Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31980D0512

    80/512/EEG: Beschikking van de Commissie van 2 mei 1980 tot machtiging van het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk om de in Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen vervatte voorwaarden, ten aanzien van het gewicht van het monster voor het bepalen van de aanwezigheid van zaad van Cuscuta-soorten, niet toe te passen (Slechts de teksten in de Franse, Duitse, Nederlandse, Engelse en de Deense taal zijn authentiek)

    PB L 126 van 21.5.1980, p. 15–16 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1980/512/oj

    31980D0512

    80/512/EEG: Beschikking van de Commissie van 2 mei 1980 tot machtiging van het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk om de in Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen vervatte voorwaarden, ten aanzien van het gewicht van het monster voor het bepalen van de aanwezigheid van zaad van Cuscuta-soorten, niet toe te passen (Slechts de teksten in de Franse, Duitse, Nederlandse, Engelse en de Deense taal zijn authentiek)

    Publicatieblad Nr. L 126 van 21/05/1980 blz. 0015 - 0016


    BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 2 mei 1980 tot machtiging van het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk om de in Richtlijn 66/401/EEG van de Raad betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen vervatte voorwaarden, ten aanzien van het gewicht van het monster voor het bepalen van de aanwezigheid van zaad van Cuscuta-soorten, niet toe te passen (Slechts de teksten in de Franse, de Duitse, de Nederlandse, de Engelse en de Deense taal zijn authentiek) (80/512/EEG)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen (1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 79/692/EEG (2), en met name op artikel 2, lid 1 quater,

    Gezien de door het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk ingediende verzoeken,

    Overwegende dat op grond van Richtlijn 66/401/EEG bepaalde voorwaarden inzake de analyse van zaaizaad kunnen worden versoepeld voor zaaizaad dat wordt geproduceerd in streken van de Gemeenschap waar de zeer gunstige ecologische omstandigheden er een waarborg voor vormen dat de te dien aanzien vastgelegde communautaire normen in acht worden genomen;

    Overwegende dat in het geval van het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk op grond van de ecologische omstandigheden en van de opgedane ervaring kan worden aangenomen dat aan de in kolom 13 van de tabel in bijlage II, deel I, punt 2, vastgestelde normen wordt voldaan;

    Overwegende dat het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk daarom dienen te worden gemachtigd om voor hun eigen produktie en, in voorkomend geval voor de produktie in een andere Lid-Staat die daartoe gemachtigd is, de voorwaarden niet toe te passen die voor basiszaad en gecertificeerd zaad van bepaalde soorten zijn vastgesteld in bijlage II, deel I, punt 2, sub B, 1), van Richtlijn 66/401/EEG;

    Overwegende dat de in deze beschikking vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land-, tuin- en bosbouw,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    1. Het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd om de in bijlage II, deel I, punt 2, sub B, 1), van Richtlijn 66/401/EEG vastgestelde voorwaarden niet toe te passen bij het onderzoek met het oog op de goedkeuring voor basiszaad en gecertificeerd zaad van de in de bijlage voor de betrokken landen aangegeven soorten, voor zover het zaad werd geoogst in de betrokken Lid-Staat.

    2. De Lid-Staten genoemd in lid 1, worden eveneens gemachtigd bij toepassing van het bepaalde in artikel 15, lid 1, van Richtlijn 66/401/EEG, de in lid 1 bedoelde voorwaarden niet toe te passen voor de produktie waarvoor een andere Lid-Staat overeenkomstig dat lid is gemachtigd.

    Artikel 2

    De in artikel 1 bedoelde machtiging zal worden ingetrokken zodra wordt geconstateerd dat de voorwaarden voor de verlening ervan niet meer zijn vervuld.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk.

    Gedaan te Brussel, 2 mei 1980.

    Voor de Commissie

    Finn GUNDELACH

    Vice-Voorzitter (1)PB nr. 125 van 11.7.1966, blz. 2298/66. (2)PB nr. L 205 van 13.8.1979, blz. 1.

    BIJLAGE

    >PIC FILE= "T0013100">

    Top