Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22023A02204

    VERTALING — OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË INZAKE DE STATUS VAN DE PARTNERSCHAPSMISSIE VAN DE EUROPESE UNIE IN MOLDAVIË

    ST/12182/2023/INIT

    PB L, 2023/2204, 19.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/agree/2023/2204/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/agree/2023/2204/oj

    Related Council decision
    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2204

    19.10.2023

    VERTALING

    OVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË INZAKE DE STATUS VAN DE PARTNERSCHAPSMISSIE VAN DE EUROPESE UNIE IN MOLDAVIË

    DE EUROPESE UNIE, hierna de “EU” genoemd,

    enerzijds, en

    DE REPUBLIEK MOLDAVIË, hierna de “gaststaat” genoemd,

    anderzijds,

    hierna gezamenlijk de “partijen” genoemd,

    REKENING HOUDEND MET:

    de brief van 28 januari 2023 van de minister-president van de Republiek Moldavië aan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    de brief van 19 mei 2023 van de minister-president van de Republiek Moldavië aan de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Besluit (GBVB) 2023/855 van de Raad van 24 april 2023 betreffende een partnerschapsmissie van de Europese Unie in Moldavië (EUPM Moldova) (1),

    het feit dat deze overeenkomst de rechten en verplichtingen van de partijen krachtens internationale overeenkomsten en andere instrumenten tot instelling van internationale tribunalen, waaronder het statuut van het Internationaal Strafhof, onverlet laat,

    ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:

    Artikel 1

    Werkingssfeer en definities

    1.   Deze overeenkomst is van toepassing op de partnerschapsmissie van de Europese Unie in Moldavië (EUPM Moldova) en op het personeel van die missie.

    2.   Deze overeenkomst is uitsluitend van toepassing op het grondgebied van de Republiek Moldavië.

    3.   Voor de toepassing van deze overeenkomst gelden de volgende definities:

    a)

    “EUPM” of “de missie”: de partnerschapsmissie van de EU in Moldavië (EUPM Moldova) die door de Raad van de Europese Unie is ingesteld bij Besluit (GBVB) 2023/855, met inbegrip van haar componenten, eenheden, hoofdkwartier en personeel, ingezet op het grondgebied van de gaststaat en toegewezen aan EUPM Moldova;

    b)

    “hoofd van de missie”: het hoofd van de missie EUPM, aangesteld door de Raad van de Europese Unie;

    c)

    “Europese Unie (EU)”: de permanente organen van de EU en hun personeel;

    d)

    “personeel van EUPM” of “personeelsleden van EUPM”: het hoofd van de missie, het personeel van de missie dat gedetacheerd is door EU-lidstaten, de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) en EU-instellingen en door niet-EU-staten die door de EU verzocht zijn aan EUPM deel te nemen, alsmede internationaal personeel dat op contractbasis door EUPM is aangeworven met het oog op de voorbereiding, ondersteuning en uitvoering van de missie, en het personeel dat in het kader van de missie voor een zendstaat, een EU-instelling of de EDEO op missie is. Het personeel in dienst van commerciële contractanten en het ter plaatse aangeworven personeel vallen buiten deze definitie;

    e)

    “hoofdkwartier”: het hoofdkwartier van EUPM in de Republiek Moldavië;

    f)

    “zendstaat”: elke EU-lidstaat of niet-EU-staat die personeel detacheert bij de missie;

    g)

    “faciliteiten”: alle gebouwen, terreinen, installaties en land die nodig zijn voor de activiteiten van de missie en voor de huisvesting van het personeel van de missie;

    h)

    “ter plaatse aangeworven personeel”: personeel dat onderdaan is van de gaststaat of er permanent verblijft;

    i)

    “officiële briefwisseling”: alle op EUPM en haar functies betrekking hebbende briefwisseling, die aan de buitenkant zichtbare kentekenen draagt waaruit haar aard blijkt en die uitsluitend briefwisseling betreffende EUPM of voor officieel gebruik bestemde goederen mag bevatten;

    j)

    “contractant”: eenieder die voor EUPM goederen levert en/of diensten verleent die verband houden met de activiteiten van de missie;

    k)

    “vervoermiddelen van EUPM”: alle voertuigen en andere vervoermiddelen die EUPM in bezit heeft, huurt of chartert;

    l)

    “materieel van EUPM”: uitrusting, waaronder vervoermiddelen, en verbruiksgoederen die noodzakelijk zijn voor EUPM.

    Artikel 2

    Algemene bepalingen

    1.   EUPM en het personeel van EUPM eerbiedigen de wet- en regelgeving van de gaststaat en onthouden zich van alle acties en activiteiten die onverenigbaar zijn met de doeleinden van EUPM.

    2.   EUPM is autonoom in de uitvoering van haar functies in het kader van deze overeenkomst. De gaststaat eerbiedigt het unitaire en internationale karakter van EUPM.

    3.   Het hoofd van de missie informeert het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de gaststaat regelmatig over het aantal personeelsleden van EUPM dat op het grondgebied van de gaststaat is gestationeerd en over hun functies.

    Artikel 3

    Identificatie

    1.   Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de gaststaat geeft ter identificatie de volgende accreditatiedocumenten af aan het personeel van EUPM:

    a)

    aan de personeelsleden van EUPM die voor een periode van meer dan 90 dagen worden ingezet, een identificatiekaart ter bevestiging van hun status;

    b)

    aan de personeelsleden van EUPM die voor een periode van minder dan 90 dagen worden ingezet, een brief ter bevestiging van hun status en die geldig is voor de duur van hun verblijf.

    EUPM stelt het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de gaststaat vooraf in kennis van de komst van nieuwe personeelsleden.

    2.   Op alle vervoermiddelen van EUPM kunnen EUPM-herkenningstekens worden aangebracht en alle personeelsleden van EUPM kunnen herkenningstekens dragen, waarvan de bevoegde autoriteiten van de gaststaat een specimen ontvangen. De vervoermiddelen dragen ook de kentekenplaten die worden verstrekt voor diplomatieke missies in Moldavië.

    3.   EUPM heeft het recht op haar hoofdkwartier en elders de EU-vlag, alleen of samen met de vlag van de gaststaat, te voeren, zulks overeenkomstig het besluit van het hoofd van de missie. Nationale vlaggen of tekens van de nationale contingenten die deel uitmaken van EUPM, mogen op de faciliteiten, voertuigen en andere vervoermiddelen, en op uniformen van de missie worden aangebracht, zulks overeenkomstig het besluit van het hoofd van de missie.

    Artikel 4

    Overschrijding van de grenzen en verplaatsingen op het grondgebied van de gaststaat

    1.   Personeel en materieel van EUPM, met inbegrip van vervoermiddelen, overschrijden de grens van de gaststaat via officiële grensdoorlaatposten en via de internationale luchtcorridors.

    2.   De gaststaat faciliteert het betreden en het verlaten van zijn grondgebied voor het personeel en materieel van EUPM, met inbegrip van vervoermiddelen. Het personeel van EUPM overschrijdt de staatsgrenzen van de Republiek Moldavië met een geldig paspoort. Bij grenscontroles in het kader van het betreden of verlaten van het grondgebied van de gaststaat zijn de personeelsleden van EUPM die in het bezit zijn van een accreditatiekaart of -brief als bedoeld in artikel 3, lid 1, vrijgesteld van douanecontroles en -procedures.

    3.   Het personeel van EUPM is vrijgesteld van de immigratievoorschriften van de gaststaat inzake verblijfsduur en registratie van en het toezicht op vreemdelingen, maar verwerft geen permanent verblijfs- of woonrecht op het grondgebied van de gaststaat. Personeelsleden van EUPM die in het bezit zijn van een accreditatiekaart of -brief als bedoeld in artikel 3, lid 1, mogen voor de duur van hun deelname aan EUPM in Moldavië verblijven.

    Gezinsleden die personeelsleden van EUPM op het grondgebied van de Republiek Moldavië vergezellen, legaliseren hun aanwezigheid in het land op basis van de in de vreemdelingenwetgeving vastgelegde algemene procedure.

    4.   Voor EUPM-materieel, met inbegrip van EUPM-vervoermiddelen, die het grondgebied van de gaststaat binnenkomen, doorreizen of verlaten, gelden geen verplichtingen om inventarissen of andere douanedocumenten over te leggen, en zij zijn niet aan controles onderworpen, behalve voor documenten die hun status bevestigen.

    5.   De personeelsleden van EUPM mogen op het grondgebied van de gaststaat voertuigen, luchtvaartuigen en andere vervoermiddelen besturen, op voorwaarde dat zij in het bezit zijn van een geldig nationaal of internationaal rijbewijs of vliegbrevet. De gaststaat aanvaardt door personeelsleden van EUPM gehouden rijbewijzen of vliegbrevetten zonder belasting of vergoeding als geldig.

    6.   EUPM, het personeel van EUPM en hun vervoermiddelen, uitrusting en voorraden genieten vrij en onbeperkt verkeer op het hele grondgebied van de gaststaat, met inbegrip van zijn luchtruim, overeenkomstig de nationale wetgeving van de gaststaat.

    Zo nodig kunnen er aanvullende regelingen worden getroffen overeenkomstig artikel 18.

    7.   Voor reizen in het kader van officiële functies mag het personeel van EUPM gebruikmaken van openbare wegen, bruggen en luchthavens zonder rechten, kosten, tolheffingen, belastingen of andere vergoedingen te moeten betalen. EUPM is niet vrijgesteld van betaling van een redelijke vergoeding voor gevraagde en ontvangen diensten op dezelfde voorwaarden als die welke voor de onderdanen van de gaststaat gelden.

    Artikel 5

    Door de gaststaat aan EUPM verleende voorrechten en immuniteiten

    1.   De faciliteiten van EUPM zijn onschendbaar. Vertegenwoordigers van de gaststaat mogen deze alleen betreden met toestemming van het hoofd van de missie.

    2.   De faciliteiten van EUPM, alsmede het meubilair en ander materieel die zich daarin bevinden en de vervoermiddelen, genieten immuniteit van onderzoek, vordering, beslaglegging of executoriale maatregelen.

    3.   EUPM, haar bezittingen en materieel, ongeacht waar deze zich bevinden en door wie ze worden gehouden, genieten immuniteit van iedere vorm van gerechtelijke procedure.

    4.   Het archief en de documenten van EUPM zijn te allen tijde en waar ze zich ook bevinden onschendbaar.

    5.   De officiële briefwisseling van EUPM is onschendbaar.

    6.   De briefwisseling van EUPM kan aan een koerier worden toevertrouwd. De koerier moet een officieel document bij zich hebben waaruit zijn status en het aantal stukken van de briefwisseling blijkt, en moet bij de uitoefening van zijn functie door de gaststaat worden beschermd. De koerier geniet persoonlijke onschendbaarheid en is gevrijwaard tegen enigerlei vorm van aanhouding of vrijheidsbeneming.

    7.   EUPM geniet vrijstelling van alle nationale, regionale en gemeentelijke belastingen en heffingen en vergelijkbare rechten in verband met ingevoerde goederen, verleende diensten en faciliteiten die EUPM voor EUPM gebruikt. De btw-vrijstelling voor aangekochte goederen of diensten voor officieel gebruik door EUPM neemt de vorm aan van terugbetaling overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving van de gaststaat. EUPM geniet geen vrijstelling van belastingen, heffingen en rechten die gelden als betaling van verleende diensten.

    8.   De gaststaat laat voor EUPM bestemde goederen toe tot zijn grondgebied en verleent daarvoor vrijstelling van alle douanerechten, vergoedingen, tolgelden, belastingen en vergelijkbare heffingen, met uitzondering van kosten voor opslag, vervoer en andere gevraagde en geleverde diensten.

    Artikel 6

    Door de gaststaat aan het personeel van EUPM verleende voorrechten en immuniteiten

    1.   Het personeel van EUPM is gevrijwaard van enigerlei vorm van aanhouding of vrijheidsbeneming.

    2.   Papieren, briefwisseling en materieel van het personeel van EUPM zijn onschendbaar, behalve in het geval van executoriale maatregelen die uit hoofde van lid 6 zijn toegestaan.

    3.   Het personeel van EUPM geniet onder alle omstandigheden immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de gaststaat. De aan het personeel van EUPM verleende voorrechten en de immuniteit ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de gaststaat houden voor dat personeel geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van de zendstaat. De betrokken zendstaat of EU-instelling, naargelang het geval, kan afstand doen van de immuniteit van het personeel van EUPM ten aanzien van de rechtsmacht in strafzaken van de gaststaat. Het afstand doen van de immuniteit moet altijd uitdrukkelijk kenbaar worden gemaakt.

    4.   Het personeel van EUPM geniet immuniteit ten aanzien van de burgerlijke en administratieve rechtsmacht van de gaststaat wanneer het gaat om uitspraken of geschriften en alle handelingen die dit personeel verricht in het kader van de uitoefening van zijn officiële functies. Indien tegen personeel van EUPM een burgerlijke procedure wordt aangespannen voor een rechterlijke instantie van de gaststaat, worden het hoofd van de missie en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de EU-instelling onmiddellijk daarvan in kennis gesteld. Voordat de procedure voor de rechter wordt ingeleid, delen het hoofd van de missie en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de EU-instelling de rechter mee of het personeel van EUPM de handeling in kwestie heeft verricht in het kader van de uitoefening van zijn officiële functies. Indien dat het geval is, wordt de procedure niet ingeleid en gelden de bepalingen van artikel 16. Indien dat niet het geval is, kan de procedure worden voortgezet. De verklaring van het hoofd van de missie en de bevoegde autoriteit van de zendstaat of de EU-instelling is bindend voor de rechterlijke instantie van de gaststaat, die de verklaring niet kan aanvechten. Indien personeelsleden van EUPM een procedure inleiden, kunnen zij zich niet beroepen op immuniteit van de rechtsmacht wanneer er een tegenvordering wordt ingesteld die direct verband houdt met de hoofdvordering.

    5.   Het personeel van EUPM is niet verplicht als getuige op te treden.

    6.   Tegen personeel van EUPM mogen geen executoriale maatregelen worden genomen, behalve indien tegen personeel van EUPM een burgerlijke procedure wordt ingeleid die geen verband houdt met zijn officiële functies. De bezittingen van het personeel van EUPM waarvan het hoofd van de missie heeft verklaard dat zij nodig zijn voor de vervulling van de officiële functies van het personeel van EUPM, mogen niet in beslag worden genomen ter uitvoering van een vonnis, beslissing of bevel. In burgerlijke procedures mogen het personeel van EUPM geen beperkingen van de persoonlijke vrijheid, noch andere dwangmaatregelen worden opgelegd.

    7.   De immuniteit van het personeel van EUPM ten aanzien van de rechtsmacht van de gaststaat houdt geen immuniteit in ten aanzien van de rechtsmacht van de respectieve zendstaten.

    8.   Het personeel van EUPM is ten aanzien van diensten die voor EUPM zijn verleend, vrijgesteld van eventueel in de gaststaat geldende voorschriften op het gebied van de sociale zekerheid.

    9.   Het personeel van EUPM is vrijgesteld van elke vorm van belasting in de gaststaat over het salaris en de emolumenten die EUPM of de zendstaten aan het personeel betalen, evenals van iedere belasting op inkomsten die van buiten de gaststaat worden ontvangen.

    10.   De gaststaat laat de binnenkomst toe van goederen voor persoonlijk gebruik door personeel van EUPM en verleent vrijstelling van alle douanerechten, belastingen en daarmee verband houdende heffingen, met uitzondering van heffingen voor opslag, vervoer en soortgelijke diensten, een en ander in overeenstemming met eventueel door deze staat aan te nemen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen. De gaststaat laat tevens de uitvoer van dergelijke goederen toe. De btw-vrijstelling voor aangekochte goederen of diensten voor persoonlijk gebruik of verbruik door het personeel van EUPM neemt de vorm aan van terugbetaling overeenkomstig de bepalingen van de wetgeving van de gaststaat.

    11.   De persoonlijke bagage van personeel van EUPM wordt vrijgesteld van onderzoek, tenzij er ernstige redenen zijn om te veronderstellen dat de bagage goederen bevat die niet bedoeld zijn voor persoonlijk gebruik door personeel van EUPM, of goederen waarvan de in- of uitvoer bij wet verboden is of onderworpen is aan quarantainebepalingen van de gaststaat. Onderzoek van dergelijke persoonlijke bagage mag slechts plaatsvinden in aanwezigheid van het betrokken personeel van EUPM of een gemachtigde vertegenwoordiger van EUPM.

    12.   De personeelsleden van EUPM die recht hebben op voorrechten en immuniteiten genieten deze vanaf het ogenblik waarop zij het grondgebied van de gaststaat betreden om hun functie te aanvaarden, of, indien zij zich reeds op het grondgebied van die staat bevinden, vanaf het ogenblik waarop kennisgeving van hun aanstelling wordt gedaan aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie.

    13.   Wanneer de taken van de personeelsleden van EUPM die voorrechten en immuniteiten genieten, zijn beëindigd, houden deze voorrechten en immuniteiten als regel op te bestaan op het ogenblik waarop zij het land verlaten, of na het verstrijken van een redelijke termijn om het land te verlaten, doch zij blijven tot aan dat tijdstip van kracht, zelfs in geval van een gewapend conflict. Met betrekking tot door zulk een persoon in de uitoefening van zijn functie als lid van de missie verrichte handelingen blijft de immuniteit evenwel van kracht.

    Artikel 7

    Ter plaatse aangeworven personeel

    Werknemers van EUPM Moldova die burger van de Republiek Moldavië, permanent ingezetene van de Republiek Moldavië of commerciële contractant zijn, genieten de in artikel 6 genoemde immuniteiten, voorrechten en faciliteiten niet. Onverminderd deze bepaling geniet ter plaatse aangeworven personeel immuniteit ten aanzien van hetgeen zij in het kader van de uitoefening van hun officiële functies hebben gezegd of geschreven. De gaststaat moet zijn rechtsmacht over dit personeel evenwel uitoefenen op een wijze die de uitoefening van de functies van EUPM niet onnodig bemoeilijkt.

    Artikel 8

    Rechtsmacht in strafzaken

    De bevoegde autoriteiten van een zendstaat mogen, in overleg met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat, op het grondgebied van de gaststaat de rechtsmacht in strafzaken en de tuchtrechtelijke bevoegdheden uitoefenen die hun door de wetgeving van de zendstaat worden verleend met betrekking tot het personeel van EUPM.

    Artikel 9

    Beveiliging

    1.   De gaststaat draagt, met inzet van zijn eigen middelen, de volledige verantwoordelijkheid voor de beveiliging van het personeel van EUPM.

    2.   Voor de toepassing van lid 1 neemt de gaststaat alle nodige maatregelen voor de bescherming, veiligheid en beveiliging van EUPM en het personeel van EUPM. Eventuele specifieke bepalingen die door de gaststaat worden voorgesteld, worden overeengekomen met het hoofd van de missie voordat zij worden uitgevoerd. De gaststaat verleent toestemming en steun voor de verrichtingen in verband met de medische evacuatie van personeelsleden van EUPM.

    Zo nodig worden aanvullende regelingen als bedoeld in artikel 18 getroffen.

    Artikel 10

    Uniform

    1.   Het personeel van EUPM mag een nationaal uniform of burgerkleding met een duidelijk EUPM-identificatieteken dragen.

    2.   Voor het dragen van uniformen gelden de door het hoofd van de missie uitgevaardigde voorschriften.

    Artikel 11

    Samenwerking en toegang tot informatie

    1.   De gaststaat verleent volledige medewerking en steun aan EUPM en het personeel van EUPM.

    2.   Indien daarom wordt verzocht en zulks nodig is voor de uitvoering van EUPM, kan de gaststaat, overeenkomstig zijn wetgeving, het personeel van EUPM toegang bieden tot:

    a)

    faciliteiten en/of locaties die van belang zijn voor het mandaat van EUPM en waarover de gaststaat zijn gezag kan doen gelden;

    b)

    documenten, materiaal en informatie die nodig zijn voor het mandaat van EUPM en waarover de gaststaat zijn gezag kan doen gelden.

    Zo nodig worden voor de toepassing van de eerste alinea aanvullende regelingen als bedoeld in artikel 18 getroffen.

    In voorkomend geval zal een beroep worden gedaan op de bepalingen van de overeenkomst van 31 maart 2017 tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens.

    3.   Het hoofd van de missie en de gaststaat plegen regelmatig overleg en nemen passende maatregelen met het oog op nauwe en wederkerige verbindingsactiviteiten op elk passend niveau. De gaststaat kan een verbindingsofficier bij EUPM aanstellen.

    Artikel 12

    Steun van de gaststaat en het sluiten van contracten

    1.   De gaststaat assisteert EUPM op verzoek bij het vinden van geschikte faciliteiten.

    2.   De gaststaat stelt, indien nodig en voor zover beschikbaar, faciliteiten die zijn eigendom zijn, kosteloos ter beschikking. De gaststaat verlangt geen compensatie voor bouwwerkzaamheden, verbouwingen of veranderingen met betrekking tot die faciliteiten.

    Faciliteiten die particulier eigendom zijn, voor zover om deze faciliteiten wordt verzocht voor het verrichten van administratieve en operationele activiteiten door EUPM, worden op basis van passende contractuele regelingen ter beschikking gesteld.

    3.   Binnen de grenzen van zijn middelen en mogelijkheden helpt de gaststaat bij het voorbereiden, opzetten, uitvoeren en ondersteunen van EUPM, met inbegrip van gezamenlijke huisvesting en uitrusting van deskundigen van EUPM.

    4.   De hulp en ondersteuning van de gaststaat voor EUPM worden verleend onder ten minste de voorwaarden die ook gelden voor hulp en ondersteuning aan de eigen onderdanen.

    5.   EUPM is voldoende handelingsbekwaam in de zin van de wet- en regelgeving van de gaststaat; in het bijzonder kan zij bankrekeningen openen, eigendommen verkrijgen of vervreemden en in rechte optreden.

    6.   In elk contract dat EUPM in de gaststaat sluit, wordt vastgelegd welk recht op dat contract van toepassing is.

    7.   In door EUPM gesloten contracten kan worden bepaald dat bij geschillen die voortvloeien uit de uitvoering van het contract, de in artikel 15, leden 3 en 4, bedoelde procedure voor het beslechten van geschillen wordt gehanteerd.

    8.   De gaststaat faciliteert de uitvoering van de contracten die EUPM ten behoeve van de missie met commerciële instellingen sluit.

    Artikel 13

    Overleden personeelsleden van EUPM

    1.   Het hoofd van de missie mag zich belasten met de repatriëring van overleden personeelsleden van EUPM en hun persoonlijke bezittingen, en mag hiervoor passende regelingen treffen.

    2.   Op overleden personeelsleden van EUPM wordt geen lijkschouwing verricht zonder de toestemming van de betrokken staat en de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van EUPM en/of van de betrokken staat.

    3.   De gaststaat en EUPM verlenen elkaar alle medewerking om overleden personeelsleden van EUPM zo spoedig mogelijk te repatriëren.

    Artikel 14

    Communicatie

    1.   EUPM mag, met toestemming van de gaststaat, zend- en ontvangststations voor radiocommunicatie en satellietsystemen installeren en gebruiken. EUPM overlegt met de bevoegde autoriteiten van de gaststaat teneinde conflicten bij het gebruik van de nodige frequenties te vermijden. De gaststaat verleent kosteloos toegang tot het frequentiespectrum.

    2.   EUPM geniet het recht op onbeperkte communicatie via radio (met inbegrip van satelliet-, cellulaire en draagbare radio), telefoon, internet, telegraaf, fax of anderszins, alsook het recht om de noodzakelijke apparatuur voor de instandhouding van die communicatie binnen en tussen faciliteiten van EUPM te installeren, inclusief het recht de voor EUPM benodigde kabels en aardleidingen aan te brengen.

    3.   EUPM mag, wat de eigen faciliteiten betreft, de nodige voorzieningen treffen voor het bezorgen van post aan en van EUPM en/of personeel van EUPM.

    Artikel 15

    Schadevorderingen bij overlijden, lichamelijk letsel en verlies van goederen

    1.   EUPM, het personeel van EUPM, de EU en de zendstaten zijn niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid die voortvloeien uit operationele behoeften of die het gevolg zijn van activiteiten in verband met verstoringen van de openbare orde of de bescherming van EUPM.

    2.   Om een minnelijke schikking te treffen, worden vorderingen bij beschadiging of verlies van bezittingen van burgers of van de overheid die niet onder lid 1 vallen, evenals vorderingen bij overlijden of lichamelijk letsel van personen en bij beschadiging of verlies van bezittingen van EUPM, via de bevoegde autoriteiten van de gaststaat bij EUPM ingediend indien het gaat om vorderingen van natuurlijke of rechtspersonen van de gaststaat, of bij de bevoegde autoriteiten van de gaststaat, indien het gaat om vorderingen van EUPM.

    3.   Indien geen minnelijke schikking kan worden getroffen, wordt de vordering voorgelegd aan een vorderingencommissie die bestaat uit evenveel vertegenwoordigers van EUPM als van de gaststaat. De vorderingen worden geregeld bij onderlinge overeenstemming.

    4.   Indien binnen de vorderingencommissie geen minnelijke schikking wordt bereikt, wordt een geschil over vorderingen van hoogstens 40 000 EUR langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de EU. Voor vorderingen die dat bedrag overschrijden, wordt het geschil voorgelegd aan een scheidsgerecht, waarvan de beslissingen bindend zijn.

    5.   Het in lid 4 bedoelde scheidsgerecht bestaat uit drie scheidsrechters, waarvan er één wordt benoemd door de gaststaat, één door EUPM en één door de gaststaat en EUPM samen. Indien een van beide partijen niet binnen twee maanden een scheidsrechter benoemt of indien de gaststaat en EUPM het niet eens kunnen worden over de benoeming van de derde scheidsrechter, wordt de scheidsrechter in kwestie benoemd door de president van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

    6.   EUPM en de administratieve autoriteiten van de gaststaat treffen een administratieve regeling waarin het mandaat van de vorderingencommissie en het scheidsgerecht worden vastgelegd, evenals de procedure die binnen deze twee instanties wordt gehanteerd en de voorwaarden voor het indienen van vorderingen.

    Artikel 16

    Contacten en geschillen

    1.   Alle aangelegenheden in verband met de toepassing van deze overeenkomst worden gezamenlijk onderzocht door vertegenwoordigers van EUPM en van de bevoegde autoriteiten van de gaststaat.

    2.   Bij gebreke van een regeling worden geschillen met betrekking tot de uitlegging of de toepassing van deze overeenkomst uitsluitend langs diplomatieke weg opgelost tussen de gaststaat en vertegenwoordigers van de EU.

    Artikel 17

    Overige bepalingen

    1.   De overheid van de gaststaat is verantwoordelijk voor de uitvoering en naleving, door de bevoegde lokale autoriteiten van de gaststaat, van de immuniteiten, voorrechten en rechten van EUPM en het personeel van EUPM als bedoeld in deze overeenkomst.

    2.   Niets in deze overeenkomst is bedoeld of mag worden geïnterpreteerd als een afwijking van eventueel voor een EU-lidstaat of voor een andere staat die bijdraagt tot EUPM geldende rechten uit hoofde van andere overeenkomsten.

    Artikel 18

    Uitvoeringsbepalingen

    Ter uitvoering van deze overeenkomst kunnen operationele, administratieve en technische aangelegenheden worden behandeld in afzonderlijke regelingen die worden gesloten tussen het hoofd van de missie en de administratieve autoriteiten van de gaststaat.

    Artikel 19

    Toepassing, inwerkingtreding en opzegging

    1.   Deze overeenkomst is voorlopig van toepassing vanaf de dag waarop zij door de partijen wordt ondertekend.

    2.   De overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand na de wederzijdse kennisgeving door de partijen van de voltooiing van hun desbetreffende interne procedures. De kennisgevingen worden gericht aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie, enerzijds, en aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Europese Integratie van de Republiek Moldavië, anderzijds.

    3.   Deze overeenkomst blijft van kracht tot de door de EUPM opgegeven datum van vertrek van het laatste personeelslid van EUPM.

    4.   Deze overeenkomst kan echter worden gewijzigd of opgezegd op basis van schriftelijke onderlinge overeenstemming tussen de partijen.

    5.   De opzegging van deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten of verplichtingen die voortvloeien uit de uitvoering van de overeenkomst vóór de opzegging.

    Deze overeenkomst is in tweevoud in de Engelse en de Roemeense taal opgesteld, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn. In geval van verschil in interpretatie tussen deze talen geldt de Engelse tekst.

     


    (1)   PB L 110 van 25.4.2023, blz. 30.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/agree/2023/2204/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top