This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31965R0079
Regulation No 79/65/EEC of the Council of 15 June 1965 setting up a network for the collection of accountancy data on the incomes and business operation of agricultural holdings in the European Economic Community
Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap
Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap
PB 109 van 23.6.1965, p. 1859–1865
(DE, FR, IT, NL) Andere speciale editie(s)
(DA, EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1965-1966 blz. 70 - 76
No longer in force, Date of end of validity: 03/01/2010; opgeheven door 32009R1217
Verordening nr. 79/65/EEG van de Raad van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap
Publicatieblad Nr. 109 van 23/06/1965 blz. 1859 - 1865
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0113
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0063
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0113
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1965-1966 blz. 0070
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0184
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0147
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0147
++++ ( 1 ) PB no . 157 van 30 . 10 . 1963 , blz . 2653/63 . VERORDENING No . 79/65/EEG VAN DE RAAD van 15 juni 1965 tot oprichting van een boekhoudkundig informatienet betreffende de inkomens en de bedrijfseconomische positie van de landbouwbedrijven in de Europese Economische Gemeenschap DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP , Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 , Gezien het voorstel van de Commissie , Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) , Overwegende dat het voor de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid nodig is te beschikken over objectieve en bruikbare gegevens , met name met betrekking tot de inkomens in de verschillende categorieën van landbouwbedrijven en tot de bedrijfseconomische werking van de bedrijven behorende tot de categorieën die een bijzondere aandacht op Gemeenschapsniveau vereisen ; Overwegende dat de boekhoudingen van de landbouwbedrijven de hoofdbron vormen van de gegevens die noodzakelijk zijn voor de waarneming van de inkomens in de landbouwbedrijven en voor de bedrijfseconomische analyse van deze bedrijven ; Overwegende dat het noodzakelijk is dat de in te winnen gegevens afkomstig zijn van naar behoren en speciaal aan de hand van gemeenschappelijke regels uitgekozen landbouwbedrijven en berusten op controleerbare feiten ; dat deze gegevens moeten worden beschouwd in samenhang met de technische , economische en sociale positie van het landbouwbedrijf , betrekking moeten hebben op afzonderlijke bedrijven , zo snel mogelijk beschikbaar moeten zijn , moeten beantwoorden aan identieke omschrijvingen , in een gemeenschappelijk schema moeten worden opgenomen en op elk ogenblik en in alle bijzonderheden beschikbaar moeten zijn voor de Commissie ; Overwegende dat de nagestreefde doeleinden slechts kunnen worden bereikt , indien gebruik wordt gemaakt van een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen , dat steunt op de bureaus voor landbouwbedrijfsboekhouding in elk land en dat , in het genot van het vertrouwen van de betrokkenen , berust op hun vrijwillige deelneming ; Overwegende dat de ingewikkeldheid van de taken die de oprichting van een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen zowel voor de Gemeenschap als voor de afzonderlijke Lid-Staten medebrengt , een geleidelijke vestiging van de landbouwbedrijfsboekhoudingen nodig maakt , met als gevolg voor de eerste jaren een beperking van het waarnemingsgebied ; Overwegende dat de keuze van de landbouwbedrijven , alsmede de kritische bestudering en de beoordeling van de verkregen gegevens vergelijking vereisen met gegevens uit andere informatiebronnen ; Overwegende dat de landbouwers zekerheid dient te worden gegeven dat de boekhoudkundige gegevens van hun bedrijf en alle andere individuele gegevens , verkregen uit hoofde van de onderhavige verordening , noch voor belastingdoeleinden gebruikt zullen worden , noch zullen worden verspreid door degenen die aan het gemeenschappelijk informatienet voor landbouwbedrijfsboekhoudingen medewerken of hebben medegewerkt ; Overwegende dat de Commissie , ten einde de objectiviteit en de doelmatigheid van de verkregen gegevens te waarborgen , in staat moet zijn alle noodzakelijke inlichtingen in te winnen over de wijze waarop de organen , die de landbouwbedrijven moeten kiezen en de bureaus voor bedrijfsboekhouding die aan het gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen deelnemen , hun taak verrichten en indien zij dit noodzakelijk acht , deskundigen ter plaatse te zenden , met de medewerking van de bevoegde nationale instanties ; Overwegende dat , om de uitvoering van de voorgenomen maatregelen te vergemakkelijken , dient te worden voorzien in een procedure waarbij in het kader van een gemeenschappelijk Comité een nauwe samenwerking tussen de Lid-Staten en de Commissie tot stand wordt gebracht ; Overwegende dat na enkele jaren functioneren van het gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen , de Commissie in staat zal zijn een verslag op te stellen over de opgedane ervaringen en , indien nodig , wijzigingen van deze verordening voor te stellen , HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD : HOOFDSTUK I Oprichting van een informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen van de Europese Economische Gemeenschap Artikel 1 1 . Voor de behoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wordt er een gemeenschappelijk informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen , hierna " informatienet " genoemd , in het leven geroepen . 2 . Het informatienet heeft tot doel de boekhoudkundige gegevens te verzamelen , die met name noodzakelijk zijn voor : a ) het jaarlijks constateren van de inkomens van de landbouwbedrijven die binnen het in artikel 4 genoemde waarnemingsgebied vallen en b ) de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven . 3 . De uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens dienen met name als grondslag voor het opstellen door de Commissie van een verslag over de situatie in de landbouw en op de landbouwmarkten in de Gemeenschap , dat jaarlijks aan de Raad wordt voorgelegd . Artikel 2 Voor de toepassing van de onderhavige verordening wordt verstaan onder : a ) bedrijfsleider : de natuurlijke persoon die het lopende en dagelijkse beheer van het landbouwbedrijf voert ; b ) bedrijfsklasse : een aantal landbouwbedrijven die dezelfde kenmerken hebben ten opzichte van de in artikel 4 , lid 3 , sub a ) , genoemde criteria ; c ) bedrijf met boekhouding : ieder landbouwbedrijf dat in het kader van het informatienet is of wordt ingeschakeld ; d ) streek : het grondgebied van een Lid-Staat of een deel van het grondgebied van een Lid-Staat , dat is afgebakend met het oog op de keuze van de bedrijven met boekhouding . De lijst van deze streken is als bijlage aan deze verordening gehecht ; e ) boekhoudkundige gegevens : ieder technisch , financieel of economisch gegeven dat kenmerkend is voor een landbouwbedrijf en ontleend is aan een boekhouding waarin tijdens het boekjaar systematisch en regelmatig de verschillende boekingen zijn verricht . HOOFDSTUK II Constatering van het inkomen in de landbouwbedrijven Artikel 3 Het in dit hoofdstuk bepaalde heeft betrekking op de verzameling van boekhoudkundige gegevens met het oog op de jaarlijkse constatering van de inkomens in de landbouwbedrijven . Artikel 4 1 . Het waarnemingsgebied , bedoeld in artikel 1 , lid 2 , sub a ) , omvat landbouwbedrijven die : _ wat de organisatie van het bedrijf betreft , op de verkoop zijn gericht ; _ de grondslag vormen van het hoofdberoep van de bedrijfsleider . 2 . a ) In de eerste drie jaren dat deze verordening wordt toegepast , zullen binnen het waarnemingsgebied , zoals dit in lid 1 wordt omschreven , slechts die landbouwbedrijven in aanmerking komen , die een oppervlakte van minstens vijf ha bezitten . Deze oppervlaktebeperking geldt echter niet voor landbouwbedrijven , waarin de eindproduktie voor méér dan de helft bestaat uit één of meer van de volgende produkten : wijnbouwprodukten , fruit , groenten of olijven . Voor deze periode wordt het aantal bedrijven met boekhouding op tienduizend vastgesteld . b ) V}}r het einde van deze periode bepaalt de Raad , op voorstel van de Commissie , met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zowel de vergroting van het aantal bedrijven met boekhouding voor de komende jaren als het tijdschema volgens hetwelk de landbouwbedrijven van het waarnemingsgebied , die niet tijdens de eerste drie jaren in aanmerking zijn genomen , geleidelijk in aanmerking worden genomen . 3 . In het kader van het bepaalde in de leden 1 en 2 zullen worden uitgekozen als bedrijven met boekhouding de landbouwbedrijven die aan de volgende voorwaarden voldoen : a ) de bedrijven met boekhouding moeten kenmerkend zijn in hun streek met betrekking tot : _ de technisch-economische gerichtheid van het bedrijf ; _ de oppervlakte ; _ de arbeidsbezetting ( personeelssterkte en dichtheid ) ; _ de exploitatievorm ; b ) zij moeten geëxploiteerd worden door landbouwers die bereid en in staat zijn om een bedrijfsboekhouding bij te houden en ermede instemmen dat de boekhoudkundige gegevens van hun bedrijf aan de Commissie worden doorgegeven ; c ) de produktievoorwaarden en de ligging ten opzichte van de markten van de bedrijven met boekhouding moeten zodanig zijn dat zij als normaal voor de betrokken streek worden beschouwd . 4 . De wijze van toepassing van dit artikel , met name het aantal bedrijven met boekhouding per streek , wordt bepaald overeenkomstig de procedure van artikel 19 . Artikel 5 1 . Iedere Lid-Staat stelt binnen drie maanden na het in werking treden van deze verordening voor ieder van zijn streken een comité in , hierna " streekcomité " genoemd . 2 . Het streekcomité bestaat uit ten hoogste 12 leden ter vertegenwoordiging van : _ de overheid , _ de landbouwbedrijven , _ de bureaus voor landbouwbedrijfsboekhouding , _ en , voor zover deze in de streek aanwezig zijn en hun medewerking noodzakelijk blijkt , de kringen , diensten of instellingen op het gebied van de landbouweconomische wetenschap , van het onderwijs , van de technische en bedrijfseconomische landbouwvoorlichting , van de landbouwstatistiek , alsmede van het landbouwkrediet . 3 . De voorzitter van het streekcomité wordt door de Lid-Staat benoemd uit de leden van dit comité . Het streekcomité neemt zijn besluiten met eenparigheid van stemmen ; bij gebrek aan overeenstemming , worden de besluiten genomen door een door de Lid-Staat aangewezen gezagsorgaan . Het streekcomité kan de bijstand van deskundigen inroepen . 4 . Het streekcomité heeft tot taak : a ) de in zijn streek voorkomende bedrijfsklassen te bepalen , alsmede de daarmede overeenkomende numerieke spreiding van de landbouwbedrijven vast te stellen . Hiertoe maakt het vooral gebruik van de beschikbare statistische gegevens ; b ) per bedrijfsklasse het aantal bedrijven met boekhouding vast te stellen , met inachtneming van de onder a ) genoemde spreiding , van het aantal bedrijven met boekhouding dat ingevolge artikel 4 , lid 4 , voor de streek is vastgesteld en van de nodige representativiteit per klasse ; c ) de bedrijven met boekhouding te kiezen met inachtneming van artikel 4 , lid 3 , en de beslissingen , bedoeld sub a ) en b ) ; d ) de lijst van de bedrijven met boekhouding op te stellen , waarbij het voor elk bedrijf vermeldt : _ de nodige gegevens ter motivering van zijn keuze en zijn indeling in een bedrijfsklasse ; _ het overeenkomstig artikel 8 gekozen bureau voor bedrijfsboekhouding , en deze toe te zenden aan het in artikel 6 bedoelde verbindingsorgaan . 5 . De wijze van toepassing van dit artikel wordt bepaald overeenkomstig de procedure van artikel 19 . Artikel 6 1 . Iedere Lid-Staat wijst binnen twee maanden na het in werking treden van de onderhavige verordening een verbindingsorgaan aan . 2 . Het verbindingsorgaan heeft tot taak : _ de streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding op de hoogte te houden van de hen betreffende uitvoeringsbepalingen , ten einde de eenvormige uitvoering van deze bepalingen te verzekeren ; _ de lijsten op te stellen en aan de Commissie toe te zenden van de bureaus voor bedrijfsboekhouding die bereid en in staat zijn de bedrijfsformulieren overeenkomstig de clausules van de in de artikelen 9 en 14 bedoelde overeenkomsten in te vullen ; _ de lijsten van de bedrijven met boekhouding , die door de streekcomités overeenkomstig artikel 5 , lid 4 , zijn opgesteld , aan de Commissie door te zenden , na te hebben nagegaan of zij naar behoren zijn opgesteld ; _ de hem door de bureaus voor bedrijfsboekhouding toegezonden bedrijfsformulieren in te zamelen en na te gaan of zij naar behoren zijn ingevuld ; _ de naar behoren ingevulde bedrijfsformulieren naar de Commissie door te zenden ; _ aan de streekcomités en aan de bureaus voor bedrijfsboekhouding de in artikel 16 genoemde verzoeken om inlichtingen te doen toekomen en de desbetreffende antwoorden aan de Commissie te zenden . 3 . De wijze van toepassing van dit artikel wordt bepaald overeenkomstig de procedure van artikel 19 . Artikel 7 1 . Voor ieder bedrijf met boekhouding geldt een anoniem en individueel bedrijfsformulier . 2 . Het formulier omvat de boekhoudkundige gegevens waardoor het mogelijk is : _ het bedrijf met boekhouding te kenmerken door de voornaamste bestanddelen van zijn produktiefactoren ; _ de verschillende aspecten van het inkomen in het bedrijf met boekhouding te beoordelen ; _ de inhoud van het formulier steekproefsgewijze te verifiëren . 3 . De aard van de boekhoudkundige gegevens die op de bedrijfsformulieren moeten voorkomen , hun opmaak en de hiermede verband houdende omschrijvingen en instructies worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19 . Artikel 8 De landbouwer wiens bedrijf is uitgekozen als bedrijf met boekhouding kiest uit de hiertoe door het verbindingsorgaan opgestelde lijst het bureau voor bedrijfsboekhouding dat bereid is het formulier van zijn bedrijf overeenkomstig de bepalingen van de in artikel 9 bedoelde overeenkomst in te vullen . Artikel 9 1 . Onder verantwoordelijkheid van de Lid-Staat wordt jaarlijks tussen de door deze aangewezen bevoegde instantie en ieder bureau voor bedrijfsboekhouding , uitgekozen overeenkomstig artikel 8 , een overeenkomst gesloten . Bij deze overeenkomst verplichten de bureaus voor bedrijfsboekhouding zich om de bedrijfsformulieren met inachtneming van het in artikel 7 bepaalde tegen een forfaitaire vergoeding in te vullen . 2 . De bepalingen van deze overeenkomst , die in alle Lid-Staten gelijkluidend dienen te zijn , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19 . De aanvullende bepalingen die een Lid-Staat aan deze overeenkomst kan toevoegen , worden volgens dezelfde procedure vastgesteld . 3 . Ingeval de taken van een bureau voor bedrijfsboekhouding door een administratieve dienst worden verricht , vindt de kennisgeving van deze taken plaats langs administratieve weg . HOOFDSTUK III Verzameling van de boekhoudkundige gegevens met het oog op de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven Artikel 10 Het in dit hoofdstuk bepaalde heeft betrekking op de verzameling van de boekhoudkundige gegevens met het oog op de bedrijfseconomische analyse van landbouwbedrijven . Artikel 11 Volgens de procedure van artikel 19 worden vastgesteld : _ het onderwerp van de analyses , vermeld in artikel 1 , lid 2 , sub b ) ; _ uitgaande van de doelstellingen van elk der analyses , de wijze waarop de bedrijven met boekhouding worden uitgekozen , alsmede hun aantal . Artikel 12 1 . Voor ieder overeenkomstig artikel 11 , tweede streepje , uitgekozen bedrijf met boekhouding geldt een speciaal individueel en anoniem bedrijfsformulier . Dit bedrijfsformulier omvat de in artikel 7 , lid 2 , genoemde boekhoudkundige gegevens , alsmede alle aanvullende gegevens en bijzonderheden van boekhoudkundige aard die aan de bijzondere behoeften van elk der analyses beantwoorden . 2 . De aard van de gegevens die op de speciale bedrijfsformulieren moeten voorkomen , hun opmaak en de hiermede verband houdende omschrijvingen en instructies , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19 . 3 . Het speicale bedrijfsformulier wordt ingevuld door het overeenkomstig artikel 13 uitgekozen bureau voor bedrijfsboekhouding . Artikel 13 De landbouwer wiens bedrijf is uitgekozen overeenkomstig artikel 11 , tweede streepje , kiest uit de hiertoe door het verbindingsorgaan opgestelde lijst het bureau voor bedrijfsboekhouding dat bereid is het speciale formulier van zijn bedrijf overeenkomstig de bepalingen van de in artikel 14 bedoelde overeenkomst in te vullen . Artikel 14 1 . Onder verantwoordelijkheid van de Lid-Staat wordt tussen de door deze aangewezen bevoegde instantie en ieder bureau voor bedrijfsboekhouding , uitgekozen overeenkomstig artikel 13 , een overeenkomst gesloten . Bij deze overeenkomst verplichten de bureaus voor bedrijfsboekhouding zich , de speciale bedrijfsformulieren met inachtneming van het in artikel 12 bepaalde tegen een forfaitaire vergoeding in te vullen . 2 . De bepalingen van deze overeenkomst , die in alle Lid-Staten gelijkluidend dienen te zijn , worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 19 . De aanvullende bepalingen die een Lid-Staat aan deze overeenkomst kan toevoegen , worden volgens dezelfde procedure vastgesteld . 3 . Ingeval de taken van een bureau voor bedrijfsboekhouding door een administratieve dienst worden verricht , vindt de kennisgeving van deze taken plaats langs administratieve weg . HOOFDSTUK IV Algemene bepalingen Artikel 15 1 . Het is verboden individuele boekhoudkundige gegevens en alle andere individuele gegevens die verkregen zijn ingevolge de onderhavige verordening , voor fiscale doeleinden te gebruiken . 2 . De personen die aan het informatienet medewerken of medegewerkt hebben , mogen individuele boekhoudkundige gegevens of alle andere individuele gegevens die hun in of door de uitoefening van hun functie ter kennis zijn gekomen , niet verspreiden . 3 . De Lid-Staten nemen alle passende maatregelen om inbreuken op het bepaalde in lid 2 strafbaar te stellen . Artikel 16 1 . De streekcomités en de bureaus voor bedrijfsboekhouding moeten , elk voor zich , de Commissie alle inlichtingen verstrekken die deze zou kunnen vragen met betrekking tot de vervulling van hun taken in het kader van deze verordening . Deze verzoeken om inlichtingen , alsmede de daarop betrekking hebbende antwoorden , worden schriftelijk toegezonden via het verbindingsorgaan . 2 . Indien de verstrekte inlichtingen onvoldoende zijn of niet tijdig worden verstrekt , kan de Commissie met de medewerking van het verbindingsorgaan deskundigen ter plaatse zenden . Artikel 17 Er is ingesteld een gemeenschappelijk comité van het informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen , hierna het " gemeenschappelijk comité " genoemd . Artikel 18 1 . Het gemeenschappelijk comité is samengesteld uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en van de Commissie . Elke Lid-Staat wordt in het gemeenschappelijk comité vertegenwoordigd door ten hoogste vijf functionarissen . Het gemeenschappelijk comité staat onder voorzitterschap van een vertegenwoordiger van de Commissie . 2 . Wanneer de procedure van artikel 19 wordt toegepast , worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming . Artikel 19 1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de voorzitter deze procedure bij het gemeenschappelijk comité in , hetzij op zijn initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat . 2 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te treffen maatregelen . Het gemeenschappelijk comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naargelang van de urgentie der aan een onderzoek onderworpen vraagstukken . Het comité spreekt zich uit met een meerderheid van twaalf stemmen . 3 . De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn . Indien echter deze maatregelen niet in overeenstemming zijn met het door het gemeenschappelijk comité uitgebrachte advies , worden zij door de Commissie onverwijld ter kennis van de Raad gebracht ; in dat geval kan de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten , tot ten hoogste één maand na deze kennisgeving uitstellen . De Raad kan binnen een maand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen . Artikel 20 1 . Het gemeenschappelijk comité wordt geraadpleegd : a ) inzake het nagaan of de volgens artikel 5 verrichte keuze van bedrijven met boekhouding in overeenstemming is met de bepalingen van artikel 4 ; b ) inzake het kritisch bestuderen en de beoordeling van de boekhoudkundige gegevens , verstrekt door het informatienet , waarbij met name rekening wordt gehouden met gegevens van onder andere bedrijfsboekhoudingen , statistieken en globale economische rekeningen . 2 . Het gemeenschappelijk comité kan ieder ander vraagstuk bestuderen dat door de voorzitter , hetzij op diens initiatief , hetzij op verzoek van de vertegenwoordiger van een Lid-Staat aan de orde wordt gesteld . Het wordt regelmatig ingelicht over de werkzaamheden van het informatienet . Artikel 21 De voorzitter roept de vergaderingen van het gemeenschappelijk comité bijeen . De Commissie neemt het secretariaat van het gemeenschappelijk comité waar . Het gemeenschappelijk comité stelt zijn reglement van orde vast . Artikel 22 1 . De kredieten overeenkomende met de specifieke kosten van het informatienet die voortvloeien uit de forfaitaire vergoedingen aan de bureaus voor bedrijfsboekhouding ten einde de in artikelen 9 en 14 bedoelde verplichtingen na te komen , worden opgenomen in de begroting van de Gemeenschap , afdeling Commissie . 2 . De installatie - en huishoudelijke kosten van de streekcomités en de verbindingsorganen worden niet in de begroting van de Gemeenschap opgenomen . Artikel 23 V}}r 1 januari 1970 brengt de Commissie bij de Raad een volledig verslag uit over de werking van het informatienet , eventueel vergezeld van een voorstel tot wijziging van de onderhavige verordening . Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat . Gedaan te Brussel , 15 juni 1965 . Voor de Raad De Voorzitter M . COUVE DE MURVILLE BIJLAGE Lijst van streken , bedoeld in artikel 2 , sub d ) Bondsrepubliek Duitsland : 1 . Schleswig-Holstein 2 . Niedersachsen 3 . Nordrhein-Westfalen 4 . Hessen 5 . Rheinland-Pfalz 6 . Baden-Wuerttemberg 7 . Bayern 8 . Saarland 9 . Hamburg 10 . Bremen 11 . Berlijn . Frankrijk : 1 . Nord , Picardie 2 . Basse Normandie , Haute Normandie 3 . Bretagne , Pays de la Loire , Poitou-Charente 4 . Centre , Région parisienne 5 . Franche-Comté , Champagne , Bourgogne 6 . Lorraine , Alsace 7 . Limousin , Auvergne 8 . Rhône-Alpes 9 . Aquitaine , Midi-Pyrénées 10 . Languedoc , Provence-Côte d'Azur - Corse . Italië : 1 . Piemonte , Valle d'Aosta 2 . Lombardia 3 . Veneto , Trentino-Alto Adige , Friuli-Venezia Giulia 4 . Liguria 5 . Emilia-Romagna 6 . Toscana 7 . Umbria , Marche 8 . Lazio , Abruzzi 9 . Campania , Calabria , Molise 10 . Puglia , Basilicata 11 . Sicilia 12 . Sardegna . België : Vormt één streek . Luxemburg : Vormt één streek . Nederland : Vormt één streek .