Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12012E263

    Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
    ZESDE DEEL - INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
    TITEL I - BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN
    Hoofdstuk 1 - De instellingen
    Vierde afdeling - Het Hof van Justitie van de Europese Unie
    Artikel 263
    (oud artikel 230 VEG)

    PB C 326 van 26.10.2012, p. 162–163 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tfeu_2012/art_263/oj

    26.10.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 326/1


    VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE (GECONSOLIDEERDE VERSIE)

    ZESDE DEEL

    INSTITUTIONELE EN FINANCIËLE BEPALINGEN

    TITEL I

    BEPALINGEN INZAKE DE INSTELLINGEN

    HOOFDSTUK 1

    DE INSTELLINGEN

    VIJFDE AFDELING

    HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

    Artikel 263

    (oud artikel 230 VEG)

    Het Hof van Justitie van de Europese Unie gaat de wettigheid na van de wetgevingshandelingen, van de handelingen van de Raad, van de Commissie en van de Europese Centrale Bank, voor zover het geen aanbevelingen of adviezen betreft, en van de handelingen van het Europees Parlement en de Europese Raad die beogen rechtsgevolgen ten aanzien van derden te hebben. Het gaat ook de wettigheid na van de handelingen van de organen of instanties van de Unie waarmee rechtsgevolgen ten aanzien van derden worden beoogd.

    Te dien einde is het Hof bevoegd uitspraak te doen inzake elk door een lidstaat, het Europees Parlement, de Raad of de Commissie ingesteld beroep wegens onbevoegdheid, schending van wezenlijke vormvoorschriften, schending van de Verdragen of van enige uitvoeringsregeling daarvan, dan wel wegens misbruik van bevoegdheid.

    Het Hof is onder dezelfde voorwaarden bevoegd uitspraak te doen inzake elk door de Rekenkamer, de Europese Centrale Bank of het Comité van de Regio's ingesteld beroep dat op vrijwaring van hun prerogatieven is gericht.

    Iedere natuurlijke of rechtspersoon kan onder de in de eerste en tweede alinea vastgestelde voorwaarden beroep instellen tegen handelingen die tot hem gericht zijn of die hem rechtstreeks en individueel raken, alsmede tegen regelgevingshandelingen die hem rechtstreeks raken en die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengen.

    De handelingen tot oprichting van organen en instanties van de Unie kunnen voorzien in bijzondere voorwaarden en bepalingen inzake de beroepen welke door natuurlijke of rechtspersonen worden ingesteld tegen handelingen van deze organen of instanties waarmee rechtsgevolgen ten aanzien van hen worden beoogd.

    Het in dit artikel bedoelde beroep moet worden ingesteld binnen twee maanden te rekenen, al naar gelang van het geval, vanaf de dag van bekendmaking van de handeling, vanaf de dag van kennisgeving aan de verzoeker of, bij gebreke daarvan, vanaf de dag waarop de verzoeker van de handeling kennis heeft gekregen.


    Top