31983L0264

++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 16 mei 1983

houdende vierde wijziging van Richtlijn 76/769/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten

( 83/264/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat het gebruik van tri-(2,3-dibroompropyl)fosfaat voor het onbrandbaar maken van textiel en kledingstukken bij Richtlijn 79/663/EEG ( 4 ) is verboden wegens het gevaar voor de gezondheid ; dat sedertdien uit onderzoek is gebleken dat twee andere brandwerende produkten , tris-(aziridinyl)fosfineoxide en polybroombifenylen ( PBB ) , schadelijk zijn voor de gezondheid en dus niet zouden mogen worden ebruikt in textielprodukten die bestemd zijn om in contact te komen met de huid ;

Overwegende dat 3,3'-dimethoxybenzidine wordt gebruikt voor de fabricage van niespoeder ; dat , ook al geeft de beschikbare informatie over het mutagene en carcinogene karakter van die stof geen uitsluitsel , de structuur van die stof , die verwant is aan die van benzidine , waarvan het carcinogene effect op de mens is aangetoond , tot grote voorzichtigheid moet manen tegenover de mogelijke gevaren van die stof voor de gezondheid ; dat niespoeder uiteraard in de eerste plaats wordt gebruikt door kinderen , die in principe een groep vormen die gevoelig is voor toxische chemische produkten en die dus een bijzondere bescherming moeten genieten ; dat die stof bijgevolg moet worden verboden in fop - en schertsartikelen zoals niespoeder ;

Overwegende dat bepaalde niespoeders op basis van planten gevaarlijk zijn voor de gebruiker , meer bepaald voor kinderen , en daarom in sommige Lid-Staten reeds zijn verboden ;

Overwegende dat ammoniumpolysulfiden een corrosief effect hebben en vooral aan de ogen ernstig en permanent letsel kunnen toebrengen ; dat de verbindingen daarvan die met name aan kinderen als fop - of schertsartikelen worden verkocht , bijzonder gevaarlijk zijn en dat het gebruik ervan dus moet worden verboden ;

Overwegende dat vluchtige esters van broomazijnzuur als traangas worden gebruikt ; dat deze een irriterend effect hebben en schadelijk kunnen zijn voor de ademhalingsorganen en de ogen ; dat zij bij sterke concentratie een corrosief effect hebben waardoor onherstelbaar letsel kan worden toegebracht aan de ogen ; dat zij niet mogen worden gebruikt door kinderen en dat het gebruik ervan als fop - of schertsartikelen derhalve moet worden verboden ;

Overwegende dat het reeds in enkele Lid-Staten met betrekking tot bovengenoemde stoffen uitgevaardigde verbod rechtstreeks van invloed is op de instelling of de werking van de gemeenschappelijke markt ; dat het derhalve noodzakelijk is de desbetreffende wettelijke bepalingen in de Lid-Staten onderling aan te passen en de bijlage van Richtlijn 76/769/EEG ( 5 ) dienovereenkomstig te wijzigen .

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Aan de bijlage bij Richtlijn 76/769/EEG worden de volgende punten toegevoegd :

" 8 . Tris-(aziridinyl)fosfineoxide CAS nr . 5455-55-1 * Niet toegelaten in textielartikelen die bestemd zijn om in contact te komen met de huid , bij voorbeeld kleding , onderkleding en linnengoed *

9 . Polybroombifenylen ( PBB ) CAS nr . 59536-65-1 * Niet toegelaten in textielartikelen die bestemd zijn om in contact te komen met de huid , bij voorbeeld kleding , onderkleding en linnengoed *

10 . Panama-poeder ( Quillaja saponaria en de derivaten daarvan die saponine bevatten * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorbeeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Poeder van de Helleborus viridiswortel en de Helleborus niger-wortel * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorbeeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Poeder van de witte nieswortel ( Veratrum album ) en de zwarte nieswortel ( Veratrum nigrum ) * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Benzidine en/of derivaten daarvan * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

* Nitrobenzaldehyde CAS nr . 552-89-6 * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Houtstof * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

11 . Ammoniumsulfide en ammoniumdisulfide CAS nr . 12135-76-1 , CAS nr . 12124-99-1 * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Ammoniumpolysulfide CAS nr . 12259/92-6 * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

12 . Vluchtige esters van broomazijnzuur : * *

Methylbroomacetaat CAS nr . 96-32-2 * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Ethylbroomacetaat CAS nr . 105-36-2 * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Propylbroomacetaat * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grondgebied toelaten . *

Butylbroomacetaat * Niet toegelaten in fop - en schertsartikelen of in voorwerpen die zijn bestemd om als zodanig te worden gebruikt , bij voorheeld als bestanddeel van niespoeder en stinkbommen . *

* De Lid-Staten kunnen stinkbommen met een inhoud van niet meer dan 1,5 ml echter wel op hun grodgebied toelaten . " *

Artikel 2

De Lid-Staten doen de bepalingen in werking treden die nodig zijn om binnen een termijn van achttien maanden na de kennisgeving van deze richtlijn ( 6 ) aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 16 mei 1983 .

Voor de Raad

De Voorzitter

I . KIECHLE

( 1 ) PB nr . C 288 van 10 . 11 . 1981 , blz . 7 .

( 2 ) PB nr . C 125 van 17 . 5 . 1982 , blz . 148 .

( 3 ) PB nr . C 112 van 3 . 5 . 1982 , blz . 42 .

( 4 ) PB nr . L 197 van 3 . 8 . 1979 , blz . 37 .

( 5 ) PB nr . L 262 van 27 . 9 . 1976 , blz . 201 .

( 6 ) Van deze richtlijn is de Lid-Staten kennis gegeven op 19 mei 1983 .