EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31975R2782

Verordening (EEG) nr. 2782/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende de produktie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee

PB L 282 van 1.11.1975, p. 100–103 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2008; opgeheven door 32007R1234

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1975/2782/oj

31975R2782

Verordening (EEG) nr. 2782/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende de produktie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee

Publicatieblad Nr. L 282 van 01/11/1975 blz. 0100 - 0103
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0232
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 14 blz. 0090
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0232
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0170
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 9 blz. 0170


VERORDENING (EEG) Nr. 2782/75 VAN DE RAAD van 29 oktober 1975 betreffende de produktie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 43,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2771/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector eieren (1), inzonderheid op artikel 2,

Gelet op Verordening (EEG) nr. 2777/75 van de Raad van 29 oktober 1975 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector slachtpluimvee (2), inzonderheid op artikel 2,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europese Parlement (3),

Overwegende dat om de doeleinden van artikel 39 van het Verdrag op het gebied van de pluimveeteelt te verwezenlijken in de Verordeningen (EEG) nr. 2771/75 en (EEG) nr. 2777/75 maatregelen zijn vastgesteld welke de aanpassing van het aanbod aan de eisen van de markt dienen te vergemakkelijken;

Overwegende dat daartoe in het bijzonder de maatregelen behoren die het opstellen van prognoses op korte of lange termijn op grond van kennis van de aangewende produktiemiddelen dienen te vergemakkelijken, doch ook handelsnormen die onder andere de verpakking, het vervoer en het merken kunnen betreffen;

Overwegende dat nauwkeurige kennis betreffende het aantal in de broedmachines ingelegde broedeieren en het aantal uitgekomen kuikens, onderscheiden naar soort, categorie en type pluimvee, het mogelijk maakt de te verwachten ontwikkeling van de markt van produkten van de pluimveeteelt te overzien ; dat daartoe bovendien de mogelijkheid moet worden geschapen zo nodig statistische gegevens over het pluimveebestand inzake selectie- en teeltpluimvee te verzamelen;

Overwegende dat, om een zo juist en vroegtijdig mogelijke prognose van de marktontwikkeling te kunnen maken, op geregelde tijden gegevens betreffende de aantallen ingelegde eieren en uitgekomen en in de handel gebrachte kuikens dienen te worden verzameld;

Overwegende dat het voorts noodzakelijk is de in de Gemeenschap voortgebrachte broedeieren te identificeren ten einde ze te kunnen onderscheiden van de eieren waarop Verordening (EEG) nr. 2772/75 van de Raad van 29 oktober 1975 betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (4), van toepassing is ; dat deze identificatie daartoe in de Gemeenschap dient te geschieden door de broedeieren elk afzonderlijk te stempelen, doch dat dient te worden bepaald dat deze identificatie in de Lid-Staten die hiervoor toestemming verlenen, mag plaatsvinden volgens bijzondere verpakkingsbepalingen ; dat laatstgenoemde mogelijkheid echter niet tot gevolg mag hebben dat uit de broedmachine gehaalde eieren zonder een speciaal merkteken in de handel kunnen worden gebracht;

Overwegende dat op broedeieren en op andere eieren van elkaar verschillende sluisprijzen en heffingen van toepassing zijn ; dat de mogelijkheid dient te worden geschapen om door het merken van de broedeieren deze produkten duidelijk van elkaar te onderscheiden;

Overwegende dat dit, in het bijzonder wegens de mogelijkheid tot het verlenen van restituties, tevens voor de uitvoer geldt ; dat echter zoveel mogelijk rekening dient te worden gehouden met eventueel in derde landen bestaande voorschriften betreffende de identificatie, ten einde te voorkomen dat de handel met deze landen nadelig wordt beïnvloed;

Overwegende dat een aan elk bedrijf verleend en op de broedeieren of de verpakkingen van broedeieren of kuikens aangebracht registratienummer de handel in deze produkten en het toezicht op de naleving van deze verordening kan vergemakkelijken;

Overwegende dat het zowel voor de handel als voor het toezicht dienstig is op de begeleidende documenten aanduidingen aan te brengen omtrent de aard en de herkomst van de partij broedeieren of kuikens ; dat daartoe sommige van deze aanduidingen op de verpakking dienen voor te komen; (1)Zie blz. 49 van dit Publikatieblad. (2)Zie blz. 77 van dit Publikatieblad. (3)PB nr. C 128 van 9.6.1975, blz. 39. (4)Zie blz. 56 van dit Publikatieblad.

Overwegende dat aan de betrokken bedrijven gewaarborgd moet worden dat de hen betreffende individuele gegevens anoniem blijven en onder de statistische geheimhouding vallen;

Overwegende dat het dienstig is de bedrijven die wegens hun geringe handelsomvang noch op de statistische totaalresultaten noch op de ontwikkeling van de markt noemenswaardige invloed hebben, vrij te stellen van de verplichting deze verordening na te leven,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de zin van deze verordening wordt verstaan onder: 1. Broedeieren : eieren van pluimvee van post 04.05 A I a) van het gemeenschappelijk douanetarief die voor de produktie van kuikens bestemd zijn, onderscheiden naar soort, categorie en type en die overeenkomstig deze verordening zijn geïdentificeerd.

2. Kuikens : levend pluimvee dat per stuk niet meer dan 185 gram weegt van post 01.05 A van het gemeenschappelijk douanetarief van de volgende categorieën: a) gebruikskuikens : kuikens van een van de volgende typen: i) slachtkuikens : kuikens bestemd om te worden gemest en vóór de geslachtsrijpheid te worden geslacht;

ii) legkuikens : kuikens bestemd om opgefokt te worden met het oog op de produktie van consumptie-eieren;

iii) kuikens voor gemengd gebruik : kuikens bestemd voor de leg of voor de slacht;

b) vermeerderingskuikens : kuikens bestemd voor de produktie van gebruikskuikens;

c) fokkuikens : kuikens bestemd voor de produktie van vermeerderingskuikens.

3. Bedrijf : bedrijf of deel van een bedrijf van een van de volgende bedrijfssectoren: a) selectiebedrijf : bedrijf dat zich toelegt op de produktie van broedeieren voor de produktie van fokkuikens, vermeerderingskuikens of gebruikskuikens;

b) vermeerderingsbedrijf : bedrijf dat zich toelegt op de produktie van broedeieren, bestemd voor de produktie van gebruikskuikens;

c) broederij : bedrijf dat zich toelegt op het inleggen en uitbroeden van broedeieren en het opleveren van kuikens.

4. Capaciteit : het maximale aantal broedeieren dat de broedmachines, met uitsluiting van de uitbroedkasten, gelijktijdig kunnen bevatten.

Artikel 2

1. In de uitoefening van een beroep of een bedrijf mogen binnen de Gemeenschap slechts broedeieren en kuikens worden verhandeld en vervoerd en mogen slechts broedeieren worden ingelegd wanneer zulks overeenkomstig de bepalingen van deze verordening geschiedt.

2. Selectiebedrijven en vermeerderingsbedrijven met minder dan 100 stuks pluimvee alsmede broederijen met een capaciteit van minder dan 1 000 broedeieren zijn evenwel niet verplicht deze verordening na te leven.

Artikel 3

Elk bedrijf wordt op zijn verzoek bij de door de Lid-Staat aangewezen bevoegde instantie ingeschreven en krijgt een registratienummer.

Het registratienummer kan worden ontnomen aan de bedrijven die niet beantwoorden aan de bepalingen van deze verordening.

Artikel 4

Uiterlijk drie maanden na het van toepassing worden van deze verordening doet iedere Lid-Staat de andere Lid-Staten en de Commissie de lijst toekomen van de op zijn grondgebied gelegen bedrijven en vermeldt hierop het registratienummer, de naam en het adres van elk bedrijf. Iedere wijziging van deze lijst wordt aan het begin van ieder kwartaal van het kalenderjaar aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie medegedeeld.

Artikel 5

1. Broedeieren worden elk afzonderlijk gestempeld. Deze identificatie geschiedt door het producerende bedrijf, dat zijn registratienummer op de broedeieren aanbrengt.

2. De Lid-Staten mogen echter toestaan dat de broedeieren worden geïdentificeerd door middel van een banderol, die zodanig op de verpakking wordt aangebracht dat de banderol door opening onbruikbaar wordt ; deze banderol draagt ten minste de vermelding van het soort pluimvee waarvan de eieren afkomstig zijn en het registratienummer van het producerende bedrijf.

De Lid-Staat die van deze bevoegheid gebruik maakt, stelt de andere Lid-Staten en de Commissie hiervan in kennis en deelt hun mede, welke maatregelen daartoe zijn genomen.

De aldus geïdentificeerde broedeieren mogen slechts worden vervoerd, in de handel gebracht of ingelegd in de Lid-Staten die van genoemde bevoegdheid gebruik maken.

3. Broedeieren worden vervoerd in onberispelijk schone verpakkingen die uitsluitend broedeieren van een zelfde soort, een zelfde categorie en een zelfde type pluimvee bevatten, afkomstig uit één bedrijf, en die ten minste de vermelding dragen : "Bruteier", "oeufs à couver", "uova da cova", "broedeieren", "eggs for hatching" of "rugeæg".

4. Ten einde zich te voegen naar de geldende bepalingen van bepaalde invoerende derde landen kunnen de voor uitvoer bestemde broedeieren en de verpakkingen daarvan voorzien worden van andere aanduidingen dan die welke in deze verordening zijn voorgeschreven, mits er geen gevaar bestaat dat zij worden verward met deze laatste alsmede met de in Verordening (EEG) nr. 2772/75 en met de in de uitvoeringsverordeningen voorgeschreven aanduidingen.

Artikel 6

Uit derde landen afkomstige broedeieren mogen slechts worden ingevoerd indien daarop in ten minste 3 mm grote letters de naam van het land van oorsprong en de gedrukte vermelding "Brutei", "à couver", "cova", "broedei", "hatching" of "rugeæg" voorkomen. De verpakkingen van deze eieren moeten uitsluitend broedeieren van een zelfde soort, een zelfde categorie en een zelfde type pluimvee, uit een zelfde land van oorsprong en van een zelfde verzender bevatten en er moeten ten minste de volgende aanduidingen op voorkomen: a) de op de eieren voorkomende aanduidingen,

b) de pluimveesoort waarvan de eieren afkomstig zijn,

c) de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

Artikel 7

Elke broederij houdt een of meer registers bij, waarin per soort, per categorie (selectie, fok of gebruik) en per type (slacht, leg of gemengd gebruik) de volgende gegevens worden ingeschreven: a) de datum van inleg en het aantal ingelegde broedeieren, het registratienummer van het bedrijf waar de broedeieren zijn geproduceerd en het aantal niet gemerkte broedeieren dat uit de broedmachine is gehaald;

b) de datum waarop de kuikens uitkomen, het aantal uitgekomen kuikens, alsmede het aantal kuikens dat bestemd is daadwerkelijk te worden gebruikt.

Artikel 8

De niet vóór het inleggen in de broedmachine gemerkte en uit de broedmachine gehaalde broedeieren worden vernietigd of, indien zij in de handel worden gebracht als industrie-eieren in de zin van artikel 1, punt 2, van Verordening (EEG) nr. 2772/75, voorzien van een nader te bepalen merkteken.

Artikel 9

1. Iedere broederij deelt elke maand aan de bevoegde instantie van de Lid-Staat per soort, categorie en type het aantal ingelegde broedeieren, het aantal uitgekomen kuikens en het aantal kuikens dat voor daadwerkelijk gebruik bestemd is mede.

2. Zo nodig worden aan andere dan de in lid 1 bedoelde bedrijven, op een wijze en op voorwaarden die worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75, om statistische gegevens over het pluimveebeslag van selectie- en vermeerderingskuikens verzocht.

Artikel 10

1. Elke maand zenden de Lid-Staten onverwijld na ontvangst en bewerking van de in artikel 9 bedoelde gegevens aan de Commissie een overzicht toe, dat aan de hand van deze gegevens voor de vorige maand is opgesteld.

In het overzicht van de Lid-Staat wordt bovendien het aantal van de in dezelfde maand ingevoerde en uitgevoerde kuikens volgens soort, type en categorie pluimvee vermeld.

2. De Commissie verzamelt de gegevens van de overzichten en stelt vast welke conclusies eruit getrokken dienen te worden. Zij stelt de Lid-Staten daarvan in kennis.

Artikel 11

1. De kuikens worden volgens soort, type en categorie pluimvee verpakt.

2. De dozen bevatten uitsluitend kuikens van een zelfde broederij en dragen ten minste het registratienummer van de broederij.

Artikel 12

Uit derde landen afkomstige kuikens mogen slechts worden ingevoerd indien zij overeenkomstig artikel 11, lid 1, zijn onderverdeeld. De dozen moeten uitsluitend kuikens uit een zelfde land van oorsprong en van een zelfde verzender bevatten en er moeten ten minste de volgende aanduidingen op voorkomen: a) de naam van het land van oorsprong,

b) de pluimveesoort waartoe de kuikens behoren,

c) de naam of firmanaam en het adres van de verzender.

Artikel 13

1. Voor de verzending van elke partij broedeieren of kuikens wordt een begeleidend document opgesteld waarop ten minste de volgende aanduidingen voorkomen: a) de naam of firmanaam en het adres van het bedrijf, alsmede zijn registratienummer,

b) het aantal broedeieren of kuikens volgens soort, categorie en type pluimvee,

c) de verzenddatum,

d) naam en adres van de geadresseerde.

2. Indien het uit derde landen ingevoerde partijen broedeieren en kuikens betreft, moet het registratienummer van het bedrijf worden vervangen door de naam van het land van oorsprong.

Artikel 14

De bij deze verordening voorgeschreven aanduidingen worden duidelijk leesbaar aangebracht.

Deze aanduidingen, alsmede de begeleidende documenten, worden in ten minste één taal van de Gemeenschap gesteld.

Artikel 15

Ten einde te beantwoorden aan de in bepaalde invoerende derde landen geldende bepalingen mogen op de voor uitvoer bestemde verpakkingen andere aanduidingen staan dan die welke in deze verordening zijn voorgeschreven, mits er geen gevaar bestaat dat zij met deze laatste worden verward.

Artikel 16

Het toezicht op de naleving van deze verordening geschiedt door instanties die in iedere Lid-Staat worden aangewezen. De lijst van deze instanties wordt uiterlijk één maand voor de datum waarop deze verordening van toepassing wordt ter kennis van de andere Lid-Staten en van de Commissie gebracht. Elke wijziging van deze lijst wordt ter kennis van de andere Lid-Staten en van de Commissie gebracht.

Artikel 17

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden, naar gelang van het geval, vastgesteld volgens de procedure van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2771/75 of van artikel 17 van Verordening (EEG) nr. 2777/75.

Artikel 18

1. De Lid-Staten treffen alle dienstige maatregelen om te waarborgen dat de in toepassing van artikel 9 verstrekte gegevens anoniem en vertrouwelijk blijven.

2. De in de registers genoteerde gegevens mogen slechts worden gebruikt door de instanties die met de toepassing van deze verordening zijn belast.

Artikel 19

1. Verordening (EEG) nr. 1349/72 van de Raad van 27 juni 1972 betreffende de produktie van en de handel in broedeieren en kuikens van pluimvee (1), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 225/73 (2), wordt ingetrokken.

2. Verwijzingen naar de krachtens lid 1 ingetrokken verordening moeten worden gelezen als verwijzingen naar de onderhavige verordening.

Artikel 20

Deze verordening treedt in werking op 1 november 1975.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

Gedaan te Luxemburg, 29 oktober 1975.

Voor de Raad

De Voorzitter

G. MARCORA

(1)PB nr. L 148 van 30.6.1972, blz. 7. (2)PB nr. L 27 van 1.2.1973, blz. 16.

Top