Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22017D1069

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 280/2015 van 30 oktober 2015 tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer), Protocol 31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst [2017/1069]

    PB L 161 van 22.6.2017, p. 68–70 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document Date of entry into force unknown (pending notification) or not yet in force.

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/1069/oj

    22.6.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 161/68


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 280/2015

    van 30 oktober 2015

    tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer), Protocol 31 (betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst [2017/1069]

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de „EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (1).

    (2)

    Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking mogelijk te maken.

    (3)

    De in de EER-overeenkomst opgenomen Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad wordt bij Verordening (EU) nr. 1315/2013 ingetrokken en moet derhalve uit de EER-overeenkomst worden geschrapt.

    (4)

    Bijlage XIII en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst dienen daarom dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    In Protocol 31 bij de EER-overeenkomst wordt na lid 5 van artikel 12, het volgende ingevoegd:

    „6.   De EVA-staten nemen deel aan de activiteiten die kunnen voortvloeien uit de volgende handeling van de Unie:

    32013 R 1315: Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 betreffende richtsnoeren van de Unie voor de ontwikkeling van het trans-Europees vervoersnetwerk en tot intrekking van Besluit nr. 661/2010/EU (PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1).

    De EVA-staten nemen volwaardig, doch zonder stemrecht, deel aan de werkzaamheden van het comité opgericht bij artikel 52 van de verordening.”.

    Artikel 2

    In bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 5 (Besluit nr. 661/2010/EU van het Europees Parlement en de Raad) geschrapt.

    Artikel 3

    In Protocol 37 bij de EER-overeenkomst wordt de tekst van punt 4 geschrapt.

    Artikel 4

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EU) nr. 1315/2013 zijn authentiek.

    Artikel 5

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1).

    Artikel 6

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 30 oktober 2015.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Oda SLETNES


    (1)  PB L 348 van 20.12.2013, blz. 1.

    (*1)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Verklaring van de EVA-staten bij Besluit nr. 280/2015 van 30 oktober 2015 waarbij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad in de EER-overeenkomst is opgenomen

    „Overeenkomstig de in artikel 49, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1315/2013 beschreven procedure kunnen indicatieve kaarten van het trans-Europees vervoersnetwerk die specifieke derde landen bestrijken, zoals is bepaald in bijlage III, op basis van overeenkomsten op hoog niveau inzake vervoersnetwerken tussen de Unie en de betrokken buurlanden worden aangepast. De EVA-staten verzoeken de Unie de volgende aanpassingen te overwegen aan de kaarten die hun grondgebied bestrijken, en te bevestigen dat een overeenkomst op hoog niveau zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, werd bereikt:

    De luchthaven Vestmannaeyjar in IJsland zal worden verwijderd van het uitgebreide netwerk.

    De zeehaven Landeyjahöfn in IJsland zal worden toegevoegd aan het uitgebreide netwerk.

    Het 18 kilometer lange wegvak op E18 naar de stad Oslo in Noorwegen, wordt als onderdeel van het kernnetwerk vervangen door het parallel lopende wegvak op E6.

    De luchthavens Rygge en Ørland in Noorwegen zullen worden toegevoegd aan het uitgebreide netwerk.

    De zeehavens Kirkenes en Mo i Rana in Noorwegen zullen worden toegevoegd aan het uitgebreide netwerk.

    De zeehavens Sandefjord en Ålesund in Noorwegen zullen worden verwijderd van het uitgebreide netwerk.

    De zeehavens van Grenland en Karmsund in Noorwegen zullen respectievelijk Porsgrunn en Kopervik vervangen in het uitgebreide netwerk.”


    Verklaring van de EU bij Besluit nr. 280/2015 van 30 oktober 2015 waarbij Verordening (EU) nr. 1315/2013 van het Europees Parlement en de Raad in de EER-overeenkomst is opgenomen

    „De Unie neemt nota van de door de EVA-staten voorgestelde aanpassingen aan de kaarten. Zij bevestigt dat de gevraagde aanpassingen voldoen aan de in Verordening (EU) nr. 1315/2013 (hierna „de verordening” genoemd) vastgestelde relevante criteria en dat een overeenkomst op hoog niveau zoals bedoeld in artikel 49, lid 6, van de verordening werd bereikt. Deze overeenkomst op hoog niveau zal worden gebruikt als basis voor de aanpassing van bijlage III bij de verordening met betrekking tot de indicatieve kaarten voor de betrokken EVA-staten. De Commissie zal daartoe gebruikmaken van de in artikel 49, lid 6, van de verordening bepaalde procedure.”


    Top