Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994R0130

    VERORDENING (EG) Nr. 130/94 VAN DE RAAD van 24 januari 1994 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en voor de produkten van GN-code 0206 29 91 (1994)

    PB L 22 van 27.1.1994, p. 3–4 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/1994

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1994/130/oj

    31994R0130

    VERORDENING (EG) Nr. 130/94 VAN DE RAAD van 24 januari 1994 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en voor de produkten van GN-code 0206 29 91 (1994)

    Publicatieblad Nr. L 022 van 27/01/1994 blz. 0003 - 0004


    VERORDENING (EG) Nr. 130/94 VAN DE RAAD van 24 januari 1994 betreffende de opening en de wijze van beheer van een communautair tariefcontingent voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en voor de produkten van GN-code 0206 29 91 (1994)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat de Gemeenschap in het kader van de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel (GATT) de verplichting op zich heeft genomen om voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en voor de produkten van GN-code 0206 29 91 een jaarlijks communautair tariefcontingent te openen voor een totale hoeveelheid van 53 000 ton, uitgedrukt in vlees zonder been, tegen een recht van 20 % en zonder heffing; dat dit contingent derhalve voor 1994 dient te worden geopend;

    Overwegende dat met name moet worden gewaarborgd dat alle handelaren in de Gemeenschap te allen tijde en in gelijke mate gebruik kunnen maken van dit contingent en dat het contingentrecht zonder onderbreking wordt toegepast op alle invoer van de betrokken produkten totdat het contingent geheel is uitgeput;

    Overwegende dat de Commissie in het kader van deze regeling de beschikbare hoeveelheden enerzijds toewijst aan de traditionele importeurs en anderzijds aan handelaren met belangstelling voor de handel in rundvlees; dat, om garanties te hebben inzake een aanvaardbare omvang van de activiteit van deze laatstgenoemde handelaren, evenwel uitsluitend rekening mag worden gehouden met voor de handel met derde landen representatieve hoeveelheden van een zekere omvang;

    Overwegende dat, met het oog op een optimale gebruikmaking van de contingenthoeveelheid, een uiterste datum moet worden vastgesteld voor de indiening van de aanvragen om invoercertificaten en een regeling moet worden vastgesteld voor de overdracht naar het laatste kwartaal van 1994 van de hoeveelheden waarvoor eventueel op die datum nog geen aanvragen zijn ingediend; dat deze overblijvende hoeveelheden in de eerste plaats gebruikt moeten worden om voor de betrokken marktdeelnemers de gevolgen van een eventuele mededeling van onjuiste referentiehoeveelheden door de nationale autoriteiten aan de Commissie goed te maken; dat bovendien de na deze toewijzing resterende hoeveelheden, in voorkomend geval, verdeeld moeten worden zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de geldende criteria voor de verdeling over de verschillende categorieën marktdeelnemers; dat het echter, om hoge beheerskosten als gevolg van de verdeling van een zeer geringe hoeveelheid over een groot aantal aanvragers te voorkomen, juist is om hierbij geen hoeveelheden van minder dan 30 ton toe te wijzen;

    Overwegende dat de bepalingen ter uitvoering van deze verordening moeten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 805/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (1); dat de toewijzing van de beschikbare hoeveelheden, wegens de technische aard van deze beslissingen, uitsluitend aan de Commissie moet worden opgedragen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    1. Voor het jaar 1994 wordt voor bevroren rundvlees van GN-code 0202 en voor de produkten van GN-code 0206 29 91 een communautair tariefcontingent geopend voor een totale hoeveelheid van 53 000 ton, uitgedrukt in vlees zonder been.

    Voor de afboeking op dit contingent komt 100 kg vlees met been overeen met 77 kg vlees zonder been.

    2. In het kader van deze verordening wordt als bevroren vlees aangemerkt: vlees dat in bevroren toestand in het douanegebied van de Gemeenschap wordt binnengebracht.

    3. In het kader van het in lid 1 bedoelde contingent wordt een recht van het gemeenschappelijk douanetarief van 20 % en een heffing van 0 % toegepast.

    Artikel 2

    Het in artikel 1 bedoelde contingent wordt in twee delen gesplitst, te weten:

    a) een eerste deel, gelijk aan 80 %, zijnde 42 400 ton, wordt verdeeld over de importeurs die kunnen aantonen in de laatste drie jaar bevroren rundvlees van GN-code 0202 en produkten van GN-code 0206 29 91 die onder deze invoerregeling vallen, te hebben ingevoerd;

    b) een tweede deel, gelijk aan 20 %, zijnde 10 600 ton, wordt verdeeld over de handelaren die kunnen aantonen dat zij in het kader van de handel met derde landen in rundvlees dat niet onder deze invoerregeling of onder de regelingen actieve of passieve veredeling valt, een activiteit uitoefenen die gedurende een nog te bepalen periode betrekking heeft op een nog nader vast te stellen minimumhoeveelheid.

    Artikel 3

    1. Hoeveelheden waarvoor op 31 augustus 1994 geen invoercertificaten zijn aangevraagd, worden in het vierde kwartaal van dat jaar opnieuw toegewezen. In de eerste plaats worden daarbij, om eventuele administratieve vergissingen goed te maken, extra hoeveelheden aan de betrokken marktdeelnemers toegewezen. Wanneer na deze toewijzing minstens 30 ton overblijft, wordt deze hoeveelheid opnieuw toegewezen, in voorkomend geval zonder dat daarbij rekening wordt gehouden met de in artikel 2 bedoelde verdeling.

    2. De Lid-Staten delen de Commissie vóór 16 september 1994 de hoeveelheden mee waarvoor op 31 augustus van dat jaar geen aanvragen waren ingediend.

    Artikel 4

    1. De bepalingen ter uitvoering van deze verordening en met name:

    a) de verdeling van de beschikbare hoeveelheden over de in artikel 2 bedoelde marktdeelnemers en

    b) de voorwaarden voor de afgifte en de geldigheidsduur van de invoercertificaten,

    worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 27 van Verordening (EEG) nr. 805/68.

    2. De Commissie beslist over de toewijzing van de beschikbare hoeveelheden aan de marktdeelnemers.

    Artikel 5

    Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 1994.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 24 januari 1994.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G. MORAITIS

    (1) PB nr. L 148 van 28. 6. 1968, blz. 24. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 125/93 (PB nr. L 18 van 27. 1. 1993, blz. 1).

    Top