Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984R2108

    Verordening (EEG) nr. 2108/84 van de Commissie van 23 juli 1984 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de bepaling van de maaswijdte van visnetten

    PB L 194 van 24.7.1984, p. 22–23 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/02/2003; opgeheven door 32003R0129

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1984/2108/oj

    31984R2108

    Verordening (EEG) nr. 2108/84 van de Commissie van 23 juli 1984 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de bepaling van de maaswijdte van visnetten

    Publicatieblad Nr. L 194 van 24/07/1984 blz. 0022 - 0023
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 2 blz. 0019
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 3 blz. 0060
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 2 blz. 0019
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 3 blz. 0060


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 2108/84 VAN DE COMMISSIE

    van 23 juli 1984

    houdende uitvoeringsbepalingen inzake de bepaling van de maaswijdte van visnetten

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 171/83 van de Raad van 25 januari 1983 houdende bepaalde technische maatregelen voor het behoud van de visbestanden (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1637/84 (2), en met name op artikel 6,

    Overwegende dat, met het oog op de naleving van de technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden, uitvoeringsbepalingen inzake de bepaling van de maaswijdte moeten worden vastgesteld;

    Overwegende dat daarom moet worden overgegaan tot vaststelling van de soorten maaswijdtemeters, de wijze waarop deze meters moeten worden gebruikt, de wijze waarop de te meten mazen moeten worden gekozen en gemeten, de wijze waarop de maaswijdte van het net moet worden berekend en de te volgen inspectieprocedure;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor de visbestanden,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Beschrijving van de maaswijdtemeters

    1. Een maaswijdtemeter die gebruikt wordt om maaswijdten te bepalen, moet 2 mm dik, plat, en vervaardigd zijn van duurzaam, vormvast materiaal. De maaswijdtemeter heeft hetzij een aantal zones met evenwijdige zijkanten en daartussen zones met zijkanten met aan elke zijde een schuinte van 1: 8, hetzij enkel zones met de genoemde schuinte. In het smalste gedeelte van de maaswijdtemeter is een opening aangebracht.

    2. De maaswijdtemeter is voorzien van het opschrift »EEG-maaswijdtemeter". Op de maaswijdtemeter wordt op de voorkant, zowel op de zones met parallelle zijkanten als, indien aanwezig, op de zones met schuine zijkanten, de breedte in millimeters vermeld. In het laatste geval wordt om de millimeter een merkteken aangebracht en op regelmatige afstanden de breedte vermeld.

    Artikel 2

    Gebruik van de maaswijdtemeter

    1. Het net dient te worden gestrekt in de richting van de grote diagonaal van de mazen.

    2. De maaswijdtemeter, zoals beschreven in artikel 1, wordt met het smalle uiteinde door de maas gestoken en wel zodanig dat deze loodrecht staat op het vlak van het net.

    3. De maaswijdtemeter wordt hetzij met handkracht, hetzij met gebruikmaking van een gewicht of een dynamometer door de maasopening gestoken, totdat hij bij de schuine zijkanten door de weerstand van de maas wordt tegengehouden.

    Artikel 3

    Keuze van de te meten mazen

    1. De te meten mazen moeten een reeks van 20 opeenvolgende mazen vormen die in de lengterichting van het net worden gekozen.

    2. Mazen op minder dan 50 cm afstand van een naad, touwwerk of de pooklijn worden niet gemeten. Deze afstand wordt gemeten in de richting loodrecht op een naad, touwwerk of de pooklijn met het net gestrekt in de richting van de meting. Mazen die geboet of die beschadigd zijn of waaraan voorzieningen zijn bevestigd, worden evenmin gemeten.

    3. In afwijking van lid 1 behoeven de te meten mazen niet opeenvolgend te zijn, indien de toepassing van lid 2 dit onmogelijk maakt.

    4. Netten dienen uitsluitend nat te worden gemeten en mogen niet bevroren zijn.

    Artikel 4

    Wijdte van de maas

    De wijdte van een maas dient gelijk te zijn aan de breedte van de maaswijdtemeter op het punt waar deze bij gebruik overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 wordt tegengehouden.

    Artikel 5

    Bepaling van de maaswijdte van het net

    De maaswijdte van het net is het rekenkundig gemiddelde, uitgedrukt in millimeters en afgerond op het naasthogere getal, van de gemeten maaswijdten van het totale, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 3 en 4 gekozen en gemeten aantal mazen. Het totale aantal te meten mazen is in artikel 6 vastgesteld.

    Artikel 6

    Inspectieprocedure

    1. De inspecterend ambtenaar dient één reeks van 20, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 gekozen mazen te meten, door de maaswijdtemeter met de hand door de maas te steken, zonder een gewicht of een dynamometer te gebruiken.

    De maaswijdte van het net wordt vervolgens overeenkomstig artikel 5 bepaald.

    Als de bepaling van de maaswijdte aantoont dat de maaswijdte niet in overeenstemming is met de geldende bepalingen, dienen nog twee reeksen van 20 overeenkomstig artikel 3 gekozen mazen te worden gemeten.

    De maaswijdte wordt dan opnieuw berekend overeenkomstig artikel 5, waarbij wordt uitgegaan van de zestig gemeten mazen. De aldus berekende maaswijdte is, onverminderd het bepaalde in lid 2, de maaswijdte van het net.

    2. Indien de kapitein van het vaartuig de overeenkomstig lid 1 bepaalde maaswijdte betwist, wordt die bepaling niet in aanmerking genomen en dient het net opnieuw te worden gemeten.

    Voor hermeting dient aan de maaswijdtemeter een gewicht of een dynamometer te worden bevestigd.

    De keuze voor het gewicht of de dynamometer staat ter beoordeling van de inspecterend ambtenaar.

    Het gewicht wordt aan de maaswijdtemeter bevestigd door het met een haakje op te hangen in de opening in het smalste gedeelte van de meter. De dynamometer mag worden bevestigd in de opening in het smalste gedeelte van de maaswijdtemeter of worden gebruikt aan het breedste uiteinde van die meter.

    De nauwkeurigheid van het gewicht en de dynamometer worden door de bevoegde nationale autoriteiten gecertificeerd.

    Voor netten met een maaswijdte van 35 millimeter of minder, bepaald overeenkomstig lid 1, wordt een kracht van 19,61 Newton (overeenkomend met een massa van 2 kg) gebruikt en voor andere netten een kracht van 49,03 Newton (overeenkomend met een massa van 5 kg).

    Indien ter bepaling van de maaswijdte overeenkomstig artikel 5 een gewicht of een dynamometer wordt gebruikt, wordt slechts één reeks van 20 mazen gemeten.

    Artikel 7

    Deze verordening treedt in werking op de negentigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 23 juli 1984.

    Voor de Commissie

    Giorgios CONTOGEORGIS

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. L 24 van 27. 1. 1983, blz. 14.

    (2) PB nr. L 156 van 13. 6. 1984, blz. 1.

    Top