Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12012M

    Verdrag betreffende de Europese Unie (geconsolideerde versie) - Inhoudsopgave

    PB C 326 van 26.10.2012, p. 3–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    26.10.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 326/1


    GECONSOLIDEERDE VERSIE

    VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE EN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE

    (2012/C 326/01)

    Inhoudsopgave

    GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE 13
    PREAMBULE 15

    TITEL I

    GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN 16

    TITEL II

    BEPALINGEN INZAKE DE DEMOCRATISCHE BEGINSELEN 20

    TITEL III

    BEPALINGEN BETREFFENDE DE INSTELLINGEN 22

    TITEL IV

    BEPALINGEN INZAKE DE NAUWERE SAMENWERKING 27

    TITEL V

    ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE EN SPECIFIEKE BEPALINGEN BETREFFENDE HET GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID 28

    Hoofdstuk 1

    Algemene bepalingen betreffende het extern optreden van de Unie 28

    Hoofdstuk 2

    Specifieke bepalingen betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid 30

    Afdeling 1

    Gemeenschappelijke bepalingen 30

    Afdeling 2

    Bepalingen inzake het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid 38

    TITEL VI

    SLOTBEPALINGEN 41
    GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE 47
    PREAMBULE 49

    EERSTE DEEL

    DE BEGINSELEN 50

    TITEL I

    CATEGORIEËN EN GEBIEDEN VAN BEVOEGDHEDEN VAN DE UNIE 50

    TITEL II

    ALGEMEEN TOEPASSELIJKE BEPALINGEN 53

    TWEEDE DEEL

    NON-DISCRIMINATIE EN BURGERSCHAP VAN DE UNIE 56

    DERDE DEEL

    HET BELEID EN INTERN OPTREDEN VAN DE UNIE 59

    TITEL I

    DE INTERNE MARKT 59

    TITEL II

    HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN 59

    Hoofdstuk 1

    De douane-unie 60

    Hoofdstuk 2

    De douanesamenwerking 61

    Hoofdstuk 3

    Verbod op kwantitatieve beperkingen tussen de lidstaten 61

    TITEL III

    LANDBOUW EN VISSERIJ 62

    TITEL IV

    HET VRIJE VERKEER VAN PERSONEN, DIENSTEN EN KAPITAAL 65

    Hoofdstuk 1

    De werknemers 65

    Hoofdstuk 2

    Het recht van vestiging 67

    Hoofdstuk 3

    De diensten 70

    Hoofdstuk 4

    Kapitaal en betalingsverkeer 71

    TITEL V

    DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT 73

    Hoofdstuk 1

    Algemene bepalingen 73

    Hoofdstuk 2

    Beleid inzake grenscontroles, asiel en immigratie 75

    Hoofdstuk 3

    Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken 78

    Hoofdstuk 4

    Justitiële samenwerking in strafzaken 79

    Hoofdstuk 5

    Politiële samenwerking 83

    TITEL VI

    VERVOER 85

    TITEL VII

    GEMEENSCHAPPELIJKE REGELS BETREFFENDE DE MEDEDINGING, DE BELASTINGEN EN DE ONDERLINGE AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN 88

    Hoofdstuk 1

    Regels betreffende de mededinging 88

    Eerste afdeling

    Regels voor de ondernemingen 88

    Tweede afdeling

    Steunmaatregelen van de staten 91

    Hoofdstuk 2

    Bepalingen betreffende belastingen 93

    Hoofdstuk 3

    De aanpassing van de wetgevingen 94

    TITEL VIII

    ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID 96

    Hoofdstuk 1

    Economisch beleid 97

    Hoofdstuk 2

    Monetair beleid 102

    Hoofdstuk 3

    Institutionele bepalingen 105

    Hoofdstuk 4

    Specifieke bepalingen voor de lidstaten die de euro als munt hebben 106

    Hoofdstuk 5

    Overgangsbepalingen 107

    TITEL IX

    WERKGELEGENHEID 112

    TITEL X

    SOCIALE POLITIEK 114

    TITEL XI

    HET EUROPEES SOCIAAL FONDS 119

    TITEL XII

    ONDERWIJS, BEROEPSOPLEIDING, JEUGD EN SPORT 120

    TITEL XIII

    CULTUUR 121

    TITEL XIV

    VOLKSGEZONDHEID 122

    TITEL XV

    CONSUMENTENBESCHERMING 124

    TITEL XVI

    TRANSEUROPESE NETWERKEN 124

    TITEL XVII

    INDUSTRIE 126

    TITEL XVIII

    ECONOMISCHE, SOCIALE EN TERRITORIALE SAMENHANG 127

    TITEL XIX

    ONDERZOEK EN TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELING EN RUIMTE 128

    TITEL XX

    MILIEU 132

    TITEL XXI

    ENERGIE 134

    TITEL XXII

    TOERISME 135

    TITEL XXIII

    CIVIELE BESCHERMING 135

    TITEL XXIV

    ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING 136

    VIERDE DEEL

    DE ASSOCIATIE VAN DE LANDEN EN GEBIEDEN OVERZEE 137

    VIJFDE DEEL

    EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE 139

    TITEL I

    ALGEMENE BEPALINGEN INZAKE HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE 139

    TITEL II

    DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK 139

    TITEL III

    SAMENWERKING MET DERDE LANDEN EN HUMANITAIRE HULP 141

    Hoofdstuk 1

    Ontwikkelingssamenwerking 141

    Hoofdstuk 2

    Economische, financiële en technische samenwerking met derde landen 142

    Hoofdstuk 3

    Humanitaire hulp 143

    TITEL IV

    BEPERKENDE MAATREGELEN 144

    TITEL V

    INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN 144

    TITEL VI

    BETREKKINGEN VAN DE UNIE MET INTERNATIONALE ORGANISATIES, MET DERDE LANDEN EN DELEGATIES VAN DE UNIE 147

    TITEL VII

    SOLIDARITEITSCLAUSULE 148

    ZESDE DEEL

    INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN 149

    TITEL I

    BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN 149

    Hoofdstuk 1

    De instellingen 149

    Eerste afdeling

    Het Europees Parlement 149

    Tweede afdeling

    De Europese Raad 152

    Derde afdeling

    De Raad 153

    Vierde afdeling

    De Commissie 155

    Vijfde afdeling

    Het Hof van Justitie van de Europese Unie 157

    Zesde afdeling

    De Europese Centrale Bank 167

    Zevende afdeling

    De Rekenkamer 169

    Hoofdstuk 2

    Rechtshandelingen van de Unie, vaststellingsprocedures en overige bepalingen 171

    Eerste afdeling

    Rechtshandelingen van de Unie 171

    Tweede afdeling

    Vaststellingsprocedures en overige bepalingen 173

    Hoofdstuk 3

    De adviesorganen van de Europese Unie 177

    Eerste afdeling

    Het Economisch en Sociaal Comité 177

    Tweede afdeling

    Het Comité van de Regio's 178

    Hoofdstuk 4

    De Europese Investeringsbank 180

    TITEL II

    FINANCIËLE BEPALINGEN 181

    Hoofdstuk 1

    De eigen middelen van de Unie 181

    Hoofdstuk 2

    Meerjarig financieel kader 182

    Hoofdstuk 3

    De jaarlijkse begroting van de Unie 183

    Hoofdstuk 4

    Uitvoering van de begroting en kwijtingverlening 186

    Hoofdstuk 5

    Gemeenschappelijke bepalingen 187

    Hoofdstuk 6

    Fraudebestrijding 188

    TITEL III

    NAUWERE SAMENWERKING 189

    ZEVENDE DEEL

    ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN 192
    PROTOCOLLEN 201

    Protocol (Nr. 1)

    betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie 203

    Protocol (Nr. 2)

    betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid 206

    Protocol (Nr. 3)

    betreffende het statuut van het Hof van Justitie van de Europese Unie 210

    Protocol (Nr. 4)

    betreffende de statuten van het Europees stelsel van centrale banken en van de Europese centrale bank 230

    Protocol (Nr. 5)

    betreffende de statuten van de Europese investeringsbank 251

    Protocol (Nr. 6)

    betreffende de plaats van de zetels van de instellingen, van bepaalde instanties, organen, organisaties en diensten van de Europese Unie 265

    Protocol (Nr. 7)

    betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie 266

    Protocol (Nr. 8)

    betreffende artikel 6, lid 2, van het verdrag betreffende de Europese Unie inzake de toetreding van de Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 273

    Protocol (Nr. 9)

    inzake het Besluit van de Raad betreffende de uitvoering van artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 238, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie tussen 1 november 2014 en 31 maart 2017, enerzijds, en vanaf 1 april 2017, anderzijds 274

    Protocol (Nr. 10)

    betreffende de permanente gestructureerde samenwerking, ingesteld bij artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 275

    Protocol (Nr. 11)

    inzake artikel 42 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 278

    Protocol (Nr. 12)

    betreffende de procedure bij buitensporige tekorten 279

    Protocol (Nr. 13)

    betreffende de convergentiecriteria 281

    Protocol (Nr. 14)

    betreffende de eurogroep 283

    Protocol (Nr. 15)

    betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland 284

    Protocol (Nr. 16)

    betreffende enkele bepalingen inzake Denemarken 287

    Protocol (Nr. 17)

    betreffende Denemarken 288

    Protocol (Nr. 18)

    betreffende Frankrijk 289

    Protocol (Nr. 19)

    betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie 290

    Protocol (Nr. 20)

    betreffende de toepassing van bepaalde aspecten van artikel 26 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op het Verenigd Koninkrijk en Ierland 293

    Protocol (Nr. 21)

    betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht 295

    Protocol (Nr. 22)

    betreffende de positie van Denemarken 299

    Protocol (Nr. 23)

    betreffende de buitenlandse betrekkingen van de lidstaten in verband met de overschrijding van de buitengrenzen 304

    Protocol (Nr. 24)

    inzake asiel voor onderdanen van lidstaten van de Europese Unie 305

    Protocol (Nr. 25)

    betreffende de uitoefening van de gedeelde bevoegdheden 307

    Protocol (NR. 26)

    betreffende de diensten van algemeen belang 308

    Protocol (NR. 27)

    betreffende de interne markt en de mededinging 309

    Protocol (Nr. 28)

    betreffende economische, sociale en territoriale samenhang 310

    Protocol (Nr. 29)

    betreffende het openbare-omroepstelsel in de lidstaten 312

    Protocol (Nr. 30)

    betreffende de toepassing van het handvest van de grondrechten van de Europese Unie op Polen en het Verenigd Koninkrijk 313

    Protocol (Nr. 31)

    betreffende de invoer in de Europese Unie van in de Nederlandse Antillen geraffineerde aardolieproducten 315

    Protocol (Nr. 32)

    betreffende de verwerving van onroerende goederen in Denemarken 318

    Protocol (Nr. 33)

    ad artikel 157 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 319

    Protocol (Nr. 34)

    betreffende de bijzondere regeling van toepassing op Groenland 320

    Protocol (Nr. 35)

    betreffende artikel 40.3.3 van de grondwet van Ierland 321

    Protocol (Nr. 36)

    betreffende de overgangsbepalingen 322

    Protocol (Nr. 37)

    betreffende de financiële gevolgen van de beëindiging van het EGKS-verdrag en betreffende het fonds voor onderzoek inzake kolen en staal 328
    BIJLAGEN 331

    BIJLAGE I

    Lijst genoemd in artikel 38 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 333

    BIJLAGE II

    Landen en gebieden overzee waarop toepasselijk zijn de bepalingen van het vierde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 336
    VERKLARINGEN gehecht aan de slotakte van de intergouvernementele conferentie die het verdrag van Lissabon heeft aangenomen ondertekend op 13 december 2007 337

    A.

    VERKLARINGEN BETREFFENDE BEPALINGEN VAN DE VERDRAGEN 339

    1.

    Verklaring betreffende het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 339

    2.

    Verklaring ad artikel 6, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie 339

    3.

    Verklaring ad artikel 8 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 339

    4.

    Verklaring betreffende de samenstelling van het Europees Parlement 339

    5.

    Verklaring betreffende het politieke akkoord van de Europese Raad over het ontwerp-besluit inzake de samenstelling van het Europees Parlement 339

    6.

    Verklaring ad artikel 15, leden 5 en 6, artikel 17, leden 6 en 7, en artikel 18 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 340

    7.

    Verklaring ad artikel 16, lid 4, van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 238, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 340

    8.

    Verklaring betreffende de praktische maatregelen die moeten worden genomen op het tijdstip van inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon wat betreft het voorzitterschap van de Europese Raad en van de Raad Buitenlandse Zaken 342

    9.

    Verklaring ad artikel 16, lid 9, van het Verdrag betreffende de Europese Unie, betreffende het besluit van de Europese Raad inzake de uitoefening van het voorzitterschap van de Raad 343

    10.

    Verklaring ad artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 344

    11.

    Verklaring ad artikel 17, leden 6 en 7, van het Verdrag betreffende de Europese Unie 344

    12.

    Verklaring ad artikel 18 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 344

    13.

    Verklaring betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid 345

    14.

    Verklaring betreffende het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid 345

    15.

    Verklaring ad artikel 27 van het Verdrag betreffende de Europese Unie 345

    16.

    Verklaring ad artikel 55, lid 2, van het Verdrag betreffende de Europese Unie 346

    17.

    Verklaring betreffende de voorrang 346

    18.

    Verklaring betreffende de afbakening van de bevoegdheden 346

    19.

    Verklaring ad artikel 8 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 347

    20.

    Verklaring ad artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 347

    21.

    Verklaring betreffende de bescherming van persoonsgegevens op het gebied van justitiële samenwerking in strafzaken en op het gebied van politiële samenwerking 347

    22.

    Verklaring ad artikelen 48 en 79 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 348

    23.

    Verklaring ad artikel 48, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 348

    24.

    Verklaring betreffende de rechtspersoonlijkheid van de Europese Unie 348

    25.

    Verklaring ad artikelen 75 en 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 348

    26.

    Verklaring over de niet-deelneming van een lidstaat aan een maatregel die gebaseerd is op titel IV van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 348

    27.

    Verklaring ad artikel 85, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 349

    28.

    Verklaring ad artikel 98 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 349

    29.

    Verklaring ad artikel 107, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 349

    30.

    Verklaring ad artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 349

    31.

    Verklaring ad artikel 156 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 350

    32.

    Verklaring ad artikel 168, lid 4, onder c), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 350

    33.

    Verklaring ad artikel 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 351

    34.

    Verklaring ad artikel 179 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 351

    35.

    Verklaring ad artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 351

    36.

    Verklaring ad artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie betreffende de onderhandelingen over en sluiting van internationale overeenkomsten inzake de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht door de lidstaten 351

    37.

    Verklaring ad artikel 222 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 351

    38.

    Verklaring ad artikel 252 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het aantal advocaten-generaal bij het Hof van Justitie 352

    39.

    Verklaring ad artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 352

    40.

    Verklaring ad artikel 329 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 352

    41.

    Verklaring ad artikel 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 352

    42.

    Verklaring ad artikel 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 353

    43.

    Verklaring ad artikel 355, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 353

    B.

    VERKLARINGEN BETREFFENDE AAN DE VERDRAGEN GEHECHTE PROTOCOLLEN 354

    44.

    Verklaring ad artikel 5 van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis 354

    45.

    Verklaring ad artikel 5, lid 2, van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis 354

    46.

    Verklaring ad artikel 5, lid 3, van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis 354

    47.

    Verklaring ad artikel 5, leden 3, 4 en 5, van het Protocol betreffende het in het kader van de Europese Unie geïntegreerde Schengenacquis 354

    48.

    Verklaring inzake het Protocol betreffende de positie Denemarken 355

    49.

    Verklaring inzake Italië 355

    50.

    Verklaring ad artikel 10 van het Protocol betreffende de overgangsbepalingen 356

    C.

    VERKLARINGEN VAN LIDSTATEN 357

    51.

    Verklaring van het Koninkrijk België inzake de nationale parlementen 357

    52.

    Verklaring van het Koninkrijk België, de Republiek Bulgarije, de Bondsrepubliek Duitsland, de Helleense Republiek, het Koninkrijk Spanje, de Italiaanse Republiek, de Republiek Cyprus, de Republiek Litouwen, het Groothertogdom Luxemburg, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Oostenrijk, Roemenië, de Portugese Republiek, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek betreffende de symbolen van de Europese Unie 357

    53.

    Verklaring van de Tsjechische Republiek over het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 357

    54.

    Verklaring van de Bondsrepubliek Duitsland, Ierland, de Republiek Hongarije, de Republiek Oostenrijk en het Koninkrijk Zweden 358

    55.

    Verklaring van het Koninkrijk Spanje en van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland 358

    56.

    Verklaring van Ierland ad artikel 3 van het Protocol betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht 358

    57.

    Verklaring van de Italiaanse Republiek over de samenstelling van het Europees Parlement 359

    58.

    Verklaring van de Republiek Letland, de Republiek Hongarije en de Republiek Malta over de spelling van de naam van de enige munteenheid in de Verdragen 359

    59.

    Verklaring van het Koninkrijk der Nederlanden ad artikel 312 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 359

    60.

    Verklaring van het Koninkrijk der Nederlanden ad artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 360

    61.

    Verklaring van de Republiek Polen betreffende het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie 360

    62.

    Verklaring van de Republiek Polen over het Protocol inzake de toepassing van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie op Polen en het Verenigd Koninkrijk 360

    63.

    Verklaring van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende de definitie van de term „onderdanen” 360

    64.

    Verklaring van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende het kiesrecht bij verkiezingen voor het Europees Parlement 360

    65.

    Verklaring van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland ad artikel 75 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 361
    Concordantietabellen 363
    Verdrag betreffende de Europese Unie 363
    Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 368

    Top