Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22015D0169

    Besluit nr. 1/2014 van de Stabilisatie- en associatieraad EU-Montenegro van 12 december 2014 tot vervanging van Protocol nr. 3 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking [2015/169]

    PB L 28 van 4.2.2015, p. 45–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2015/169/oj

    4.2.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 28/45


    BESLUIT Nr. 1/2014 VAN DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-MONTENEGRO

    van 12 december 2014

    tot vervanging van Protocol nr. 3 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking [2015/169]

    DE STABILISATIE- EN ASSOCIATIERAAD EU-MONTENEGRO,

    Gezien de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, ondertekend in Luxemburg op 15 oktober 2007 (1), en met name artikel 44,

    Gezien Protocol nr. 3 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In artikel 44 van de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds („de overeenkomst”), wordt verwezen naar Protocol nr. 3 betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking („protocol nr. 3”), dat de oorsprongsregels bevat en voorziet in de cumulatie van oorsprong tussen de Unie, de Republiek Montenegro, Turkije en elk land of gebied dat deelneemt aan het stabilisatie- en associatieproces van de Unie.

    (2)

    Krachtens artikel 39 van protocol nr. 3 kan de bij artikel 119 van de overeenkomst opgerichte Stabilisatie- en associatieraad besluiten de bepalingen van dat protocol te wijzigen.

    (3)

    De Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (2) („de conventie”), is opgesteld om de protocollen inzake de oorsprongsregels die momenteel van kracht zijn tussen de landen van het pan-Euro-mediterrane gebied door één rechtshandeling te vervangen. Montenegro en andere deelnemers uit de Westelijke Balkan aan het stabilisatie- en associatieproces zijn in de door de Europese Raad in juni 2003 vastgestelde „agenda van Thessaloniki” uitgenodigd om deel te nemen aan het pan-Europese systeem van diagonale cumulatie van oorsprong. Zij zijn bij besluit van de Euro-mediterrane ministeriële conferentie van oktober 2007 uitgenodigd om partij te worden bij de conventie.

    (4)

    De Unie en Montenegro hebben de conventie op 15 juni 2011 ondertekend.

    (5)

    De Unie en Montenegro hebben hun akte van aanvaarding op respectievelijk 26 maart 2012 en 2 juli 2012 bij de depositaris van de conventie neergelegd. Vervolgens is op grond van artikel 10, lid 3, van de conventie, de conventie voor de Unie en Montenegro op respectievelijk 1 mei 2012 en 1 september 2012 in werking getreden.

    (6)

    Indien de overgang naar de conventie niet gelijktijdig is voor alle overeenkomstsluitende partijen binnen de cumulatiezone, mag dit niet leiden tot een minder gunstige situatie dan de eerdere situatie op grond van protocol nr. 3.

    (7)

    Protocol nr. 3 dient derhalve te worden vervangen door een nieuw protocol dat naar de conventie verwijst,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Protocol nr. 3 bij de Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Montenegro, anderzijds, betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

    Het is van toepassing met ingang van 1 februari 2015.

    Gedaan te Brussel, 12 december 2014.

    Voor de Stabilisatie- en associatieraad

    De voorzitter

    F. MOGHERINI


    (1)  PB L 108 van 29.4.2010, blz. 3.

    (2)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.


    BIJLAGE

    PROTOCOL NR. 3

    betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van administratieve samenwerking

    Artikel 1

    Toepasselijke regels van oorsprong

    Voor de toepassing van deze overeenkomst zijn aanhangsel I en de relevante bepalingen van aanhangsel II van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels (1) („de conventie”), van toepassing.

    Alle verwijzingen naar de „desbetreffende overeenkomst” in aanhangsel I en in de desbetreffende bepalingen van aanhangsel II van de Conventie gelden als verwijzingen naar deze overeenkomst.

    Artikel 2

    Geschillenregeling

    Indien er een geschil ontstaat in verband met de controleprocedures in artikel 32 van aanhangsel I van de conventie dat niet kan worden opgelost door de douaneautoriteit die de controle heeft aangevraagd en de douaneautoriteit die de controle moet uitvoeren, wordt het aan de Stabilisatie- en associatieraad voorgelegd.

    In alle gevallen is de wetgeving van het land van invoer van toepassing op de regeling van geschillen tussen een importeur en de douaneautoriteiten van het land van invoer.

    Artikel 3

    Wijzigingen van het protocol

    De Stabilisatie- en associatieraad kan besluiten bepalingen van dit protocol te wijzigen.

    Artikel 4

    Opzegging van de conventie

    1.   Indien ofwel de Europese Unie ofwel Montenegro de depositaris van de conventie schriftelijk te kennen geeft de conventie op grond van artikel 9 te willen opzeggen, onderhandelen de Europese Unie en Montenegro onmiddellijk over oorsprongsregels voor de toepassing van deze overeenkomst.

    2.   Tot de inwerkingtreding van deze nieuw overeengekomen oorsprongsregels, blijven op deze overeenkomst de op het moment van opzegging geldende oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie van toepassing. Vanaf de opzegging worden de oorsprongsregels in aanhangsel I en, in voorkomend geval, de relevante bepalingen van aanhangsel II van de conventie echter zo uitgelegd dat zij uitsluitend bilaterale cumulatie tussen de Europese Unie en Montenegro toestaan.

    Artikel 5

    Overgangsbepalingen — cumulatie

    1.   Niettegenstaande artikel 3 van aanhangsel I van de conventie blijven de in de artikelen 3 en 4 van protocol nr. 3 bij deze overeenkomst vastgestelde regels betreffende cumulatie, zoals goedgekeurd door de Europese Unie en Montenegro bij het sluiten van de overeenkomst (2), van toepassing tussen de partijen bij deze overeenkomst tot de conventie voor alle in die artikelen genoemde overeenkomstsluitende partijen bij de conventie van toepassing is geworden.

    2.   Niettegenstaande artikel 16, lid 5, en artikel 21, lid 3, van aanhangsel I van de conventie mag het bewijs van oorsprong een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn indien bij de cumulatie alleen EVA-landen, de Faeröer, de Europese Unie, Turkije en de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces zijn betrokken.


    (1)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.

    (2)  PB L 108 van 29.4.2010, blz. 3.


    Top