Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22008D0110

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 110/2008 van 5 november 2008 tot wijziging van Protocol 32 bij de EER-overeenkomst betreffende de financiële bepalingen voor de tenuitvoerlegging van artikel 82

    PB L 339 van 18.12.2008, p. 93–97 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document Date of entry into force unknown (pending notification) or not yet in force.

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2008/110/oj

    18.12.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 339/93


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 110/2008

    van 5 november 2008

    tot wijziging van Protocol 32 bij de EER-overeenkomst betreffende de financiële bepalingen voor de tenuitvoerlegging van artikel 82

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op de artikelen 86 en 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Protocol 32 bij de Overeenkomst is door het Gemengd Comité van de EER nog niet eerder gewijzigd.

    (2)

    De Raad van de Europese Unie heeft op 25 juni 2002 zijn goedkeuring gehecht aan Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (1) houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen, gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 1995/2006 van de Raad (2) en bij Verordening (EG) nr. 1525/2007 van de Raad (3).

    (3)

    Protocol 32 moet in overeenstemming worden gebracht met de nieuwe procedures waarin Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 voorziet.

    (4)

    De in Protocol 32 neergelegde procedure moet gedetailleerder worden beschreven, met inbegrip van de termijnen die in het kader van deze procedure van toepassing zijn.

    (5)

    De bijdragen van de EVA-staten dienen niet langer in twee fasen te worden betaald.

    (6)

    Achterhaalde bepalingen moeten uit protocol 32 worden geschrapt.

    (7)

    Protocol 32 bij de Overeenkomst moet daarom worden gewijzigd,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Protocol 32 bij de Overeenkomst wordt gewijzigd zoals vastgesteld in de bijlage bij dit besluit.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die van de laatste kennisgeving aan het Gemengd Comité van de EER zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst (4).

    Artikel 3

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 5 november 2008.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitter

    Z.D.H. Prins Nikolaus von LIECHTENSTEIN


    (1)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

    (2)  PB L 390 van 30.12.2006, blz. 1.

    (3)  PB L 343 van 27.12.2007, blz. 9.

    (4)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    BIJLAGE

    De tekst van Protocol 32 bij de Overeenkomst komt als volgt te luiden:

    „Artikel 1

    Procedure voor het vaststellen van de financiële deelneming van de EVA-staten voor ieder begrotingsjaar (n)

    1.   Uiterlijk op 31 januari van ieder begrotingsjaar (n–1) verstrekt de Europese Commissie het Permanent Comité van de EVA-staten het financieringsprogramma voor de activiteiten die gedurende de resterende periode van het desbetreffende meerjarige financiële kader zullen worden uitgevoerd, met vermelding van de voor die activiteiten geplande indicatieve vastleggingskredieten.

    2.   Het Permanent Comité van de EVA-staten verstrekt de Europese Commissie uiterlijk op 15 februari van het begrotingsjaar (n–1) een lijst van activiteiten van de Gemeenschap die de EVA-staten voor de eerste maal wensen op te nemen in de EER-bijlage bij het voorontwerp van de begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar (n). Deze lijst geldt behoudens nieuwe voorstellen die door de Gemeenschap in de loop van het jaar (n–1) worden ingediend en behoudens het definitieve standpunt van de EVA-staten betreffende hun deelname aan deze activiteiten.

    3.   Uiterlijk op 15 mei van elk begrotingsjaar (n–1) deelt de Europese Commissie het Permanent Comité van de EVA-staten haar standpunt mee betreffende de verzoeken van de EVA-staten om deelname aan activiteiten gedurende het begrotingsjaar (n), met vermelding van de volgende gegevens:

    a)

    de „ter informatie” in de staat van uitgaven van het voorontwerp van begroting van de Europese Unie vermelde indicatieve bedragen aan vastleggingskredieten en betalingskredieten voor de activiteiten waaraan de EVA-staten deelnemen of de wens tot deelname hebben geuit, en die overeenkomstig artikel 82 van de Overeenkomst zijn berekend;

    b)

    de „ter informatie” in de staat van ontvangsten van het voorontwerp van begroting vermelde raming van de bijdragen van de EVA-staten.

    Het standpunt van de Europese Commissie doet geen afbreuk aan de mogelijkheid de besprekingen voort te zetten over activiteiten waarvoor zij de deelname van de EVA-staten niet heeft aanvaard.

    4.   Indien de in lid 3 bedoelde bedragen niet in overeenstemming zijn met artikel 82 van de Overeenkomst, kan het Permanent Comité van de EVA-staten tot en met 30 juni van het begrotingsjaar (n–1) om correcties verzoeken.

    5.   De in lid 3 bedoelde bedragen worden aangepast na de goedkeuring van de algemene begroting van de Europese Unie, met inachtneming van de bepalingen van artikel 82 van de Overeenkomst. Deze aangepaste bedragen worden onverwijld meegedeeld aan het Permanent Comité van de EVA-staten.

    6.   Binnen 30 dagen na de publicatie van de algemene begroting van de Europese Unie in het Publicatieblad van de Europese Unie bevestigen de voorzitters van het Gemengd Comité van de EER bij een door de Europese Commissie geïnitieerde briefwisseling dat de in de EER-bijlage bij de algemene begroting van de Europese Unie opgenomen bedragen in overeenstemming zijn met de bepalingen van artikel 82 van de Overeenkomst.

    7.   Uiterlijk op 1 juni van het begrotingsjaar (n) stelt het Permanent Comité van de EVA-staten de Europese Commissie in kennis van de definitieve verdeling van de bijdrage over de EVA-staten. Deze verdeling is bindend.

    Is deze informatie op 1 juni van het begrotingsjaar (n) niet verstrekt, dan gelden voorlopig de verdelingspercentages van het begrotingsjaar (n–1). De aanpassing wordt verricht volgens de procedure van artikel 4.

    8.   Indien het Gemengd Comité van de EER niet uiterlijk op 10 juli van het begrotingsjaar (n) (tenzij in uitzonderlijke omstandigheden een latere datum is overeengekomen) een besluit heeft genomen tot vaststelling van de deelname van de EVA-staten aan een activiteit die is opgenomen in de EER-bijlage bij de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar (n), of indien niet uiterlijk op die datum kennis is gegeven van de voltooiing van eventuele grondwettelijke vereisten voor een dergelijk besluit, wordt de deelname van de EVA-staten aan de desbetreffende activiteit uitgesteld tot het begrotingsjaar (n+1), tenzij anders overeengekomen.

    9.   Zodra de deelname van de EVA-staten aan een activiteit voor een begrotingsjaar (n) is vastgesteld, geldt de financiële bijdrage van de EVA-staten voor alle transacties die in dat begrotingsjaar uit hoofde van de desbetreffende begrotingsonderdelen worden verricht, tenzij anders overeengekomen.

    Artikel 2

    Beschikbaarstelling van de bijdragen van de EVA-staten

    1.   Op basis van de EER-bijlage bij de algemene begroting van de Europese Unie, die overeenkomstig artikel 1, leden 6 en 7, is vastgesteld, stelt de Europese Commissie voor iedere EVA-staat een afroeping van bijdragen op, die berekend wordt aan de hand van de betalingskredieten en overeenkomstig artikel 71, lid 2, van het Financieel Reglement (1).

    2.   Deze afroeping van bijdragen dient door de EVA-staten uiterlijk op 15 augustus van het begrotingsjaar (n) te zijn ontvangen en houdt een verzoek in tot betaling van de door iedere EVA-staat verschuldigde bijdrage op uiterlijk 31 augustus van dat begrotingsjaar (n).

    Indien de algemene begroting van de Europese Unie niet is goedgekeurd vóór 10 juli van het begrotingsjaar (n), of in uitzonderlijke omstandigheden vóór de uit hoofde van artikel 1, lid 8, overeengekomen datum, wordt het verzoek tot betaling gebaseerd op het indicatieve bedrag dat in het voorontwerp van begroting is opgenomen. De aanpassing wordt verricht volgens de procedure van artikel 4.

    3.   De bijdragen worden in euro uitgedrukt en betaald.

    4.   Te dien einde opent elke EVA-staat bij zijn Schatkist of bij de daartoe aangewezen instantie een rekening in euro ten name van de Europese Commissie.

    5.   Elk uitstel van de stortingen op de in lid 4 vermelde rekening geeft aanleiding tot rentebetaling door de desbetreffende EVA-staat tegen de rentevoet die de Europese Centrale Bank voor haar basisherfinancieringstransacties in euro toepast, vermeerderd met 1,5 procentpunt. De referentierentevoet is de rentevoet die op 1 juli van dat jaar van kracht is, zoals bekendgemaakt in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 3

    Voorwaarden betreffende de tenuitvoerlegging

    1.   Het gebruik van de uit de deelneming van de EVA-staten voortvloeiende kredieten geschiedt in overeenstemming met het Financieel Reglement.

    2.   Ten aanzien van aanbestedingsprocedures geldt echter dat alle EG-lidstaten en alle EVA-staten kunnen inschrijven op aanbestedingen, in zoverre daarbij sprake is van financiering uit begrotingsonderdelen waaraan de EVA-staten deelnemen.

    Artikel 4

    Aanpassing van de EVA-bijdrage in het licht van de tenuitvoerlegging

    1.   De bijdragen van de EVA-staten die voor elk betrokken begrotingsonderdeel overeenkomstig artikel 82 van de Overeenkomst worden vastgesteld, blijven gedurende het desbetreffende begrotingsjaar (n) onveranderd.

    2.   Na het afsluiten van de rekeningen voor elk begrotingsjaar berekent de Europese Commissie in het kader van de opstelling van de jaarrekening voor het begrotingsjaar (n+1) het resultaat van de uitvoering van de begroting door de EVA-staten, waarbij rekening wordt gehouden met:

    a)

    de bijdragen die door de EVA-staten zijn betaald overeenkomstig artikel 2;

    b)

    het aandeel van de EVA-staten in de totale uitvoeringscijfers van de kredieten die zijn opgenomen in de begrotingsonderdelen waarvoor deelname van de EVA-staten is overeengekomen; en

    c)

    bedragen voor het dekken van met de Gemeenschap verband houdende uitgaven die door de EVA-staten afzonderlijk worden gedekt, of door EVA-staten in natura gedane betalingen (bijvoorbeeld administratieve bijstand).

    3.   Bedragen die van derden zijn teruggevorderd in het kader van een begrotingsonderdeel waarvoor de deelname van de EVA-staten is overeengekomen, worden behandeld als bestemmingsontvangsten in het kader van datzelfde begrotingsonderdeel, overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder f), van het Financieel Reglement.

    4.   De bijdrage van de EVA-staten voor het begrotingsjaar (n) wordt, uitgaande van het resultaat van de uitvoering van de begroting, aangepast in het kader van de afroeping van bijdragen voor het begrotingsjaar (n+2) en gebaseerd op de definitieve verdeling over de EVA-staten voor het begrotingsjaar (n).

    5.   Indien nodig stelt het Gemengd Comité van de EER aanvullende voorschriften voor de tenuitvoerlegging van de leden 1 en 4 vast. Dit geldt in het bijzonder voor met de Gemeenschap verband houdende uitgaven die door de EVA-staten afzonderlijk worden gedragen, en voor hun bijdragen in natura.

    Artikel 5

    Informatie

    1.   Aan het eind van elk kwartaal verstrekt de Europese Commissie het Permanent Comité van de EVA-staten een uittreksel uit haar rekeningen dat, zowel voor de ontvangsten als voor de uitgaven, de stand weergeeft van de tenuitvoerlegging van de programma's en andere maatregelen waaraan de EVA-staten financieel deelnemen.

    2.   Na het afsluiten van het begrotingsjaar (n) verstrekt de Europese Commissie het Permanent Comité van de EVA-staten de gegevens betreffende de programma's en andere maatregelen waaraan de EVA-staten financieel deelnemen, die opgenomen zijn in het desbetreffende deel van de jaarrekeningen dat overeenkomstig de artikelen 126 en 127 van het Financieel Reglement is opgesteld.

    3.   De Europese Commissie verstrekt het Permanent Comité van de EVA-staten alle overige financiële informatie waar het laatstgenoemde redelijkerwijs om kan verzoeken met betrekking tot de programma's en andere maatregelen waaraan de EVA-staten financieel deelnemen.

    Artikel 6

    Controle

    1.   De controle op de vaststelling en de beschikbaarheid van alle inkomsten, alsmede de controle op het aangaan van alle betalingsverplichtingen en op de vaststelling van het tijdschema voor alle uitgaven betreffende de deelneming van de EVA-staten, geschiedt overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Financieel Reglement en de verordeningen die van toepassing zijn op de in de artikelen 76 en 78 van de Overeenkomst vermelde gebieden.

    2.   De controle-instanties van de Gemeenschap en die van de EVA-staten komen passende regelingen overeen om de controle van de inkomsten en de uitgaven betreffende de deelneming van de EVA-staten aan communautaire activiteiten overeenkomstig lid 1 te vergemakkelijken.

    Artikel 7

    Voor de berekening van de evenredigheidsfactor in aanmerking te nemen bbp-cijfer

    De in artikel 82 van de Overeenkomst vermelde bbp-gegevens tegen marktprijzen zijn die welke ingevolge de tenuitvoerlegging van artikel 76 van de Overeenkomst worden gepubliceerd.”.


    (1)  Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).


    Top