Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994L0071

    Richtlijn 94/71/EG van de Raad van 13 december 1994 houdende wijziging van Richtlijn 92/46/EEG tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk

    PB L 368 van 31.12.1994, p. 33–37 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2005; stilzwijgende opheffing door 32004L0041

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1994/71/oj

    31994L0071

    Richtlijn 94/71/EG van de Raad van 13 december 1994 houdende wijziging van Richtlijn 92/46/EEG tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk

    Publicatieblad Nr. L 368 van 31/12/1994 blz. 0033 - 0037
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0263
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0263


    RICHTLIJN 94/71/EG VAN DE RAAD van 13 december 1994 houdende wijziging van Richtlijn 92/46/EEG tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 92/46/EEG van de Raad van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk (1), inzonderheid op artikel 21,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende dat een grondig onderzoek van sommige bepalingen van de bijlagen van Richtlijn 92/46/EEG heeft uitgewezen dat technische aanpassingen van die bepalingen nodig zijn voor een betere toepassing ervan; dat deze wijzigingen met name betrekking hebben op de voorschriften inzake de temperatuur van rauwe melk bij het ophalen ervan, de apparatuur van melkbehandelings- en verwerkingsinrichtingen en de bereiding van warmtebehandelde melk en produkten op basis van melk,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Richtlijn 92/46/EEG wordt als volgt gewijzigd:

    1. in bijlage A, hoofdstuk I, punt 1, wordt:

    i) aan punt b), onder i), het volgende toegevoegd: "behalve wanneer de melk bestemd is voor de vervaardiging van kaas met een rijpingsperiode van ten minste twee weken";

    ii) de volgende alinea toegevoegd:

    "Melk en produkten op basis van melk mogen niet afkomstig zijn uit een uit hoofde van Richtlijn 85/511/EEG (*) afgebakend toezichtsgebied, tenzij de melk onder toezicht van de bevoegde autoriteit eerst een pasteurisatie (71,7 °C gedurende 15 seconden) heeft ondergaan en vervolgens:

    a) een tweede warmtebehandeling met een negatief resultaat van de peroxydasetest als gevolg, of

    b) is gedroogd waarbij de verhitting een effect heeft dat gelijkwaardig is aan de onder a) bedoelde warmtebehandeling, of

    c) een tweede behandeling waarbij de pH ten minste gedurende één uur op een waarde van minder dan 6 wordt gehouden.

    (*) Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer (PB nr. L 315 van 26. 11. 1985, blz. 11). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 92/380/EEG van de Commissie (PB nr. L 198 van 17. 7. 1992, blz. 54).";

    2. in bijlage A, hoofdstuk III, onderdeel A, wordt punt 2 vervangen door:

    "2. De melk moet onmiddellijk na het melken naar een schone ruimte worden gebracht die zo is ingericht dat schadelijke gevolgen voor de kwaliteit van de melk worden voorkomen. De melk moet, wanneer zij niet binnen twee uur na het einde van het melken wordt opgehaald, worden gekoeld tot een temperatuur van 8 °C of lager indien de ophaling dagelijks plaatsvindt, en van 6 °C of lager indien de ophaling niet dagelijks plaatsvindt. Gedurende het vervoer naar de melkbehandelings- en/of melkverwerkingsinrichting mag de temperatuur van de gekoelde melk niet hoger zijn dan 10 °C, tenzij er melk is opgehaald binnen twee uur na het einde van het melken.

    Om technologische redenen die verband houden met de bereiding van sommige produkten op basis van melk, kunnen de bevoegde autoriteiten afwijkingen van de temperaturen als bepaald in de eerste alinea, toestaan op voorwaarde dat het eindprodukt voldoet aan de in bijlage C, hoofdstuk II, vastgestelde normen.";

    3. in bijlage A, hoofdstuk IV, wordt:

    a) de titel vervangen door:

    "Normen die bij het ophalen van rauwe melk op het produktiebedrijf in acht moeten worden genomen voor de toelating van die melk tot de melkbehandelings- of melkverwerkingsinrichting";

    b) vóór onderdeel A de volgende inleidende zin ingevoegd:

    "Met het oog op de naleving van deze normen, vindt het onderzoek van de rauwe melk plaats op een representatief monster van de melk die op ieder afzonderlijk produktiebedrijf is opgehaald.";

    c) noot b) bij de punten A.1 en A.2 vervangen door:

    "b) Meetkundig gemiddelde, geconstateerd over een periode van drie maanden, met ten minste één monsterneming per maand. Wanneer de produktie sterk varieert met het seizoen, kan een Lid-Staat, via de procedure van artikel 31 van de onderhavige richtlijn, toestemming krijgen om in de periode van lage melkproduktie een andere methode voor de berekening van het resultaat toe te passen.";

    4. in bijlage A, hoofdstuk IV, wordt onderdeel C vervangen door:

    "C. Rauwe melk van geiten, schapen en buffelkoeien moet aan de volgende normen voldoen:

    1. indien de melk is bestemd voor de produktie van warmtebehandelde consumptiemelk of voor de bereiding van produkten op basis van warmtebehandelde melk:

    "" ID="1">Kiemgetal bij 30 °C (per ml)> ID="2">& le; 3 000 000> ID="3">< 1 500 000 (2)()"">

    ";2. indien de melk is bestemd voor de bereiding van produkten op basis van rauwe melk volgens een procédé waarin geen warmtebehandeling wordt toegepast:

    "" ID="1">Kiemgetal bij 30 °C (per ml)> ID="2">& le; 1 000 000> ID="3">< 500 000">

    5. in bijlage B, hoofdstuk I, punt 3, wordt de inleidende zinsnede vervangen door:

    "3. voor lokalen waar grondstoffen en de in deze richtlijn bedoelde produkten worden opgeslagen, dezelfde voorwaarden als in punt 2, onder a) tot en met f), tenzij:";

    6. in bijlage B, hoofdstuk II, onderdeel A, wordt punt 3 vervangen door:

    "3. Werkplaatsen, werktuigen en materieel mogen uitsluitend worden gebruikt voor de vervaardiging van produkten waarvoor de erkenning is verleend.

    Zij mogen evenwel, als de bevoegde autoriteit daarvoor toestemming heeft verleend, gelijktijdig of op andere tijdstippen worden gebruikt voor de bereiding van andere voor menselijke consumptie geschikte levensmiddelen of van andere produkten op basis van melk van voedingskwaliteit die voor een ander gebruik dan menselijke consumptie zijn bestemd, op voorwaarde dat deze verrichtingen geen verontreiniging veroorzaken van de produkten waarvoor de erkenning werd toegekend.";

    7. in bijlage B wordt de titel van hoofdstuk III vervangen door:

    "Bijzondere voorwaarden voor de erkenning van centrale melkdepots";

    8. in bijlage B wordt de titel van hoofdstuk IV vervangen door:

    "Bijzondere voorwaarden voor de erkenning van centra voor standaardisering";

    9. in bijlage B, hoofdstuk V, wordt letter a) vervangen door:

    "a) een installatie om op passende wijze machinaal het vullen en de automatische sluiting na het afvullen uit te voeren van recipiënten voor de onmiddellijke verpakking van warmtebehandelde consumptiemelk en vloeibare produkten op basis van melk, voor zover dergelijke verrichtingen daar plaatsvinden. Deze eis geldt niet voor bussen, tanks en verpakkingen van meer dan 4 liter.

    Voor een beperkte produktie van vloeibare drinkmelk kunnen de bevoegde autoriteiten evenwel andere methoden toestaan waarbij gebruik wordt gemaakt van niet-automatische vullings- en sluitingsmethoden, op voorwaarde dat deze methoden gelijkwaardige garanties bieden ten aanzien van de hygiëne.";

    10. in bijlage B, hoofdstuk V, onder b), wordt de zinsnede "in de gevallen als bedoeld in de hoofdstukken III en IV van bijlage A," vervangen door de zinsnede "in de gevallen als bedoeld in de hoofdstukken III en IV,";

    11. in bijlage B, hoofdstuk V, wordt letter f) vervangen door:

    "f) 1. wat melkbehandelingsinrichtingen betreft, door de bevoegde autoriteit goedgekeurde of toegelaten apparatuur voor de warmtebehandeling van de melk, voorzien van:

    - een automatische temperatuurregelaar,

    - een thermograaf,

    - een automatische beveiliging tegen onderverhitting,

    - een adequate beveiliging tegen vermenging van de warmtebehandelde melk met onvoldoende verhitte melk,

    - een automatische registrator voor de in het vorige streepje bedoelde beveiliging of een controleprocedure om na te gaan of die beveiliging doeltreffend is.

    De bevoegde autoriteiten kunnen in het kader van de erkenning van inrichtingen evenwel andere apparatuur toestaan die gelijkwaardige prestaties met dezelfde gezondheidsgaranties levert;

    2. wat melkverwerkingsinrichtingen betreft, apparatuur en een methode voor de verhitting, de thermisatie of de warmtebehandeling welke aan de hygiënische eisen voldoen, voor zover deze verrichtingen daar plaatsvinden.";

    12. in bijlage B, hoofdstuk VI, wordt punt 3 vervangen door:

    "3. het materieel, de recipiënten en de installaties die bij de produktie in contact komen met melk, produkten op basis van melk of andere bederfelijke grondstoffen, moeten worden gereinigd en zo nodig ontsmet met een regelmaat en volgens een methode in overeenstemming met de beginselen als bedoeld in artikel 14, lid 1;";

    13. in bijlage B, hoofdstuk VI, wordt punt 4 vervangen door:

    "4. de werklokalen moeten worden gereinigd met een regelmaat en volgens een methode in overeenstemming met de beginselen als bedoeld in artikel 14, lid 1:":

    14. in bijlage C, hoofdstuk I, onderdeel A, punt 2, tweede alinea, eerste zin, worden na de woorden "rauwe melk" de woorden "van koeien" ingevoegd;

    15. in bijlage C, hoofdstuk I, onderdeel A, punt 3, onder a), wordt het eerste streepje vervangen door:

    "- dat rauwe melk die niet binnen 36 uur na ontvangst is behandeld, onmiddellijk vóór de warmtebehandeling een kiemgetal bij 30 °C heeft van niet meer dan 300 000 per ml indien het om koemelk gaat;";

    16. in bijlage C, hoofdstuk I, onderdeel A, wordt aan punt 4, onder d), de volgende zin toegevoegd:

    "Onder dezelfde omstandigheden mag de gepasteuriseerde melk worden bereid uit rauwe melk die slechts een eerste thermisatie heeft ondergaan.";

    17. in bijlage C, hoofdstuk I, onderdeel B, wordt punt 1 vervangen door:

    "1. De exploitant of de beheerder van de melkverwerkingsinrichting moet de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de rauwe melk wordt behandeld door verhitting of, indien het gaat om produkten "met rauwe melk", wordt gebruikt:

    - zo spoedig mogelijk na ontvangst indien de melk niet wordt gekoeld,

    - binnen 36 uur na ontvangst ingeval de melk wordt bewaard op een temperatuur van ten hoogste 6 °C,

    - binnen 48 uur na ontvangst ingeval de melk wordt bewaard op een temperatuur van 4 °C of minder,

    - binnen 72 uur in geval van melk van buffelkoeien, schapen en geiten.

    Om technologische redenen die verband houden met de bereiding van sommige produkten op basis van melk kunnen de bevoegde autoriteiten evenwel een overschrijding toestaan van de termijnen en temperaturen als vermeld in de bovenstaande streepjes.

    Zij stellen de Commissie van die afwijkingen en de technologische redenen daarvoor in kennis.";

    18. in bijlage C, hoofdstuk I, onderdeel B, punt 3, onder a), wordt punt i) vervangen door:

    "i) verkregen zijn uit rauwe melk die, indien zij niet binnen 36 uur na ontvangst in de inrichting wordt behandeld, vóór thermisatie, bij 30 °C een kiemgetal heeft van ten hoogste 300 000 per ml indien het om koemelk gaat;";

    19. in bijlage C, hoofdstuk II, onderdeel A, worden:

    - in de tabel van punt 1 in de kolom "Norm (ml,g)(a)" tegenover de kiem "Salmonella spp." de vermeldingen "Afwezig in 25 g (c)" vervangen door "Afwezig in 1 g";

    - in punt 2 de laatste twee alinea's vervangen door:

    "Voorts moet, wat kaas op basis van rauwe en gethermiseerde melk en zachte kaas betreft, iedere overschrijding van de M-norm aanleiding geven tot een onderzoek van deze produkten op de eventuele aanwezigheid van enterotoxinogene stammen van Staphylococcus aureus of van vermoedelijk pathogene stammen van Escherichia coli en, indien nodig, op de eventuele aanwezigheid van toxinen van Staphylococcus, volgens methoden die moeten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 31. De identificatie van de bovenbedoelde stammen en/of de aanwezigheid van enterotoxine van Staphylococcus leidt tot het uit de markt nemen van alle in het geding zijnde partijen. In dat geval wordt de bevoegde autoriteit, overeenkomstig artikel 14, lid 1, tweede alinea, vijfde streepje, in kennis gesteld van de geconstateerde resultaten, alsmede van de maatregelen die zijn getroffen om de in het geding zijnde partijen uit de markt te nemen en van de correcties die in het produktiebewakingssysteem zijn aangebracht.";

    20. in bijlage C, hoofdstuk II, onderdeel A, punt 4, wordt de inleidende zinsnede vervangen door:

    "Bovendien moeten vloeibare of gegeleerde produkten op basis van melk die een UHT- of sterilisatiebehandeling hebben ondergaan en die bestemd zijn voor bewaring bij omgevingstemperatuur na een incubatie gedurende 15 dagen bij 30 °C aan de volgende normen voldoen:";

    21. in bijlage C, hoofdstuk III, wordt aan punt 3 de volgende zin toegevoegd:

    "Voor een beperkte produktie kunnen de bevoegde autoriteiten evenwel een niet-automatische afsluiting toestaan, op voorwaarde dat de garanties die op hygiënisch gebied worden geboden, gelijkwaardig zijn.";

    22. in bijlage C, hoofdstuk III, punt 4, wordt de tweede alinea vervangen door:

    "Het afsluiten moet plaatsvinden in de inrichting waar de laatste warmtebehandeling van de consumptiemelk en/of de vloeibare produkten op basis van melk wordt verricht, onmiddellijk na het vullen, door middel van een afsluiting die de melk beschermt tegen aantasting van haar kenmerken door schadelijke invloeden van buitenaf. Het sluitingssysteem moet zo zijn ontworpen dat na opening het bewijs van opening duidelijk aanwezig en gemakkelijk controleerbaar blijft.";

    23. in bijlage C, hoofdstuk III, wordt punt 5 vervangen door:

    "5. De exploitant of de beheerder van de inrichting dient voor controledoeleinden, naast de in hoofdstuk IV voorgeschreven gegevens, ook de volgende gegevens zichtbaar en leesbaar op de onmiddellijke verpakking van warmtebehandelde melk en vloeibare produkten op basis van melk te vermelden:

    - de aard van de warmtebehandeling die de melk heeft ondergaan;

    - een al dan niet gecodeerde vermelding aan de hand waarvan de datum van de laatste warmtebehandeling kan worden geïdentificeerd,

    - voor gepasteuriseerde melk, de temperatuur waarbij het produkt moet worden opgeslagen.

    Deze gegevens hoeven echter niet te worden vermeld op voor hergebruik bestemde glazen flessen als bedoeld in artikel 11, lid 6, van Richtlijn 79/112/EEG.";

    24. in bijlage C, hoofdstuk IV, onderdeel A, punt 1, wordt de laatste zin vervangen door:

    "Wanneer evenwel kleine produkten afzonderlijk van een onmiddellijke verpakking en vervolgens samen van een eindverpakking worden voorzien of wanneer deze kleine porties in een afzonderlijke onmiddellijke verpakking aan de eindverbruiker worden verkocht, hoeft het keurmerk alleen op de verzamelverpakking te worden aangebracht.";

    25. in bijlage C, hoofdstuk IV, onderdeel A, punt 3, wordt onder a):

    a) het volgende punt toegevoegd:

    "iii) hetzij:

    - in het bovenste gedeelte de naam of de beginletters van het land van verzending in hoofdletters, dat wil zeggen voor de Gemeenschap de letters:

    B - DK - D - EL - E - F - IRL - I - L - NL - P - UK,

    - in het midden vermelding van de plaats waar het erkenningsnummer van de inrichting is aangegeven,

    - in het onderste gedeelte een van de volgende afkortingen:

    CEE - EOEF - EWG - EOK - EEC - EEG";

    b) de volgende zin toegevoegd als tweede alinea:

    "In het geval van flessen, verpakkingen en recipiënten als bedoeld in artikel 11, leden 4 en 6, van Richtlijn 79/112/EEG, mag het keurmerk alleen de beginletters van het land van verzending en het erkenningsnummer van de inrichting omvatten;";

    26. in bijlage C, hoofdstuk IV, onderdeel A, punt 3, onder b), wordt de laatste zin geschrapt;

    27. in bijlage C, hoofdstuk IV, onderdeel A, wordt het volgende punt toegevoegd:

    "4. Ter wille van de afzet van de bestaande eindverpakkingen en onmiddellijke verpakkingen is het aanbrengen van het keurmerk op de eindverpakkingen en de onmiddellijke verpakkingen eerst vanaf 1 januari 1996 verplicht. De gegevens van het keurmerk moeten evenwel voorkomen op het begeleidende handelsdocument als bedoeld in artikel 5, punt 8, en artikel 7, onder A, punt 9, laatste alinea.";

    28. in bijlage C, hoofdstuk V, punt 7, wordt de volgende zinsnede toegevoegd:

    "De bevoegde autoriteit kan een tolerantie van +2 °C toestaan gedurende de leveringen aan de detailhandel.".

    Artikel 2

    1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om vóór 1 juli 1995 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    De Lid-Staten die gekozen hebben voor het controleren van het aantal somatische cellen bij de ontvangst van de rauwe melk in de melkbehandelings- of melkverwerkingsinrichting, beschikken over een bijkomende termijn van 24 maanden om aan de bij artikel 1, punt 3, onder b), van deze richtlijn ingevoerde eis te voldoen.

    Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden door de Lid-Staten vastgesteld.

    2. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 3

    Deze richtlijn treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Artikel 4

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

    Gedaan te Brussel, 13 december 1994.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J. BORCHERT

    (1) PB nr. L 268 van 14. 9. 1992, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 94/330/EG van de Commissie (PB nr. L 146 van 11. 6. 1994, blz. 23).(2)() Onverminderd het resultaat van het overeenkomstig artikel 21 te verrichten onderzoek.

    Top