Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31976L0160

Richtlijn 76/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het zwemwater

PB L 31 van 5.2.1976, p. 1–7 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2014; opgeheven door 32006L0007

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1976/160/oj

31976L0160

Richtlijn 76/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het zwemwater

Publicatieblad Nr. L 031 van 05/02/1976 blz. 0001 - 0007
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0108
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0133
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 15 Deel 1 blz. 0133
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0003
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 15 Deel 2 blz. 0003


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 8 december 1975

betreffende de kwaliteit van het zwemwater

( 76/160/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 100 en 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat de bescherming van het milieu en de volksgezondheid de vermindering van de verontreiniging van het zwemwater alsmede de bescherming daarvan tegen verdere kwaliteitsvermindering noodzakelijk maakt ;

Overwegende dat een controle van het zwemwater noodzakelijk is voor het verwezenlijken , in het kader van de gemeenschappelijke markt , van de doelstellingen van de Gemeenschap ter zake van de verbetering der levensomstandigheden , van een harmonische ontwikkeling der economische activiteiten in de gehele Gemeenschap en van een gestadige en evenwichtige expansie ;

Overwegende dat op dit gebied in de Lid-Staten bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke regelingen bestaan die rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de gemeenschappelijke markt , doch dat ter zake door het Verdrag niet in alle vereiste bevoegdheden is voorzien ;

Overwegende dat krachtens het actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu ( 3 ) gezamenlijk kwaliteitsdoelstellingen moeten worden vastgesteld waarbij de verschillende eisen waaraan een milieu moet voldoen , worden vastgelegd en met name de parameters die gelden voor het water , met inbegrip van het zwemwater ;

Overwegende dat , ten einde deze kwaliteitsdoelstellingen te bereiken , de Lid-Staten grenswaarden dienen vast te stellen overeenkomend met bepaalde parameters ; dat het zwemwater in overeenstemming moet worden gebracht met deze waarden binnen een termijn van tien jaar na de kennisgeving van de onderhavige richtlijn ;

Overwegende dat het dienstig is te bepalen dat het zwemwater op bepaalde voorwaarden geacht zal worden overeen te stemmen met de waarden der daarop betrekking hebbende parameters , ook indien een bepaald percentage monsters die gedurende het badseizoen getrokken zijn niet voldoet aan de in de bijlage aangegeven grenswaarden ;

Overwegende dat ten einde een zekere soepelheid te verkrijgen bij de toepassing van de onderhavige richtlijn de Lid-Staten de mogelijkheid moeten hebben om afwijkingen toe te laten ; dat deze afwijkingen echter de dwingende eisen van volksgezondheid niet buiten beschowing mogen laten ;

Overwegende dat de vooruitgang van de techniek een snelle aanpassing noodzakelijk maakt van de technische voorschriften vervat in de bijlage ; dat , ter vergemakkelijking van het uitvoeren der daartoe vereiste maatregelen , een procedure dient te worden ingesteld die voorziet in een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie in het kader van een Comité voor de aanpassing aan de vooruitgang van de techniek ;

Overwegende dat de publieke opinie een toenemende belangstelling toont voor vraagstukken inzake het milieu en de verbetering van de kwaliteit daarvan ; dat deze derhalve op objectieve wijze op de hoogte dient te worden gehouden van de kwaliteit van het zwemwater ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Deze richtlijn heeft betrekking op de kwaliteit van het zwemwater met uitzondering van water bestemd voor therapeutisch gebruik en het water van zwembaden .

2 . Voor de toepassing van deze richtlijn wordt verstaan onder :

a ) " zwemwater " , alle wateren , of delen van die wateren , te weten stromende of stilstaande zoete wateren alsmede zeewater , waarin het baden :

- door de bevoegde instanties van elke Lid-Staat uitdrukkelijk is toegestaan , dan wel

- niet is verboden en gewoonlijk door een groot aantal baders wordt beoefend ;

b ) " badzone " de plaats waar zich zwemwater bevindt ;

c ) " badseizoen " , de periode waarin , gelet op de plaatselijke gebruiken , met inbegrip van de eventuele plaatselijke bepalingen betreffende het baden , alsmede op de meteorologische omstandigheden , een grote toevloed van baders kan worden verwacht .

Artikel 2

De fysisch-chemische en microbiologische parameters van toepassing op het zwemwater zijn vermeld in de bijlage die een integrerend deel van deze richtlijn uitmaakt .

Artikel 3

1 . De Lid-Staten stellen voor alle badzones of voor elke badzone afzonderlijk de waarden vast voor de in de bijlage genoemde parameters .

Voor wat betreft de parameters waarvoor geen enkele waarde is aangegeven in de bijlage , kunnen de Lid-Staten de vaststelling van waarden ter uitvoering van de eerste alinea achterwege laten zolang de cijfers niet zijn vastgesteld .

2 . De krachtens lid 1 vastgestelde waarden mogen niet minder streng zijn dan die vermeld in kolom I van de bijlage .

3 . Waarden die in kolom G van de bijlage zijn vermeld , met al dan niet een overeenkomstige waarde in kolom I van dezelfde bijlage , zijn waarden die de Lid-Staten als richtwaarden trachten te eerbiedigen onverminderd artikel 7 .

Artikel 4

1 . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen opdat de kwaliteit van het zwemwater in overeenstemming wordt gebracht met de ingevolge artikel 3 vastgestelde grenswaarden en wel binnen een termijn van tien jaar nadat van deze richtlijn kennis is gegeven .

2 . De Lid-Staten zien erop toe dat in de badzones die door de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten na de kennisgeving van deze richtlijn worden ingesteld en die speciaal zijn ingericht voor het baden , de in de bijlage I opgenomen waarden vanaf de openstelling in acht zullen worden genomen . Voor de binnen twee jaar na de kennisgeving van deze richtlijn ingestelde badzones , behoeven deze waarden eerst aan het einde van dit tijdvak in acht te worden genomen .

3 . De Lid-Staten kunnen in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan op de in lid 1 genoemde termijn van tien jaar . De motieven voor een dergelijke afwijking die berusten op een plan voor het waterbeheer binnen het betrokken gebied dienen zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen een termijn van zes jaar na de kennisgeving van deze richtlijn aan de Commissie te worden medegedeeld . De Commissie zal deze motieven grondig bestuderen en , in voorkomend geval , bij de Raad ter zake passende voorstellen indienen .

4 . Voor wat betreft zeewater in de nabijheid van grenzen en grensoverschrijdende wateren die van invloed zijn op de kwaliteit van het zwemwater in een andere Lid-Staat , zullen de consequenties die de gemeenschappelijke kwaliteitsdoelstellingen hebben voor de badzones in onderling overleg door de oeverstaten worden bepaald .

De Commissie kan aan dit overleg deelnemen .

Artikel 5

1 . Voor de toepassing van artikel 4 wordt het zwemwater geacht overeen te stemmen met de parameters die hierop betrekking hebben :

indien uit de monsters van dit water , met de in de bijlage vastgestelde frequentie op een zelfde plaats van monsterneming genomen , blijkt dat het water beantwoordt aan de waarden van de parameters betreffende de kwaliteit van het betrokken water bij :

- 95 % van de monsters bij parameters die overeenstemmen met die welke in kolom I van de bijlage zijn opgegeven ;

- 90 % van de monsters in de andere gevallen behalve voor de parameters " totale colibacteriën " en " fecale colibacteriën " waarbij het percentage van de monsters 80 mag zijn ,

en indien voor de 5 , 10 of 20 % van de monsters die , naargelang het geval , niet conform zijn :

- het water niet meer dan 50 % afwijkt van de waarde van de betrokken parameters , waarbij een uitzondering wordt gemaakt voor microbiologische parameters , pH en de opgeloste zuurstof ;

- opeenvolgende watermonsters die zijn genomen met een statistisch juiste frequentie niet afwijken van de waarden van de parameters die hierop betrekking hebben .

2 . De overschrijdingen van de in artikel 3 bedoelde waarden die het gevolg zijn van overstromingen , natuurrampen of uitzonderlijke weersomstandigheden , worden niet in aanmerking genomen bij de berekening van de in lid 1 bedoelde percentages .

Artikel 6

1 . De bevoegde instanties van de Lid-Staten verrichten de bemonstering waarvan de minimumfrequentie is vastgesteld in de bijlage .

2 . De monsters moeten worden genomen in zones waar de gemiddelde baddichtheid per dag het hoogst is . Zij moeten bij voorkeur 30 cm onder het wateroppervlak worden genomen , met uitzondering van die van minerale oliën , die aan het wateroppervlak moeten worden genomen . De monsternemingen vangen twee weken voor het badseizoen aan .

3 . Een onderzoek ter plaatse van de stroomopwaarts heersende omstandigheden bij stromend zoet water en van de omstandigheden in de omgeving bij stilstaand zoet water en zeewater moet nauwkeurig worden verricht en periodiek worden herhaald ter vaststelling van de geografische en topografische gegevens , het volume en de aard van alle vervuilende en potentieel vervuilende stortingen of lozingen , alsmede de gevolgen ervan in functie van de afstand tot de badzone .

4 . Indien uit inspectie door een bevoegde instantie of uit genomen en geanalyseerde monsters blijkt dat er sprake is c.q . zou kunnen zijn van stortingen of lozingen van stoffen waardoor de kwaliteit van het zwemwater kan dalen , moeten er aanvullende monsters worden genomen . Aanvullende monsters moeten ook worden genomen bij elk ander vermoeden van vermindering van de waterkwaliteit .

5 . De referentie-analysemethoden voor de betrokken parameters zijn aangegeven in de bijlage . Laboratoria die andere methoden gebruiken , moeten zich ervan vergewissen dat de verkregen resultaten gelijkwaardig zijn aan of vergelijkbaar zijn met die welke in de bijlage zijn aangegeven .

Artikel 7

1 . De toepassing van de krachtens deze richtlijn genomen maatregelen mag in geen geval tot gevolg hebben dat rechtstreeks of indirect achteruitgang van de huidige kwaliteit van het zwemwater mogelijk wordt gemaakt .

2 . Het staat de Lid-Staten op elk ogenblik vrij voor zwemwater strengere waarden vast te stellen dan die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld .

Artikel 8

Van de bepalingen van deze richtlijn mag worden afgeweken :

a ) voor bepaalde parameters die in de bijlage met ( 0 ) zijn aangeduid wegens uitzonderlijke meteorologische of geografische omstandigheden ;

b ) indien het zwemwater een natuurlijke verrijking met bepaalde stoffen ondergaat waardoor de grenzen als vastgesteld in de bijlage worden overschreden .

Onder natuurlijke verrijking wordt het proces verstaan waardoor een bepaalde hoeveelheid water zonder ingrijpen van de mens bepaalde stoffen die in de bodem voorkomen hieruit opneemt .

In geen geval mag bij de in dit artikel bedoelde uitzonderingsgevallen worden afgeweken van dwingende eisen van volksgezondheid .

Indien een Lid-Staat van een afwijking gebruik maakt , stelt hij de Commissie hiervan onverwijld in kennis , onder vermelding van de motieven en de gestelde termijnen .

Artikel 9

De wijzigingen die noodzakelijk zijn om deze richtlijn aan de vooruitgang van de techniek aan te passen hebben betrekking :

- op de analysemethoden ,

- op de in de bijlage vermelde waarden G en I van de parameters .

Zij worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 11 .

Artikel 10

1 . Er wordt een Comité ingesteld voor de aanpassing aan de vooruitgang van de techniek , hierna te noemen " Comité " , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie .

2 . Het Comité stelt zijn reglement van orde vast .

Artikel 11

1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure wordt deze procedure bij het Comité ingeleid door de voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

2 . De vertegenwoordiger van de Commissie legt aan het Comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over dit ontwerp advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan bepalen naar gelang van de urgentie van het desbetreffende vraagstuk . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van 41 stemmen , waarbij de stemmen van de Lid-Staten worden gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

3 . a ) De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité .

b ) Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het Comité of bij gebreke van een advies doet de Commissie onverwijld een voorstel aan de Raad betreffende de vast te stellen maatregelen . De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

c ) Indien de Raad na een termijn van drie maanden , te rekenen vanaf de indiening van het voorstel , geen besluit heeft genomen , worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld .

Artikel 12

1 . De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen in werking treden om binnen een termijn van twee jaar volgende op de kennisgeving van deze richtlijn aan deze richtlijn te voldoen . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

2 . De Lid-Staten stellen de Commissie op de hoogte van de tekst van belangrijke bepalingen van intern recht die zij op het door deze richtlijn bestreken gebied uitvaardigen .

Artikel 13

De Lid-Staten brengen op gezette tijden en voor de eerste maal vier jaar na de kennisgeving van deze richtlijn aan de Commissie een samenvattend verslag uit over het zwemwater en de meest betekenisvolle kenmerken daarvan .

De Commissie maakt met voorafgaande toestemming van de betrokken Lid-Staat de ter zake verkregen inlichtingen bekend .

Artikel 14

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 8 december 1975 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . PEDINI

( 1 ) PB nr . C 128 van 9 . 6 . 1975 , blz . 13 .

( 2 ) PB nr . C 286 van 15 . 12 . 1975 , blz . 5 .

( 3 ) PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 , blz . 3 .

BIJLAGE

VEREISTE KWALITEIT VAN ZWEMWATER

* Parameters * G * I * Minimumbemonsteringsfrequentie * Analyse/Inspectiemethode *

* Microbiologische * * * * *

1 * Totale colibacteriën per 100 ml * 500 * 10 000 * halfmaandelijks ( 1 ) * Gisting in meervoudige proefbuisjes . *

* * * * * Steekenting van de positieve buisjes op een medium voor bevestiging . *

* * * * * Tellen volgens de techniek van het meest waarschijnlijke aantal ( MWA ) *

* * * * * of *

* * * * * membraanfiltratie en cultuur op een geschikt medium zoals lactose-tergitolagar , endo-agar of bouillon met 0,4 % teepol . *

* * * * * Steekenting en identificatie van de verdachte kolonies . *

* * * * * Bij 1 * en 2 * varieert de incubatietemperatuur , naargelang de totale colibacteriën of de fecale colibacteriën worden opgespoord . *

2 * Fecale colibacteriën per 100 ml * 100 * 2 000 * halfmaandelijks ( 1 ) * Gisting in meervoudige proefbuisjes . *

* * * * * Steekenting van de positieve buisjes op een medium voor bevestiging . *

* * * * * Tellen volgens de techniek van het meest waarschijnlijke aantal ( MWA ) *

* * * * * of *

* * * * * membraanfiltratie en cultuur op een geschikt medium zoals lactose-tergitolagar , endo-agar of bouillon met 0,4 % teepol . *

* * * * * Steekenting en identificatie van de verdachte kolonies . *

* * * * * Bij 1 * en 2 * varieert de incubatietemperatuur , naargelang de totale colibacteriën of de fecale colibacteriën worden opgespoord . *

3 * Fecale streptokokken per 100 ml * 100 * - * ( 2 ) * Methode volgens Litsky *

* * * * * Tellen volgens de techniek van het meest waarschijnlijke aantal ( MWA ) *

* * * * * of *

* * * * * membraanfiltratie *

* * * * * Cultuur op een geschikt medium . *

4 * Salmonella per liter * - * 0 * ( 2 ) * Concentratie door membraanfiltratie . *

* * * * * Enting op standaardmedium . Aanrijking , steekenting op isolatiemedium , identificatie *

5 * Virus PFU per 10 l * - * 0 * ( 2 ) * Concentratie door filtratie , uitvlokking of centrifugeren . Bevestiging . *

* Fysisch-chemische : * * * * *

6 * pH * - * 6 - 9 ( 0 ) * ( 2 ) * Electrometrie met ijking bij pH 7 en 9 *

7 * Kleuring * - * geen abnormale kleurwijziging ( 0 ) * halfmaandelijks ( 1 ) * Controle op zicht *

* * * * * of *

* * - * * ( 2 ) * door fotometrie aan de hand van de ijkmaten van de Pt . Co-schaal *

* Parameters * G * I * Minimumbemonsteringfrequentie * Analyse/Inspectiemethode *

8 * Minerale oliën mg/l * - * geen zichtbare laag op het wateroppervlak en afwezigheid van geur * halfmaandelijks ( 1 ) * Controle op zicht op reuk *

* * * * * of *

* * * 0,3 * - * ( 2 ) * extractie uit een voldoende en afgewogen hoeveelheid van het droge residu *

9 Oppervlakte-actieve stoffen die op methyleenblauw reageren mg/l ( laurylsulfaat ) * - * geen persistent schuim * halfmaandelijks ( 1 ) * Controle op zicht *

* * * * * of *

* * * 0,3 * - * ( 2 ) * absorptie-espectrofotometrie met methyleenblauw *

10 * Fenol ( fenolgetallen ) mg/l C4H5OH * - * geen specifieke geur * halfmaandelijks ( 1 ) * Controle van de afwezigheid van de fenolgeur *

* * * * * of *

* * * 0,005 * * 0,05 * ( 2 ) * absorptie-spectrofotometrie . Methode met 4-aminoantipyrine ( 4 AAP ) *

11 * Doorzichtigheid m * 2 * 1 ( 0 ) * halfmaandelijks ( 1 ) * Secchi-schijf *

12 * Opgeloste zuurstof % verzadiging O2 * 80 - 120 * - * ( 2 ) * Methode van Winkler of elektrometrische methode ( zuurstofmeter ) *

13 * Teerachtige residuen Drijvende stoffen zoals hout , plastics , flessen of recipiënten van glas , plastic , rubber of enige andere stof . Scherven of splinters * geen * * halfmaandelijks ( 1 ) * Controle op zicht *

14 * Ammoniak mg/l NH4 * * * ( 3 ) * Absorptie-spectrofotometrie - Nessler reagens - of methode met indofenolblauw *

15 * Kjeldahl-stikstof mg/l N * * * ( 3 ) * Kjeldahl-bepaling *

* Andere stoffen die beschouwd worden als verontreinigingsgetallen * * * * *

16 * Pesticiden ( parathion , HCH , dieldrin ) mg/l * * * ( 2 ) * Extractie met geschikte oplosmiddelen en chromatografische bepaling *

* Parameters * G * I * Minimumbemonsteringsfrequentie * Analyse/Inspectiemethode *

17 * Zware metalen zoals : * * * * *

* Arsenicum mg/l As * * * ( 2 ) * Atoomabsorptie eventueel voorafgegaan door extractie *

* Cadmium Cd * * * ( 2 ) * Atoomabsorptie eventueel voorafgegaan door extractie *

* Chroom VI Cr VI * * * ( 2 ) * Atoomabsorptie eventueel voorafgegaan door extractie *

* Lood Pb * * * ( 2 ) * Atomabsorptie eventueel voorafgaan door extractie *

* Kwik Hg * * * ( 2 ) * Atoomabsorptie eventueel voorafgegaan door extractie *

18 * Cyaniden mg/l Cn * * * ( 2 ) * Absorptie-spectrofotometrie met behulp van een specifiek reagens *

19 * Nitraten en mg/l NO3 * * * ( 3 ) * Absorptie-spectrofotometrie met behulp van een specifiek reagens *

* fosfaten PO4 * * * * ( 3 ) * Absorptie-spectrofotometrie met behulp van een specifiek reagens *

G = richtgetal

I = imperatief

( 0 ) Rekening houdend met een eventuele overschrijding van de grenswaarden onder uitzonderlijke geografische of meteorologische omstandigheden .

( 1 ) Wanneer bemonstering in voorgaande jaren duidelijk betere resultaten heeft opgeleverd dan die vastgesteld in deze bijlage en wanneer zich geen enkele voorwaarde heeft voorgedaan die de kwaliteit van het water kan verminderen , kunnen de bevoegde autoriteiten de bemonsteringsfrequentie met een factor 2 verminderen .

( 2 ) Dit gehalte dient door de bevoegde autoriteiten te worden gecontroleerd wanneer uit een onderzoek in de badzone de mogelijke aanwezigheid van deze stoffen of een vermindering van de kwaliteit van het water blijkt .

( 3 ) Deze parameters dienen door de bevoegde autoriteiten te worden gecontroleerd wanneer het water neiging tot eutrofiëring vertoont .

Top