Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31966R0136

    Verordening Nº136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten

    PB 172 van 30.9.1966, p. 3025–3035 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1965-1966 blz. 221 - 231

    Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/10/2005; opgeheven door 32004R0865

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1966/136/oj

    31966R0136

    Verordening Nº136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten

    Publicatieblad Nr. 172 van 30/09/1966 blz. 3025 - 3035
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0167
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0193
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0167
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0221
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 2 blz. 0033
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0214
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0214


    ++++

    ( 1 ) PB no . 119 van 3 . 7 . 1965 , blz . 2040/65 .

    ( 2 ) PB no . 30 van 20 . 4 . 1962 , blz . 991/62 .

    ( 3 ) PB no . 165 van 21 . 9 . 1966 , blz . 2965/66 .

    VERORDENING No . 136/66/EEG VAN DE RAAD

    van 22 september 1966

    houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening

    der markten in de sector oliën en vetten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 42 en 43 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Overwegende dat in de Gemeenschap de toestand op de markten van oliën en vetten , van plantaardige oorsprong en van vis of van zeezoogdieren , wordt gekenmerkt door de grote omvang van de behoefte enerzijds en de geringe totale produktie anderzijds ; dat de Lid-Staten bijgevolg voor hun voorziening op dit gebied in sterke mate zijn aangewezen op de wereldmarkt ; dat deze situatie in het algemeen rechtvaardigt dat de onderscheidene invoerbelemmeringen worden opgeheven en , behoudens voor bepaalde produkten van de olijventeelt , worden vervangen door het gemeenschappelijk douanetarief , dat door zijn nulrecht op grondstoffen de voorziening van de industrie vergemakkelijkt en door zijn rechten op bewerkte produkten de betrokken industrie beschermt en voorts de verbruikers een voorziening tegen redelijke prijzen waarborgt ;

    Overwegende evenwel dat de opheffing van de invoerbelemmeringen de communautaire markt voor oliehoudende zaden en vruchten en voor de oliën daarvan onbeschermd laat tegen de verstoringen die voortvloeien hetzij uit bepaalde invoeren uit derde landen , hetzij uit de door derde landen veroorzaakte dispariteiten tussen de prijzen van de uit oliehoudende zaden en vruchten verkregen produkten en de prijzen van deze zaden en vruchten ; dat deze verstoringen de belangen van de producenten en van de verwerkende industrie ernstig kunnen schaden en dat het derhalve , met inachtneming van de internationale verplichtingen , nodig is passende maatregelen te treffen om deze situatie het hoofd te bieden ;

    Overwegende dat de opheffing van de invoerbelemmeringen , als de gevolgen daarvan niet door andere maatregelen werden gecompenseerd , de voortbrenging van bepaalde landbouw - of industrieprodukten in de Gemeenschap in gevaar zou brengen , gezien de toestand op de wereldmarkt ; dat namelijk het verbruik van olijfolie zou kunnen afnemen , als de prijs van concurrerende oliën aanmerkelijk zou dalen ; dat bovendien andere oliehoudende produkten zijn blootgesteld aan de rechtstreekse concurrentie van dezelfde produkten die uit derde landen tegen verlaagde of nulrechten worden ingevoerd ;

    Overwegende dat de olijventeelt en de olijfolieproduktie van bijzondere betekenis zijn voor de economie van bepaalde gebieden van de Gemeenschap , waar zij dikwijls de voornaamste bron van inkomsten voor een groot gedeelte van de bevolking vormen ; dat olijfolie voor grote groepen verbruikers de voornaamste vetsoort is ; dat de teelt van oliehoudende zaden , met name van koolzaad , raapzaad en zonnebloemzaad , de rentabiliteit van de bedrijven verhoogt doordat zij deze in staat stelt een beter technisch en financieel evenwicht te verwezenlijken ; dat het bijgevolg nodig is deze produkten door passende maatregelen te ondersteunen ;

    Overwegende dat te dien einde , voor de producenten van de Gemeenschap , de afzet op de markt van hun oogsten een billijke beloning moet waarborgen , waarvan de hoogte voor olijfolie door een produktierichtprijs en voor oliehoudende zaden door een richtprijs kan worden bepaald ; dat het verschil tussen deze prijzen en de voor de verbruiker aanvaardbare prijzen overeenkomt met de steun die voor het bereiken van het nagestreefde doel dient te worden verleend ;

    Overwegende dat de verbruikers van olijfolie in het algemeen dit produkt verkiezen boven andere soortgelijke voedingsmiddelen , zodat dit produkt tegen een hogere prijs kan worden verkocht dan deze soortgelijke voedingsmiddelen ; dat het bijgevolg mogelijk is , rekening houdende met de prijzen van de concurrerende produkten , een marktrichtprijs vast te stellen op een zodanig niveau dat de producent in beginsel de noodzakelijke beloning grotendeels uit de inkomsten op de markt verkrijgt ;

    Overwegende dat het met de marktrichtprijs van olijfolie beoogde doel slechts kan worden bereikt indien de daadwerkelijke toegepaste marktprijs de marktrichtprijs zoveel mogelijk benadert ; dat dientengevolge zowel binnen de producerende Lid-Staten als aan de grenzen van de Gemeenschap dient te worden voorzien in stabilisatiemaatregelen ;

    Overwegende dat de nagestreefde stabiliteit binnen de Gemeenschap kan worden bereikt door in de produktiegebieden de mogelijkheid te scheppen olijfolie aan de bevoegde instanties van de Lid-Staten aan te bieden ; dat , gegeven de geografische concentratie van produktie en consumptie , de interventieprijs die deze instanties verplicht zijn voor deze olie te betalen , in alle interventiecentra dezelfde kan zijn ; dat voorts ter verzekering van een constant evenwicht tussen vraag en aanbod en gezien de noodzaak de gevolgen van het onregelmatig zijn van de produktie te beperken , de mogelijkheid dient te worden geopend de interventiebureaus op te dragen een buffervoorraad aan te leggen ;

    Overwegende dat , ten einde de markt van de Gemeenschap op het gewenste niveau te stabiliseren , met name door te voorkomen dat de schommelingen op de wereldmarkt de binnen de Gemeenschap toegepaste prijzen beïnvloeden , dient te worden voorzien in een heffing op de ingevoerde produkten , waarvan het bedrag gelijk is aan het verschil tussen een van de marktrichtprijs afgeleide drempelprijs en de op de wereldmarkt toegepaste prijzen ; dat , met het oog op een volledige en samenhangende bescherming , de perskoeken van olijven en andere bij de winning van olijfolie verkregen afvallen , de bij de bewerking van olijfolie verkregen afvallen en de olijven , bestemd voor de vervaardiging van olie , aan een regeling die dezelfde werking heeft , moeten worden onderworpen ;

    Overwegende dat de schorsing van de heffing of de toekenning van een restitutie ten gunste van olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van vis - en groentenconserven , noodzakelijk is om de betrokkenen in staat te stellen het hoofd te bieden aan de concurrentie van soortgelijke produkten , vervaardigd met oliën die tegen de wereldmarktprijs zijn aangekocht ;

    Overwegende dat de voorziening van de consumenten met olijfolie in gevaar kan komen wanneer de verhouding tussen de wereldmarktprijs en de prijs in de Gemeenschap aanleiding kan geven tot de uitvoer van aanzienlijke hoeveelheden olijfolie ; dat voorts de invoer of de uitvoer van dit produkt in sommige omstandigheden verstoringen op de markt kan teweegbrengen ; dat dient te worden voorzien in maatregelen waardoor aan zodanige situaties het hoofd kan worden geboden ;

    Overwegende dat , wat de oliehoudende zaden betreft , de bescherming van de landbouwers tegen de risico's die , ondanks het voorziene steunstelsel , uit de wisselvalligheid van de markt kunnen voortvloeien , kan worden verzekerd door interventiemaatregelen die hierin bestaan dat de aan de bevoegde instanties aangeboden hoeveelheden worden gekocht tegen interventieprijzen welke , wegens de geografische uitgestrektheid van de produktie tegenover een gering aantal verwerkingscentra , moeten worden vastgesteld , rekening houdend met de natuurlijke prijsvorming op de markt ;

    Overwegende dat de lijst van zaden waarvoor bovenstaande regeling geldt zodanig moet worden vastgesteld dat zij de soorten waarvan de teelt thans het belangrijkste is , omvat ; dat de mogelijkheid echter moet worden behouden om , uitgaande van de verworven ervaring , deze regeling uit te breiden tot andere zaden ;

    Overwegende dat de afschaffing van de maatregelen welke de produktie van druivepittenolie in sommige Lid-Staten begunstigen , bijzondere maatregelen vergt om deze olie-industrie in staat te stellen zich aan de nieuwe marktomstandigheden aan te passen ;

    Overwegende dat de onderlinge samenhang van de bepalingen betreffende de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten , in gevaar zou worden gebracht , wanneer hun uitwerking zou kunnen cumuleren met die van met het Verdrag onverenigbare steunmaatregelen ; dat het , in afwachting van de toepassing van een gemeenschappelijk landbouwbeleid in de vlassector , noodzakelijk is te voorzien in een uitzondering voor de steun die wordt verleend aan de produktie van lijnzaad dat gebruikt wordt voor de produktie van olie ;

    Overwegende dat bij de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten gelijkelijk en op passende wijze rekening moet worden gehouden met de in artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden ;

    Overwegende dat , om de tenuitvoerlegging van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken , dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een Comité van beheer een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . In de sector oliehoudende zaden en vruchten , plantaardige oliën en vetten , alsmede oliën en vetten van vis of van zeezoogdieren wordt een gemeenschappelijke marktordening tot stand gebracht .

    2 . Deze verordening is van toepassing op de volgende produkten :

    Nummer van het

    gemeenschappelijk * Omschrijving

    douanetarief

    a ) 12.01 * Oliehoudende zaden en vruchten ,

    * ook indien gebroken

    b ) 12.02 * Meel van oliehoudende zaden en

    * vruchten , waaruit de olie niet is

    * afgescheiden , met uitzondering van

    * mosterdmeel

    15.04 * Vetten en oliën van vis of van

    * zeezoogdieren , ook indien geraffi -

    * neerd

    ex 15.07 * Plantaardige vette oliën , vloeibaar

    * of vast , ruw , gezuiverd of geraffi -

    * neerd , met uitzondering van olijf -

    * olie

    15.12 * Dierlijke en plantaardige oliën en

    * vetten , geheel of gedeeltelijk gehy -

    * drogeneerd of op andere wijze ge -

    * hard of in vaste toestand gebracht ,

    * ook indien gezuiverd , doch niet

    * verder bereid

    15.13 * Margarine , kunstreuzel en andere

    * bereide spijsvetten

    ex 15.17 * Afvallen , afkomstig van de bewer -

    * king van vetstoffen of van dierlijke

    * of plantaardige was , met uitzonde -

    * ring van afvallen welke olie bevat -

    * ten die de kenmerken van olijfolie

    * heeft

    * Perskoeken en andere bij de win -

    ex 23.04 * ning van plantaardige oliën ver -

    * kregen afvallen , met uitzondering

    * van droesem of bezinksel , van

    * perskoeken van olijven en van

    * andere bij de winning van olijfolie

    * verkregen afvallen

    c ) ex 15.07 * Olijfolie , ruw , gezuiverd of geraffi -

    * neerd

    d ) ex 07.01 N * Olijven , vers of gekoeld

    ex 07.02 * Olijven , al dan niet gekookt ,

    * bevroren

    ex 07.03 A * Olijven in water , waaraan , voor

    * het voorlopig verduurzamen , zout ,

    * zwavel of andere stoffen zijn toege -

    * voegd , doch niet speciaal bereid

    * voor dadelijke consumptie

    ex 07.04 B * Olijven , gedroogd , gedehydreerd of

    * geëvaporeerd , ook indien in stuk -

    * ken of in schijven gesneden , dan

    * wel fijngemaakt of in poedervorm ,

    * doch niet op andere wijze bereid

    e ) ex 15.17 * Afvallen , afkomstig van de bewer -

    * king van vetstoffen of van dierlijke

    * of plantaardige was , welke olie

    * bevatten die de kenmerken van

    * olijfolie heeft

    ex 23.04 * Perskoeken van olijven en andere

    * bij de winning van olijfolie verkre -

    * gen afvallen

    TITEL I

    Regeling van het handelsverkeer

    Artikel 2

    1 . Op de in artikel 1 , lid 2 , sub a ) , b ) en d ) , bedoelde produkten wordt het gemeenschappelijk douanetarief toegepast .

    2 . Op de in artikel 1 , lid 2 , sub c ) en e ) , bedoelde produkten , alsmede op de in artikel 15 , lid 1 , bedoelde produkten , wordt bij invoer uit derde landen een stelsel van heffingen toegepast .

    Artikel 3

    1 . Behoudens de toepassing van de bepalingen van artikel 2 zijn in het intracommunautaire handelsverkeer onverenigbaar met de toepassing van de bepalingen van deze verordening :

    _ de toepassing van enig douanerecht of van enige heffing van gelijke werking als een douanerecht ;

    _ de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking ;

    _ het beroep op artikel 44 van het Verdrag .

    2 . In het handelsverkeer met derde landen zijn onverenigbaar met de toepassing van de bepalingen van deze verordening :

    _ de toepassing van enig ander douanerecht of van enige andere heffing van gelijke werking dan die welke in deze verordening zijn genoemd ;

    _ de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking , behoudens afwijkingen waartoe de Raad op voorstel van de Commissie besluit volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    3 . Als maatregel van gelijke werking als een kwantitatieve beperking wordt , onder andere , beschouwd de beperking van de afgifte van de in artikel 17 bedoelde invoer - en uitvoercertificaten tot een bepaalde groep van rechthebbenden .

    4 . Onverenigbaar met de toepassing van de bepalingen van deze verordening is de intracommunautaire handel in de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde goederen waarin enig produkt is verwerkt dat zich niet in het vrije verkeer bevindt .

    5 . Tot aan de harmonisatie van de nationale regelingen die een schorsing of teruggave van de douanerechten , heffingen of belastingen op de voor wederuitvoer naar derde landen bestemde produkten omvatten , en zonder vooruit te lopen op de in het kader van deze harmonisatie vast te stellen bepalingen , neemt de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , de nodige maatregelen tot opheffing van de op de olijfolienmarkt geconstateerde verstoringen welke voortvloeien uit de verschillen tussen deze regelingen .

    6 . Wanneer de in artikel 1 , lid 2 , sub a ) en b ) , bedoelde produkten uit derde landen in zodanige hoeveelheden en onder zodanige voorwaarden worden ingevoerd , dat ernstig nadeel wordt of dreigt te worden berokkend aan de producenten in de Gemeenschap van de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde produkten , kan bij de invoer een compenserend bedrag worden geheven .

    Een compenserend bedrag kan eveneens worden geheven bij de invoer van de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde produkten , wanneer ten gevolge van door één of meer derde landen rechtstreeks of zijdelings aan deze produkten toegekende subsidies of premies of door gelijksoortige maatregelen de daadwerkelijke aanbiedingen van deze produkten niet overeenkomen met de prijzen die tot stand zouden zijn gekomen zonder deze maatregelen of praktijken , en wanneer deze toestand aanmerkelijke schade toebrengt of dreigt toe te brengen aan de produktie binnen de Gemeenschap van de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde produkten .

    Het instellen van deze compenserende bedragen geschiedt in overeenstemming met de internationale verplichtingen die de Lid-Staten en de Gemeenschap hebben aangegaan . Zij worden vastgesteld met inachtneming van de voorschriften die de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vaststelt .

    TITEL II

    Olijfolie

    Artikel 4

    Op voorstel van de Commissie stelt de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , jaarlijks v}}r 1 oktober voor de Gemeenschap één produktierichtprijs , één marktprijs , één interventieprijs en één drempelprijs voor olijfolie vast .

    Behoudens het bepaalde in artikel 9 , gelden deze prijzen gedurende het gehele daarop volgende verkoopseizoen ; het verkoopseizoen duurt van 1 november tot en met 31 oktober .

    Deze prijzen hebben betrekking op een standaardkwaliteit van een olie , waarvan de benaming in de bijlage , bedoeld in artikel 35 , voorkomt . Deze standaardkwaliteit wordt door de Raad volgens de in de eerste alinea genoemde procedure bepaald .

    Deze prijzen worden vastgesteld in het stadium van de groothandel , exclusief belastingen en heffingen .

    Artikel 5

    De produktierichtprijs wordt op een voor de producenten billijk niveau vastgesteld , met inachtneming van de noodzaak de in de Gemeenschap noodzakelijke produktieomvang te handhaven .

    Artikel 6

    De marktrichtprijs wordt op een zodanig peil vastgesteld , dat een normale afzet van de olijfolieproduktie mogelijk is , rekening houdend met de prijzen van de concurrerende produkten en met name met de vooruitzichten voor de ontwikkeling daarvan in de loop van het verkoopseizoen , alsmede met de invloed op de olijfolieprijs van de in artikel 9 bedoelde maandelijkse verhogingen .

    Artikel 7

    De interventieprijs welke de producenten waarborgt dat zij kunnen verkopen tegen een prijs die , rekening houdend met de prijsschommelingen op de markt , de marktrichtprijs zo veel mogelijk benadert , is gelijk aan de marktrichtprijs , verminderd met een bedrag dat groot genoeg is om die schommelingen alsmede het vervoer van de olijfolie van de produktie - naar de verbruiksgebieden mogelijk te maken .

    Artikel 8

    De drempelprijs wordt zodanig vastgesteld dat de verkoopprijs van het ingevoerde produkt in de in artikel 13 , lid 2 , bedoelde plaats van grensoverschrijding ligt op het niveau van de marktrichtprijs .

    Artikel 9

    Ten einde een spreiding van de verkopen in de tijd mogelijk te maken , worden met ingang van 1 januari gedurende tien maanden de marktrichtprijs , de interventieprijs en de drempelprijs maandelijks met een voor de drie prijzen gelijk bedrag verhoogd .

    De maandelijkse verhogingen , die voor elke maand gelijk zijn , worden ieder jaar door de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vastgesteld met inachtneming van de gemiddelde opslag - en rentekosten in de Gemeenschap .

    Artikel 10

    1 . Wanneer de produktierichtprijs hoger is dan de marktrichtprijs van het begin van het verkoopseizoen , wordt aan de producenten van olijfolie die in de Gemeenschap werd vervaardigd uit olijven die binnen de Gemeenschap zijn geoogst , steun verleend ten bedrage van het verschil tussen deze beide prijzen ; op de olie waarvoor deze steun wordt aangevraagd mogen niet reeds de bepalingen van dit lid zijn toegepast .

    2 . De beginselen volgens welke de in lid 1 bedoelde steun wordt verleend , worden , op voorstel van de Commissie , door de Raad vastgesteld volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag . Volgens dezelfde procedure stelt de Raad de maatregelen vast , die moeten verzekeren dat de olijfolieproducenten deze steun alleen genieten voor de olie die voldoet aan de in lid 1 gestelde voorwaarden .

    3 . De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure , bedoeld in artikel 38 .

    Artikel 11

    1 . In iedere producerende Lid-Staat koopt een interventiebureau , met inachtneming van de overeenkomstig lid 5 vast te stellen voorschriften , de olijfolie van communautaire oorsprong , die het in de interventiecentra van de produktiegebieden wordt aangeboden . De aankoop geschiedt tegen de interventieprijs en uitsluitend tegen deze prijs .

    Wanneer evenwel benaming of kwaliteit van de voor interventie aangeboden olie niet overeenstemt met die waarvoor de interventieprijs is vastgesteld , wordt de aankoopprijs aan de hand van een schaal van toeslagen en kortingen aangepast .

    Voorts wordt , indien op verzoek van het interventiebureau de levering van de olie geschiedt in een andere plaats dan het door de verkoper bij de aanbieding aangegeven centrum , bij de betaling van de olie rekening gehouden met de wijziging van de vervoerkosten , die daaruit voor de verkoper voortvloeit .

    2 . Ten einde het marktverloop tijdens het verkoopseizoen te regelen , kunnen de interventiebureaus contracten sluiten voor de opslag van olijfolie van communautaire oorsprong , overeenkomstig de door de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vastgestelde bepalingen .

    3 . De interventiebureaus mogen de door hen gekochte olijfolie binnen de Gemeenschap niet op zodanige wijze verkopen dat de prijsvorming op het niveau van de marktrichtprijs wordt belet .

    4 . De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de voornaamste interventiecentra vast , alsmede de criteria welke gelden voor de bepaling van de andere centra ; deze bepaling geschiedt volgens de procedure bedoeld in artikel 38 , en wel na overleg met de betrokken Lid-Staten .

    5 . De wijze van toepassing van dit artikel , met name de voorschriften betreffende de kwaliteit en de omvang van de uit hoofde van lid 1 aangeboden partijen , wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 38 .

    Artikel 12

    Ten einde de gevolgen van de onregelmatigheid van de oogsten voor het evenwicht tussen vraag en aanbod te beperken en aldus een stabilisatie van de consumentenprijzen te verkrijgen , kan de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag besluiten dat de interventiebureaus een buffervoorraad van olijfolie aanleggen ; de Raad stelt volgens dezelfde procedure de voorschriften met betrekking tot de vorming , het beheer en de afzet van de voorraad vast .

    Artikel 13

    1 . Bij de invoer uit derde landen van olijfolie welke niet aan een raffinageproces onderworpen is geweest , wordt , indien de drempelprijs hoger is dan de c.i.f.-prijs , een heffing toegepast die gelijk is aan het verschil tussen deze prijzen .

    2 . De c.i.f.-prijs , berekend voor een plaats van grensoverschrijding van de Gemeenschap , wordt vastgesteld op basis van de meest gunstige aankoopmogelijkheden op de wereldmarkt .

    De plaats van grensoverschrijding wordt op voorstel van de Commissie , door de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vastgesteld , rekening houdend met haar voor de invoer representatieve karakter .

    Bij de vaststelling van de meest gunstige aankoopmogelijkheden wordt alleen rekening gehouden met aanbiedingen welke overeenkomen met feitelijke aankoopmogelijkheden voor hoeveelheden die representatief zijn voor de markt .

    De prijsnoteringen worden aangepast aan de band van de eventuele verschillen ten opzichte van de benaming of de kwaliteit waarvoor de drempelprijs is vastgesteld .

    3 . Indien de vrije prijsnoteringen op de wereldmarkt niet bepalend zijn voor de aanbiedingsprijs en indien deze aanbiedingsprijs lager is dan de internationale prijsnoteringen , wordt de c.i.f.-prijs , uitsluitend voor de betrokken invoer , vervangen door een prijs die bepaald wordt uitgaande van de aanbiedingsprijs .

    4 . De Commissie stelt de heffing vast . De criteria voor het vaststellen van de c.i.f.-prijs en de in lid 3 bedoelde prijs , alsmede de wijze van toepassing van dit artikel , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 38 .

    Artikel 14

    1 . Bij de invoer uit derde landen van olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest , wordt een heffing opgelegd welke bestaat uit een variabel element dat overeenkomt met de heffing op de hoeveelheid olijfolie die nodig is voor de produktie van het betrokken produkt , welke hoeveelheid forfaitair kan worden vastgesteld , en uit een vast element bestemd ter bescherming van de verwerkende industrie .

    2 . De wijze van toepassing van dit artikel wordt door de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vastgesteld .

    Artikel 15

    1 . Bij de invoer uit derde landen van olijven van de tariefposten 07.01 N en 07.03 A , met uitzondering van die welke voor andere doeleinden dan de produktie van olie zijn bestemd , wordt naast het recht van het gemeenschappelijk douanetarief een heffing toegepast , die , uitgaande van de krachtens artikel 13 voor olijfolie geldende heffing , wordt berekend op basis van het oliegehalte van het ingevoerde produkt . De heffing wordt verminderd met het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van het douanerecht op de waarde van het ingevoerde produkt , welk bedrag forfaitair kan worden vastgesteld .

    2 . Bij invoer uit derde landen van de in artikel 1 , lid 2 , sub e ) , bedoelde produkten wordt een heffing toegepast , die , uitgaande van de voor olijfolie geldende heffing , wordt berekend op basis van het oliegehalte van het ingevoerde produkt .

    Het opleggen van deze heffing kan evenwel slechts geschieden met inachtneming van de verplichtingen die in het kader van het G.A.T.T . zijn aangegaan .

    3 . De wijze van toepassing van dit artikel , met name de voorschriften betreffende de vaststelling van het oliegehalte , hetwelk forfaitair kan worden bepaald , wordt , op voorstel van de Commissie , door de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vastgesteld .

    Artikel 16

    De op een bepaalde invoer toe te passen heffing is die welke op de dag van invoer geldt .

    Artikel 17

    1 . Voor de invoer uit derde landen van de in artikel 1 , lid 2 , sub c ) , d ) en e ) , bedoelde produkten moet een invoercertificaat worden overgelegd . Voor de uitvoer naar derde landen van olijfolie moet een uitvoercertificaat worden overgelegd .

    Deze certificaten worden op verzoek van de betrokkene afgegeven met inachtneming van de voorschriften welke door de Raad , op voorstel van de Commissie , worden vastgesteld volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag . Deze voorschriften kunnen met name inhouden dat een waarborg moet worden gesteld .

    2 . De invoer - en de uitvoercertificaten zijn geldig vanaf de datum van afgifte tot het einde van de derde maand volgend op die waarin zij zijn afgegeven .

    3 . De wijze van toepassing van dit artikel wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 38 .

    Artikel 18

    1 . Bij de uitvoer van olijfolie naar derde landen kan ,

    _ wanneer de prijs in de Gemeenschap hoger is dan de prijsnoteringen op de wereldmarkt , het verschil tussen deze prijzen worden overbrugd door een restitutie ,

    _ wanneer de prijsnoteringen op de wereldmarkt hoger zijn dan de prijs in de Gemeenschap , een heffing worden toegepast die ten hoogste gelijk is aan het verschil tussen deze prijzen .

    2 . De voorschriften voor de toepassing van dit artikel worden , op voorstel van de Commissie , door de Raad vastgesteld volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    Artikel 19

    Voor olijfolie die wordt gebruikt voor de vervaardiging van vis - en groentenconserven geldt een regeling inzake restituties bij de produktie of inzake volledige of gedeeltelijke schorsing van de heffing bij invoer .

    De voorschriften voor de toepassing van dit artikel worden , op voorstel van de Commissie , door de Raad vastgesteld volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    Artikel 20

    1 . Ingeval de olijfoliemarkt in de Gemeenschap ernstige verstoringen ondergaat of dreigt te ondergaan als gevolg van

    _ de invoer uit derde landen van de produkten , bedoeld in artikel 1 , lid 2 , sub c ) , d ) en e ) , met name wanneer de interventiebureaus ertoe gebracht zouden worden belangrijke hoeveelheden olijfolie aan te kopen ter uitvoering van artikel 11 , lid 1 , of

    _ de uitvoer van olijfolie naar derde landen , met name wanneer de marktprijs van olijfolie het niveau van de marktrichtprijs aanzienlijk overschrijdt of dreigt te overschrijden , of wanneer besloten is tot verkoop uit de buffervoorraad ,

    kunnen passende maatregelen worden genomen totdat de verstoringen zijn , of de dreiging van verstoringen is , verdwenen .

    2 . De aard van de maatregelen die getroffen kunnen worden , alsmede de voorschriften voor de toepassing van dit artikel , worden , op voorstel van de Commissie , door de Raad vastgesteld volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    TITEL III

    In de Gemeenschap voortgebrachte andere plantaardige oliën en vetten en oliehoudende zaden

    Artikel 21

    De oliehoudende zaden waarop het bepaalde in de artikelen 22 tot en met 29 van toepassing is , zijn :

    _ koolzaad en raapzaad ,

    _ zonnebloemzaad .

    Op voorstel van de Commissie kan de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag besluiten deze bepalingen toe te passen op andere oliehoudende zaden .

    Artikel 22

    1 . Op voorstel van de Commissie stelt de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag jaarlijks , en voor de eerste maal in 1966 , voor elke soort oliehoudend zaad één richtprijs voor de Gemeenschap , en een basisinterventieprijs berekend voor een volgens dezelfde procedure te bepalen interventiecentrum vast , en wel op een zodanig tijdstip dat de producenten richting kunnen geven aan hun produktie .

    Behoudens het bepaalde in artikel 25 gelden deze prijzen gedurende het gehele verkoopseizoen dat het volgende jaar aanvangt ; zij hebben betrekking op een standaardkwaliteit en worden vastgesteld in het stadium van de groothandel , exclusief belastingen en heffingen .

    De begindatum en de einddatum van het verkoopseizoen , de datum v}}r welke de richtprijs en de basisinterventieprijs moeten worden vastgesteld , alsmede de standaardkwaliteit van elke soort zaad worden door de Raad vastgesteld volgens de in de eerste alinea genoemde procedure .

    2 . De Raad stelt , volgens de in lid 1 genoemde procedure jaarlijks , v}}r het begin van het verkoopseizoen , tijdig de voornaamste interventiecentra en de daar geldende afgeleide interventieprijzen vast .

    Volgens dezelfde procedure stelt de Raad de criteria vast voor de bepaling van de andere centra en de andere afgeleide interventieprijzen ; deze centra en deze prijzen worden volgens de procedure van artikel 38 bepaald , en wel na overleg met de betrokken Lid-Staten .

    Artikel 23

    De richtprijzen worden op een voor de producenten billijk niveau vastgesteld , met inachtneming van de noodzaak de in de Gemeenschap noodzakelijke produktieomvang te handhaven .

    Artikel 24

    De basisinterventieprijs welke de producenten waarborgt dat zij kunnen verkopen tegen een prijs die , rekening houdend met de prijsschommelingen op de markt , de richtprijs zoveel mogelijk benadert , is gelijk aan de richtprijs , verminderd met een bedrag dat groot genoeg is om deze schommelingen mogelijk te maken .

    De afgeleide interventieprijzen worden vastgesteld op een zodanig peil , dat de zaden in de Gemeenschap vrij kunnen circuleren , rekening houdend met de natuurlijke prijsvorming en overeenkomstig de marktbehoeften .

    Artikel 25

    Ten einde een spreiding van de verkopen in de tijd mogelijk te maken , worden met ingang van het begin van de derde maand van het verkoopseizoen , gedurende ten minste vijf maanden , de richtprijs en de interventieprijs maandelijks met een voor de twee prijzen gelijk bedrag verhoogd .

    De maandelijkse verhogingen , die voor elke maand gelijk zijn , worden ieder jaar door de Raad , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vastgesteld , met inachtneming van de gemiddelde opslag - en rentekosten in de Gemeenschap .

    Artikel 26

    1 . In iedere Lid-Staat koopt een interventiebureau , met inachtneming van de overeenkomstig de leden 2 en 3 vast te stellen voorschriften , de zaden van communautaire oorsprong , die het in de interventiecentra worden aangeboden . De aankoop geschiedt tegen de interventieprijs en uitsluitend tegen deze prijs .

    Wanneer evenwel de kwaliteit van het voor interventie aangeboden zaad niet overeenstemt met die waarvoor de interventieprijs is vastgesteld , wordt de aankoopprijs aan de hand van een schaal van toeslagen en kortingen aangepast .

    Voorts wordt , indien op verzoek van het interventiebureau de levering van de zaden geschiedt in een andere plaats dan het door de verkoper bij de aanbieding aangegeven centrum , bij de betaling van de zaden rekening gehouden met de wijziging van de vervoerkosten , die daaruit voor de verkoper voortvloeit .

    2 . De Raad stelt , op voorstel van de Commissie , volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag vast :

    a ) de voorschriften met betrekking tot de interventie tijdens de laatste twee maanden van het verkoopseizoen ;

    b ) de principes volgens welke de interventiebureaus de door hen gekochte zaden afzetten ;

    3 . De wijze van toepassing van dit artikel , met name de voorschriften betreffende de kwaliteit en de omvang van de aangeboden partijen , wordt vastgesteld volgens de procedure van artikel 38 .

    Artikel 27

    1 . Indien de voor een soort oliehoudend zaad geldende richtprijs hoger is dan de voor deze soort overeenkomstig artikel 29 bepaalde wereldmarktprijs , wordt voor de binnen de Gemeenschap voortgebrachte en verwerkte zaden van deze soort steun toegekend ; behoudens de uitzonderingen waartoe ter toepassing van lid 3 besloten wordt , is deze steun gelijk aan het verschil tussen deze prijzen .

    2 . Wanneer het recht op de in het lid 1 bedoelde steun ontstaan is tijdens de eerste twee maanden van het verkoopseizoen , kan er bovendien een vergoeding voor prompte verhandeling worden uitgekeerd .

    3 . Op voorstel van de Commissie bepaalt de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    a ) de beginselen volgens welke de in lid 1 bedoelde steun wordt toegekend ;

    b ) de beginselen volgens welke het bedrag van de steun in abnormale situaties wordt vastgesteld ;

    c ) de wijze van controle op het recht op steun ; deze controle kan evenzeer betrekking hebben op de zaden van communautaire oorsprong als op de uit derde landen ingevoerde zaden ; voor deze laatste kan een stelsel van invoercertificaten met waarborg worden ingesteld ;

    d ) de voorschriften volgens welke het van te voren vaststellen van het bedrag van de steun wordt toegestaan ;

    e ) de voorschriften voor de toepassing van lid 2 .

    4 . De Commissie stelt het bedrag van de steun vast .

    5 . De wijze van toepassing van dit artikel wordt volgens de procedure van artikel 38 vastgesteld .

    Artikel 28

    1 . Bij de uitvoer naar derde landen van in de Gemeenschap voortgebrachte oliehoudende zaden kan , indien de prijzen in de Gemeenschap hoger zijn dan de prijsnoteringen op de wereldmarkt , een restitutie worden verleend die ten hoogste gelijk is aan het verschil tussen deze prijzen .

    2 . De voorschriften voor de vaststelling en , eventueel , voor het van tevoren vaststellen van de in lid 1 bedoelde restitutie , worden , op voorstel van de Commissie , door de Raad vastgesteld volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    Artikel 29

    De wereldmarktprijs , berekend voor een plaats van grensoverschrijding van de Gemeenschap , wordt bepaald uitgaande van de meest gunstige aankoopmogelijkheden , waarbij de prijsnoteringen eventueel worden aangepast om rekening te houden met de prijs van concurrerende produkten . De criteria voor deze bepaling , alsmede de plaats van grensoverschrijding voor elke soort zaad , worden , op voorstel van de Commissie , door de Raad vastgesteld volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag .

    Artikel 30

    Iedere Lid-Staat kan gedurende vijf jaar na de datum waarop hij zijn nationale maatregelen die leiden tot verhoging der prijzen voor andere plantaardige oliën dan olijfolie , heeft afgeschaft , steun toekennen bij de produktie van druivepittenolie , verkregen uit in de Gemeenschap geoogste druiven .

    Artikel 31

    Tot aan de toepassing van een gemeenschappelijk landbouwbeleid in de vlassector kunnen de Lid-Staten steun toekennen bij de produktie van lijnzaad dat gebruikt wordt voor de produktie van olie .

    Artikel 32

    De in de artikelen 30 en 31 bedoelde steun mag slechts worden verleend voor produkten waarvan de prijs in de betrokken Lid-Staat rechtstreeks of zijdelings werd ondersteund tijdens het verkoopseizoen dat voorafging aan het tijdstip waarop deze verordening van toepassing wordt .

    Deze steun moet vanaf het eerste verkoopseizoen dat deze verordening wordt toegepast , en ten hoogste in de mate die nodig is om deze prijsondersteuning te handhaven , worden verleend .

    De Lid-Staten verstrekken aan de Commissie alle inlichtingen betreffende de instelling , de berekening en de verlening van deze steun , alvorens deze wordt toegepast .

    TITEL IV

    Algemene bepalingen

    Artikel 33

    Behoudens andersluidende bepalingen van deze verordening zijn de artikelen 92 , 93 en 94 van het Verdrag van toepassing op de produktie van en de handel in de in artikel 1 bedoelde produkten .

    Artikel 34

    Onverenigbaar met de toepassing van deze verordening op de in artikel 1 , lid 2 , sub c ) , bedoelde produkten zijn maatregelen van de Lid-Staten , die ertoe strekken de prijs van de andere plantaardige oliën te verhogen ten opzichte van de prijs van olijfolie , ten einde de afzet van de nationale produktie van olijfolie te verzekeren .

    Artikel 35

    Onverminderd de harmonisatie van de wetgevingen betreffende olijfoliën bestemd voor menselijke voeding , voeren de Lid-Staten voor het intracommunautair handelsverkeer en het handelsverkeer met derde landen , de uitvoer naar derde landen uitgezonderd , de benamingen en definities van olijfoliën in , die zijn opgenomen in de bijlage bij deze verordening .

    Artikel 36

    Op voorstel van de Commissie kan de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag de lijst van de in artikel 1 bedoelde produkten wijzigen of voor deze produkten maatregelen nemen die van deze verordening afwijken , ten einde rekening te houden met de bijzondere omstandigheden die ten aanzien van deze produkten zouden kunnen bestaan .

    Artikel 37

    1 . Er is ingesteld een Comité van beheer voor oliën en vetten , hierna het " Comité " genoemd , dat is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en onder voorzitterschap staat van een vertegenwoordiger van de Commissie .

    2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde bij artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

    Artikel 38

    1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de voorzitter deze procedure bij het Comité in , hetzij op zijn initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat .

    2 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van twaalf stemmen .

    3 . De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien echter deze maatregelen niet in overeenstemming zijn met het door het Comité uitgebrachte advies , worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht ; in dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten , tot ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen .

    De Raad kan binnen een maand volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag een andersluidend besluit nemen .

    Artikel 39

    Het Comité kan elk ander vraagstuk onderzoeken dat door zijn voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat , aan de orde wordt gesteld .

    Artikel 40

    Aan het einde van de overgangsperiode besluit de Raad volgens de stemprocedure van artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , op voorstel van de Commissie , gelet op de verworven ervaring , tot handhaving of wijziging van de bepalingen van artikel 38 .

    Artikel 41

    1 . Verordening no . 25 van de Raad inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 2 ) en de bepalingen die zijn vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van die verordening gelden voor de markten van de in artikel 1 bedoelde produkten , zodra de onderhavige verordening van toepassing wordt .

    2 . De in artikel 3 , lid 6 , bedoelde compenserende bedragen worden beschouwd als heffingen ten opzichte van derde landen in de zin van artikel 11 , lid 4 , van Verordening no . 130/66/EEG van de Raad inzake de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 3 ) .

    Artikel 42

    Deze verordening moet zodanig worden toegepast dat gelijkelijk en op passende wijze rekening wordt gehouden met de in de artikelen 39 en 110 van het Verdrag gestelde doeleinden .

    Artikel 43

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van de bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Zij is met ingang van 1 november 1966 van toepassing op de in artikel 1 , lid 2 , sub c ) , d ) en e ) , genoemde produkten , en met ingang van 1 juli 1967 op de overige in artikel 1 genoemde produkten .

    Ingeval overgangsmaatregelen noodzakelijk zijn ter vergemakkelijking van de overgang van de in de Lid-Staten geldende regeling naar de in deze verordening vervatte regeling , met name ingeval de toepassing van deze regeling met ingang van de vastgestelde data voor bepaalde produkten op aanzienlijke moeilijkheden zou stuiten , worden deze maatregelen vastgesteld volgens de procedure van artikel 38 . De geldigheidsduur van deze maatregelen wordt beperkt tot het eerste jaar van de toepassing van deze verordening op de betrokken produkten .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 22 september 1966 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    B . W . BIESHEUVEL

    BIJLAGE

    Benamingen en definities , bedoeld in artikel 35

    1 . Olijfolie verkregen bij de eerste persing ( de uitdrukking " zuivere olijfolie verkregen bij de eerste persing " kan eveneens worden gebruikt ) : natuurlijke olijfolie welke niet op andere wijze is verkregen dan langs zuiver mechanische weg ( persen daaronder begrepen ) ; als zodanig wordt niet aangemerkt olijfolie welke is vermengd met oliën of vetten van een andere soort of met op andere wijze verkregen olijfolie . De olijfolie verkregen bij de eerste persing wordt als volgt onderverdeeld :

    a ) extra : olijfolie met een volkomen onberispelijke smaak , waarvan het gehalte aan vrije vetzuren , uitgedrukt in oliezuur , ten hoogste 1 gram per 100 gram bedraagt ;

    b ) fijn : olijfolie , die voldoet aan de eisen van extra olijfolie , doch waarvan het gehalte aan vrije vetzuren , uitgedrukt in oliezuur , ten hoogste 1,5 gram per 100 gram bedraagt ;

    c ) courant ( de uitdrukking " halffijn " kan eveneens worden gebruikt ) : olijfolie met een goede smaak , waarvan het gehalte aan vrije vetzuren , uitgedrukt in oliezuur , ten hoogste 3,3 gram per 100 gram bedraagt ;

    d ) voor verlichting : olijfolie met een onaangename smaak , of waarvan het gehalte aan vrije vetzuren , uitgedrukt in oliezuur , meer bedraagt dan 3,3 gram per 100 gram .

    2 . Geraffineerde olijfolie ( de uitdrukking " geraffineerde zuivere olijfolie " kan eveneens worden gebruikt ) : olijfolie verkregen door raffinering van bij de eerste persing verkregen olijfolie .

    3 . Zuivere olijfolie : olijfolie verkregen door het mengen van bij de eerste persing verkregen olijfolie met geraffineerde olijfolie .

    4 . Olie uit afvallen van olijven : olijfolie verkregen door de in artikel 1 , lid 2 , sub e ) , ex 23.04 bedoelde produkten met oplosmiddelen te behandelen .

    5 . Geraffineerde olie uit afvallen van olijven : olijfolie bestemd voor voedingsdoeleinden , verkregen door raffinering van de onder 4 bedoelde olie .

    6 . Geraffineerde olie van afvallen van olijven en van olijven : olijfolie verkregen door het mengen van olijfolie verkregen bij de eerste persing met geraffineerde olie uit afvallen van olijven .

    7 . Olie uit afvallen van olijven voor technisch gebruik : alle andere olijfolie , verkregen uit de in artikel 1 , lid 2 , sub e ) , ex 23.04 bedoelde produkten , voor zover niet begrepen onder de punten 1 tot en met 6 .

    Top