EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31987L0358

Richtlijn 87/358/EEG van de Raad van 25 juni 1987 tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

PB L 192 van 11.7.1987, p. 51–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 28/04/2009; stilzwijgende opheffing door 32007L0046

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1987/358/oj

31987L0358

Richtlijn 87/358/EEG van de Raad van 25 juni 1987 tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

Publicatieblad Nr. L 192 van 11/07/1987 blz. 0051 - 0054
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 16 blz. 0147
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 16 blz. 0147


*****

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 25 juni 1987

tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan

(87/358/EEG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Europese Parlement (2),

Overwegende dat in Richtlijn 70/156/EEG (3), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal, de communautaire procedure is vastgesteld voor typegoedkeuring van voertuigen die gebouwd zijn in overeenstemming met de technische voorschriften van de bijzondere richtlijnen alsmede de lijst van voertuigonderdelen en kenmerken van voertuigen die onder deze richtlijnen vallen;

Overwegende dat het, ten einde de mogelijkheid van een verkeerde uitlegging van sommige artikelen van die richtlijn uit te sluiten, noodzakelijk is kleine verbeteringen in de tekst aan te brengen;

Overwegende dat het, ten einde genoemde typegoedkeuringsprocedure in volle omvang toe te passen, noodzakelijk is dat deze zich tot onderdelen en afzonderlijke technische eenheden uitstrekt en dat elk begrip nauwkeurig wordt omschreven;

Overwegende dat, ten einde genoemde typegoedkeuringsprocedure op de juiste wijze uit te voeren, de controle op de overeenstemming van de produktie tevens een verificatie dient te omvatten van de regelingen die getroffen zijn door de fabrikant om te waarborgen dat geproduceerde voertuigen, afzonderlijke technische eenheden of onderdelen met het goedgekeurde type in overeenstemming zijn;

Overwegende dat ter beperking van de thans tussen de Lid-Staten bestaande documentenstroom, het formulier voor elk type voertuig, hetzij het formulier van de desbetreffende bijzondere richtlijn, hetzij het gedeeltelijk ingevulde formulier van de bijlage bij Richtlijn 70/156/EEG, voldoende zou moeten worden geacht voor de normale informatiebehoeften van de Lid-Staten, die om aanvullende technische informatie mogen verzoeken;

Overwegende dat er verduidelijking nodig is van de administratieve procedures die tussen de Lid-Staten moeten worden gevolgd wanneer een Lid-Staat de goedkeurende Lid-Staat aantoont dat een aantal voertuigen niet met het goedgekeurde type in overeenstemming is en dat er bijgevolg reden is om aan te nemen dat de overeenstemming van de produktie niet op passende wijze wordt gewaarborgd;

Overwegende dat het, wanneer in de bijzondere richtlijnen is voorgeschreven dat een technische eenheid van het goedkeuringsnummer moet zijn voorzien, niet verplicht moet zijn elke eenheid van een certificaat van overeenstemming vergezeld te doen gaan; dat een fabrikant van een technische eenheid in elk geval moet worden verplicht informatie te verstrekken over eventuele beperkingen in het gebruik en over de voorschriften voor de montage van de eenheid,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Richtlijn 70/156/EEG wordt als volgt gewijzigd:

1. de artikelen 1 en 2 worden vervangen door:

»Artikel 1

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

- »voertuig", ieder motorvoertuig met of zonder carrosserie, op ten minste vier wielen en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 kilometer per uur, bestemd om aan het wegverkeer deel te nemen, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails voortbewegen, landbouwtrekkers en landbouwmachines;

- »technische eenheid", een inrichting of voorziening die moet voldoen aan de voorschriften van een bijzondere richtlijn en die bestemd is om deel uit te maken van een voertuig en die afzonderlijk kan worden goedgekeurd maar alleen in verband met een of meer aangegeven voertuigtypen;

- »onderdeel", een inrichting of voorziening die moet voldoen aan de voorschriften van een bijzondere richtlijn en die bestemd is om deel uit te maken van een voertuig en die kan worden goedgekeurd zonder enig verband met een voertuig.

Artikel 2

In deze richtlijn wordt verstaan onder:

a) »nationale goedkeuring": de administratieve handeling die

- in de Belgische wetgeving »typegoedkeuring" en »agrément par type",

- in de Deense wetgeving »standardtypegodkendelse",

- in de Duitse wetgeving »allgemeine Betriebserlaubnis",

- in de Griekse wetgeving »égkrisi týpoy",

- in de Spaanse wetgeving »homologación de tipo",

- in de Franse wetgeving »réception par type",

- in de Ierse wetgeving »type approval",

- in de Italiaanse wetgeving »omologazione o approvazione del tipo",

- in de Luxemburgse wetgeving »agrément",

- in de Nederlandse wetgeving »typegoedkeuring",

- in de Portugese wetgeving »aprovação de marca e modelo",

- in de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk »type approval"

wordt genoemd.

b) »EEG-goedkeuring": de handeling waarbij door een Lid-Staat wordt geconstateerd dat een type voertuig, een technische eenheid of een onderdeel voldoet aan de technische voorschriften van de bijzondere richtlijnen en aan de controles voorgeschreven in het EEG-goedkeuringsformulier, waarvan het model in bijlage II is opgenomen, en, voor zover van toepassing, aangevuld met de bijlage bij het goedkeuringsformulier zoals opgenomen in de desbetreffende bijzondere richtlijnen.";

2. de artikelen 4 en 5 worden vervangen door:

»Artikel 4

1. Iedere Lid-Staat keurt elk type voertuig goed dat aan de volgende voorwaarden voldoet:

a) overeenstemming met de gegevens van het inlichtingenformulier;

b) voldoen aan de controles die worden voorgeschreven in het modelgoedkeuringsformulier als bedoeld in artikel 2, onder b).

2. De Lid-Staat die de goedkeuring verleent, treft de nodige maatregelen om, voor zover dat noodzakelijk is, en zo nodig in samenwerking met de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten zich ervan te vergewissen dat passende regelingen zijn getroffen om te waarborgen dat voertuigen uit de produktie met het goedgekeurde type in overeenstemming zijn.

3. De Lid-Staat die de goedkeuring heeft verleend, treft de nodige maatregelen om, voor zover dat noodzakelijk is, en zo nodig in samenwerking met de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten zich ervan te vergewissen dat de in lid 2 bedoelde regelingen adequaat blijven en dat voertuigen uit de produktie met het goedgekeurde type in overeenstemming zijn. Deze controle op de overeenstemming van voertuigen uit de produktie met het goedgekeurde type blijft beperkt tot steekproeven, tenzij in de bijzondere richtlijnen anderszins is bepaald.

4. Voor ieder door de Lid-Staat goedgekeurd type voertuig worden door deze Staat alle rubrieken van het goedkeuringsformulier ingevuld.

Artikel 5

1. De bevoegde instanties van iedere Lid-Staat zenden binnen een maand aan de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten een afschrift van het goedkeuringsformulier voor elk type voertuig dat zij goedkeuren of weigeren goed te keuren.

2. De Lid-Staten kunnen echter de Lid-Staat die de goedkeuring heeft verleend, de fabrikant of diens gevolmachtige om andere gegevens verzoeken die zijn opgenomen in de technische documenten vermeld in het goedkeuringsformulier.

3. Voor elk voertuig dat in overeenstemming met het goedgekeurde type is gebouwd, wordt door de fabrikant of door diens gevolmachtigde in het land van inschrijving een certificaat van overeenstemming opgesteld waarvan het model in bijlage III is opgenomen.

4. De Lid-Staten kunnen evenwel, met het oog op het belasten van het voertuig of om de inschrijvingsbewijzen ervan op te stellen, verlangen dat in het certificaat van overeenstemming nog andere gegevens dan die vermeld in bijlage III worden opgenomen, mits deze uitdrukkelijk op het inlichtingenformulier voorkomen, ofwel door middel van eenvoudige berekeningen daaruit af te leiden zijn.";

3. in artikel 6, lid 2, wordt het volgende zinsdeel geschrapt:

». . . en zenden zij aan de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten op gezette tijden gezamenlijk de afschriften van de wijzigingen die in de reeds verspreide inlichtingenformulieren zijn aangebracht.";

4. artikel 7, lid 2, wordt vervangen door:

»2. Dit certificaat belet evenwel niet dat een Lid-Staat dergelijke maatregelen neemt ten aanzien van voertuigen die niet in overeenstemming zijn met het goedgekeurde type.

Er is geen overeenstemming met het goedgekeurde type wanneer verschillen ten opzichte van het goedkeurings- en/of inlichtingenformulier worden geconstateerd, waartoe door de Lid-Staat die de goedkeuring heeft verleend, geen machtiging overeenkomstig artikel 6, lid 2 of lid 3, is gegeven. Voor zover de bijzondere richtlijnen grenswaarden bepalen, is er geen verschil ten opzichte van het goedgekeurde type wanneer deze grenswaarden in acht worden genomen.";

5. artikel 8 wordt vervangen door:

»Artikel 8

1. Indien de Lid-Staat die de EEG-goedkeuring heeft verleend, constateert dat voertuigen, voorzien van een certificaat van overeenstemming met eenzelfde type, niet in overeenstemming zijn met het door hem goedgekeurde type, neemt hij de nodige maatregelen opdat de overeenstemming van de produktie met het goedgekeurde type opnieuw wordt verzekerd. De bevoegde instanties van deze Lid-Staat stellen de bevoegde instanties van de overige Lid-Staten in kennis van de genomen maatregelen, die, in voorkomend geval, zelfs intrekking van de EEG-goedkeuring kunnen inhouden. 2. Indien een Lid-Staat constateert dat voertuigen, voorzien van een certificaat van overeenstemming, niet in overeenstemming zijn met het goedgekeurde type, kan deze Lid-Staat aan de Lid-Staat die de EEG-goedkeuring heeft verleend, verzoeken te controleren of de produktie in overeenstemming is met het goedgekeurde type. De Lid-Staat die de EEG-goedkeuring heeft verleend voert binnen zes maanden na dit verzoek de gevraagde controle op de overeenstemming van de produktie uit, zo nodig in samenwerking met de Lid-Staat die om de controle heeft verzocht.

Indien er een gebrek aan overeenstemming wordt geconstateerd, nemen de bevoegde instanties van de Lid-Staat die goedkeuring heeft verleend, de in lid 1 genoemde maatregelen.

3. De bevoegde instanties van de Lid-Staten stellen elkaar binnen een maand in kennis van de intrekking van een verleende EEG-goedkeuring en van de beweegredenen daarvoor.

4. Indien de Lid-Staat die de EEG-goedkeuring heeft verleend, het hem ter kennis gebrachte gebrek aan overeenstemming betwist, trachten de betrokken Lid-Staten het geschil op te lossen.

De Commissie wordt op de hoogte gehouden. Zij pleegt voor zover nodig, het dienstige overleg ten einde tot een oplossing te komen.";

6. Artikel 9 bis wordt vervangen door:

»Artikel 9 bis

1. Voor zover zulks uitdrukkelijk in de bijzondere richtlijnen wordt bepaald, mag de EEG-goedkeuring ook worden verleend voor typen van inrichtingen of van voertuigonderdelen die een technische eenheid vormen en voor onderdelen, in overeenstemming met de artikelen 3 tot en met 9 en artikel 14.

2. Als de goed te keuren technische eenheid of het onderdeel hun functie slechts vervullen of een bijzonder kenmerk slechts vertonen in samenhang met andere onderdelen van het voertuig en daarom het naleven van één of meer voorschriften slechts kan worden gecontroleerd indien de goed te keuren technische eenheid of het onderdeel in samenhang met andere gesimuleerde of echte onderdelen van het voertuig functioneert, dan moet de draagwijdte van de EEG-goedkeuring van de technische eenheid of van het onderdeel dienovereenkomstig worden beperkt. In het formulier voor de EEG-goedkeuring van een technische eenheid of van een onderdeel worden dan de eventuele beperkingen van het gebruik en de montagevoorschriften vermeld. Bij de EEG-goedkeuring van het voertuig wordt nagegaan of aan deze beperkingen en voorschriften de hand is gehouden.

3. De houder van een volgens de voorschriften van dit artikel verleende EEG-goedkeuring van een technische eenheid of van een onderdeel moet echter het in artikel 5, lid 3, bedoelde certificaat opstellen en op elke in overeenstemming met het goedgekeurde type vervaardigde eenheid of op elk onderdeel het handels- of fabrieksmerk, de type-aanduiding en, indien dit in de bijzondere richtlijn wordt voorgeschreven, het goedkeuringsnummer aanbrengen. In het laatste geval is er geen verplichting het in artikel 5, lid 3, bedoelde certificaat op te stellen.

4. De houder van een EEG-goedkeuringsformulier waarin, overeenkomstig de bepalingen van lid 2, beperkingen ten aanzien van het gebruik zijn opgenomen, moet bij elke gefabriceerde eenheid of bij elk gefabriceerd onderdeel uitgebreide informatie over deze beperkingen verstrekken en de montagevoorschriften vermelden.";

7. Artikel 10, lid 1, derde streepje, wordt vervangen door:

»- vult de betrokken Lid-Staat, op verzoek van de fabrikant of van diens gevolmachtigde en tegen overlegging van de volgens de bijzondere richtlijn vereiste informatie, het goedkeuringsformulier van de desbetreffende bijzondere richtlijn in. Een afschrift van dit formulier wordt afgegeven aan de aanvrager. De overige Lid-Staten aanvaarden, voor voertuigen van hetzelfde type, dit document als bewijs dat de vereiste controles werden verricht.".

Artikel 2

De in de bijlage van de onderhavige richtlijn vermelde documenten worden geacht gelijkwaardig te zijn met het goedkeuringsformulier waarnaar in artikel 10, lid 1, derde streepje, van Richtlijn 70/156/EEG wordt verwezen.

Artikel 3

1. De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke beperkingen in werking treden om uiterlijk op 1 oktober 1988 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

2. De Lid-Staten dragen er zorg voor de Commissie de tekst mee te delen van alle belangrijke bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 4

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten.

Gedaan te Luxemburg, 25 juni 1987.

Voor de Raad

De Voorzitter

H. DE CROO

(1) PB nr. C 48 van 25. 2. 1987, blz. 4.

(2) Advies uitgebracht op 19 juni 1987 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(3) PB nr. L 42 van 23. 2. 1970, blz. 1.

BIJLAGE

- EEG-goedkeuringsformulier voor een afzonderlijke technische eenheid;

- Model van een EEG-goedkeuringsformulier;

- Bijlage bij het EEG-goedkeuringsformulier voor een type voertuig;

- Bijlage bij het EEG-goedkeuringsformulier;

- Mededeling inzake de goedkeuring;

- Typegoedkeuringsformulier, gedeeltelijk ingevuld, voor een motorvoertuig waarvan het model is weergegeven in bijlage II van Richtlijn 70/156/EEG.

Top