Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22014D0428

    2014/428/EU: Besluit nr. 1/2014 van de ACS-EU-Raad van ministers van 20 juni 2014 betreffende de herziening van bijlage IV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst

    PB L 196 van 3.7.2014, p. 40–43 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2014/428/oj

    3.7.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 196/40


    BESLUIT Nr. 1/2014 VAN DE ACS-EU-RAAD VAN MINISTERS

    van 20 juni 2014

    betreffende de herziening van bijlage IV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst

    (2014/428/EU)

    DE ACS-EU-RAAD VAN MINISTERS,

    Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (1), zoals gewijzigd in Luxemburg op 25 juni 2005 (2) en in Ouagadougou op 22 juni 2010 (3) (hierna te noemen „de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst”), en met name artikel 100,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op grond van artikel 100 van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst kunnen de bijlagen I bis, I ter, II, III, IV en VI bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst door de ACS-EU-Raad van ministers opnieuw worden bekeken, herzien en/of gewijzigd op basis van een aanbeveling van het ACS-EU-Comité voor samenwerking inzake ontwikkelingsfinanciering.

    (2)

    De partijen bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst zijn in Busan, Accra en op de OESO-DAC in Parijs in 2010 internationale verbintenissen aangegaan met het oog op de doeltreffendheid van de steun.

    (3)

    De nationaliteitsvereisten en oorsprongsregels kunnen overeenkomstig deze internationale verbintenissen verder worden verbeterd.

    (4)

    Door verduidelijking en vereenvoudiging van de bepalingen van bijlage IV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst zou een doeltreffender gebruik van het EOF kunnen worden bewerkstelligd,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage IV bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst wordt gewijzigd als volgt:

    1)

    Artikel 19 quater, lid 5, wordt vervangen door:

    „5.   Overeenkomstig de in artikel 32, lid 1, onder a), en artikel 50 van deze overeenkomst vervatte afspraak worden de uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking met de ACS gefinancierde opdrachten en subsidies uitgevoerd in overeenstemming met de geldende milieuwetgeving en internationaal erkende grondregels van het arbeidsrecht.”.

    2)

    Artikel 20, lid 1, wordt vervangen door:

    „1.   De deelname aan procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of voor de toekenning van subsidies uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking op grond van deze overeenkomst staat open voor alle natuurlijke personen die onderdaan zijn van, en alle rechtspersonen die daadwerkelijk gevestigd zijn in:

    a)

    een ACS-staat, een lidstaat van de Europese Gemeenschap, een staat die gerechtigd is in het kader van het instrument voor pretoetredingssteun van de Europese Gemeenschap, een lidstaat van de Europese Economische Ruimte, of in een van de landen en gebieden overzee in de zin van Besluit 2013/755/EU van de Raad van 25 november 2013 betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee met de Europese Unie (4);

    b)

    een ontwikkelingsland of -gebied dat is vermeld in de OESO/DAC-lijst van landen die officiële ontwikkelingshulp ontvangen en die geen lid zijn van de Groep van Twintig, onverminderd de status van de Republiek van Zuid-Afrika, die is geregeld bij Protocol 3;

    c)

    een land ten aanzien waarvan de Commissie in overeenstemming met de ACS-landen heeft vastgesteld dat er sprake is van wederkerigheid bij de toegang tot externe steun.

    Wederkerigheid bij de toegang kan voor een beperkte periode van ten minste één jaar worden vastgesteld indien een land entiteiten van de Gemeenschap en entiteiten uit landen die voor deelname aan de onder dit artikel vallende instrumenten in aanmerking komen, op gelijke voorwaarden tot deelname toelaat;

    d)

    een lidstaat van de OESO, in het geval van opdrachten die worden uitgevoerd in een van de minst ontwikkelde landen of een arm land met een hoge schuldenlast, in de zin van de OESO/DAC-lijst van landen die officiële ontwikkelingshulp ontvangen, die door de OESO/DAC is gepubliceerd.

    (4)  PB L 344 van 19.12.2013, blz. 1.”."

    3)

    Artikel 20, lid 1 bis, wordt geschrapt.

    4)

    Artikel 20, lid 3, wordt vervangen door:

    „3.   Alle leveringen en materialen die in het kader van een overheidsopdracht of subsidieovereenkomst zijn verkregen, en die uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking in het kader van deze partnerschapsovereenkomst zijn gefinancierd, zijn afkomstig uit een staat die krachtens dit artikel mag deelnemen.

    Zij mogen echter uit een andere staat afkomstig zijn indien de totale waarde van de aan te kopen leveringen en materialen onder de drempel ligt voor het gebruik van de concurrentiële onderhandelingsprocedure, vastgesteld volgens artikel 19 quater, lid 1.

    In dit verband wordt de definitie van „producten van oorsprong” beoordeeld aan de hand van de desbetreffende internationale overeenkomsten en worden leveringen van oorsprong uit de landen en gebieden overzee aangemerkt als leveringen van oorsprong uit de Gemeenschap.”.

    5)

    Artikel 20, lid 5, wordt vervangen door:

    „5.   Indien de financiering uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking op grond van deze overeenkomst betrekking heeft op een transactie die door een internationale organisatie wordt uitgevoerd, staat de deelname aan procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens lid 1 mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens het reglement van de organisatie mogen deelnemen; alle donoren moeten daarbij op gelijke voet worden behandeld. Deze regels gelden tevens voor leveringen en materialen.”.

    6)

    Artikel 20, lid 6, wordt vervangen door:

    „6.   Indien de financiering uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking op grond van deze overeenkomst betrekking heeft op een transactie in het kader van een regionaal initiatief, staat de deelname aan procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens lid 1 mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen van de landen die aan het betrokken initiatief deelnemen. Deze regels gelden tevens voor leveringen en materialen.”.

    7)

    Artikel 20, lid 7, wordt vervangen door:

    „7.   Indien de financiering uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking op grond van deze overeenkomst betrekking heeft op een transactie die mede door een partner of andere donor wordt gefinancierd of die via een door de Commissie opgezet trustfonds wordt uitgevoerd, staat de deelname aan procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens lid 1, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de voorschriften van de partner of andere donor, dan wel volgens de bepalingen in het oprichtingsbesluit van het trustfonds mogen deelnemen.

    Indien het acties betreft die worden uitgevoerd door daarmee belaste organisaties, die lidstaten zijn of agentschappen van lidstaten, de Europese Investeringsbank of internationale organisaties of hun agentschappen, staat de deelname ook open voor natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de voorschriften van bedoelde daarmee belaste organisaties mogen deelnemen, zoals vastgesteld in de overeenkomsten die zijn gesloten met de medefinancierings- of tenuitvoerleggingsinstantie. Deze regels gelden tevens voor leveringen en materialen.”.

    8)

    Aan artikel 20 worden de volgende leden toegevoegd:

    „8.   Indien de financiering uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking op grond van deze overeenkomst betrekking heeft op een transactie die mede in het kader van een ander financieel instrument van de EU wordt gefinancierd, staat de deelname aan procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of voor de toekenning van subsidies open voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens lid 1 mogen deelnemen, en voor alle natuurlijke personen en rechtspersonen die krachtens de voorschriften van één van deze instrumenten mogen deelnemen. Deze regels gelden tevens voor leveringen en materialen.

    9.   De mogelijkheid om deel te nemen, als bedoeld in dit artikel, kan worden beperkt wat de nationaliteit, de vestigingsplaats of de aard van de aanvragers betreft, indien het vereist is op grond van de aard en de doelstellingen van de actie en voor zover het met het oog op een doeltreffende uitvoering noodzakelijk is.”.

    9)

    Artikel 22, lid 1, wordt vervangen door:

    „1.   Op gemotiveerd verzoek van de betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau kan inschrijvers, aanvragers en kandidaten uit derde landen die niet op grond van artikel 20 mogen deelnemen, worden toegestaan deel te nemen aan procedures voor de gunning van overheidsopdrachten of voor de toekenning van subsidies die door de Gemeenschap uit het meerjarige financiële kader voor samenwerking op grond van deze overeenkomst worden gefinancierd, en kunnen leveringen en materialen afkomstig uit landen die niet mogen deelnemen in de volgende gevallen worden toegestaan:

    a)

    landen met traditionele economische, commerciële of geografische banden met buurlanden die een begunstigd land zijn; of

    b)

    er is sprake van spoedeisendheid of niet-beschikbaarheid van goederen of diensten op de markt van de betrokken landen, of andere naar behoren aangetoonde gevallen, ten gevolge waarvan de toepassing van de voorschriften voor de mogelijkheid van deelname de uitvoering van een project, programma of actie onmogelijk of uiterst moeilijk zou maken.

    De betrokken ACS-staat of de bevoegde organisatie of instantie op regionaal of intra-ACS-niveau verstrekt de Commissie voor elk geval de noodzakelijke gegevens om over deze uitzonderingsgevallen een besluit te nemen.”.

    10)

    Artikel 26, lid 1, onder a), wordt vervangen door:

    „a)

    bij opdrachten voor werken van minder dan 5 miljoen EUR wordt aan inschrijvers uit ACS-staten bij de financiële evaluatie een preferentie van 10 % toegekend, mits ten minste een vierde van het kapitaal en een vierde van het leidinggevend personeel afkomstig is uit een of meer ACS-staten;”.

    11)

    Artikel 26, lid 1, onder b), wordt vervangen door:

    „b)

    bij opdrachten voor werken van minder dan 300 000 EUR wordt aan inschrijvers uit de ACS-staten die individueel of in een consortium deelnemen met Europese partners, bij de financiële evaluatie een preferentie van 15 % toegekend;”.

    12)

    Artikel 26, lid 1, onder c), wordt vervangen door:

    „c)

    bij de beoordeling van technische offertes met betrekking tot overheidsopdrachten voor diensten, met uitzondering van de raamovereenkomsten van de Commissie, wordt de voorkeur gegeven aan inschrijvingen die door rechtspersonen of natuurlijke personen van ACS-staten individueel of in een door hen samen gevormd consortium worden ingediend.”.

    13)

    Artikel 26, lid 2, wordt vervangen door:

    „2.   Onverminderd het bepaalde in lid 1, wordt in het geval van twee gelijkwaardig beoordeelde inschrijvingen betreffende opdrachten voor werken, leveringen of diensten de voorkeur geven aan:

    a)

    de inschrijving uit een ACS-staat; of

    b)

    bij gebreke van een dergelijke inschrijving:

    i)

    de inschrijving die optimaal gebruik van de materiële en menselijke middelen van de ACS-staten mogelijk maakt;

    ii)

    de inschrijving die ondernemingen, vennootschappen of natuurlijke personen uit de ACS-staten de beste mogelijkheden voor onderaanneming biedt; of

    iii)

    de inschrijving van een consortium van natuurlijke personen, ondernemingen of vennootschappen uit de ACS-staten en de Gemeenschap.”.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Nairobi, 20 juni 2014.

    Voor de ACS-EU-Raad van ministers

    De voorzitter

    A. OMARI KIGODA


    (1)  PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3. Gerectificeerd in PB L 385 van 29.12.2004, blz. 88.

    (2)  PB L 209 van 11.8.2005, blz. 27.

    (3)  PB L 287 van 4.11.2010, blz. 3.


    Top