This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22023D0777
Decision of the EEA Joint Committee No 248/2022 of 23 September 2022 amending Annex IX (Financial services) to the EEA Agreement [2023/777]
Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 248/2022 van 23 september 2022 tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2023/777]
Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 248/2022 van 23 september 2022 tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2023/777]
PB L 106 van 20.4.2023, p. 45–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
20.4.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 106/45 |
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER nr. 248/2022
van 23 september 2022
tot wijziging van bijlage IX (Financiële diensten) bij de EER-overeenkomst [2023/777]
HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1118 van de Commissie van 26 maart 2021 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de door afwikkelingsautoriteiten te gebruiken methode voor het ramen van het in artikel 104 bis van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad bedoelde vereiste en het gecombineerde buffervereiste voor af te wikkelen entiteiten op het geconsolideerde niveau van de af te wikkelen groep, ingeval de af te wikkelen groep niet onderworpen is aan die vereisten uit hoofde van die richtlijn (1), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(2) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1340 van de Commissie van 22 april 2021 tot aanvulling van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft technische reguleringsnormen tot vaststelling van de inhoud van de bepaling inzake de contractuele erkenning van bevoegdheden in verband met de opschorting van de afwikkeling (2), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/622 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft eenvormige rapportagetemplates, eenvormige instructies en een eenvormige methodologie voor de rapportage van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (3), moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen. |
(4) |
De in de EER-overeenkomst opgenomen Uitvoeringsverordening (EU) 2018/308 van de Commissie (4) wordt bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/622 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt. |
(5) |
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage IX bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1) |
De tekst van punt 19bl (Uitvoeringsverordening (EU) 2018/308 van de Commissie) wordt vervangen door: “ 32021 R 0622: Uitvoeringsverordening (EU) 2021/622 van de Commissie van 15 april 2021 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft eenvormige rapportagetemplates, eenvormige instructies en een eenvormige methodologie voor de rapportage van het minimumvereiste voor eigen vermogen en in aanmerking komende passiva (PB L 131 van 16.4.2021, blz. 123).”. |
2) |
Na punt 19bp (Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/348 van de Commissie) worden de volgende punten ingevoegd:
|
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Gedelegeerde Verordeningen (EU) 2021/1118 en (EU) 2021/1340 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/622 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op 24 september 2022, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*), of op de dag van inwerkingtreding van Besluit nr. 145/2022 van het Gemengd Comité van de EER van 29 april 2022 (5), indien dat later is.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 23 september 2022.
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
Kristján Andri STEFÁNSSON
(1) PB L 241 van 8.7.2021, blz. 1.
(2) PB L 292 van 16.8.2021, blz. 1.
(3) PB L 131 van 16.4.2021, blz. 123.
(4) PB L 60 van 2.3.2018, blz. 7.
(*) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.