Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31979R1963

    Verordening (EEG) nr. 1963/79 van de Commissie van 6 september 1979 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de produktierestitutie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven

    PB L 227 van 7.9.1979, p. 10–11 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 21/11/2014: This act has been changed. Current consolidated version: 09/06/2001

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1979/1963/oj

    31979R1963

    Verordening (EEG) nr. 1963/79 van de Commissie van 6 september 1979 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de produktierestitutie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven

    Publicatieblad Nr. L 227 van 07/09/1979 blz. 0010 - 0011
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0078
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 16 blz. 0212
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 11 blz. 0078
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 16 blz. 0212


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 1963/79 VAN DE COMMISSIE

    van 6 september 1979

    houdende uitvoeringsbepalingen inzake de produktierestitutie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 590/79 ( 2 ) ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 2749/78 van de Raad van 23 november 1978 betreffende het handelsverkeer in oliën en vetten tussen de Gemeenschap en Griekenland ( 3 ) ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 591/79 van de Raad van 26 maart 1979 houdende algemene voorschriften betreffende de restitutie bij de produktie voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van bepaalde conserven ( 4 ) , en met name op artikel 9 ,

    Overwegende dat de in artikel 8 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 591/79 bedoelde controleregeling moet garanderen dat de restitutie bij de produktie uitsluitend wordt verleend voor olie die beantwoordt aan de in de onderhavige verordening en in Verordening ( EEG ) nr . 591/79 vastgestelde voorwaarden ; dat het in dit verband dienstig is de restitutie in principe eerst te verlenen nadat de betrokken controle is uitgevoerd ;

    Overwegende dat , om ervoor te zorgen dat de controle geregeld wordt uitgevoerd , de controle-aanvraag tijdig moet worden ingediend en ten minste bepaalde gegevens moet bevatten ; dat de fabrikanten van vis - of groenteconserven om dezelfde reden moeten worden verplicht een voorraadboekhouding te voeren waarin met name de hoeveelheid en de oorsprong van de gebruikte olie worden aangegeven ;

    Overwegende dat deze controle zich moet uitstrekken over een periode die de fabrikanten toestaat de kostprijzen te kennen bij het opstellen van hun produktieplannen en de nodige olijfolie te kunnen aanschaffen ; dat om dezelfde redenen het restitutiebedrag moet worden toegekend dat geldt op de dag van indiening van de controle-aanvraag ;

    Overwegende dat , om ervoor te zorgen dat de begunstigden de benodigde olijfolie gemakkelijker kunnen aankopen , aan de Lid-Staten de mogelijkheid moet worden gegeven om het restitutiebedrag voor te schieten op voorwaarde dat een waarborg wordt gesteld ;

    Overwegende dat Verordening ( EEG ) nr . 615/71 van de Commissie ( 5 ) moet worden ingetrokken ;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    In het kader van de regeling inzake de toekenning van de restitutie bij de produktie voeren de bedrijven die de in artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 591/79 bedoelde vis - en groenteconserven vervaardigen , voor deze conserven een dagelijkse voorraadboekhouding waarin ten minste de volgende gegevens moeten worden vermeld :

    a ) in het bedrijf aangevoerde hoeveelheid olijfolie , gespecificeerd naar oorsprong ;

    b ) voor de vervaardiging van de conserven gebruikte hoeveelheid olijfolie , gespecificeerd naar oorsprong ;

    c ) voor elke in het bedrijf afgeleverde partij olijfolie , nummer van de aankoopfactuur of , eventueel , nummer van het ontvangstbewijs of van een ander gelijkwaardig document ;

    d ) nettogewicht van de vervaardigde conserven , waarbij voor elke type produkt het gemiddelde gewicht van de gebruikte olijfolie moet worden vermeld .

    Artikel 2

    1 . Om in aanmerking te komen voor de restitutie bij de produktie moet de fabrikant ten minste vijf werkdagen voor de datum waarop de vervaardiging naar verwachting zal beginnen , een controle-aanvraag indienen bij de bevoegde instantie . Deze aanvraag moet eerst bij de bevoegde instantie worden ingediend wanneer de olie zich in de conservenfabriek bevindt .

    2 . In de aanvraag moeten ten minste de volgende gegevens worden vermeld :

    a ) naam en adres van de fabrikant ;

    b ) datum waarop de vervaardiging naar verwachting zal beginnen en eindigen ;

    c ) hoeveelheid en aard van de conserven die zullen worden vervaardigd ;

    d ) hoeveelheid olijfolie die voor deze vervaardiging zal worden gebruikt en oorsprong van deze olie .

    3 . De controle-aanvraag geldt slechts voor de vervaardiging die plaatsvindt voor het einde van de derde maand na de maand waarin de aanvraag is ingediend . Wanneer de vervaardiging als gevolg van overmacht niet binnen deze termijn kan plaatsvinden beslist de bevoegde instantie van de betrokken Lid-Staat op verzoek van de fabrikant dat bovengenoemde termijn wordt verlengd met de periode die naar gelang van de aangevoerde omstandigheid noodzakelijk wordt geacht .

    Artikel 3

    De Lid-Staten verifiëren :

    a ) of de voorraadboekhouding van de bedrijven wordt gevoerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 ;

    b ) of de in de controle-aanvraag aangegeven olie zich in het bedrijf bevond bij de indiening van de aanvraag .

    Artikel 4

    1 . De restitutie bij de produktie wordt verleend op grond van een aanvraag die door de fabrikant wordt ingediend in de Lid-Staat waar de vervaardiging van de conserven heeft plaatsgevonden .

    2 . In de in lid 1 bedoelde aanvraag moet onder andere de hoeveelheid olie worden aangegeven die is gebruikt bij de vervaardiging van de conserven en moet de oorsprong van deze olie worden vermeld .

    De aanvraag moet door de belanghebbende worden ingediend binnen zes maanden na de datum waarop de olie is gebruikt .

    Artikel 5

    De restitutie wordt uitgekeerd nadat de betrokken Lid-Staat heeft gecontroleerd of de hoeveelheid en de oorsprong van de olie die zijn vermeld in de aanvraag als bedoeld in artikel 4 overeenstemmen met de hoeveelheid en de oorsprong van die olie die gebruikt is bij de vervaardiging van de conserven .

    Op verzoek van de belanghebbende kan de restitutie evenwel worden voorgeschoten zodra de in artikel 3 bedoelde verificatie heeft plaatsgehad , op voorwaarde dat een waarborg wordt gesteld om te garanderen dat de olie voor de voorgeschreven doeleinden wordt gebruikt .

    Artikel 6

    Voor de in artikel 5 , eerste alinea , bedoelde controle verricht de Lid-Staat met name een verificatie van de in artikel 1 bedoelde voorraadboekhouding .

    Artikel 7

    Indien de hoeveelheid olijfolie die vermeld is in de in artikel 4 bedoelde aanvraag niet overeenstemt met de gebruikte hoeveelheid olie , zoals vastgesteld in het kader van de in artikel 5 bedoelde controle , stelt de betrokken Lid-Staat de hoeveelheid olijfolie vast ten aanzien waarvan het recht op restitutie wordt erkend .

    Artikel 8

    De toe te kennen restitutie is die welke geldt op de dag van indiening van de in artikel 2 bedoelde controle-aanvraag .

    Artikel 9

    Het in artikel 4 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 591/79 bedoelde bedrag wordt vastgesteld op 0,50 Ecu . Wanneer het rekenkundig gemiddelde bedoeld in artikel 4 , lid 1 , eerste alinea , van genoemde verordening evenwel gelijk is aan nul , wordt de restitutie op nul vastgesteld .

    Artikel 10

    Verordening ( EEG ) nr . 615/71 wordt ingetroken .

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op 10 september 1979 .

    Zij is van toepassing op olijfolie waarvoor de in artikel 2 bedoelde aanvragen met ingang van deze datum worden ingediend . Voor olie waarvoor de in artikel 2 bedoelde aanvragen voor deze datum worden ingediend , blijft Verordening ( EEG ) nr . 615/71 van toepassing .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 6 september 1979 .

    Voor de Commissie

    Finn GUNDELACH

    Vice-Voorzitter

    ( 1 ) PB nr . L 172 van 30 . 9 . 1966 , blz . 3025/66 .

    ( 2 ) PB nr . L 78 van 30 . 3 . 1979 , blz . 1 .

    ( 3 ) PB nr . L 331 van 28 . 11 . 1978 , blz . 1 .

    ( 4 ) PB nr . L 78 van 30 . 3 . 1979 , blz . 2 .

    ( 5 ) PB nr . L 71 van 25 . 3 . 1971 , blz . 12 .

    Top