Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12016E265

    Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
    ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
    TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN
    HOOFDSTUK 1 - DE INSTELLINGEN
    VIJFDE AFDELING - HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
    Artikel 265 (oud artikel 232 VEG)

    PB C 202 van 7.6.2016, p. 163–163 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tfeu_2016/art_265/oj

    7.6.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 202/163


    Artikel 265

    (oud artikel 232 VEG)

    Ingeval het Europees Parlement, de Europese Raad, de Raad, de Commissie, of de Europese Centrale Bank in strijd met de Verdragen, nalaat een besluit te nemen, kunnen de lidstaten en de overige instellingen van de Unie zich wenden tot het Hof van Justitie van de Europese Unie om deze schending te doen vaststellen. Dit artikel is onder dezelfde voorwaarden van toepassing op de organen en de instanties van de Unie die nalaten een besluit te nemen.

    Dit beroep is slechts ontvankelijk indien de betrokken instelling, het betrokken orgaan of de betrokken instantie vooraf tot handelen is uitgenodigd. Indien deze instelling na twee maanden, te rekenen vanaf de uitnodiging, haar standpunt nog niet heeft bepaald, kan het beroep worden ingesteld binnen een nieuwe termijn van twee maanden.

    Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan onder de in de voorgaande alinea's vastgestelde voorwaarden bij het Hof zijn bezwaren indienen tegen het feit dat een der instellingen, organen of instanties van de Unie heeft nagelaten te zijnen aanzien een andere handeling te verrichten dan het geven van een aanbeveling of een advies.


    Top