Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 12002E047

    Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)
    Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap
    Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal
    Hoofdstuk 2: Het recht van vestiging
    Artikel 47
    Artikel 57 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)
    Artikel 57 - Verdrag EEG

    PB C 325 van 24.12.2002, p. 54–54 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/treaty/tec_2002/art_47/oj

    12002E047

    Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice) - Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap - Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal - Hoofdstuk 2: Het recht van vestiging - Artikel 47 - Artikel 57 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht) - Artikel 57 - Verdrag EEG -

    Publicatieblad Nr. C 325 van 24/12/2002 blz. 0054 - 0054
    Publicatieblad Nr. C 340 van 10/11/1997 blz. 0196 - Geconsolideerde versie
    Publicatieblad Nr. C 224 van 31/08/1992 blz. 0023 - Geconsolideerde versie
    (EEG Verdrag - geen officiële publicatie beschikbaar)


    Verdrag tot oprichting van de Europeese Gemeenschap (Geconsolideerde Versie Nice)

    Derde deel: Het beleid van de Gemeenschap

    Titel III: Het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal

    Hoofdstuk 2: Het recht van vestiging

    Artikel 47

    Artikel 57 - Verdrag EG (Geconsolideerde Versie Maastricht)

    Artikel 57 - Verdrag EEG

    Artikel 47

    1. Teneinde de toegang tot werkzaamheden, anders dan in loondienst, en de uitoefening daarvan te vergemakkelijken, stelt de Raad volgens de procedure van artikel 251 richtlijnen vast inzake de onderlinge erkenning van diploma's, certificaten en andere titels.

    2. Met hetzelfde doel stelt de Raad volgens de procedure van artikel 251 richtlijnen vast inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten betreffende de toegang tot werkzaamheden, anders dan in loondienst, en de uitoefening daarvan. De Raad besluit tijdens de gehele procedure van artikel 251 met eenparigheid van stemmen, over richtlijnen waarvan de uitvoering in ten minste een der lidstaten een wijziging van de in de wetgeving neergelegde beginselen betreffende de regeling van beroepen met zich meebrengt voor wat betreft opleiding en voorwaarden voor toegang van natuurlijke personen. In alle overige gevallen besluit de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

    3. Wat de geneeskundige, paramedische en farmaceutische beroepen betreft, is de geleidelijke opheffing van de beperkingen afhankelijk van de coördinatie van de voorwaarden waaronder zij in de verschillende lidstaten worden uitgeoefend.

    Top