This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31982D0461
82/461/EEC: Council Decision of 24 June 1982 on the conclusion of the Convention on the conservation of migratory species of wild animals
82/461/EEG: Besluit van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten
82/461/EEG: Besluit van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten
PB L 210 van 19.7.1982, p. 10–10
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)
In force
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1982/461/oj
82/461/EEG: Besluit van de Raad van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten
Publicatieblad Nr. L 210 van 19/07/1982 blz. 0010 - 0022
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0010
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 3 blz. 0215
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 4 blz. 0010
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 3 blz. 0215
++++ BESLUIT VAN DE RAAD van 24 juni 1982 betreffende de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten ( 82/461/EEG ) DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) , Overwegende dat een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu is vastgesteld bij de verklaring van 22 november 1973 ( 3 ) en aangevuld bij de resolutie van 17 mei 1977 ( 4 ) ; dat het in deze teksten neergelegde milieubeleid van de Gemeenschap tot doel heeft de verbetering van de kwaliteit van het bestaan en de bescherming van het natuurlijke milieu ; Overwegende dat de Raad Richtlijn 79/409/EEG inzake het behoud van de vogelstand heeft aangenomen ( 5 ) ; Overwegende dat de Gemeenschap heeft deelgenomen aan de onderhandelingen over de sluiting van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten ; Overwegende dat de sluiting door de Gemeenschap van het Verdrag noodzakelijk is om de Gemeenschap in staat te stellen te onderhandelen over de in dat Verdrag genoemde regionale overeenkomsten en deze te sluiten , voor zover deze overeenkomsten onder de exclusieve bevoegdheid vallen die de Gemeenschap ontleent aan Richtlijn 79/409/EEG ; Overwegende dat de sluiting van het Verdrag door de Gemeenschap niet betekent dat de exclusieve bevoegdheden van de Gemeenschap worden verruimd , onverminderd de besluiten die de Gemeenschap later zal vaststellen ; Overwegende dat Groenland , gezien zijn bijzondere natuurlijke situatie en de levensomstandigheden van de bevolking ervan , van het toepassingsgebied van het Verdrag dient te worden uitgesloten , BESLUIT : Artikel 1 Het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten wordt namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd . De tekst van het Verdrag is aan dit besluit gehecht . Artikel 2 De Voorzitter van de Raad verricht de nederlegging van de akte van toetreding bedoeld in artikel XVII van het Verdrag voor de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap onder de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden van toepassing is , met uitzondering van Groenland . Gedaan te Luxemburg , 24 juni 1982 . Voor de Raad De Voorzitter F . AERTS ( 1 ) PB nr . C 327 van 14 . 12 . 1981 , blz . 95 . ( 2 ) PB nr . C 300 van 18 . 11 . 1980 , blz . 15 . ( 3 ) PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 , blz . 1 . ( 4 ) PB nr . C 139 van 13 . 6 . 1977 , blz . 1 . ( 5 ) PB nr . L 103 van 25 . 4 . 1979 , blz . 1 . VERDRAG Inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten DE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN , Erkennende dat wilde dieren in hun geweldige vormenrijkdom waarin zij voorkomen een onvervangbaar bestanddeel zijn van de natuurlijke systemen der aarde die voor het welzijn van de mens behouden dienen te worden ; Zich ervan bewust dat iedere menselijke generatie verantwoordelijkheid draagt voor de rijkdommen der aarde voor de komende generaties en tot taak heeft ervoor te zorgen dat dit erfgoed wordt behouden en dat , wanneer hiervan gebruik wordt gemaakt , zulks op verstandige wijze geschiedt ; Zich bewust van de steeds toenemende betekenis van wilde dieren voor ons leefmilieu en vanuit ecologisch , genetisch , wetenschappelijk , esthetisch , recreatief , cultureel , educatief , sociaal en economisch oogpunt ; Bezorgd , met name , over die wilde dieren die tijdens hun trek landsgrenzen passeren , of bepaalde landen verlaten ; Erkennende dat op de Staten de plicht rust de trekkende soorten wilde dieren die binnen hun landsgrenzen leven of hun landen passeren , te beschermen ; Ervan overtuigd dat een doeltreffend behoud en beheer van de trekkende soorten van wilde dieren om gezamenlijke maatregelen vraagt van de zijde van alle Staten binnen de landsgrenzen waarvan deze soorten een deel van hun levenscyclus doorbrengen ; Herinnerend aan Aanbeveling 32 van het Actieplan , aanvaard door de Conferentie van de Verenigde Naties over het Leefmilieu ( Stockholm , 1972 ) , waarvan de zevenentwintigste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met voldoening heeft kennis genomen , ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT : Artikel 1 Uitlegging 1 . Voor de toepassing van dit Verdrag , wordt verstaan onder : a ) " Trekkende soorten " : de gehele populatie of een geografisch gescheiden deel van de populatie van een bepaalde soort of lager taxon wilde dieren , waarvan een belangrijk gedeelte één of meer landsgrenzen periodiek en op een te voorziene wijze overschrijdt ; b ) " Mate en aard van de bescherming van een trekkende soort " : het geheel van invloeden waaraan de trekkende soort is blootgesteld en dat op lange termijn de verspreiding ervan en de omvang van haar populatie kan beïnvloeden ; c ) " De mate en aard van de bescherming " wordt als " gunstig " beschouwd wanneer : 1 . de gegevens betreffende de populatiedynamiek van de desbetreffende trekkende soort erop wijzen dat deze soort - op de lange termijn - zich handhaaft als een levensvatbaar bestanddeel van de ecosystemen waartoe zij behoort ; 2 . de omvang van het verspreidingsgebied van deze trekkende soort niet inkrimpt en ook op lange termijn niet kleiner dreigt te worden ; 3 . er een leefgebied van voldoende omvang aanwezig is en ook in een te voorziene toekomst zal blijven bestaan , waar de populatie van deze trekkende soort zich op lange termijn zal kunnen handhaven ; 4 . de verspreiding en de populatiegrootte van deze trekkende soort ongeveer even groot zijn als in het verleden , voor zover er voor deze soort in wezen geschikte ecosystemen bestaan en voor zover een en ander verenigbaar is met een verstandig beheer van de wilde dieren en hun leefgebieden ; d ) " De mate en de aard van de bescherming " wordt als " niet-gunstig " beschouwd indien aan één van de sub c ) hierboven genoemde voorwaarden niet is voldaan ; e ) betekent " bedreigd " ten aanzien van een bepaalde trekkende soort dat deze binnen haar gehele verspreidingsgebied of op een belangrijk gedeelte daarvan dreigt uit te sterven ; f ) betekent " verspreidingsgebied " alle land - en wateromvattende gebieden waarbinnen een trekkende soort leeft of tijdelijk verblijft of waardoor zij trekt of waarover zij vliegt op een bepaald moment op de gebruikelijke trekroute ; g ) betekent " leefgebied " ieder gebied binnen het verspreidingsgebied van een trekkende soort , waar de voor deze soort geschikte levensomstandigheden aanwezig zijn ; h ) betekent " Staat die deel uitmaakt van het verspreidingsgebied " , ten aanzien van een bepaalde trekkende soort , iedere Staat en eventueel iedere andere partij , bedoeld sub k ) hieronder , die rechtsbevoegdheid uitoefent over enigerlei deel van het verspreidingsgebied van die trekkende soort of ook een Staat waarvan de schepen de vlag van die Staat voeren en die buiten de landsgrenzen worden ingezet om dieren aan de populatie van die soort te onttrekken ; i ) wordt onder " het onttrekken van dieren aan de populatie " verstaan het onttrekken , jagen , vissen , vangen , opjagen , opzettelijk doden of het trachten één van de bovengenoemde handelingen te verrichten ; j ) wordt onder " overeenkomst " verstaan een internationale overeenkomst strekkende tot het behoud van één of meer trekkende soorten in de zin van de artikelen IV en V van dit Verdrag , k ) wordt onder " partij " verstaan een Staat of iedere uit soevereine Staten bestaande regionale organisatie voor economische integratie , die bevoegd is tot het onderhandelen over , het sluiten en het toepassen van internationale overeenkomsten op de gebieden die door dit Verdrag worden bestreken , ten aanzien waarvan dit Verdrag van kracht is . 2 . De bij dit Verdrag partij zijnde regionale organisaties voor economische integratie oefenen , wat aangelegenheden die binnen hun bevoegdheid vallen , betreft , zelfstandig de rechten uit en dragen zelfstandig de verantwoordelijkheden die door dit Verdrag aan de Lid-Staten ervan worden toegekend . In deze gevallen zijn de Lid-Staten van deze organisaties niet gerechtigd deze rechten afzonderlijk uit te oefenen . 3 . Wanneer in dit Verdrag wordt bepaald dat een besluit wordt genomen met een meerderheid van twee derde of met algemene stemmen van de " aanwezige en stemuitbrengende partijen " , dan betekent dit " de partijen die aanwezig zijn en die een positieve of negatieve stem hebben uitgebracht " . Voor het bepalen van de meerderheid wordt bij het tellen van de stemmen van de " aanwezige en stemuitbrengende partijen " geen rekening gehouden met onthoudingen . Artikel II Grondbeginselen 1 . De partijen erkennen dat het van belang is dat trekkende soorten worden behouden en dat de Staten die deel uitmaken van het verspreidingsgebied , telkens wanneer dit mogelijk en wenselijk is , overeenstemming bereiken over de daartoe te nemen maatregelen , waarbij zij bijzondere aandacht dienen te besteden aan die trekkende soorten waarvan de mate en de aard van de bescherming niet gunstig is en waarbij ieder afzonderlijk of in onderlinge samenwerking de noodzakelijke maatregelen dient te nemen voor het behoud van deze soorten en hun leefgebieden . 2 . De partijen erkennen de noodzaak tot het nemen van maatregelen om te voorkomen dat een trekkende soort een bedreigde soort wordt . 3 . In het bijzonder dienen de partijen : a ) onderzoek betreffende trekkende soorten te bevorderen , te ondersteunen of hieraan hun medewerking te verlenen ; b ) alles in het werk te stellen om aan de trekkende soorten , vermeld in bijlage I , onmiddellijke bescherming te verlenen ; c ) alles in het werk te stellen om overeenkomsten te sluiten betreffende het behoud en het beheer van de in bijlage II vermelde trekkende soorten . Artikel III Bedreigde trekkende soorten : bijlage I 1 . In bijlage I worden de bedreigde trekkende soorten vermeld . 2 . Een trekkende soort kan in bijlage I worden vermeld , mits op grond van betrouwbare gegevens , met inbegrip van de beste wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn , is vastgesteld dat deze soort wordt bedreigd . 3 . Een trekkende soort kan van de lijst in bijlage I worden afgevoerd wanneer de Conferentie der partijen vaststelt : a ) dat uit betrouwbare gegevens , met inbegrip van de beste wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn , blijkt dat deze soort niet langer wordt bedreigd ; b ) dat deze soort niet het gevaar loopt opnieuw te worden bedreigd wanneer deze van de lijst in bijlage I wordt afgevoerd en dientengevolge niet meer wordt beschermd . 4 . De partijen die Staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van een trekkende soort die in bijlage I is vermeld , stellen alles in het werk om : a ) de leefgebieden van deze soort die van belang zijn om het dreigend gevaar van uitsterven af te wenden , te behouden , en , waar dit mogelijk en passend is , in hun oude staat terug te brengen ; b ) de negatieve gevolgen van activiteiten of hindernissen die de trek van bedoelde soort ernstig belemmeren of onmogelijk maken , naar gelang van de situatie te voorkomen , weg te nemen , te compenseren of te verkleinen ; c ) voor zover dit mogelijk en passend is , die invloeden te voorkomen , te verzachten of in de hand te houden , die deze soort bedreigen of ernstiger kunnen gaan bedreigen , met name door het uitzetten van uitheemse soorten strikt aan banden te leggen of door reeds aanwezige uitheemse soorten strikt in de hand te houden , hun aantallen te beperken of ze uit te roeien . 5 . De partijen die Staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van een in bijlage I vermelde trekkende soort , verbieden het onttrekken van dieren aan de populatie van deze soort . Van dit verbod mag slechts worden afgeweken indien : a ) het onttrekken voor wetenschappelijke doeleinden geschiedt ; b ) het onttrekken geschiedt met het oogmerk verbetering te brengen in de voortplanting of het voortbestaan van deze soort ; c ) het onttrekken geschiedt om aan de behoeften van hen voor wie deze soort vanouds een gebruikelijk middel van bestaan vertegenwoordigt , te voldoen ; d ) bijzondere omstandigheden zulks vereisen ; mits deze uitzonderingen , wat de aard ervan betreft , nauwkeurig zijn omschreven en beperkt blijven in ruimte en tijd en geen nadelige gevolgen hebben voor deze soort . 6 . De Conferentie der partijen kan de partijen die Staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van een trekkende soort die in bijlage I is vermeld , aanbevelen iedere andere maatregel te nemen die voor het voortbestaan van deze soort bevorderlijk wordt geacht . 7 . De partijen doen zo spoedig mogelijk het Secretariaat mededeling van iedere uitzondering , toegestaan krachtens het bepaalde in het vijfde lid van dit artikel . Artikel IV Trekkende soorten waarover overeenkomsten dienen te worden gesloten : bijlage II 1 . In bijlage II worden de trekkende soorten vermeld waarvan de mate en aard van de bescherming niet gunstig is en waarvoor , in verband met het behoud en het beheer ervan , internationale overeenkomsten moeten worden gesloten , alsmede de trekkende soorten waarvan de mate en de aard van de bescherming aanzienlijk gebaat zouden zijn bij de internationale samenwerking die uit een internationale overeenkomst zou voortvloeien . 2 . Wanneer de omstandigheden zulks rechtvaardigen , kan een trekkende soort zowel in bijlage I als in bijlage II worden vermeld . 3 . De partijen die Staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van de trekkende soorten die in bijlage II zijn vermeld , stellen , wanneer deze soorten hiermee gebaat zijn , alles in het werk overeenkomsten te sluiten . Zij dienen daarbij aan die soorten waarvan de mate en de aard van de bescherming niet gunstig zijn , voorrang te verlenen . 4 . De partijen worden verzocht maatregelen te nemen ten einde overeenkomsten te sluiten voor een gedeelte van de populatie of een geografisch afgezonderd gedeelte van de populatie van een soort of een lager taxon van wilde dieren , waarvan een gedeelte periodiek één of meer landsgrenzen overschrijdt . 5 . Een afschrift van iedere overeenkomst die is gesloten overeenkomstig het bepaalde in dit artikel , wordt aan het Secretariaat toegezonden . Artikel V Richtlijnen voor het sluiten van overeenkomsten 1 . Het doel van iedere overeenkomst is het herstellen of het handhaven van een voldoende mate en aard van bescherming voor iedere desbetreffende trekkende soort . Iedere overeenkomst dient die aspecten van het behoud en het beheer van deze trekkende soort , die het mogelijk maken dit doel te bereiken , tot onderwerp te hebben . 2 . Iedere overeenkomst dient het gehele verspreidingsgebied van de desbetreffende trekkende soort te omvatten en dient open te staan voor toetreding door alle Staten die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van deze soort , ongeacht of zij partij bij dit Verdrag zijn . 3 . Een overeenkomst dient , telkens wanneer dit mogelijk is , op meer dan één trekkende soort betrekking te hebben . 4 . In iedere overeenkomst : a ) dient een beschrijving van de desbetreffende trekkende soort te worden gegeven ; b ) dient een omschrijving van het verspreidingsgebied en de trekroute van deze soort te worden gegeven ; c ) dient te worden bepaald dat iedere partij de nationale autoriteit aanwijst die zal worden belast met de uitvoering van de overeenkomst ; d ) dient , waar nodig , te worden voorzien in de instelling van passende organen om behulpzaam te zijn bij de uitvoering van de overeenkomst , om toe te zien op de doeltreffendheid ervan en om rapporten voor de Conferentie der partijen op te stellen ; e ) dienen procedures voor de regeling van eventuele geschillen tussen de partijen bij de overeenkomst te worden vastgesteld ; f ) dient , tenminste ten aanzien van iedere tot de orde van de Cetacea behorende trekkende soorten iedere onttrekking van dieren aan de populatie te worden verboden die niet ten aanzien van deze trekkende soort is toegestaan krachtens enigerlei andere multilaterale overeenkomst . Er dient tevens te worden bepaald dat Staten die geen deel uitmaken van het verspreidingsgebied van deze trekkende soort , tot deze overeenkomst kunnen toetreden . 5 . In iedere overeenkomst dient , wanneer zulks wenselijk en mogelijk blijkt te zijn , tevens en met name te worden voorzien in : a ) een periodiek onderzoek naar de mate en de aard van de bescherming van de desbetreffende trekkende soort alsmede naar de factoren die schade zouden kunen berokkenen aan deze bescherming ; b ) gecoordineerde plannen voor behoud en beheer ; c ) onderzoek naar de ecologie en de populatiedynamiek van de desbetreffende trekkende soort , waarbij aan de trek bijzondere aandacht wordt besteed ; d ) uitwisseling van gegevens , in het bijzonder betreffende de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en relevante statistische gegevens over de desbetreffende trekkende soort ; e ) het behoud en , wanneer zulks noodzakelijk en mogelijk is , het herstel van de leefgebieden die belangrijk zijn voor de instandhouding van de mate en de aard van de bescherming alsmede de bescherming van deze leefgebieden tegen de diverse schadelijke factoren , met inbegrip van het onmogelijk maken van het uitzetten en het verhinderen van het binnendringen van uitheemse soorten die schadelijk zouden kunnen zijn voor de desbetreffende trekkende soort alsmede het strikt in de hand houden van reeds aanwezige uitheemse soorten ; f ) de instandhouding van een netwerk van op adequate wijze langs de trekroutes verspreid liggende , voor de desbetreffende trekkende soort geschikte leefgebieden ; g ) het ter beschikking stellen van nieuwe , voor deze trekkende soort geschikte leefgebieden , dan wel het opnieuw uitzetten van deze soort in voor haar geschikte terreinen ; h ) voor zover mogelijk , het stopzetten van activiteiten en het verwijderen van hindernissen die de trek belemmeren of onmogelijk maken , of , wanner dit niet mogelijk is , het nemen van maatregelen om de gevolgen van deze activiteiten en hindernissen te compenseren ; i ) het voorkomen dat er in het leefgebied van de desbetreffende trekkende soort voorheen schadelijke stoffen worden gestort of geloosd , dan wel het verminderen of het aan banden leggen hiervan ; j ) op verantwoorde ecologische beginselen gebaseerde maatregelen die erop zijn gericht het onttrekken van dieren aan de populatie van de desbetreffende trekkende soort in de hand te houden en te regelen ; k ) het opstellen van procedures voor het coordineren van acties om te voorkomen dat er op illegale wijze wordt overgegaan tot het onttrekken van dieren aan de populatie ; l ) de uitwisseling van gegevens over ernstige gevaren waaraan de desbetreffende trekkende soort is blootgesteld ; m ) noodmaatregelen ter krachtige ondersteuning en bespoediging van de maatregelen voor het behoud indien de mate en aard van de bescherming van de desbetreffende trekkende soort ernstig worden aangetast ; n ) maatregelen die erop zijn gericht om bij het publiek bekendheid te geven aan de inhoud en doelstellingen van de overeenkomst . Artikel VI Staten die deel uitmaken van het verspreidingsgebied 1 . Het Secretariaat houdt , aan de hand van de gegevens die het van de partijen ontvangt , een lijst bij van de Staten die van het verspreidingsgebied van de trekkende soorten , vermeld in de bijlagen I en II , deel uitmaken . 2 . De partijen houden het Secretariaat van de trekkende soorten , vermeld in de bijlagen I en II , ten aanzien waarvan zij zich beschouwen als Staten die deel uitmaken van het verspreidingsgebied , op de hoogte . Daartoe verstrekken zij onder meer gegevens over de schepen die hun nationale vlag voeren en die , buiten de landsgrenzen , zijn ingezet voor het onttrekken van dieren aan de populatie van de desbetreffende trekkende soorten en , voor zover mogelijk , over de plannen betreffende toekomstige operaties . 3 . De partijen die Staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van trekkende soorten , vermeld in de bijlagen I en II , dienen de Conferentie der partijen , door tussenkomst van het Secretariaat en ten minste zes maanden voor iedere gewone vergadering van de Conferentie , op de hoogte te stellen van de maatregelen die zij voor de toepassing van de bepalingen van dit Verdrag ten aanzien van deze soorten nemen . Artikel VII Conferentie der partijen 1 . De Conferentie der partijen is het besluitvormingsorgaan van dit Verdrag . 2 . Het Secretariaat belegt , uiterlijk twee jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag , een vergadering van de Conferentie der partijen . 3 . Vervolgens belegt het Secretariaat , met tussenpozen van ten hoogste drie jaar , een gewone vergadering van de Conferentie der partijen , tenzij de Conferentie anders besluit . Het belegt te allen tijde buitengewone vergaderingen van de Conferentie wanneer ten minste een derde van de partijen hierom schriftelijk verzoekt . 4 . De Conferentie der partijen stelt het financiële reglement van dit Verdrag op en onderwerpt dit regelmatig aan een onderzoek . Op iedere gewone vergadering aanvaardt de Conferentie der partijen de begroting voor het volgende boekjaar . Elke partij draagt aan deze begroting bij volgens een verdeelsleutel zoals die door de Conferentie wordt vastgesteld . Het financiële reglement , met inbegrip van de bepalingen betreffende de begroting en de verdeelsleutel van de bijdragen , alsmede de wijzigingen daarop , worden door de aanwezige en stemuitbrengende partijen met eenparigheid van stemmen aanvaard . 5 . Op iedere vergadering onderwerpt de Conferentie der partijen de toepassing van dit Verdrag aan een onderzoek en kan in het bijzonder : a ) de mate en aard van de bescherming van de trekkende soorten bestuderen en evalueren ; b ) de vooruitgang bestuderen die is gemaakt bij het behoud van de trekkende soorten en in het bijzonder van die soorten die zijn vermeld in de bijlagen I en II ; c ) alle regelingen treffen en alle richtlijnen geven die voor de Wetenschappelijke Raad en het Secretariaat noodzakelijk zijn bij het vervullen van hun taak ; d ) alle rapporten in ontvangst nemen en bestuderen die door de Wetenschappelijke Raad , het Secretariaat , een partij of een orgaan dat is ingesteld krachtens een overeenkomst , zijn ingediend ; c ) aan de partijen aanbevelingen doen ter verbetering van de mate en aard van de bescherming van trekkende soorten en een onderzoek instellen naar de vooruitgang die hiermede is gemaakt op grond van de overeenkomsten ; f ) indien geen overeenkomst is gesloten , aanbevelingen doen voor het beleggen van vergaderingen van de partijen die Staten zijn die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van een trekkende soort of een groep trekkende soorten , voor het bespreken van maatregelen ter verbetering van de mate en aard van de bescherming van deze soorten ; g ) aan de partijen aanbevelingen doen ter verhoging van de doeltreffendheid van dit Verdrag ; h ) besluiten tot aanvullende maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van dit Verdrag . 6 . De Conferentie der partijen dient op iedere vergadering de datum en plaats van haar volgende vergadering vast te stellen . 7 . Tijdens iedere vergadering stelt de Conferentie der partijen voor die vergadering een huishoudelijk reglement op en aanvaardt dit . De besluiten van de Conferentie der partijen worden genomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige en stemuitbrengende partijen , tenzij door dit Verdrag anders is bepaald . 8 . De Organisatie der Verenigde Naties , haar gespecialiseerde organisaties , de Internationale Organisatie voor Atoomenergie alsmede iedere Staat die geen partij is bij dit Verdrag en , ten aanzien van iedere overeenkomst , het orgaan dat door de partijen bij de overeenkomst is aangewezen , kunnen op de vergaderingen van de conferentie der partijen worden vertegenwoordigd door waarnemers . 9 . Alle op het gebied van de bescherming , het behoud of het beheer van de trekkende soorten in technisch opzicht deskundige organisaties of instellingen die behoren tot de hieronder genoemde categorieen en die aan het Secretariaat de wens te kennen hebben gegeven zich op de vergaderingen van de Conferentie der partijen te laten vertegenwoordigen door waarnemers , worden toegelaten , tenzij ten minste een derde van de aanwezige partijen hiertegen bezwaar maakt : a ) internationale gouvernementele of niet-gouvernementele organisaties of instellingen en nationale gouvernementele organisaties of instellingen ; b ) nationale niet-gouvernementele organisaties of instellingen die door de Staat waar zij zijn gevestigd , voor dit doel zijn erkend . Wanneer deze waarnemers eenmaal zijn toegelaten , hebben zij het recht aan de vergaderingen deel te nemen , evenwel zonder stemrecht . Artikel VIII Wetenschappelijke Raad 1 . De Conferentie der partijen stelt , tijdens haar eerste vergadering , een Wetenschappelijke Raad in die belast zal zijn met het geven van adviezen over wetenschappelijke aangelegenheden . 2 . Iedere partij kan een deskundige als lid van de Wetenschappelijke Raad benoemen . De Wetenschappelijke Raad omvat bovendien deskundigen die door de Conferentie der partijen als lid worden gekozen en benoemd ; het aantal van deze deskundigen , de criteria volgens welke zij worden gekozen , en de duur van hun mandaat worden vastgesteld door de Conferentie der partijen . 3 . De Wetenschappelijke Raad komt , op uitnodiging van het Secretariaat telkens wanneer de Conferentie der partijen hierom verzoekt , bijeen . 4 . De Wetenschappelijke Raad stelt zijn eigen huishoudelijk reglement op , dat is onderworpen aan de goedkeuring van de Conferentie der partijen . 5 . De Conferentie der partijen stelt de taken van de Wetenschappelijke Raad vast , die met name kunnen omvatten : a ) het geven van wetenschappelijke adviezen aan de Conferentie der partijen , aan het Secretariaat en , met goedkeuring van de Conferentie der partijen , aan ieder orgaan dat krachtens dit Verdrag of krachtens een overeenkomst in het leven is geroepen , of aan iedere partij ; b ) het doen van aanbevelingen voor het coordineren van onderzoek van de desbetreffende trekkende soorten ; het evalueren van de resultaten van onderzoek naar de mate en de aard van de bescherming van de trekkende soorten en het uitbrengen van verslag aan de Conferentie der partijen hierover alsmede over de maatregelen waardoor in deze verbetering zou kunnen worden gebracht ; c ) het doen van aanbevelingen aan de Conferentie der partijen inzake de trekkende soorten die moeten worden opgenomen in de bijlagen I en II en het verstrekken van gegevens aan de Conferentie over het verspreidingsgebied van deze soorten ; d ) het doen van aanbevelingen aan de Conferentie der partijen inzake bijzondere maatregelen betreffende het behoud en het beheer , welke maatregelen moeten worden opgenomen in overeenkomsten betreffende trekkende soorten ; e ) het doen van aanbevelingen aan de Conferentie der partijen inzake de maatregelen waardoor de problemen met betrekking tot de wetenschappelijke aspecten van de uitvoering van dit Verdrag , met name ten aanzien van de leefgebieden van de trekkende soorten , zouden kunnen worden opgelost . Artikel IX Het Secretariaat 1 . Voor de toepassing van dit Verdrag wordt een Secretariaat ingesteld . 2 . Bij de inwerkingtreding van dit Verdrag zorgt de Uitvoerende Directeur van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties voor een Secretariaat . Voor zover hij dit nodig acht , kan hij terzijde worden gestaan door hiervoor in aanmerking komende gouvernementele of niet-gouvernementele , internationale of nationale organisaties en instellingen die in technisch opzicht op het gebied van de bescherming , het behoud en het beheer van wilde dieren deskundig zijn . 3 . Mocht het Mileuprogramma van de Verenigde Naties niet meer in staat zijn te zorgen voor het Secretariaat , dan neemt de Conferentie der partijen de nodige maatregelen ten einde hierin anderszins te voorzien . 4 . Het Secretariaat heeft de volgende taken : a ) i ) het nemen van de nodige maatregelen voor het beleggen van vergaderingen van de Conferentie der partijen en het verlenen van de daarbij behorende diensten , ii ) het nemen van de nodige maatregelen voor het beleggen van vergaderingen van de Wetenschappelijke Raad en het verlenen van de daarbij behorende diensten ; b ) het onderhouden van betrekkingen met de partijen , de organen die in het leven zijn geroepen krachtens overeenkomsten en andere internationale organisaties die zich bezighouden met trekkende soorten , en het bevorderen van de betrekkingen tussen de partijen onderling alsmede tussen de partijen en de organen en organisaties ; c ) het aanhoren van iedere daarvoor in aanmerking komende bron voor het verkrijgen van rapporten en andere gegevens die voor de doelstellingen en de toepassing van dit Verdrag van nut kunnen zijn en het nemen van de nodige maatregelen om deze inlichtingen op passende wijze te verspreiden ; d ) het vestigen van de aandacht van de Conferentie der partijen op iedere aangelegenheid die betrekking heeft op de doelstellingen van dit Verdrag ; e ) het ten behoeve van de Conferentie der partijen opstellen van rapporten over de werkzaamheden van het Secretariaat en over iedere aangelegenheid die betrekking heeft op de uitvoering van dit Verdrag ; f ) het bijhouden en publiceren van de lijst van Staten die deel uitmaken van het verspreidingsgebied van alle trekkende soorten , vermeld in de bijlagen I en II ; g ) het bevorderen van de totstandkoming van overeenkomsten onder leiding van de Conferentie der partijen ; h ) het bijhouden en aan de partijen ter beschikking stellen van een lijst van de overeenkomsten en , indien de Conferentie der partijen hierom verzoekt , het verstrekken van alle informatie over deze overeenkomsten ; i ) het bijhouden en publiceren van een lijst van aanbevelingen , gedaan door de Conferentie der partijen krachtens het bepaalde sub e ) , f ) en g ) van het vijfde lid van artikel VII , alsmede van de besluiten genomen krachtens het bepaalde sub h ) van hetzelfde lid ; j ) het verstrekken van informatie over dit Verdrag en de doelstellingen daarvan aan het publiek : k ) het vervullen van alle andere taken aan het Secretariaat opgedragen krachtens dit Verdrag of door de Conferentie der partijen . Artikel X Wijzigingen van het Verdrag 1 . Dit Verdrag kan worden gewijzigd tijdens iedere gewone of buitengewone vergadering van de Conferentie der partijen . 2 . Iedere partij kan een voorstel tot wijziging indienen . 3 . De tekst van ieder voorstel tot wijziging wordt , vergezeld van een toelichting , aan het Secreta iaat toegezonden , en wel ten minste honderdvijftig dagen voor de vergadering waarop het zal worden behandeld ; het Secretariaat doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan alle partijen . Alle commentaren van de partijen op de tekst van het voorstel tot wijziging worden ten minste zestig dagen voor het begin van de vergadering aan het Secretariaat toegezonden . Het Secretariaat zendt onmiddellijk na het verstrijken van deze termijn aan de partijen alle commentaren toe die het tot op dat tijdstip heeft ontvangen . 4 . De wijzigingen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige en stemuitbrengende partijen . 5 . Iedere aangenomen wijziging wordt ten aanzien van alle partijen die deze hebben goedgekeurd , van kracht op de eerste dag van de derde maand na het tijdstip waarop twee derde van de partijen bij de Depositaris hun akte van goedkeuring hebben nedergelegd . Ten aanzien van iedere partij die een akte van goedkeuring nederlegt na het tijdstip waarop twee derde van de partijen een akte van goedkeuring heeft nedergelegd , wordt de wijziging van kracht op de eerste dag van de derde maand na de nederlegging van haar akte van goedkeuring . Artikel XI Wijzigingen van de bijlagen 1 . De bijlagen I en II kunnen worden gewijzigd tijdens iedere gewone , of buitengewone vergadering van de Conferentie der partijen . 2 . Iedere partij kan een voorstel tot wijziging indienen . 3 . De tekst van ieder voorstel tot wijziging wordt , vergezeld van een toelichting die is gebaseerd op de beste wetenschappelijke gegevens die beschikbaat zijn , toegezonden aan het Secretariaat , en wel ten minste honderdvijftig dagen voor de vergadering ; het Secretariaat doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan alle partijen . Alle commentaren van de partijen op de tekst van het voorstel tot wijziging worden ten minste zestig dagen voor het begin van de vergadering aan het Secretariaat toegezonden . Het Secretariaat zendt onmiddellijk na het verstrijken van deze termijn aan de partijen alle commentaren toe die het tot op dat tijdstip heeft ontvangen . 4 . De wijzigingen worden aangenomen met een meerderheid van twee derde van de aanwezige en stemuitbrengende partijen . 5 . Een wijziging van de bijlagen wordt ten aanzien van alle partijen , met uitzondering van de partijen die een voorbehoud hebben gemaakt overeenkomstig het bepaalde in het zesde lid van dit artikel , van kracht negentig dagen na de vergadering van de Conferentie der partijen waarop de wijziging is aangenomen . 6 . Tijdens de termijn van negentig dagen bedoeld in het vijfde lid van dit artikel , kan iedere partij door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de Depositaris een voorbehoud maken ten aanzien van deze wijziging . Een voorbehoud op een wijziging kan door middel van een aan de Depositaris gerichte schriftelijke kennisgeving worden ingetrokken . De wijziging wordt dan ten aanzien van bedoelde partij van kracht negentig dagen na intrekking van dit voorbehoud . Artikel XII Gevolgen voor internationale overeenkomsten en andere wetgeving 1 . De bepalingen van dit Verdrag laten onverlet de codificatie en nadere uitwerking van het zeerecht door de Conferentie der Verenigde Naties over het Zeerecht , bijeengeroepen op grond van Resolutie 2750 C ( XXV ) van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties , alsmede de huidige of toekomstige aanspraken en juridische standpunten van elke Staat inzake het zeerecht en de aard en omvang van zijn rechtsmacht ten aanzien van het zeegebied langs zijn kust en de onder zijn vlag varende schepen . 2 . De bepalingen van dit Verdrag zijn op geen enkele wijze van invloed op de rechten en plichten van de partijen , voortvloeiend uit bestaande verdragen , overeenkomsten of andere regelingen . 3 . De bepalingen van dit Verdrag zijn niet van invloed op het recht dat de partijen hebben om strengere nationale maatregelen te nemen ten aanzien van het behoud van de trekkende soorten vermeld in de bijlagen I en II alsmede nationale maatregelen ten aanzien van het behoud van soorten die niet voorkomen in de bijlagen I en II . Artikel XIII Regeling van geschillen 1 . Over elk tussen twee of meer partijen bij dit Verdrag gerezen geschil ten aanzien van de uitlegging of de toepassing van de bepalingen ervan , wordt tussen de bij het geschil betrokken partijen onderhandeld . 2 . Indien het geschil niet overeenkomstig de in het eerste lid van dit artikel bedoelde wijze kan worden geregeld , kunnen de partijen in onderling overleg het geschil ter arbitrage voorleggen , met name aan het Permanent Hof van Arbitrage te * s-Gravenhage ; de partijen die het geschil ter arbitrage hebben voorgelegd , zijn door de scheidsrechterlijke uitspraak gebonden . Artikel XIV Voorbehouden 1 . Ten aanzien van de bepalingen van dit Verdrag kunnen geen algemene voorbehouden worden gemaakt . Bijzondere voorbehouden kunnen slechts worden gemaakt overeenkomstig het bepaalde in dit artikel en het bepaalde in artikel XI . 2 . Iedere Staat of iedere regionale organisatie voor economische integratie kan bij de nederlegging van de akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding , een bijzonder voorbehoud maken ten aanzien van de vermelding van iedere trekkende soort in bijlage I of bijlage II of in beide , en wordt alsdan ten aanzien van het onderwerp van dit voorbehoud niet als partij beschouwd tot negentig dagen na het tijdstip waarop de Depositaris de partijen in kennis heeft gesteld van de intrekking van dit voorbehoud . Artikel XV Ondertekening Dit Verdrag staat te Bonn open voor ondertekening door alle Staten en door alle regionale organisaties voor economische integratie , en wel tot tweeentwintig juni 1980 . Artikel XVI Bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring Dit Verdrag dient te worden bekrachtigd , aanvaard of goedgekeurd . De akten van bekrachtiging , aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland , die optreedt als Depositaris . Artikel XVII Toetreding Dit Verdrag staat vanaf tweeëntwintig juni 1980 open voor toetreding door alle Staten en regionale organisaties voor economische integratie , die het Verdrag niet hebben ondertekend . De akten van toetreding worden nedergelegd bij de Depositaris . Artikel XVIII Inwerkingtreding 1 . Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de derde maand na het tijdstip van nederlegging van de vijftiende akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding bij de Depositaris . 2 . Ten aanzien van iedere Staat en iedere regionale organisatie voor economische integratie , die dit Verdrag bekrachtigt , aanvaardt , goedkeurt of ertoe toetreedt na de nederlegging van de vijftiende akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding , treedt dit Verdrag in werking op de eerste dag van de derde maand na de nederlegging door die Staat of door die organisatie van de akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding . Artikel XIX Opzegging Elke partij kan dit Verdrag te allen tijde opzeggen door middel van een aan de Depositaris gerichte schriftelijke kennisgeving . Deze opzegging wordt van kracht twaalf maanden nadat de depositaris deze kennisgeving heeft ontvangen . Artikel XX Depositaris 1 . Het oorspronkelijke exemplaar van dit Verdrag , waarvan de Duitse , de Engelse , de Franse , de Russische en de Spaanse tekst gelijkelijk authentiek zijn , wordt nedergelegd bij de Depositaris , die hiervan voor eensluidend gewaarmerkte afschriften doet toekomen aan alle Staten en regionale organisaties voor economische integratie , die het Verdrag hebben ondertekend of een akte van toetreding hebben nedergelegd . 2 . De Depositaris stelt , na overleg te hebben gepleegd met de betrokken Regeringen , van dit Verdrag officiële teksten op in de Arabische en de Chinese taal . 3 . De Depositaris doet alle Staten en alle regionale organisaties voor economische integratie , die dit Verdrag hebben ondertekend of ertoe zijn toegetreden , alsmede het Secretariaat mededeling van iedere ondertekening , iedere nederlegging van een akte van bekrachtiging , aanvaarding , goedkeuring of toetreding , van de inwerkingtreding van dit Verdrag , van iedere wijziging van dit Verdrag , van ieder bijzonder voorbehoud alsmede van iedere kennisgeving van opzegging . 4 . Zodra dit Verdrag in werking is getreden , doet de Depositaris een voor een eensluidend gewaarmerkt afschrift ervan toekomen aan het Secretariaat van de Verenigde Naties ter registratie en publikatie overeenkomstig artikel 102 van het Handvest der Verenigde Naties . Ten blijke waarvan de ondergetekenden , daartoe behoorlijk gemachtigd , dit Verdrag hebben ondertekend . Gedaan te Bonn , 23 juni 1979 . BIJLAGE I BETEKENIS 1 . De in deze bijlage opgenomen trekkende soorten worden aangeduid : a ) door de naam van de soort of van de ondersoort , of b ) door de verzamelnaam van de trekkende soorten die behoren tot een hoger taxon of een aangegeven deel ervan . 2 . Andere verwijzingen naar taxa die hoger dan de soort zijn , worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven . 3 . De afkorting " ( s . l . ) " betekent dat de wetenschappelijke naam in de ruimste betekenis is gebruikt . 4 . Het teken ( - ) , gevolgd door een naast de naam van een taxon geplaatst nummer betekent dat de geografisch geïsoleerde populaties van dat taxon worden uitgesloten ; bij voorbeeld : - 101 Peruaanse populatie . 5 . Het teken ( + ) , gevolgd door een naast de naam van een soort geplaatst nummer betekent dat alleen geografisch geïsoleerde populaties van die soort in deze bijlage zijn opgenomen , bij voorbeeld : + 201 populaties van Noordwest-Afrika + 202 Afrikaanse populaties + 203 populaties van de Boven-Amazone . 6 . Een sterretje ( * ) naast de naam van een soort betekent dat deze soort of een geografisch geïsoleerde populatie van die soort , dan wel een hoger taxon dat die soort omvat , in bijlage II is opgenomen . MAMMALIA CHIROPTERA Molossidae * Tadarsda brasiliensis * PRIMATES Pongidae * Gorilla gorilla bertnges CETACEA Balaenopteridae * Balaenoptera musculus * * Megaptera novaeangliae * Balaenidae * Balaena mysticetus * * Eubalaena glactalis ( s.l . ) * PINNIPEDIA Phocidae * Monachus monachus * * PERISSODACTYLA Equidae * Equus grevyt * ARTIODACTYLA Camelidae * Vicugna vicugna * - 101 * Cervidae * Cervus elaphus barbarus * Bovidae * Bos sauveli * * Addax nasomaculatus * * Gazella cuvieri * * Gazella dama * * Gazella dorcas + 201 * AVES PROCELLARIIFORMES Diomedeidae * Diomedea albatrus * Procellariidae * Pterodroma cahou * * Pterodroma phaeopygta * CICONIIFORMES Ardeidae * Egretta eulophotes * Ciconitdae * Ciconia boyciana * Threskiornithidae * Geronticus eremita * ANSERIFORMES Anatidae * Chloephaga rubidiceps * * FALCONIFORMES Accipitridae * Haliaeetus pelagicus * * GRUIFORMES Gruidae * Grus japonensis * * * Grus leucogeranus * * * Grus nigricollis * * Olididae * Chlamydotis undulata * + 201 * CHARADRIIFORMES Scolopacidae * Numenises borealis * * * Numenises benuirostris * * Laridae * Larus audoninsi * * Larus relictus * * Larus saundersi * Alcidae * Synthliboramphus antiquus uenitzusume * PASSERIFORMES Parulidae * Dendrosca kirtlandii * Frangillidae * Serinus syriacus * REPTILIA TESTUDINES Chelonisdae * Lepidochelys kempii * * Dermochelidae * Dermochelys coriacea * * Pelomedusidae * Podocnemis expansa * + 203 * CROCODYLIA Gavialidae * Gavialis gangeticus * PISCES SILURIFORMES Schilbeidae * Pangasianodon gigas * BIJLAGE II BETEKENIS 1 . De in deze bijlage opgenomen trekkende soorten worden aangeduid : a ) door de naam van de soort of van de ondersoort , of b ) door de verzamelnaam van de trekkende soorten die behoren tot een hoger taxon of een aangegeven deel ervan . Wanneer wordt verwezen naar een taxon dat hoger is dan de soort , dan wordt daaronder verstaan , voor zover niet anders is vermeld , dat alle trekkende soorten die tot dat taxon behoren duidelijk in aanmerking komen in overeenkomsten te worden opgenomen . 2 . De afkorting " spp . " , gevolgd door de naam van een familie of een genus dient ter aanduiding van alle trekkende soorten die behoren tot die familie of dat genus . 3 . Andere verwijzing naar taxa die hoger dan de soort zijn , worden uitsluitend ter informatie of classificatie gegeven . 4 . De afkorting " ( s . l . ) " hetekent dat de wetenschappelijke naam in de ruimste betekenis is gebruikt . 5 . Het teken ( + ) , gevolgd door een naast de naam van een soort geplaatst nummer betekent dat alleen geografisch geïsoleerde populaties van dat taxon in deze bijlage zijn opgenomen , bij voorbeeld : + 201 Aziatische populaties . 6 . Een sterretje ( * ) naast de naam van een soort of hoger taxon betekent dat deze soort of een geografisch geïsoleerde populatie van die soort , dan wel een of meer soorten behorende tot dat hoger taxon , in bijlage I zijn opgenomen . MAMMALIA CETACEA Monodontidae * Delphinapterus leucas * PROBOSCIDAE Elephantidae * Loxodonta africana * SIRENIA Dugongidae * Dugong dugon * PINNIPEDIA Phocidae * Monachus monachus * * ARTIODACTYLA Camelidae * Vicugna vicugna * * Bovidae * Oryx dammah * * Gazella gazella + 201 * AVES PELECANIFORMES Pelecanidae * Pelecanus crispus * CICONIIFORMES * Ciconia ciconia * Ciconiidae * Ciconia nigra * Threskiornithidae * Platalea leucorodia * Phoemicopteridae * spp . * ANSERIFORMES Anatidae * spp . * * FALCONIFORMES Cathartidae * spp . * Pandionidae * Pandion haliaetus * Accipitridae * spp . * * Falconidae * spp . * GALLIFORMES Phasianidae * Coturnix coturnix coturnix * GRUIFORMES Gruidae * Grus spp . * * * Anthropoides virgo * Otididae * Chlamydotis undulata * + 201 * CHARADRIIFORMES Charadriidae * spp . * Scolopacidae * spp . * * Recuvirostridae * spp . * Phalaropodidae * spp . * PASSERIFORMES Muscicapidae ( s.l . ) * spp . * REPTILIA TESTUDINES Chelomidae * spp . * * Dermochelyidae * spp . * * Pelomedusidae * Podocnemis expansa * * CROCODYLIA Crocodylidae * Crocodilus porosus * PISCES ACIPENSERIFORMES Acipenseridae * Acipenser fulvescens * INSECTA LEPIDOPTERA Danaidae * Danaus plexippus