EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12016E267

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN
HOOFDSTUK 1 - DE INSTELLINGEN
VIJFDE AFDELING - HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
Artikel 267 (oud artikel 234 VEG)

PB C 202 van 7.6.2016, p. 164–164 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tfeu_2016/art_267/oj

7.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 202/164


Artikel 267

(oud artikel 234 VEG)

Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd, bij wijze van prejudiciële beslissing, een uitspraak te doen

a)

over de uitlegging van de Verdragen,

b)

over de geldigheid en de uitlegging van de handelingen van de instellingen, de organen of de instanties van de Unie.

Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen voor een rechterlijke instantie van een der lidstaten, kan deze instantie, indien zij een beslissing op dit punt noodzakelijk acht voor het wijzen van haar vonnis, het Hof verzoeken over deze vraag een uitspraak te doen.

Indien een vraag te dien aanzien wordt opgeworpen in een zaak aanhangig bij een nationale rechterlijke instantie waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor hoger beroep, is deze instantie gehouden zich tot het Hof te wenden.

Indien een dergelijke vraag wordt opgeworpen in een bij een nationale rechterlijke instantie aanhangige zaak betreffende een gedetineerde persoon, doet het Hof zo spoedig mogelijk uitspraak.


Top