EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31975L0368

Richtlijn 75/368/EEG van de Raad van 16 juni 1975 houdende maatregelen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor diverse werkzaamheden (ex klasse 01 tot en met 85 CITI) en houdende met name overgangsmaatregelen voor deze werkzaamheden

PB L 167 van 30.6.1975, p. 22–28 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/07/1999; afgeschaft en vervangen door 31999L0042

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1975/368/oj

31975L0368

Richtlijn 75/368/EEG van de Raad van 16 juni 1975 houdende maatregelen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor diverse werkzaamheden (ex klasse 01 tot en met 85 CITI) en houdende met name overgangsmaatregelen voor deze werkzaamheden

Publicatieblad Nr. L 167 van 30/06/1975 blz. 0022 - 0028
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0177
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0214
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0177
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0205
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0205


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 16 juni 1975

houdende maatregelen ter bevordering van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor diverse werkzaamheden ( ex klasse 01 tot en met 85 CITI ) en houdende met name overgangsmaatregelen voor deze werkzaamheden

( 75/368/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 49 , 57 , 66 en 235 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat krachtens het Verdrag ieder verschil in behandeling op grond van nationaliteit inzake verstiging en het verrichten van diensten sedert het einde van de overgangsperiode is verboden ; dat het aldus verwezenlijkte beginsel van behandeling als onderdaan met name ook van toepassing is op de bevoegdheid zich aan te sluiten bij beroeps - en bedrijfsorganisaties , voor zover de beroepswerkzaamheden van de betrokkene de uitoefening van deze bevoegdheid medebrengen ;

Overwegende voorts dat artikel 57 van het Verdrag voorschrijft dat , ten einde de toegang tot werkzaamheden anders dan in loondienst en de uitoefening daarvan te vergemakkelijken , richtlijnen worden vastgesteld inzake de onderlinge erkenning van diploma's , certificaten en andere titels , alsmede tot coordinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten ;

Overwegende niettemin dat het ook zonder een onmiddellijke onderlinge erkenning van de diploma's of een onmiddellijke coordinatie wenselijk lijkt de totstandkoming van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor de betrokken werkzaamheden te bevorderen , met name door het nemen van overgangsmaatregelen als bedoeld in de algemene programma's ( 3 ) , ten einde te voorkomen dat de onderdanen van Lid-Staten waar inzake de toegang tot de betrokken werkzaamheden geen enkele voorwaarde wordt gesteld , extra worden gehinderd ;

Overwegende dat de overgangsmaatregelen , ten einde eventuele bezwaren te ondervangen , erop gericht moeten zijn dat in de ontvangende Lid-Staten waar de toegang tot de betrokken werkzaamheden is geregeld , de daadwerkelijke uitoefening van de werkzaamheid in het land van herkomst gedurende een redelijke periode in het nabije verleden aanvaard wordt als genoegzaam bewijs dat de betrokkene vakkennis bezit , gelijkwaardig aan die welke van de eigen onderdanen wordt verlangd ;

Overwegende dat deze richtlijn twee groepen werkzaamheden bestrijkt , namelijk :

- werkzaamheden die eerst na een vrij uitgebreide beroepsopleiding kunnen worden uitgeoefend en waarvoor derhalve in de verschillene Lid-Staten van de Gemeenschap een strenge regeling bestaat ;

- werkzaamheden die kunnen worden uitgeoefend zonder een dergelijke uitgebreide beroepsopleiding ;

dat derhalve voor deze twee groepen werkzaamheden passende overgangsmaatregelen zullen moeten worden getroffen ;

Overwegende dat de werkzaamheden van octrooimakelaars en van ondernemingen die zich bezighouden met de uitkering van vergoedingen uit licenties worden uitgeoefend in het kader van de exploitatie van uitvindingen en verschillen van de werkzaamheden die gewoonlijk door banken en andere financiële instellingen worden uitgeoefend ; dat zij dientengevolge , hoewel zij behoren tot groep 620 van de CITI-nomenclatuur , uitgezonderd zijn van de werkingssfeer van Richtlijn nr . 73/183/EEG van de Raad van 28 juni 1973 betreffende de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten voor anders dan in loondienst verrichte werkzaamheden van banken en andere financiële instellingen ( 1 ) ;

Overwegende dat noch de werkzaamheden van de raadgevende ingenieurs ( groep 833 CITI ) noch die van de octrooigemachtigden ( groep 831 CITI ) onder deze richtlijn vallen ;

Overwegende dat de werkzaamheden van klasse 73 CITI ( communicatiediensten ) in het algemeen onder de openbare diensten van posterijen en telecommunicatie ressorteren en dat de meeste van deze werkzaamheden derhalve niet onder de werkingssfeer van deze richtlijn vallen ; dat niettemin een gering aantal van deze werkzaamheden door particulieren kan worden uitgeoefend en derhalve in deze richtlijn moet worden opgenomen ;

Overwegende dat het verrichten van diensten op het gebied van het vervoer van personen of goederen geregeld wordt door de Verdragsbepalingen inzake het vervoer ; dat deze richtlijn derhalve geen betrekking heeft op de daarin genoemde werkzaamheden op het gebied van het vervoer , voor zover deze worden uitgeoefend in de vorm van het verrichten van diensten ;

Overwegende dat in afwachting van een communautaire regeling de bestaande bepalingen inzake het onderscheid tussen binnen - , kust - en zeevaart van kracht blijven ;

Overwegende dat deze richtlijn ten aanzien van de werkzaamheden van de groep 859 CITI in de categorie werkzaamheden van masseurs uitsluitend de gezichtsmassage door schoonheidsspecialisten betreft , en dat de werkzaamheden van masseurkinesitherapeuten ( medische massage , sportmassage ) onder een andere richtlijn zullen moeten vallen ;

Overwegende dat de loterij - en aanverwante werkzaamheden van groep 859 CITI veelal rechtstreeks of via overheidsorganen onder de openbare diensten ressorteren dan wel verboden zijn , en dat een aantal van deze werkzaamheden derhalve niet onder de werkingssfeer van deze richtlijn valt ; dat deze werkzaamheden niettemin in bepaalde Lid-Staten door particulieren kunnen worden uitgeoefend en derhalve wel in deze richtlijn moeten worden opgenomen ;

Overwegende dat bepaalde tot groep 859 CITI behorende werkzaamheden waarbij giftige produkten moeten worden gebruikt , zoals ontratting , vallen onder Richtlijn nr . 74/556/EEG van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de overgangsmaatregelen op het gebied van de werkzaamheden welke ressorteren onder de handel in en de distributie van giftige produkten en de werkzaamheden die het beroepsmatig gebruik van die produkten meebrengen , met inbegrip van de werkzaamheden van tussenpersonen ( 5 ) ;

Overwegende dat voor de werkzaamheden van toeristengidsen in sommige Lid-Staten gebiedsbeperkingen worden gesteld en dat deze daar zijn onderworpen aan een zeer gedetailleerde regeling ; dat deze werkzaamheden derhalve van de werkingssfeer van deze richtlijn dienen te worden uitgesloten , met uitzondering evenwel van de werkzaamheden van reisleider en toeristentolk ;

Overwegende dat de in deze richtlijn omschreven overgangsmaatregelen hun reden van bestaan verliezen , zodra de coordinatie van de voorwaarden voor de toegang tot en de uitoefening van de betrokken werkzaamheden , alsmede de onderlinge erkenning van diploma's , certificaten en andere titels hun beslag hebben gekregen ;

Overwegende dat , voor zover de Lid-Staten voor de toegang tot en de uitoefening van de in de richtlijn genoemde werkzaamheden ook van in loondienst werkzame personen het bezit van vakkennis en -bekwaamheid eisen , deze richtlijn ook op deze categorie personen van toepassing moet zijn , ten einde een belemmering van het vrije verkeer van werknemers op te heffen en aldus de in het kader van Verordening ( EEG ) nr . 1612/68 van de Raad van 15 oktober 1968 betreffende het vrije verkeer van werknemers binnen de Gemeenschap ( 6 ) getroffen maatregelen aan te vullen ;

Overwegende dat om dezelfde redenen de bepalingen inzake het bewijs van betrouwbaarheid en het bewijs dat er geen faillissement heeft plaatsgehad , ook op in loondienst werkzame personen dienen te worden toegepast ;

Overwegende dat de praktische uitoefening van het beroep en eventueel de beroepsopleiding moeten zijn verworven in dezelfde branche als die waarin de begunstigde zich in de ontvangende Lid-Staat wil vestigen , ingeval deze Staat deze voorwaarde aan zijn onderdanen oplegt ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . De Lid-Staten nemen de in deze richtlijn omschreven maatregelen met betrekking tot de vestiging van de in titel I van de algemene programma's genoemde natuurlijke personen en vennootschappen op hun grondgebied , alsmede met betrekking tot het verrichten van diensten door deze personen en vennootschappen , hierna begunstigden genoemd , op het gebied van de in artikel 2 bedoelde werkzaamheden .

2 . Deze richtlijn is eveneens van toepassing op de onderdanen van Lid-Staten die overeenkomstig Verordening ( EEG ) nr . 1612/68 de in artikel 2 , lid 1 , bedoelde werkzaamheden in loondienst willen uitoefenen .

Artikel 2

1 . Deze richtlijn is van toepassing op de in de bijlage genoemde werkzaamheden .

2 . De werkzaamheden van groep 859 CITI , waarbij giftige produkten moeten worden gebruikt , vallen onder de Richtlijnen nr . 74/556/EEG en nr . 74/557/EEG ( 7 ) ,

3 . Deze richtlijn is niet van toepassing op het vrij verrichten van diensten ten aanzien van de in de bijlage genoemde werkzaamheden op het gebied van het vervoer van klasse 71 .

4 . Deze richtlijn is niet van toepassing op ambulante activiteiten .

5 . Deze richtlijn is niet van toepassing op de werkzaamheden van toeristengids ( ex groep 859 CITI ) , met uitzondering van de werkzaamheden van reisleider en toeristentolk vermeld in de bijlage .

Artikel 3

1 . Indien een ontvangende Lid-Staat van zijn onderdanen voor de toegang tot een van de in artikel 2 , lid 1 , bedoelde werkzaamheden een bewijs van betrouwbaarheid , het bewijs dat er voorheen geen faillissement heeft plaatsgehad , of slechts een van deze bewijzen eist , erkent deze Lid-Staat als voldoende bewijs voor de onderdanen van de andere Lid-Staten het overleggen van een uittreksel uit het strafregister of , bij ontbreken daarvan , een door een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst afgegeven gelijkwaardig document , waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan .

2 . Indien een ontvangende Lid-Staat aan zijn onderdanen voor de toegang tot bepaalde werkzaamheden vallende onder de groepen 843 en 859 CITI , met name tot werkzaamheden op het gebied van spelen , bepaalde eisen van betrouwbaarheid stelt , waarvan het bewijs niet door middel van het in lid 1 bedoelde document kan worden geleverd , erkent deze Staat voor de onderdanen van de andere Lid-Staten als voldoende bewijs een door een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst afgegeven verklaring waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan . Deze verklaring dient betrekking te hebben op de nauwkeurig omschreven feiten die in het land van ontvangst in aanmerking worden genomen .

3 . Wanneer voor het feit dat er geen faillissement heeft plaatsgehad of ter staving van de betrouwbaarheid , het in lid 1 bedoelde document of de in lid 2 bedoelde verklaring niet worden afgegeven door het land van oorsprong of van herkomst , kunnen deze worden vervangen door een verklaring onder ede - of , in de Lid-Staten waar niet in een eed is voorzien , door een plechtige verklaring - welke door de betrokkene wordt afgelegd ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of overheidsinstantie of , in voorkomend geval , van een notaris van het land van oorsprong of van herkomst , welke een attest afgeven dat deze eed of deze plechtige verklaring bewijskracht geeft . De verklaring betreffende het feit dat er geen faillissement heeft plaatsgehad , mag ook worden afgelegd ten overstaan van een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie van dat land .

4 . Voor de toegang tot werkzaamheden op het gebied van spelen vallende onder de groepen 843 en 859 CITI heeft de Lid-Staat , in afwijking van het bepaalde in de leden 1 , 2 en 3 , de bevoegdheid zelf alle daarop betrekking hebbende feiten te beoordelen , mits voor onderdanen van deze Staat geen andere beoordelingsmaatstaven worden aangelegd dan voor onderdanen van een andere Lid-Staat .

5 . De overeenkomstig de leden 1 , 2 en 3 afgegeven documenten mogen bij overlegging niet onder zijn dan drie maanden .

6 . De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 12 gestelde termijn de voor de afgifte van in de leden 1 , 2 en 3 van het onderhaving artikel bedoelde documenten bevoegde instanties en organisaties aan en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

7 . Indien in de ontvangende Lid-Staat de financiële draagkracht moet worden bewezen , erkent deze Staat de door de banken van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst afgegeven verklaringen als gelijkwaardig aan de op zijn eigen grondgebied afgegeven bewijsstukken .

Artikel 4

De Lid-Staten waar de toegang tot en de uitoefening van een der in artikel 2 , lid 1 , bedoelde werkzaamheden afhankelijk wordt gesteld van het voldoen aan bepaalde eisen van beroepsbekwaamheid dragen er zorg voor dat de begunstigde die een desbetreffend verzoek doet , voor zijn vestiging of voordat hij een tijdelijke werkzaamheid begint uit te oefenen , op de hoogte wordt gebracht van de wettelijke regeling die geldt voor het beroep dat hij wil uitoefenen .

Artikel 5

1 . Indien een Lid-Staat voor de toegang tot of de uitoefening van een der in de bijlage genoemde en hieronder vermelde werkzaamheden :

Klasse * Groep *

ex 04 Visserij * 043 *

ex 38 Vervaanliging van transportmaterieel * 381 *

* 382 *

* 386 *

ex 71 Hulpdiensten van het vervoer en andere diensten dan vervoer * ex 711 *

* ex 712 *

* ex 713 *

* ex 714 *

* ex 716 *

73 Communicatiediensten : posterijen en telecommunicatie * *

ex 85 Persoonlijke diensten * 854 *

* ex 856 *

* ex 859 ( uitsluitend onderhoud en schoonmaken van gebouwen of lokalen ) *

voorwaarden inzake het bezit van algemene , handels - of vakkennis en -bekwaamheid stelt , aanvaardt deze Lid-Staat als voldoende bewijs van die kennis en die bekwaamheid de daadwerkelijke uitoefening van de betrokken werkzaamheid in een andere Lid-Staat :

a ) hetzij als zelfstandige of als bedrijfsleider gedurende zes achtereenvolgende jaren ;

b ) hetzij als zelfstandige of als bedrijsleider gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd , die wordt gestaafd door een van overheidswege erkend getuigschrift of die als volwaardig wordt erkend door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie ;

c ) hetzij als zelfstandige gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokken werkzaamheid gedurende ten minste vijf jaar als niet-zelfstandige heeft uitgeoefend ;

d ) hetzij in leidinggevende functies gedurende vijf achtereenvolgende jaren , waarvan ten minste drie jaar in technische functies met de verantwoordelijkheid voor ten minste één afdeling van het bedrijf , indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding van ten minste drie jaar heeft gevolgd , die wordt gestaafd door een van overheidswege erkend getuigschrift of die als volwaardig wordt erkend door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie .

2 . In de gevallen bedoeld in lid 1 , sub a ) en c ) , mogen op de datum van indiening van een verzoek als bedoeld in artikel 9 , niet meer dan tien jaar zijn verstreken sedert de beëindiging van deze werkzaamheid . Indien echter in een Lid-Staat voor de eigen onderdanen een kortere termijn wordt gesteld , kan deze eveneens voor de begunstigden gelden .

Artikel 6

Voor de toepassing van artikel 5 :

1 . verstrekken de Lid-Staten waar voor de toegang tot of de uitoefening van een van de in artikel 2 , lid 1 , bedoelde werkzaamheden voorwaarden inzake het bezit van algemene , handels - of vakkennis en -bekwaamheid worden gesteld , de andere Lid-Staten , met medewerking van de Commissie , inlichtingen inzake de hoofdkenmerken van de werkzaamheid ;

2 . geeft de hiervoor door de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst aangewezen bevoegde instantie een verklaring af inzake de beroepswerkzaamheden die door de begunstigde daadwerkelijk zijn uitgeoefend alsmede de duur daarvan . Deze verklaring wordt opgesteld aan de hand van het beroepsbeeld dat door de Lid-Staat waar de begunstigde het beroep tijdelijk of blijvend wil uitoefenen , is opgegeven ;

3 . verleent de ontvangende Lid-Staat op verzoek van de betrokkene vergunning voor de uitoefening van de desbetreffende werkzaamheid , wanneer de werkzaamheid waarop de verklaring betrekking heeft , overeenstemt met de hoofdkenmerken van het overeenkomstig het sub 1 bepaalde opgegeven beroepsbeeld en wanneer aan de andere eventueel in de nationale regeling vastgelegde voorwaarden is voldaan .

Artikel 7

1 . Indien een Lid-Staat voor de toegang tot of de uitoefening van een der in artikel 2 , lid 1 , bedoelde en niet in artikel 5 opgenomen werkzaamheden , voorwaarden inzake het bezit van algemene , handels - of vakkennis en -bekwaamheid stelt , aanvaardt deze Lid-Staat als voldoende bewijs van die kennis en die bekwaamheid de daadwerkelijke uitoefening van de betrokken werkzaamheid in een andere Lid-Staat :

a ) hetzij als zelfstandige of als bedrijfsleider gedurende drie achtereenvolgende jaren ;

b ) hetzij als zelfstandige of als bedrijfsleider gedurende twee achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding heeft gevolgd , die wordt gestaafd door een van overheidswege erkend getuigschrift of die als volwaardig wordt erkend door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie ;

c ) hetzij als zelfstandige of als bedrijfsleider gedurende twee achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij de betrokken werkzaamheid gedurende ten minste drie jaar als niet-zelf standige heeft uitgeoefend ;

d ) hetzij als niet-zelfstandige gedurende drie achtereenvolgende jaren , indien de begunstigde bewijst dat hij voor de betrokken werkzaamheid een voorafgaande opleiding heeft gevolgd , die wordt gestaafd door een van overheidswege erkend getuigschrift of die als volwaardig wordt erkend door een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie .

Voor zover hij zulks van zijn eigen onderdanen eist , kan de ontvangende Lid-Staat van de onderdanen van de overige Lid-Staten verlangen dat de betrokken werkzaamheid werd uitgeoefend en de beroepsopleiding werd gevolgd in dezelfde bedrijfstak als die waarin de begunstigde zich in de ontvangende Lid-Staat wenst te vestigen , of in een daaraan verwante tak van bedrijvigheid .

2 . In de gevallen bedoeld in lid 1 , sub a ) en c ) , mogen op de datum van indiening van een verzoek als bedoeld in artikel 9 niet meer dan tien jaar zijn verstreken sedert de beëindiging van deze werkzaamheid . Indien echter in een Lid-Staat voor de eigen onderdanen een kortere termijn wordt gesteld , kan deze eveneens voor de begunstigden gelden .

3 . Voor de toegang tot de werkzaamheden van spelen met geldinzet die vallen onder de groepen 843 en 859 CITI , met uitzondering van spelen waarbij gebruik wordt gemaakt van gokautomaten , heeft de ontvangende Lid-Staat , in afwijking van het bepaalde in lid 1 , de bevoegdheid om zelf de beroepsbekwaamheid te beoordelen van de aanvragers , mits voor onderdanen van deze Staat geen andere beoordelingsmaatstaven worden aangelegd dan voor onderdanen van een andere Lid-Staat .

Artikel 8

De werkzaamheid van bedrijfsleider in de zin van de artikelen 5 en 7 wordt geacht te worden uitgeoefend door een ieder die in een industriële of handelsonderneming van de overeenkomstige bedrijfstak werkzaam is geweest :

a ) hetzij als leider van het bedrijf of als leider van een filiaal ;

b ) hetzij als plaatsvervanger van de ondernemer of de bedrijfsleider indien deze functie , wat de verantwoordelijkheid betreft , overeenkomt met die van de vertegenwoordigde ondernemer of leider van het bedrijf ;

c ) hetzij als lid van het leidinggevend personeel , belast met commerciële taken en verantwoordelijk voor ten minste één afdeling van de onderneming .

Artikel 9

Het bewijs dat aan de in de artikelen 5 en 7 , lid 1 , gestelde voorwaarden is voldaan , wordt geleverd door een door de bevoegde instantie of organisatie van de Lid-Staat van oorsprong of van herkomst afgegeven verklaring welke de betrokkene moet toevoegen aan zijn verzoek om in de ontvangende Lid-Staat de betrokken werkzaamheid of werkzaamheden te mogen uitoefenen .

Artikel 10

De Lid-Staten wijzen binnen de in artikel 12 gestelde termijn de voor de afgifte van de in de artikelen 6 en 9 bedoelde verklaringen bevoegde instanties en organisaties aan en stellen de overige Lid-Staten en de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 11

De in deze richtlijn neergelegde overgangsmaatregelen blijven van toepassing totdat de voorschriften betreffende de coordinatie van de nationale regelingen voor de toegang tot en de uitoefening van de betrokken werkzaamheden in werking treden .

Artikel 12

Binnen twaalf maanden na kennisgeving van deze richtlijn doen de Lid-Staten de nodige maatregelen in werking treden om aan het bepaalde in deze richtlijn te voldoen ; zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 13

De Lid-Staten stellen de Commissie in kennis van alle belangrijke bepalingen van intern recht die zij op het door deze richtlijn bestreken gebied vaststellen .

Artikel 14

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Luxemburg , 16 juni 1975 .

Voor de Raad

De Voorzitter

R . RYAN

( 1 ) PB nr . C 45 van 10 . 5 . 1971 , blz . 12 .

( 2 ) PB nr . C 93 van 21 . 9 . 1971 , blz . 19 .

( 3 ) PB nr . 2 van 15 . 1 . 1962 , blz . 32/62 en 36/62 .

( 4 ) PB nr . L 194 van 16 . 7 . 1973 , blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 307 van 18 . 11 . 1974 , blz . 1 .

( 6 ) PB nr . L 257 van 19 . 10 . 1968 , blz . 2 .

( 7 ) PB nr . L 307 van 18 . 11 . 1974 , blz . 1 en 5 .

BIJLAGE

Werkzaamheden bedoeld in artikel 2 , lid 1

Klasse (*) * Groep (*) * *

ex 04 * * Visserij *

* 043 * Visserij op de binnenwateren *

ex 38 * * Vervaardiging van transportmaterieel *

* 381 * Scheepsbouw en herstelling van schepen *

* 382 * Vervaardiging van spoortwegmaterieel *

* 386 * Vliegtuigbouw ( met inbegrip van de bouw van ruimtevaartmaterieel ) *

ex 62 * * Banken en andere financiële instellingen *

* ex 620 * Octrooimakelaars en ondernemingen die zich bezighouden met de uitkering van vergoedingen uit licenties *

ex 71 * * Hulpdiensten van het vervoer en andere diensten dan vervoer vallende onder de volgende groepen : *

* ex 711 * Exploitatie van slaap - en restauratiewagens ; onderhoud van spoorwegmaterieel in de reparatiewerkplaatsen ; schoonmaken van de wagons *

* ex 712 * Onderhoud van materieel voor stads - , voorstads - en interlokaal vervoer van personen *

* ex 713 * Onderhoud van ander materieel voor personenvervoer over de weg ( zoals auto's , autobussen en taxi's ) *

* ex 714 * Exploitatie en onderhoud van kunstwerken ten behoeve van het wegvervoer ( zoals wegen , tunnels en bruggen met tolheffing , autobusstations , parkings , autobusgarages en tramremises ) *

* ex 716 * Hulpdiensten van de binnenvaart ( zoals exploitatie en onderhoud van waterwegen , havens en andere kunstwerken voor de binnenvaart ; slepen en loodsen in havens , betonning , lossen en laden van schepen en andere overeenkomstige werkzaamheden , zoals berging van schepen , jagen , exploitatie van botenloodsen ) *

ex 71 * * Vervoer *

* ex 713 * Reizigersvervoer over de weg , met uitzondering van vervoer met motorvoertuigen *

* ex 719 * Exploitatie van leidingen bestemd voor het vervoer van vloeibare koolwaterstoffen en andere vloeibare chemische stoffen *

73 * * Communicatiediensten : posterijen en telecommunicatie *

ex 82 * * Diensten tot nut van het algemeen *

* 827 * Bibliotheken , musea , planteatuinen en dierentuinen *

ex 84 * * Recreatie *

* ex 843 * Diensten op recreatief gebied , niet elders ingedeeld *

* * - Sportactiviteiten ( sportterreinen , organisatie van sportieve ontmoetingen , enz . ) , met uitzondering van de werkzaamheden van sportleraren *

* * - Spelen ( renstallen , speelterreinen , renbanen , enz . ) *

* * - Andere recreatieve activiteiten ( circussen , lunaparken en andere amusementsbedrijven , enz . ) *

Klasse * Groep * *

ex 85 * * Persoonlijke diensten *

* ex 851 * Huishoudelijke diensten *

* 854 * Wasserijen , stomerijen en ververijen *

* ex 855 * Schoonheidsinstituten en manicure , met uitzondering van de werkzaamheden van de pedicure en opleidingsinstituten voor schoonheidsspecialist en kapper *

* ex 856 * Fotostudio's : portretfotografie en fotografie voor handelsdoeleinden , met uitzondering van persfotografie *

* ex 859 * Persoonlijke diensten , niet elders ingedeeld , met uitzondering van die van sport - en paramedische masseurs en van berggidsen , als volgt ingedeeld : *

* * - onderhoud en schoonhouden van gebouwen of lokalen *

* * - ontsmetting en bestrijding van ongedierte *

* * - verhuur van kleding en bewaring van voorwerpen *

* * - huwelijksbemiddeling en soortgelijke diensten *

* * - waarzeggerij en soortgelijke werkzaamheden *

* * - hygiënische dienste en aanverwante werkzaamheden *

* * - begrafenisondernemingen en onderhoud van kerkhoven *

* * - reisleiders en toeristentolken *

(*) " Classification internationale type , par industrie , de toutes les branches d'activite economique " . Bureau de statistick van de Verenigde Naties . Etudes statistiques serie M . No 4 . rev 1 . New York 1958 .

Top