, een sleutelfactor zijn voor de toekomstige ontwikkeling van de telecommunicatiesector in de Gemeenschap;

    b) dat de beginselen van universaliteit, gelijkheid en continuïteit ten grondslag moeten liggen aan een dergelijke dienstverlening om de toegang tot een welbepaald minimumpakket van diensten van een bepaalde kwaliteit en de levering van die diensten aan alle gebruikers mogelijk te maken, ongeacht hun geografische locatie en, in het licht van de specifieke nationale omstandigheden, voor een betaalbare prijs;

    c) dat gemeenschappelijke beginselen voor de levering van een universele dienstverlening noodzakelijk zijn om in de gehele Gemeenschap een evenwichtig, rechtvaardig regelgevingskader te scheppen, rekening houdend met de specifieke nationale omstandigheden op het gebied van regelgeving en marktsituatie;

    d) dat het mogelijk moet zijn te zorgen voor een bijzondere en specifieke universele dienstverlening om maatschappelijke redenen;

    e) dat er met het oog op het bevorderen van telecommunicatiediensten op Gemeenschapsschaal moet worden gezorgd voor onderling verband tussen de openbare netwerken, en dat in de toekomstige, door concurrentie gekenmerkte omgeving moet worden gezorgd voor onderling verband tussen de netwerken van de verschillende exploitanten op nationaal en communautair niveau;

    f) dat de levering van een basisdienst op het gebied van spraaktelefonie, wanneer die door de met de universele dienstverlening verband houdende verplichtingen verliesgevend is of niet op een normale commerciële grondslag kan geschieden, en mits zij gerechtvaardigd is en door de bevoegde nationale instantie goedgekeurd wordt, gefinancierd kan worden door interne overdrachten, toegangsvergoedingen of andere regelingen waarbij recht wordt gedaan aan de beginselen van transparantie, non-discriminatie en proportionaliteit en wordt toegezien op de eerbiediging van de mededingingsregels om een rechtvaardige bijdrage te leveren in de lasten die het aanbod van een universele dienstverlening met zich brengt;

    g) dat bij het nastreven van de gewenste handhaving en ontwikkeling van een universele telecommunicatiedienstverlening rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden van de perifere regio's met minder ontwikkelde netwerken en met de bijzonder kleine netwerken, alsmede met de rol die de steunstructuur van de Gemeenschap kan spelen, rekening houdend met de op nationaal niveau vastgestelde prioriteiten;

    h) dat het concept van de universele dienstverlening zich dient te ontwikkelen en daarbij het tempo van de technische vooruitgang, de marktontwikkelingen en de veranderingen in de behoeften van de gebruikers moet volgen;

    IS VERHEUGD OVER:

    het voornemen van de Commissie ten volle rekening te houden met de eis van een universele dienstverlening bij de voorbereiding van de toekomstige aanpassing van de reglementering voor de telecommunicatiesector, en met name bij de toepassing en aanpassing van Open Network Provision-beginselen;

    ROEPT de Lid-Staten OP:

    te zorgen voor de totstandkoming en het behoud van een goede reglementering en passende doelstellingen vast te stellen in overeenstemming met de in deze resolutie uiteengezette beginselen en doelstellingen en met het Gemeenschapsrecht, in het bijzonder de mededingingsregels, ten einde een universele dienstverlening op hun gehele grondgebied te waarborgen, afhankelijk van de specifieke nationale omstandigheden, met inbegrip van de aspecten van ruimtelijke ordening en de behoeften van netwerken met een beperkt exploitatiegebied;

    VERZOEKT de Commissie:

    a) met name met de bevoegde nationale instanties onderzoek te verrichten naar en advies in te winnen over vraagstukken in verband met de omschrijving van de universele dienstverlening en de financiering daarvan en daarbij met name rekening te houden met de aanpassingsproblematiek van perifere regio's met minder ontwikkelde netwerken;

    b) in overleg met de Lid-Staten een onderzoek in te stellen naar de tariefbeginselen, de boekhoudkundige beginselen en de overdrachten met het oog op het bevorderen van de opstelling van hun programma voor nationale aanpassing;

    c) in nauw overleg met de comités op hoog niveau van de bevoegde nationale instanties gemeenschappelijke beginselen inzake toegangsvergoedingen vast te stellen;

    d) over deze kwestie vóór 1 januari 1996 het Europees Parlement en de Raad verslag uit te brengen.

    (1) PB nr. C 213 van 6. 8. 1993, blz. 1.

    (2) PB nr. L 192 van 24. 7. 1990, blz. 1.

    (3) PB nr. L 165 van 19. 6. 1992, blz. 27.

    (4) PB nr. L 200 van 18. 7. 1992, blz. 1.

    (5) PB nr. L 200 van 18. 7. 1992, blz. 10.

    Top