EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31971L0162

Richtlijn van de Raad van 30 maart 1971 houdende wijziging van de richtlijnen van 14 juni 1966, betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen en pootaardappelen, van de richtlijn van 30 juni 1969, betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, en van de richtlijn van 29 september 1970, betreffende het in de handel brengen van groentezaad

PB L 87 van 17.4.1971, p. 24–28 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1971(I) blz. 232 - 236

Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1971/162/oj

31971L0162

Richtlijn 71/162/EEG van de Raad van 30 maart 1971 houdende wijziging van de Richtlijnen van 14 juni 1966, betreffende het in de handel brengen van bietenzaad, zaaizaad van groenvoedergewassen, zaaigranen en pootaardappelen, van de Richtlijn van 30 juni 1969, betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen, en van de Richtlijn van 29 september 1970, betreffende het in de handel brengen van groentezaad

Publicatieblad Nr. L 087 van 17/04/1971 blz. 0024 - 0028
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0209
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1971(I) blz. 0232
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 6 blz. 0176
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 4 blz. 0171
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 4 blz. 0171
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 3 blz. 0182
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 3 blz. 0182


++++

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 30 maart 1971

houdende wijziging van de richtlijnen van 14 juni 1966 , betreffende het in de handel brengen van bietenzaad , zaaizaad van groenvoedergewassen , zaaigranen en pootaardappelen , van de richtlijn van 30 juni 1969 , betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen , en van de richtlijn van 29 september 1970 , betreffende het in de handel brengen van groentezaad

( 71/162/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

Overwegende dat het om de hieronder uiteengezette redenen wenselijk is , wijzigingen aan te brengen in enkele bepalingen van de richtlijnen van de Raad van 14 juni 1966 , betreffende het in de handel brengen van bietenzaad ( 2 ) , gewijzigd bij de richtlijn van 18 februari 1969 ( 3 ) , het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen ( 4 ) , gewijzigd bij de richtlijn van 18 februari 1969 ( 5 ) , het in de handel brengen van zaaigranen ( 6 ) , gewijzigd bij de richtlijn van 18 februari 1969 ( 7 ) , het in de handel brengen van pootaardappelen ( 8 ) , gewijzigd bij de richtlijn van 18 februari 1969 ( 9 ) , van de richtlijn van 30 juni 1969 ( 10 ) betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen , en van de richtlijn van 29 september 1970 ( 11 ) betreffende het in de handel brengen van groentezaad ;

Overwegende dat bij de richtlijn van de Raad van 29 september 1970 ( 12 ) een gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen is vastgesteld ;

Overwegende dat wijziging van de bijlagen , gezien het feit dat deze voornamelijk van technische aard zijn , via een snelle procedure moet worden vergemakkelijkt ;

Overwegende dat het noodzakelijk blijkt , in de toekomst het gebruik van gegomde etiketten toe te staan ;

Overwegende dat de voorschriften betreffende de uitvoering van vergelijkende onderzoekingen dienen te worden uitgebreid ;

Overwegende dat het dienstig lijkt om bij groenvoedergewassen bepaalde geslachten onder te verdelen in verscheidene voor de landbouw belangrijkste soorten en een aantal voorschriften van technische aard te wijzigen ;

Overwegende dat het voor zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen niet noodzakelijk is de soorten Ricinus en Sesam binnen de werkingssfeer van de richtlijn te houden , en dat voorts bijzonder bepalingen voor eenhuizige hennep dienen te worden getroffen ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad , wordt als volgt gewijzigd :

1 . Artikel 6 wordt als volgt gelezen :

" Artikel 6

De Lid-Staten schrijven voor , dat de eventueel vereiste beschrijving van de genealogische bestanddelen op verzoek van de kweker geheim wordt gehouden . "

2 . In artikel 11 , lid 1 sub a ) , worden na de derde zin de volgende zinnen ingelast :

" het gebruik van gegomde etiketten is toegestaan ; deze etiketten kunnen als officieel sluitingssysteem worden gebruikt . "

3 . In artikel 16 , lid 2 , wordt de in de laatste zin voorkomende datum vervangen door 1 juli 1972 .

4 . Artikel 20 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . Binnen de Gemeenschap worden communautaire vergelijkingsproeven gedaan met het oog op een nacontrole door middel van steekproefsgewijs genomen monsters van gecertificeerd bietenzaad . Bij de nacontrole kunnen eveneens de voorwaarden worden onderzocht waaraan dit zaad moet voldoen . De organisatie van de proeven en de resultaten daarvan worden aan het in artikel 21 bedoelde Comité ter beoordeling voorgelegd . "

5 . Na artikel 21 wordt het volgende artikel ingelast :

" Artikel 21 bis

Op voorstel van de Commissie en rekening houdend met de stand van de technische en wetenschappelijke kennis stelt de Raad de in de bijlagen aan te brengen wijzigingen vast . "

Artikel 2

De richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen , wordt als volgt gewijzigd :

1 . In artikel 2 , lid 1 , alinea A , sub a ) , worden de woorden

" Agrostis spec . * Struisgrassen " *

vervangen door de volgende woorden :

" Agrostis canina L . ssp . canina Hwd . * Kruipend struisgras en heidestruisgras *

Agrostis gigantea Roth * Hoog struisgras *

Agrostis stolonifera L . * Wit struisgras *

Agrostis tenuis Sibth . * Gewoon struisgras . " *

2 . In artikel 2 , lid 1 , alinea A , sub a ) , worden de woorden

" Lolium spec . * Weidelgras " *

vervangen door de volgende woorden :

" Lolium multiflorum Lam . * Westerwolds en Italiaans raaigras *

Lolium perenne L . * Engels raaigras *

Lolium x hybridum Hausskn . * Gebruikst raaigras . " *

3 . In artikel 2 , lid 1 , alinea A , sub a ) , worden de woorden

" Poa spec . * Beemdgras " *

vervangen door de volgende woorden :

" Poa annua L . * Tuintjesgras *

Poa nemoralis L . * Bosbeemdgras *

Poa palustris L . * Moerasbeemdgras *

Poa pratensis L . * Veldbeemdgras *

Poa trivialis L . * Ruwbeemdgras . " *

4 . In artikel 2 , lid 1 , alinea A , sub b ) , worden de woorden

" Lupinus spec . met uitzondering van Lupinus perennis L . * Lupinen met uitzondering van overblijvende Lupinen " *

vervangen door de volgende woorden :

" Lupinus albus L . * Witte lupine *

Lupinus angustifolius L . * Blauwe lupine *

Lupinus luteus L . * Gele lupine . " *

5 . In artikel 2 , lid 1 , alinea A , sub b ) , worden de woorden

" Vicia spec . met uitzondering van Vicia faba major L . * Wikken en veldbonen met uitzondering van waalse bonen en wierbonen " *

vervangen door de volgende woorden :

" Vicia faba L . ssp . faba var . equina Pers . * Paardeboon *

Vicia faba L . var . minor ( Peterm . ) bull * Veldboon *

Vicia pannonica Crantz * Pannonische wikke *

Vicia sativa L . * Voederwikke *

Vicia villosa Roth * Zachte wikke . " *

6 . In artikel 3 , lid 1 , worden de woorden

" Lolium spec . "

vervangen door de volgende woorden :

" Lolium multiflorum Lam .

Lolium perenne L .

Lolium x hybridum Hausskn . "

7 . Artikel 6 wordt als volgt gelezen :

" De Lid-Staten schrijven voor , dat de eventueel vereiste beschrijving van de genealogische bestanddelen op verzoek van de kweker geheim wordt gehouden . "

8 . In artikel 10 , lid 1 , alinea a ) , worden na de derde zin de volgende zinnen ingelast :

" Het gebruik van gegomde etiketten is toegestaan ; deze etiketten kunnen als officieel sluitingssysteem worden gebruikt . "

9 . In artikel 16 , lid 2 , wordt de in de laatste zin voorkomende datum vervangen door 1 juli 1972 .

10 . Artikel 20 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . Binnen de Gemeenschap worden communautaire vergelijkingsproeven gedaan met het oog op een nacontrole door middel van steekproefsgewijs genomen monsters van basiszaad , met uitzondering van basiszaad van hybriden en kunstmatig verkregen rassen , en van gecertificeerd zaad van groenvoedergewassen . Bij de nacontrole kan eveneens worden onderzocht , of aan de voor het zaad gestelde eisen is voldaan . De organisatie van de proeven en de resultaten daarvan worden aan het in artikel 21 bedoelde Comité ter beoordeling voorgelegd . "

11 . Na artikel 21 wordt het volgende artikel ingelast :

" Artikel 21 bis

Op voorstel van de Commissie en rekening houdend met de stand van de technische en wetenschappelijke kennis stelt de Raad de in de bijlagen aan te brengen wijzigingen vast . "

12 . In bijlage II , deel I , punt 3 , alinea A sub a ) , worden de woorden " Agrostis alba " vervangen door " Agrostis gigantea Roth " en worden de woorden " Lolium multiflorum esp . italicum " vervangen door de woorden " Lolium multiflorum Lam . " .

13 . In bijlage II , deel I , punt 3 , alinea A , sub b ) , wordt het cijfer " 0,1 " dat het maximumbestanddeel onkruidzaden aangeeft voor Hedysarum coronarium L . , vervangen door het cijfer " 1,5 " .

14 . In bijlage II , deel I , punt 3 , wordt aan alinea B de hierna volgende tekst sub f ) toegevoegd :

" f ) het aantal zaden van Rumex obstusifolius en van Rumex crispus mag in een monster van 5 gram niet meer bedragen dan 2 . "

15 . Bijlage II , deel I , punt 3 , alinea C , sub a ) , wordt als volgt gelezen :

" a ) Het percentage zaden van een andere kleur mag in bitterstofhoudende lupinen niet meer bedragen dan 2 en in andere lupinen niet meer dan 1 . "

16 . Bijlage II , deel III , punt 4 , sub a ) , wordt als volgt gelezen :

" a ) Het percentage zaden van een andere kleur mag in bitterstofhoudende lupinen niet meer bedragen dan 4 en in andere lupinen niet meer dan 2 . "

17 . In bijlage IV , deel A , wordt sub a ) het volgende punt toegevoegd :

10 . Voor zaad van grasrassen waarvoor geen onderzoek van de cultuur - en gebruikswaarde heeft plaatsgevonden , overeenkomstig artikel 4 , lid 2 , sub a ) , van de richtlijn van de Raad van 29 september 1970 ( 13 ) betreffende de gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen : " niet bestemd voor de voortbrenging van voedergewassen " . "

Artikel 3

De richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen , wordt als volgt gewijzigd :

1 . In artikel 2 , lid 1 , alinea A , worden de woorden

" Zea maïs L . " * " Maïs " *

vervangen door de volgende woorden :

" Zea maïs L . met uitzondering van Zea maïs convar . microsperma ( Koern ) en Zea maïs convar . saccharata ( Koern ) * Maïs , met uitzondering van popcorn en suikermaïs . " *

2 . Artikel 6 wordt als volgt gelezen :

" De Lid-Staten schrijven voor , dat de eventueel vereiste beschrijving van de genealogische bestanddelen op verzoek van de kweker geheim wordt gehouden . "

3 . In artikel 10 , lid 1 , sub a ) , worden na de derde zin , de volgende zinnen ingelast :

" het gebruik van gegomde etiketten is toegestaan ; deze etiketten kunnen als officieel sluitingssysteem worden gebruikt . "

4 . In artikel 16 , lid 2 , wordt de in de laatste zin voorkomende datum vervangen door 1 juli 1972 .

5 . De tekst van artikel 20 , lid 1 , wordt vervangen door de volgende tekst :

" 1 . Binnen de Gemeenschap worden communautaire vergelijkingsproeven gedaan met het oog op een nacontrole door middel van steekproefsgewijs genomen monsters van basiszaad , met uitzondering van basiszaad van hybriden en kunstmatig verkregen rassen , en van gecertificeerd zaad van alle graansoorten . Bij de nacontrole kan eveneens worden onderzocht , of aan de voor het zaad gestelde eisen is voldaan . De organisatie van de proeven en de resultaten daarvan worden aan het in artikel 21 bedoelde Comité ter beoordeling voorgelegd . "

6 . Na artikel 21 wordt het volgende artikel ingelast :

" Artikel 21 bis

Op voorstel van de Commissie en rekening houdend met de stand van de technische en wetenschappelijke kennis stelt de Raad de in de bijlagen aan te brengen wijzigingen vast . "

Artikel 4

De richtlijn van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen , wordt als volgt gewijzigd :

1 . Artikel 5 wordt geschrapt .

2 . Aan artikel 14 , lid 1 , wordt de volgende zin toegevoegd :

" Bij de vergelijkingsproeven kunnen ook de andere minimumvoorwaarden worden onderzocht waarin bijlage I voorziet . "

3 . In artikel 15 , lid 2 , wordt de in de laatste zin voorkomende datum vervangen door 1 juli 1972 .

4 . Na artikel 19 wordt het volgende artikel ingelast :

" Artikel 19 bis

Op voorstel van de Commissie en rekening houdend met de stand van de technische en wetenschappelijke kennis stelt de Raad de in de bijlagen aan te brengen wijzigingen vast . "

Artikel 5

De richtlijn van 30 juni 1969 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen wordt als volgt gewijzigd :

1 . In artikel 2 worden de woorden " Ricinus communis L . - Ricinus " en " Sesamum orientale L . - Sesam " , alsmede elke verwijzing naar " Ricinus " en " Sesam " geschrapt .

2 . In artikel 2 , lid 1 , worden

a ) in alinea B , sub b ) in fine , de volgende woorden toegevoegd :

" dan wel , in voorkomend geval , gecertificeerd zaad van de derde vermeerdering . "

b ) in alinea C , voor het tussen haakjes staande woord " hennep " , het woord " tweehuizige " toegevoegd

c ) in alinea D , na het tussen haakjes staande woord " grondnoten " , de woorden : " eenhuizige hennep " toegevoegd

d ) in alinea D , sub b ) , na de woorden " gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering " de volgende woorden ingelast :

" dan wel , in voorkomend geval , van de categorie gecertificeerd zaad van de derde vermeerdering , "

e ) in alinea E , sub b ) in fine , de volgende woorden toegevoegd :

" dan wel , in voorkomend geval , voor het telen van de categorie gecertificeerd zaad van de derde vermeerdering . "

f ) na punt E , het volgende punt ingelast :

" E bis . Gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering ( eenhuizige hennep ) : zaad

a ) dat rechtstreeks afkomstig is van gecertificeerd zaad van de eerste vermeerdering en dat inzonderheid met het oog op de voortbrenging van gecertificeerd zaad van de tweede vermeerdering is verkregen en officieel is gecontroleerd ;

b ) dat bestemd is voor het telen van hennep die in de bloeitijd moet worden geoogst ;

c ) dat voldoet aan de in de bijlagen I en II voor gecertificerd zaad opgesomde voorwaarden en

d ) waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat bovenbedoelde voorwaarden zijn vervuld . "

3 . Artikel 6 wordt als volgt gelezen :

" De Lid-Staten schrijven voor , dat de eventueel vereiste beschrijving van de genealogische bestanddelen op verzoek van de kweker geheim wordt gehouden . "

4 . In artikel 10 , lid 1 , sub a ) , worden na de derde zin , de volgende zinnen ingelast :

" Het gebruik van gegomde etiketten is toegestaan ; deze etiketten kunnen als officieel sluitingssysteem worden gebruikt . "

5 . In artikel 15 , lid 2 , wordt de in de laatste zin voorkomende datum vervangen door 1 juli 1973 .

6 . De tekst van artikel 19 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . Binnen de Gemeenschap worden communautaire vergelijkingsproeven gedaan met het oog op een nacontrole door middel van steekproefsgewijs genomen monsters van basiszaad , met uitzondering van basiszaad van hybriden en kunstmatig verkregen rassen , en van gecertificeerd zaad van alle soorten van oliehoudende platen en vezelgewassen . Bij de nacontrole kan eveneens worden onderzocht , of aan de voor het zaad gestelde eisen is voldaan . De organisatie van de proeven en de resultaten daarvan worden aan het in artikel 20 bedoelde Comité ter beoordeling voorgelegd . "

7 . Na artikel 20 wordt het volgende artikel ingelast :

" Artikel 20 bis

Op voorstel van de Commissie en rekening houdend met de stand van de technische en wetenschappelijke kennis , stelt de Raad de in de bijlagen aan te brengen wijzigingen vast . "

8 . In bijlage I , punt 5 , wordt het woord " ricinus " en in bijlage II , deel I , punt 2 , alinea A , worden de woorden " Ricinus communis L . " , " Sesamum orientale L . " en alle daarop betrekking hebbende gegevens geschrapt .

9 . In bijlage II , deel I , punt 2 , alinea B , sub e ) , worden de woorden " Linum usitatissimum " vervangen door " Cannabis sativa " .

Artikel 6

De richtlijn van 29 september 1970 betreffende het in de handel brengen van groentezaad , wordt als volgt gewijzigd :

1 . Artikel 39 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . Binnen de Gemeenschap worden communautaire vergelijkingsproeven gedaan met het oog op een nacontrole door middel van steekproefsgewijs genomen monsters van basiszaad , met uitzondering van basiszaad van hybriden en kunstmatig verkregen rassen , alsmede van gecertificeerd zaad en standaardzaad van groenten . Bij de nacontrole kan eveneens worden onderzocht , of aan de voor het zaad gestelde eisen is voldaan . De organisatie van de proeven en de resultaten daarvan worden aan het in artikel 40 bedoelde Comité ter beoordeling voorgelegd . "

2 . Na artikel 40 wordt het volgende artikel ingelast :

" Artikel 40 bis

Op voorstel van de Commissie en rekening houdend met de stand van de technische en wetenschappelijke kennis , stelt de Raad de in de bijlagen aan te brengen wijzigingen vast . "

Artikel 7

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden ter uitvoering van

a ) artikel 1 , lid 3 , artikel 2 , lid 9 , artikel 3 , lid 4 , artikel 4 , lid 3 , artikel 5 , leden 1 , 2 en 7 : en wel met ingang van 1 juli 1970 ,

b ) artikel 1 , lid 1 , artikel 2 , leden 7 en 17 , artikel 3 , lid 2 , artikel 4 , lid 1 , artikel 5 , lid 3 , en artikel 6 : en wel uiterlijk 1 juli 1972 ,

c ) de overige bepalingen van deze richtlijn : en wel uiterlijk 1 juli 1971 .

Artikel 8

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 30 maart 1971 .

Voor de Raad

De Voorzitter

M . SCHUMANN

( 1 ) PB nr . C 101 van 4 . 8 . 1970 , blz . 44 .

( 2 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2290/66 .

( 3 ) PB nr . L 48 van 26 . 2 . 1969 , blz . 4 .

( 4 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2298/66 .

( 5 ) PB nr . L 48 van 26 . 2 . 1969 , blz . 8 .

( 6 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2309/66 .

( 7 ) PB nr . L 48 van 26 . 2 . 1969 , blz . 1 .

( 8 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2320/66 .

( 9 ) PB nr . L 48 van 26 . 2 . 1969 , blz . 7 .

( 10 ) PB nr . L 169 van 10 . 7 . 1969 , blz . 3 .

( 11 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 7 .

( 12 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 1 .

( 13 ) PB nr . L 225 van 12 . 10 . 1970 , blz . 1 .

Top