EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31990R0737

Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad van 22 maart 1990 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

PB L 82 van 29.3.1990, p. 1–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/08/2008: This act has been changed. Current consolidated version: 19/08/2008

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1990/737/oj

31990R0737

Verordening (EEG) nr. 737/90 van de Raad van 22 maart 1990 betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

Publicatieblad Nr. L 082 van 29/03/1990 blz. 0001 - 0006
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 9 blz. 0179
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 9 blz. 0179


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 737/90 VAN DE RAAD

van 22 maart 1990

betreffende de voorwaarden voor de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen ingevolge het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 113,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende dat, ten gevolge van het ongeluk in de kerncentrale van Tsjernobyl op 26 april 1986, aanzienlijke hoeveelheden radioactieve stoffen in de atmosfeer zijn gekomen;

Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 3955/87 (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 4003/89 (2), voor de invoer van voor menselijke voeding bestemde landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen, maximale toleranties inzake radioactiviteit zijn vastgesteld, waarvan de naleving door de Lid-Staten wordt gecontroleerd; dat die verordening slechts tot en met 31 maart 1990 van toepassing is;

Overwegende dat, onverminderd het gebruik - dat wellicht in de toekomst indien nodig daarvan gemaakt wordt - van het bepaalde in Verordening (Euratom) nr. 3954/87 van de Raad van 22 december 1987 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar (3), gewijzigd bij Verordening (Euratom) nr. 2218/89 (4), de Gemeenschap erop dient te blijven toezien dat, voor wat betreft de specifieke gevolgen van het ongeval van Tsjernobyl, voor menselijke voeding bestemde landbouwprodukten en verwerkte landbouwprodukten die besmet zouden kunnen zijn, slechts in de Gemeenschap worden binnengebracht volgens gemeenschappelijke regels;

Overwegende dat die gemeenschappelijke regels de gezondheid van de consument dienen te waarborgen, de eenheid van de markt in stand dienen te houden zonder de handel tussen de Gemeenschap en de derde landen onnodig te belemmeren en verleggingen van het handelsverkeer dienen te voorkomen;

Overwegende dat de redenen die ten tijde van de vaststelling van de Verordening (EEG) nr. 3955/87 golden, nog steeds van kracht zijn, met name omdat de radioactieve besmetting van sommige landbouwprodukten van oorsprong uit derde landen die door het ongeval zijn getroffen nog steeds de in die verordening vastgestelde maximale toleranties inzake radioactiviteit overschrijdt;

Overwegende dat de naleving van deze maximale toleranties nog steeds op passende wijze dient te worden gecontroleerd en dat bij niet naleving een invoerverbod kan worden opgelegd;

Overwegende dat de radioactieve besmetting van vele landbouwprodukten is verminderd en zal blijven verminderen tot op niveaus die vóór het ongeluk in Tsjernobyl bestonden; dat derhalve een procedure dient te worden vastgesteld om dergelijke produkten van het toepassingsgebied van genoemde verordening uit te sluiten;

Overwegende dat, aangezien deze verordening voor alle voor menselijke voeding bestemde landbouwprodukten en verwerkte landbouwprodukten geldt, er geen aanleiding is in dit geval de in artikel 29 van Richtlijn 72/462/EEG (5) vastgestelde procedure toe te passen;

Overwegende dat het dienstig is een vereenvoudigde procedure vast te stellen, opdat in de bij deze verordening vastgestelde maatregelen de nodige preciseringen en wijzigingen kunnen worden aangebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

Deze verordening is van toepassing op de produkten van oorsprong uit derde landen bedoeld in:

- bijlage II van het Verdrag,

- Verordening (EEG) nr. 2730/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende glucose en lactose (6), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 222/88 van de Commissie (7),

- Verordening (EEG) nr. 2783/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende een gemeenschappelijke regeling van het handelsverkeer voor ovoalbumine en lactoalbumine (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 4001/87 van de Commissie (2),

- Verordening (EEG) nr. 3033/80 van de Raad van 11 november 1980 tot vaststelling van de handelsregeling die van toepassing is op bepaalde goederen, verkregen door verwerking van landbouwprodukten (3), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3743/87 van de Commissie (4),

- Verordening (EEG) nr. 3035/80 van de Raad van 11 november 1980 tot vaststelling van de algemene regels aangaande de toekenning van restituties bij uitvoer en de criteria voor de vaststelling van het restitutiebedrag betreffende bepaalde landbouwprodukten, uitgevoerd in de vorm van goederen die niet onder bijlage II van het Verdrag vallen (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3209/88 (6),

met uitzondering van de in bijlage I opgesomde produkten die ongeschikt zijn voor menselijke consumptie, alsmede van de produkten die eventueel van het toepassingsgebied van de onderhavige verordening worden uitgesloten volgens de procedure van artikel 7.

Artikel 2

Onverminderd de andere van kracht zijnde bepalingen wordt het in het vrije verkeer brengen van de in artikel 1 bedoelde produkten afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat zij aan de in artikel 3 vastgestelde maximale toleranties voldoen.

Artikel 3

De in artikel 2 bedoelde maximale toleranties zijn de volgende:

De gecumuleerde maximale radioactiviteit van caesium 134 en 137 mag niet meer bedragen dan:

- 370 Bequerels per kilo voor in bijlage II opgesomde melk en melkprodukten, alsmede voor voedingsmiddelen bestemd voor de bijzondere voeding van zuigelingen gedurende de eerste vier tot zes maanden van hun leven, die op zichzelf voldoen aan de behoeften aan voeding van deze groep personen en die voor de kleinhandel zijn verpakt in duidelijk geïdentificeerde verpakkingen en geëtiketteerd als »bereidingen voor zuigelingen" (7);

- 600 Bequerels per kilo voor alle andere betrokken produkten.

Artikel 4

1. De Lid-Staten verrichten controles op de naleving van de in artikel 3 gestelde maximale toleranties ten aanzien van de in artikel 1 bedoelde produkten met inachtneming van de besmettingsgraad van het land van oorsprong. De controles kunnen ook het voorleggen van uitvoercertificaten met zich brengen. Al naar gelang van de uitkomst van de controles nemen de Lid-Staten de vereiste maatregelen voor de toepassing van artikel 2, daarbij inbegrepen het verbod van het in het vrije verkeer brengen, per geval of in het algemeen voor een bepaald produkt.

2. Elke Lid-Staat verstrekt de Commissie alle informatie inzake de toepassing van deze verordening en deelt haar met name de gevallen mee waarin de maximale toleranties niet werden nageleefd. De Commissie geeft deze informatie door aan de overige Lid-Staten.

Artikel 5

Wanneer gevallen worden geconstateerd waarin de maximale toleranties herhaaldelijk niet werden nageleefd, kunnen overeenkomstig de procedure van artikel 7 de noodzakelijke maatregelen worden genomen. Deze maatregelen kunnen gaan tot een verbod op de invoer van produkten van oorsprong uit het betrokken derde land.

Artikel 6

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening alsmede de eventuele wijzigingen in de lijst van de in bijlage I opgesomde produkten en in de lijst van de van deze verordening uitgesloten produkten worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 7.

Artikel 7

1. De Commissie wordt bijgestaan door een ad hoc-comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het Comité brengt over dit ontwerp zijn advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van het vraagstuk. Het spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen voorzien in artikel 148, lid 2, van het Verdrag voor de aanname van besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het Comité, worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt geen deel aan de stemming.

3. De Commissie stelt de maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn.

Indien de maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité, dan worden zij onverwijld door de Commissie aan de Raad medegedeeld. In dit geval:

- kan de Commissie de toepassing van de door haar besloten maatregelen met hoogstens een maand te rekenen vanaf de datum van deze mededeling uitstellen,

- kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen binnen de in het eerste streepje bedoelde termijn een ander besluit nemen.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 april 1990.

Zij verstrijkt op 31 maart 1995, behalve indien de Raad voor deze datum een andersluidend besluit neemt, met name indien de lijst van uitgesloten produkten, bedoeld in artikel 6, alle voor menselijke consumptie geschikte produkten waarop deze verordening van toepassing is, omvat.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 22 maart 1990.

Voor de Raad

De Voorzitter

P. FLYNN

(1) PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 14.

(2) PB nr. L 382 van 30. 12. 1989, blz. 4.

(3) PB nr. L 371 van 30. 12. 1987, blz. 11.

(4) PB nr. L 211 van 27. 7. 1989, blz. 1.

(5) PB nr. L 302 van 31. 12. 1972, blz. 28.

(6) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 20.

(7) PB nr. L 28 van 1. 2. 1988, blz. 1.

(1) PB nr. L 282 van 1. 11. 1975, blz. 104.

(2) PB nr. L 377 van 31. 12. 1987, blz. 44.

(3) PB nr. L 323 van 29. 11. 1980, blz. 1.

(4) PB nr. L 352 van 15. 12. 1987, blz. 29.

(5) PB nr. L 323 van 29. 11. 1980, blz. 27.

(6) PB nr. L 286 van 20. 10. 1988, blz. 6.

(7) Het niveau dat geldt voor geconcentreerde of gedehydreerde produkten wordt berekend op de grondslag van het gereconstrueerde produkt gereed voor gebruik.

BIJLAGE I

Voor menselijke consumptie ongeschikte produkten

1.2 // // // GN-code // Omschrijving // // // // // ex 0101 19 90 // Racepaarden // ex 0106 00 99 // Andere (levende dieren, met uitzondering van tamme konijnen en duiven, niet voor menselijke consumptie) // ex 0301 // Levende siervissen // 0408 11 90 0408 19 90 0408 91 90 0408 99 90 // Vogeleieren uit de schaal en eigeel, ongeschikt voor menselijke consumptie (a) // ex 0504 // Darmen, blazen en magen, van dieren, in hun geheel of in stukken, niet eetbaar, andere dan die van vissen // 0511 10 00 ex 0511 91 90 0511 99 10 0511 99 90 // Produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen, met uitzondering van eetbaar bloed van dieren; dode dieren van de soorten bedoeld bij de hoofdstukken 1 en 3, niet geschikt voor menselijke consumptie // 0713 20 10 0713 31 10 0713 32 10 0713 33 10 0713 39 10 0713 40 10 0713 50 10 0713 90 10 // Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (bij voorbeeld spliterwten), voor zaaidoeleinden // 1001 90 10 // Spelt, bestemd voor zaaidoeleinden (a) // 1005 10 11 1005 10 13 1005 10 15 1005 10 19 // Maïshybriden, bestemd voor zaaidoeleinden (a) // 1006 10 10 // Rijst, bestemd voor zaaidoeleinden (a) // ex 1007 00 00 // Sorghohybriden, bestemd voor zaaidoeleinden (a) // 1201 00 10 1202 10 10 1204 00 10 1205 00 10 1206 00 10 1207 10 10 1207 20 10 1207 30 10 1207 40 10 1207 50 10 1207 60 10 1207 91 10 1207 92 10 1207 99 10 // Oliehoudende zaden en vruchten, ook indien gebroken, bestemd voor zaaidoeleinden (a) // 1209 11 00 1209 19 00 1209 21 00 1209 23 10 1209 24 00 1209 26 00 1209 30 00 1209 91 1209 99 // Zaaigoed, sporen daaronder begrepen // 1501 00 11 // Reuzel en ander varkensvet, bestemd voor ander industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // 1502 00 10 // Rund-, schape- of geitevet, ruw of gesmolten, ook indien geperst of met behulp van oplosmiddelen geëxtraheerd, bestemd voor ander industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // // // GN-code // Omschrijving // // // // 1503 00 11 // Varkensstearine en oleostearine, bestemd voor industrieel gebruik (a) // 1503 00 30 // Talkolie, bestemd voor ander industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // 1505 10 // Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen // 1507 10 10 1507 90 10 // Sojaolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // 1508 10 10 1508 90 10 // Grondnotenolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // 1511 10 10 // Ruwe palmolie en fracties daarvan, ook indien geraffineerd, doch niet chemisch gewijzigd, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // 1515 30 10 // Ricinusolie en fracties daarvan, bestemd voor de vervaardiging van amino-undekaanzuur hetwelk is bestemd voor de vervaardiging van synthetische textielvezels en van kunststof (a) // 1515 40 00 // Tungolie en fracties daarvan // 1515 90 10 // Oiticicaolie; myricawas en japanwas en fracties daarvan // 1511 90 91 1512 11 90 1512 19 10 1512 19 90 1512 21 10 1512 29 10 1513 11 10 1513 19 30 1513 21 11 1513 21 19 1513 29 30 1514 10 10 1514 90 10 1515 11 00 1515 19 10 1515 21 10 1515 29 10 1515 50 11 1515 50 91 1515 90 21 1515 90 31 1515 90 40 1515 90 60 1516 20 91 1516 20 99 // Andere olie voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // 1518 00 31 1518 00 39 // Mengsels van plantaardige oliën, vloeibaar, voor ander technisch of industrieel gebruik dan voor de vervaardiging van produkten voor menselijke consumptie (a) // 2207 20 00 // Ethylalcohol en gedistilleerde dranken, gedenatureerd, ongeacht het gehalte // 3823 10 00 // Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen // 4501 // Natuurkurk, ruw of eenvoudig bewerkt; kurkafval; gebroken of gemalen kurk // 5301 10 00 5301 21 00 5301 29 00 // Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen // 5302 // Hennep (Cannabis sativa L.), ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van hennep // ex hoofdstuk 6 // Levende bomen en andere planten; bollen, wortels en dergelijke, afgesneden bloemen en bloemstukken voor versiering, uitgezonderd cichoreiplanten en -wortels van onderverdeling 0601 20 10 // //

(a) Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vastgesteld bij de op dit gebied geldende communautaire bepalingen.

BIJLAGE II

Melk en zuivelprodukten waarvoor een maximaal toelaatbaar niveau van 370 Bq/kg geldt

GN-codes 0401

0402

0403 10 11 tot en met 0403 10 39

0403 90 11 tot en met 0403 10 69

0404

Top