Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31991D0013

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 december 1990 inzake het handelsverkeer van dieren die in de laatste twaalf maanden niet tegen mond- en klauwzeer zijn ingeënt (91/13/EEG)

    PB L 8 van 11.1.1991, p. 26–26 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/01/1992; opgeheven door 392D0105

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1991/13/oj

    31991D0013

    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 december 1990 inzake het handelsverkeer van dieren die in de laatste twaalf maanden niet tegen mond- en klauwzeer zijn ingeënt (91/13/EEG) -

    Publicatieblad Nr. L 008 van 11/01/1991 blz. 0026 - 0026


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 17 december 1990 inzake het handelsverkeer van dieren die in de laatste twaalf maanden niet tegen mond - en klauwzeer zijn ingeënt ( 91/13/EEG )

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 90/423/EEG van de Raad van 26 juni 1990 tot wijziging van Richtlijn 85/511/EEG tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond - en klauwzeer, Richtlijn 64/432/EEG inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens en Richtlijn 72/462/EEG inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen en varkens en van vers vlees en vleesprodukten uit derde landen ( 1 ), en met name op artikel 6,

    Overwegende dat verplaatsing van bepaalde ingeënte dieren kan worden toegestaan om bestaande handelsstromen in stand te houden, voor zover daaraan geen gevaar voor verspreiding van een besmetting verbonden is;

    Overwegende dat de problemen met betrekking tot het handelsverkeer in dieren die minder dan twaalf maanden geleden zijn ingeënt, in sperma en in embryo's daarvan, momenteel nog niet kunnen worden opgelost; dat deze problemen moeten worden bestudeerd in het licht van de informatie die nog door de Lid-Staten moet worden verstrekt; dat evenwel ook de situatie met betrekking tot dieren die meer dan twaalf maanden geleden zijn ingeënt, opnieuw moet worden bekeken vóórdat deze beschikking afloopt;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Veterinair Comité,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN : Artikel 1

    De Lid-Staten waar tegen mond - en klauwzeer werd ingeënt op het moment van kennisgeving van deze beschikking en waar de inenting inmiddels is beëindigd, mogen zich niet verzetten tegen het binnenbrengen op hun grondgebied van runderen die meer dan twaalf maanden vóór invoer zijn ingeënt, op voorwaarde dat deze runderen vergezeld gaan van een verklaring waarin wordt bevestigd dat zij in de laatste twaalf maanden vóór invoer tegen mond - en klauwzeer niet zijn ingeënt . Artikel 2

    Op het gezondheidscertificaat overeenkomstig model I of II in bijlage F bij Richtlijn 64/432/EEG van de Raad ( 2 ), waarvan runderen bestemd voor de in artikel 1 bedoelde Lid-Staten vergezeld gaan, dient de volgende verklaring te worden vermeld :

    "Dieren die, overeenkomstig Beschikking 91/13/EEG van de Commissie, in de voorbije twaalf maanden niet tegen mond - en klauwzeer zijn ingeënt .". Artikel 3

    Deze beschikking is van toepassing tot en met 31 december 1992 . Artikel 4

    Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel, 17 december 1990 .

    Voor de Commissie

    Ray MAC SHARRY

    Lid van de Commissie ( 1 ) PB nr . L 224 van 18 . 8 . 1990, blz . 13 . ( 2 )

    PB nr . 121 van 29 . 7. 1964, blz . 1977/64 .

    Top