Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31976R0105

    Verordening (EEG) nr. 105/76 van de Raad van 19 januari 1976 betreffende de erkenning van de producentenorganisaties in de visserijsector

    PB L 20 van 28.1.1976, p. 39–41 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2000; opgeheven door 300R0104;

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1976/105/oj

    31976R0105

    Verordening (EEG) nr. 105/76 van de Raad van 19 januari 1976 betreffende de erkenning van de producentenorganisaties in de visserijsector

    Publicatieblad Nr. L 020 van 28/01/1976 blz. 0039 - 0041
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 4 Deel 1 blz. 0025
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 04 Deel 1 blz. 0081
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 4 Deel 1 blz. 0025
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 04 Deel 1 blz. 0030
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 04 Deel 1 blz. 0030


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 105/76 VAN DE RAAD

    van 19 januari 1976

    betreffende de erkenning van de producentenorganisaties in de visserijsector

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 100/76 van de Raad van 19 januari 1976 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten ( 1 ) , inzonderheid op artikel 5 , lid 2 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Overwegende dat de autoriteiten van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan de in artikel 5 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 100/76 bedoelde producentenorganisaties hun statutaire zetel hebben , beter dan de instellingen van de Gemeenschap kunnen beoordelen of deze organisaties voldoen aan de voor de erkenning gestelde voorwaarden ;

    Overwegende dat een doeltreffende concentratie van het aanbod slechts kan worden bereikt door de vorming van producentenorganisaties wier economische activiteit voldoende groot is ;

    Overwegende dat moet worden vermeden dat de producentenorganisaties een discriminatie uitoefenen tussen de producenten of groeperingen van de Gemeenschap op grond van de nationaliteit of de plaats van vestiging en dat eveneens elke discriminatie tussen de organisaties in het kader van een economisch gebied op grond van de plaats waar deze hun statutaire zetel hebben moet worden verboden ;

    Overwegende dat in het belang van de aangesloten producenten slechts die vormen van vereniging dienen te worden aangemoedigd die voldoende geïntegreerd zijn ;

    Overwegende dat de beoordeling van het bedrag van de toe te kennen steun kan worden vergemakkelijkt door een afzonderlijke boekhouding bij de producentenorganisaties ;

    Overwegende dat in sommige nationale wetgevingen wordt geëist dat de leden gedurende een minimumperiode bij deze organisaties zijn aangesloten ; dat deze eis op communautair vlak dient te worden overgenomen ; dat deze eis namelijk enerzijds een stabiliserende invloed kan hebben op werking van de producentenorganisaties en anderzijds dienstig is om te voorkomen dat financiële steun wordt verleend aan organisaties die slechts korte tijd blijven bestaan ;

    Overwegende dat geen afbreuk mag worden gedaan aan de toepassing van nationale bepalingen die ten doel hebben de organisatie of haar schuldeisers in bepaalde gevallen te beschermen tegen de eventuele financiële consequenties van de uittreding van leden , dan wel te verhinderen dat deze in de loop van het boekjaar de organisatie verlaten ;

    Overwegende dat ten einde geen concurrentievervalsing te veroorzaken ten opzichte van de handel in en de verwerking van visserijprodukten , de erkenning van de producentenorganisaties niet moet worden uitgebreid tot de activiteiten die het stadium van de eerste afzet op de markt overschrijden ;

    Overwegende dat de erkenning moet worden ingetrokken wanneer een producentenorganisatie niet meer aan de vereiste voorwaarden voldoet ;

    Overwegende dat het , ter inlichting van de Lid-Staten en van alle belanghebbenden , dienstig is te voorzien in de bekendmaking , aan het begin van elk jaar , van de lijst van de organisaties die in de loop van het voorafgaande jaar zijn erkend , en die waarvan de erkenning gedurende dezelfde periode is ingetrokken ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . De Lid-Staat waarin de producentenorganisatie , naar het recht van deze Lid-Staat , haar statutaire zetel heeft , is bevoegd tot erkenning van de in artikel 5 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 100/76 bedoelde producentenorganisaties en tot intrekking van deze erkenning .

    2 . De Lid-Staten erkennen de producentenorganisaties die daartoe een aanvraag indienen , indien deze voldoen aan de in artikel 2 vermelde voorwaarden en indien hun werkzaamheden betrekking hebben op één of meer van de produkten die vallen onder de posten 03.01 tot en met 03.03 van het gemeenschappelijk douanetarief , met uitzondering van elders dan aan boord van vissersschepen gerookte produkten .

    Artikel 2

    1 . De producentenorganisaties moeten binnen de grenzen van de sector van het produkt of de produkten waarvoor zij erkenning aanvragen , voldoen aan de in artikel 5 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 100/76 omschreven voorwaarden , alsmede aan de volgende voorwaarden :

    a ) zij moeten het bewijs leveren dat hun economische activiteit voldoende groot is ;

    b ) bij hun gehele werkzaamheid mag geen sprake zijn van enige discriminatie tussen producenten of groeperingen van de Gemeenschap in het kader van een economisch gebied , met name op grond van nationaliteit of plaats van vestiging ;

    c ) zij moeten de juridische bekwaamheid bezitten , welke volgens de in de nationale wetgeving gestelde voorwaarden benodigd is ;

    d ) hun statuten dienen te bevatten ;

    aa ) de verplichting een afzonderlijke boekhouding te voeren voor de activiteiten waarop de erkenning betrekking heeft ;

    bb ) bepalingen om te waarborgen dat de leden van de organisatie die hun lidmaatschap willen opzeggen , dit kunnen doen na gedurende ten minste drie jaar na de erkenning van de organisatie lid daarvan te zijn geweest , mits zij de organisatie daarvan ten minste één jaar voor hun uittreden op de hoogte stellen .

    Het bepaalde sub bb ) gelde onverminderd de nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen die ten doel hebben de organisatie of haar schuldeisers in bepaalde gevallen te beschermen tegen de eventuele financiële consequenties van de uittreding van een lid , dan wel te verhinderen dat een lid in de loop van het boekjaar uittreedt .

    2 . Volgens de procedure van artikel 32 van Verordening ( EEG ) nr . 100/76 worden met name vastgesteld :

    - de inhoud van de in artikel 5 , lid 1 , tweede alinea , eerste streepje , van Verordening ( EEG ) nr . 100/76 bedoelde verplichting ; deze verplichting mag evenwel het stadium van de eerste afzet op de markt niet overschrijden ,

    - de criteria waaraan de in artikel 5 , lid 1 , tweede alinea , tweede streepje , van dezelfde verordening bedoelde gemeenschappelijke regels inzake produktie en verhandeling moeten voldoen ,

    - de minimumproduktieomvang voor het betrokken produkt of de betrokken produktengroep die de producentenorganisaties moeten aantonen om te voldoen aan de in lid 1 , sub a ) , bedoelde voorwaarde .

    Artikel 3

    De procedure voor de erkenning en de intrekking van de erkenning wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 32 van Verordening ( EEG ) nr . 100/76 .

    Artikel 4

    De erkenning van een producentenorganisatie wordt ingetrokken wanneer niet langer is voldaan aan de in artikel 2 genoemde voorwaarden of wanneer deze erkenning op verkeerde gegevens berust ; de erkenning wordt met terugwerkende kracht ingetrokken indien de organisatie haar op bedriegelijke wijze heeft verkregen of gebruikt .

    Artikel 5

    Wanneer een Lid-Staat een producentenorganisatie erkent , of een dergelijke erkenning intrekt , deelt hij dit binnen twee maanden aan de Commissie mede .

    Artikel 6

    In het begin van elk jaar maakt de Commissie in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen de lijst bekend van de in het voorafgaande jaar erkende producentenorganisaties en van de gedurende dezelfde periode ingetrokken erkenningen .

    Artikel 7

    1 . Verordening ( EEG ) nr . 170/71 van de Raad van 26 januari 1971 betreffende de erkenning van de producentenorganisaties in de visserijsector ( 2 ) , gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 490/72 ( 3 ) , wordt ingetrokken .

    2 . Verwijzingen naar de krachtens lid 1 ingetrokken verordening moeten worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige verordening .

    Artikel 8

    Deze verordening treedt in werking op 1 februari 1976 .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 19 januari 1976 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J . HAMILIUS

    ( 1 ) Zie blz . 1 van dit Publikatieblad .

    ( 2 ) PB nr . L 23 van 29 . 1 . 1971 , blz . 11 .

    ( 3 ) PB nr . L 59 van 10 . 3 . 1972 , blz . 2 .

    Top