Επιλέξτε τις πειραματικές λειτουργίες που θέλετε να δοκιμάσετε

Το έγγραφο αυτό έχει ληφθεί από τον ιστότοπο EUR-Lex

Έγγραφο 31982R1836

Verordening (EEG) nr. 1836/82 van de Commissie van 7 juli 1982 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus

PB L 202 van 9.7.1982, σ. 23 έως 27 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

Νομικό καθεστώς του εγγράφου Δεν ισχύει πλέον, Ημερομηνία λήξης ισχύος: 01/07/1993; afgeschaft en vervangen door 31993R2131

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1982/1836/oj

31982R1836

Verordening (EEG) nr. 1836/82 van de Commissie van 7 juli 1982 tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus

Publicatieblad Nr. L 202 van 09/07/1982 blz. 0023 - 0027
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 25 blz. 0252
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 25 blz. 0252


*****

VERORDENING (EEG) Nr. 1836/82 VAN DE COMMISSIE

van 7 juli 1982

tot vaststelling van de procedure en de voorwaarden voor de verkoop van graan door de interventiebureaus

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2727/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1451/82 (2), en met name op artikel 7, lid 5, en artikel 8, lid 4,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 974/71 van de Raad van 12 mei 1971 betreffende bepaalde conjunctuurpolitieke maatregelen welke naar aanleiding van de tijdelijke verruiming van de fluctuatiemarges van de valuta's van sommige Lid-Staten dienen te worden genomen in de landbouwsector (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3605/81 (4), en met name op artikel 6,

Overwegende dat het interventiebureau graan kan kopen in het kader van een verplichte interventie als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 of in het kader van bijzondere en speciale interventiemaatregelen als bedoeld in artikel 8 van die verordening;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2738/75 van de Raad van 29 oktober 1975 tot vaststelling van de algemene interventievoorschriften in de sector granen (5) en artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 1146/76 van de Raad van 17 mei 1976 inzake bijzondere en speciale interventiemaatregelen in de sector granen (6), de graanvoorraden van de interventiebureaus via inschrijvingen te koop worden aangeboden; dat een verkoop bij opbod in bepaalde landen een traditionele handelspraktijk is en voor de verkoop op de markt van de Gemeenschap gelijk kan worden gesteld met een openbare inschrijving;

Overwegende dat, om alle gegadigden in de Gemeenschap een gelijke behandeling te garanderen, het houden van een openbare inschrijving moet worden medegedeeld via een bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen, waarbij redelijke termijnen in acht moeten worden genomen tussen deze bekendmaking en de eerste datum voor het indienen van de offertes; dat een dergelijke bekendmaking niet vereist is voor hoeveelheden van minder dan 1 000 ton;

Overwegende dat, overeenkomstig artikel 3 van de Verordeningen (EEG) nr. 2738/75 en (EEG) nr. 1146/76, het graan op de markt van de Gemeenschap moet worden verkocht tegen zodanige prijzen dat een verslechtering van de marktsituatie wordt voorkomen; dat dit doel kan worden bereikt indien de verkoopprijs, gelet op de kwaliteit van het aangeboden graan, gelijk is aan de prijs op de plaatselijke markt doch niet lager dan een bepaald niveau ten opzichte van de interventie- of de referentieprijs; dat het in acht nemen van dit prijsniveau in bijzondere gevallen niet strookt met een goed beheer van de markt of van de interventieregeling en aanleiding kan geven tot verstoring van de gemeenschappelijke marktordening; dat voor deze gevallen dus moet worden voorzien in de mogelijkheid om de interventievoorraden tegen bijzondere prijscondities af te zetten;

Overwegende bovendien dat de aankoop op de markt van graansoorten die voor bepaalde aanwendingen beter geschikt zijn, bijzonder moeilijk kan zijn; dat het derhalve aangewezen is te voorzien in de mogelijkheid om de voorziening van deze markt uit interventievoorraden te vergemakkelijken; dat deze mogelijkheid evenwel moet worden beperkt tot uitzonderlijke gevallen;

Overwegende dat graan voor de uitvoer moet worden verkocht tegen prijscondities die voor elk geval afzonderlijk moeten worden bepaald op grond van de ontwikkeling en de behoeften van de markt; dat een dergelijke verkoop evenwel geen distorsie van de uitvoer op de vrije markt mag veroorzaken; dat de Commissie derhalve op basis van de ingediende offertes een minimumverkoopprijs moet vaststellen;

Overwegende dat de Commissie de minimumverkoopprijs moet vaststellen rekening houdende met alle berekeningselementen die beschikbaar zijn op de dag dat de offertes worden ingediend; dat, om speculatie te voorkomen en om ervoor te zorgen dat alle gegadigden op gelijke voorwaarden aan de openbare inschrijving kunnen deelnemen, de offerte van de inschrijver vergezeld moet gaan van een aanvraag om voorfixatie van de uitvoerrestitutie en van het monetaire compenserende bedrag;

Overwegende dat de voorfixatie van het monetaire compenserende bedrag bij een inschrijving voor uitvoer een essentieel element vormt voor de ontvankelijkheid van een offerte; dat deze voorfixatie derhalve slechts kan worden geschorst via een uitdrukkelijke afwijking van de bepalingen van deze verordening;

Overwegende dat de offertes van de inschrijvers voor de verschillende partijen slechts onderling vergelijkbaar zijn voor graan dat zich in een zelfde situatie bevindt; dat het te koop aangeboden graan op verschillende plaatsen is opgeslagen; dat een betere

vergelijkbaarheid kan worden bereikt wanneer aan degene aan wie is gegund de gunstigste vervoerkosten tussen de plaats waar het toegewezen graan is opgeslagen en de plaats van grensoverschrijding worden terugbetaald; dat deze kosten om budgettaire redenen evenwel slechts kunnen worden terugbetaald voor de plaats van grensoverschrijding die met de minste kosten kan worden bereikt; dat deze plaats moet worden aangewezen met inachtneming van de beschikbare technische voorzieningen voor de uitvoer van graan;

Overwegende dat, ten einde rekening te houden met de positie van de exporteur aan wie is gegund op de markt van bepaalde derde landen, moet worden voorzien in de mogelijkheid om de overeenkomst met het interventiebureau te annuleren; dat dit echter alleen gerechtvaardigd is wanneer degene aan wie is gegund een uitvoercertificaat heeft aangevraagd overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EEG) nr. 3183/80 van de Commissie van 3 december 1980 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van invoer-, uitvoer- en voorfixatiecertificaten voor landbouwprodukten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 49/82 (2);

Overwegende dat een openbare inschrijving alleen normaal kan verlopen indien de gegadigden ernstige offertes indienen; dat dit doel kan worden bereikt door een waarborg te doen stellen die wordt vrijgegeven bij betaling van de verkoopprijs binnen de vastgestelde termijn;

Overwegende dat bij een openbare inschrijving voor uitvoer moet worden gegarandeerd dat het graan niet opnieuw op de markt van de Gemeenschap wordt verkocht; dat dit risico bestaat wanneer de verkoopprijs lager is dan de minimumprijs die in acht moet worden genomen wanneer het graan opnieuw op de markt van de Gemeenschap wordt verkocht; dat in dit geval een tweede waarborg moet worden gesteld waarvan het bedrag gelijk moet zijn aan het verschil tussen de verkoopprijs en deze minimumprijs; dat bijgevolg deze waarborg slechts kan worden vrijgegeven indien de exporteur aan wie is gegund de bewijzen overlegt als bedoeld in artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2730/79 van de Commissie van 29 november 1979 houdende gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake het stelsel van restituties bij uitvoer voor landbouwprodukten (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 202/82 (4);

Overwegende dat er, om de interventievoorraden snel en volgens de bestaande handelspraktijken te kunnen afzetten, moet worden bepaald dat de rechten en de verplichtingen die uit de gunning voortvloeien, binnen een bepaalde termijn moeten worden uitgeoefend respectievelijk nagekomen;

Overwegende dat het Comité van beheer voor granen geen advies heeft uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

VASTGESTELD:

Artikel 1

1. Graan dat op grond van artikel 7 en artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 door de interventiebureaus is aangekocht, wordt, onder de voorwaarden als omschreven in de hiernavolgende artikelen, opnieuw verkocht via openbare inschrijvingen, met inbegrip van verkoop bij opbod wat betreft de afzet op de markt van de Gemeenschap.

2. In de onderhavige verordening wordt onder openbare inschrijving verstaan het in concurrentiepositie brengen van de gegadigden door middel van een inschrijving; de partij wordt gegund aan degene die overeenkomstig de bepalingen van deze verordening de gunstigste offerte heeft gedaan.

TITEL I

Afzet op de markt van de Gemeenschap

Artikel 2

1. Voor elke inschrijving wordt het bericht van inschrijving op de volgende wijze bekendgemaakt:

a) de Lid-Staat deelt de Commissie mede voor hoeveel graan en voor welke soort graan een openbare inschrijving wordt gehouden;

b) uiterlijk vijf werkdagen na de ontvangst van de sub a) bedoelde mededeling wordt een mededeling betreffende de openbare inschrijving bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen;

c) tussen de datum van de sub b) bedoelde bekendmaking en de door de Lid-Staat vastgestelde laatste dag van de eerste termijn voor de indiening van de offertes dient een termijn van ten minste tien dagen in acht te worden genomen;

d) de interventiebureaus stellen een bericht van inschrijving op overeenkomstig de bepalingen van artikel 12 en zorgen voor de bekendmaking daarvan, met name door aanplakking in de zetel van het interventiebureau. Zij bepalen hierin in het geval van permanente inschrijving de uiterste data van het indienen van de offertes voor iedere deelinschrijving.

2. Het bepaalde in lid 1, sub a), b) en c), geldt niet voor openbare inschrijvingen die betrekking hebben op hoeveelheden van minder dan 1 000 ton.

Artikel 3

In het bericht van inschrijving wordt vastgesteld op welke minimumhoeveelheden de offertes betrekking moeten hebben.

Artikel 4

In uitzonderlijke gevallen kan het interventiebureau volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 worden gemachtigd de inschrijving tot bepaalde aanwendingen te beperken.

In dat geval maakt het in artikel 2, lid 1, sub d), bedoelde bericht melding van deze aanwendingen.

Artikel 5

1. De prijs in de in aanmerking genomen offerte moet ten minste overeenkomen met de prijs geconstateerd voor een overeenkomstige kwaliteit op de markt van de plaats waar het graan is opgeslagen of bij ontbreken van een dergelijke prijs op de dichtstbijzijnde markt, rekening houdend met de transportkosten. Hij mag in geen geval lager zijn dan de op de laatste dag van de termijn voor de indiening van de offertes geldende interventie- of referentieprijs, welke prijzen:

a) verhoogd worden met 1 %, behalve in de twaalfde maand van het verkoopseizoen;

b) vóór deze verhoging eventueel aangepast worden:

- wat betreft bepaalde rassen durumtarwe, overeenkomstig artikel 4, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 1570/77 (1);

- wat betreft broodrogge, met de bijzondere toeslag als bedoeld in artikel 6, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 1570/77,

- wat betreft zachte tarwe van een mindere bakkwaliteit dan de gemiddelde, overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1629/77 (2).

2. Voor de toepassing van lid 1 is de voor de elfde en de twaalfde maand van het verkoopseizoen in aanmerking te nemen interventieprijs en referentieprijs, de prijs voor de tiende maand, vermeerderd met respectievelijk een of twee maandelijkse verhogingen.

3. Indien in de loop van een verkoopseizoen blijkt dat de werking van de gemeenschappelijke marktordening wordt verstoord, met name omdat het moeilijk is het graan te verkopen tegen prijzen die beantwoorden aan de in lid 1 genoemde voorwaarden, kunnen bijzondere voorwaarden worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75.

Artikel 6

De betrokken Lid-Staat stelt de Commissie in de tweede maand volgende op de maand waarin de inschrijving wordt afgesloten, in kennis van het verloop hiervan, onder opgave met name van de gemiddelde verkoopprijzen van de verschillende partijen en de verkochte hoeveelheden.

TITEL II

Verkoop voor uitvoer

Artikel 7

1. Tot een openbare inschrijving voor uitvoer wordt besloten volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75. Bij dit besluit worden met name vastgesteld:

a) de hoeveelheden waarop de inschrijving betrekking heeft;

b) de gebieden waar deze hoeveelheden zijn opgeslagen;

c) voor bijzondere inschrijvingen, de uiterste datum waarop de offertes moeten worden ingediend en, voor een permanente inschrijving, de eerste en de laatste termijn voor het indienen van de offertes.

Het in de vorige alinea bedoelde besluit wordt aan de gegadigden medegedeeld via een bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Tussen de datum van deze bekendmaking en de datum van de laatste dag van de eerste termijn voor het indienen van de offertes, wordt een termijn van ten minste 15 dagen in acht genomen.

2. In het in artikel 12 bedoelde bericht van inschrijving vermeldt het interventiebureau voor iedere partij de haven of de plaats van grensoverschrijding die met de minste vervoerkosten kan worden bereikt en waar voldoende technische voorzieningen aanwezig zijn voor de uitvoer van het graan waarvoor de inschrijving wordt gehouden.

De laagste vervoerkosten tussen de plaats van opslag en de plaats van lading in de bovenbedoelde haven of plaats van grensoverschrijding worden voor de uitgevoerde hoeveelheden door het interventiebureau vergoed aan de uitvoerder aan wie is gegund. In uitzonderlijke gevallen kan volgens de in lid 1 bedoelde procedure worden besloten dat het transport geregeld kan worden door het interventiebureau onder dezelfde voorwaarden.

3. Bij permanente inschrijvingen bepaalt het interventiebureau voor elke deelinschrijving de uiterste datum voor het indienen van de offertes.

Artikel 8

1. De offertes:

a) kunnen worden geweigerd indien ze betrekking hebben op partijen van minder dan 500 ton;

b) kunnen worden gedaan onder de voorwaarde dat bepaalde hoeveelheden worden gegund;

c) worden beschouwd als zijnde gedaan voor granen geleverd maar niet gelost in de haven of in de plaatsen van grensoverschrijding als bedoeld in artikel 7, lid 2,

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 13, lid 2, zijn offertes slechts geldig indien:

a) zij vergezeld gaan van een aanvraag voor een uitvoercertificaat, alsmede van een aanvraag om voorfixatie van de restitutie of van de heffing bij uitvoer naar de betrokken bestemming. Onder bestemming wordt verstaan: alle landen waarvoor een zelfde restitutie of heffing bij uitvoer is vastgesteld;

b) zij vergezeld gaan van een aanvraag om voorfixatie van het monetaire compenserende bedrag;

c) ingeval de geboden prijs lager is dan de interventie- of de referentieprijs vermeerderd met 1 %, zij vergezeld gaan van een door een kredietinstelling geviseerde schriftelijke verbintenis van de inschrijver om uiterlijk twee werkdagen na de dag van ontvangst van de in artikel 15 bedoelde kennisgeving van gunning, een waarborg te stellen ter dekking van het verschil tussen deze prijzen.

Artikel 9

1. In afwijking van artikel 21, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 3183/80 worden de uitvoercertificaten die zijn afgegeven op grond van deze verordening, wat de bepaling van hun geldigheidsduur betreft, beschouwd als zijnde afgegeven op de laatste dag van de termijn voor het indienen van de offertes.

2. Het in artikel 8, lid 2, sub b), bedoelde monetaire compenserende bedrag is het bedrag dat van toepassing is op de laatste dag van iedere termijn voor het indienen van de offertes.

3. Schorsing van de voorfixatie van het monetaire compenserende bedrag vindt niet plaats, tenzij in de schorsingsverordening is bepaald dat het onderhavige lid niet van toepassing is.

Artikel 10

Na afloop van iedere termijn voor het indienen van de offertes legt de betrokken Lid-Staat de Commissie een anonieme lijst voor waarop met name voor iedere offerte de hoeveelheid, de prijs, de restitutie, het vooraf vastgestelde monetaire compenserende bedrag en de daarop betrekking hebbende toeslagen of kortingen zijn vermeld. Volgens de procedure van artikel 26 van Verordening (EEG) nr. 2727/75 stelt de Commissie de minimumverkoopprijs vast of besluit zij geen gevolg te geven aan de ontvangen offertes.

De minimumverkoopprijs wordt vastgesteld:

- op een zodanig peil dat de overige uitvoer er niet door wordt gestoord;

- onder verwijzing naar de in Verordening (EEG) nr. 2731/75 (1) omschreven standaardkwaliteit.

Artikel 11

Ingeval de door de inschrijver overeenkomstig artikel 8, lid 2, sub a), ingediende aanvraag om een uitvoercertificaat is gebaseerd op artikel 43 van Verordening (EEG) nr. 3183/80, annuleert het interventiebureau de overeenkomst voor de hoeveelheden waarvoor het certificaat niet overeenkomstig de bepalingen van dat artikel is afgegeven.

TITEL III

Algemene bepalingen en slotbepalingen

Artikel 12

De interventiebureaus maken ten minste 12 dagen vóór de datum die is vastgesteld als laatste dag van de eerste termijn voor het indienen van de offertes, een bericht van inschrijving bekend waarin zijn vermeld:

- de aanvullende bepalingen en voorwaarden inzake verkoop welke in overeenstemming zijn met de bepalingen van deze verordening;

- de belangrijkste fysische en technische kenmerken van de verschillende partijen die bij de aankoop door het interventiebureau of tijdens later uitgevoerde controles zijn geconstateerd;

- de opslagplaatsen, alsmede de naam en het adres van het opslagbedrijf.

Dit bericht wordt onverwijld aan de Commissie medegedeeld.

Artikel 13

1. De offertes gelden voor de in Verordening (EEG) nr. 2731/75 omschreven standaardkwaliteit; zij kunnen na de indiening niet meer worden gewijzigd of ingetrokken.

Indien de kwaliteit van het graan afwijkt van de standaardkwaliteit, wordt de verkoopprijs aangepast door toepassing van toeslagen of kortingen overeenkomstig artikel 7, lid 5, en artikel 8, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2727/75, met uitzondering van de in artikel 5, lid 1, sub b), genoemde specifieke aanpassingen.

2. De offertes zijn slechts geldig indien zij vergezeld gaan van het bewijs dat de inschrijver een waarborg van 5 Ecu per ton heeft gesteld.

Artikel 14

De interventiebureaus nemen de nodige maatregelen om de gegadigden in staat te stellen zich vóór het indienen van de offertes te vergewissen van de kwaliteit van het te koop aangeboden graan.

Artikel 15

Het interventiebureau stelt alle inschrijvers onmiddellijk in kennis van het resultaat van hun deelneming aan de inschrijving. Het interventiebureau deelt aan degenen aan wie de inschrijving is gegund, via een aangetekende brief, een telexbericht of een telegram mede dat de inschrijving hun is gegund.

Artikel 16

Degene aan wie is gegund betaalt het graan voordat het wordt opgehaald en uiterlijk binnen een maand na de datum van de verzending van de in artikel 15 bedoelde mededeling. De risico's en de opslagkosten voor het graan dat niet binnen de betalingstermijn wordt afgehaald, komen te zijnen laste.

Gedurende het verkoopseizoen 1982/1983 kan de in de eerste alinea bedoelde termijn voor de betaling met een maand verlengd worden. Gedurende deze bijkomende periode zijn de opslagkosten voor rekening van degene aan wie is gegund.

Indien degene aan wie is gegund het graan niet heeft betaald binnen de in de vorige alinea's bedoelde termijn, wordt het contract door het interventiebureau geannuleerd voor de niet betaalde hoeveelheden.

Artikel 17

1. Voor het stellen van de in deze verordening bedoelde waarborg heeft de inschrijver de keuze tussen contante betaling of een garantie van een instelling die aan de door iedere Lid-Staat vastgestelde criteria beantwoordt.

2. De in artikel 13, lid 2, bedoelde waarborg wordt vrijgegeven voor de hoeveelheden waarvoor:

- de offerte niet in aanmerking is genomen,

- de verkoopprijs binnen de vastgestelde termijn is betaald.

3. De in artikel 8, lid 2, sub c), bedoelde waarborg wordt vrijgegeven voor de hoeveelheden waarvoor:

- het bewijs is geleverd dat het produkt ongeschikt is gemaakt voor menselijke en dierlijke consumptie,

- de in artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2730/79 bedoelde bewijzen zijn overgelegd,

- het certificaat niet overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EEG) nr. 3183/80 is afgegeven,

- het contract is geannuleerd overeenkomstig artikel 16, derde alinea.

4. De in artikel 13, lid 2, bedoelde waarborg wordt verbeurd voor de hoeveelheden waarvoor:

- de in artikel 43, lid 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 3183/80 bedoelde waarborg is verbeurd,

- behoudens overmacht, de betaling niet is gedaan binnen de in artikel 16 bedoelde termijn.

5. Behoudens overmacht, wordt de in artikel 8, lid 2, sub c), bedoelde waarborg verbeurd voor de hoeveelheden waarvoor de in artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2730/79 bedoelde bewijzen niet zijn overgelegd binnen de in artikel 31 van die verordening bedoelde termijn.

Artikel 18

Verordening (EEG) nr. 376/70 wordt ingetrokken. Zij blijft van toepassing op de vóór 1 augustus 1982 geopende inschrijvingen.

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 augustus 1982.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Brussel, 7 juli 1982.

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 1.

(2) PB nr. L 164 van 14. 6. 1982, blz. 1.

(3) PB nr. L 106 van 12. 5. 1971, blz. 1.

(4) PB nr. L 362 van 17. 12. 1981, blz. 2.

(5) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 49.

(6) PB nr. L 130 van 19. 5. 1976, blz. 9.

(1) PB nr. L 338 van 13. 12. 1980, blz. 1.

(2) PB nr. L 7 van 12. 1. 1982, blz. 7.

(3) PB nr. L 317 van 12. 12. 1979, blz. 1.

(4) PB nr. L 21 van 29. 1. 1982, blz. 23.

(1) PB nr. L 174 van 14. 7. 1977, blz. 18.

(2) PB nr. L 181 van 21. 7. 1977, blz. 26.

(1) PB nr. L 281 van 1. 11. 1975, blz. 22.

Επάνω