Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02011R0359-20200408

    Consolidated text: Verordening (EU) nr. 359/2011 van de Raad van 12 april 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2011/359/2020-04-08

    02011R0359 — NL — 08.04.2020 — 013.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    VERORDENING (EU) Nr. 359/2011 VAN DE RAAD

    van 12 april 2011

    betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran

    (PB L 100 van 14.4.2011, blz. 1)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

     M1

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 1002/2011 VAN DE RAAD van 10 oktober 2011

      L 267

    1

    12.10.2011

    ►M2

    VERORDENING (EU) Nr. 264/2012 VAN DE RAAD van 23 maart 2012

      L 87

    26

    24.3.2012

    ►M3

    VERORDENING (EU) Nr. 1245/2012 VAN DE RAAD van 20 december 2012

      L 352

    15

    21.12.2012

    ►M4

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 206/2013 VAN DE RAAD van 11 maart 2013

      L 68

    9

    12.3.2013

     M5

    VERORDENING (EU) Nr. 517/2013 VAN DE RAAD van 13 mei 2013

      L 158

    1

    10.6.2013

     M6

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 371/2014 VAN DE RAAD van 10 april 2014

      L 109

    9

    12.4.2014

    ►M7

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/548 VAN DE RAAD van 7 april 2015

      L 92

    1

    8.4.2015

    ►M8

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/556 VAN DE RAAD van 11 april 2016

      L 96

    3

    12.4.2016

     M9

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2017/685 VAN DE RAAD van 11 april 2017

      L 99

    10

    12.4.2017

     M10

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/565 VAN DE RAAD van 12 april 2018

      L 95

    1

    13.4.2018

    ►M11

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/560 VAN DE RAAD van 8 april 2019

      L 98

    1

    9.4.2019

    ►M12

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1163 VAN DE COMMISSIE van 5 juli 2019

      L 182

    33

    8.7.2019

    ►M13

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/510 VAN DE RAAD van 7 april 2020

      L 113

    1

    8.4.2020




    ▼B

    VERORDENING (EU) Nr. 359/2011 VAN DE RAAD

    van 12 april 2011

    betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran



    Artikel 1

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    a)

    „tegoeden” :

    financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:

    i) 

    contanten, cheques, geldvorderingen, wissels, postwissels en andere betaalmiddelen;

    ii) 

    deposito’s bij financiële instellingen of andere entiteiten, saldi op rekeningen, schulden en schuldbewijzen;

    iii) 

    in het openbaar en onderhands verhandelde waardepapieren en schuldbewijzen, inclusief aandelen, certificaten van waardepapieren, obligaties, promesses, warrants, schuldbekentenissen en derivatencontracten;

    iv) 

    rente, dividend of andere inkomsten uit of waarde voortkomende uit of gegenereerd door activa;

    v) 

    krediet, recht op compensatie, garanties, uitvoeringsgaranties of andere financiële verplichtingen;

    vi) 

    kredietbrieven, cognossementen, koopbrieven;

    vii) 

    bewijsstukken van een belang in tegoeden of financiële middelen;

    b)

    „bevriezing van tegoeden” : het voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren en gebruiken van, toegang hebben tot of omgaan met tegoeden, met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken, bestemming of andere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden mogelijk zou worden gemaakt, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille;

    c)

    „economische middelen” : activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen;

    d)

    „bevriezing van economische middelen” : het voorkomen van het gebruiken van economische middelen om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet noodzakelijkerwijs beperkt tot het verkopen, verhuren of verhypothekeren ervan;

    e)

    „grondgebied van de Unie” : het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is, onder de in het Verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim.

    ▼M2

    Artikel 1 bis

    ►M3  1. ◄   Er geldt een verbod op:

    a) 

    de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar personen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran van de in bijlage III genoemde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, ongeacht of die uitrusting van oorsprong is uit de Unie;

    b) 

    het direct of indirect verstrekken van technische bijstand of tussenhandeldiensten gerelateerd aan de in bijlage III bedoelde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, aan personen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran;

    c) 

    het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de in bijlage III bedoelde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, met inbegrip van subsidies, leningen en exportkredietverzekering, voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van deze goederen, of voor de verlening van daarmee verband houdende technische bijstand, aan personen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran;

    d) 

    het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de onder a), b) en c) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

    ▼M3

    2.  In afwijking van het bepaalde in lid 1 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de in bijlage III genoemde uitrusting die voor binnenlandse repressie zou kunnen worden gebruikt, mits dergelijke uitrusting uitsluitend wordt gebruikt voor de bescherming van personeel van de Unie en haar lidstaten in Iran, of voor het verstrekken van in lid 1, onder b) en c), bedoelde technische bijstand of tussenhandeldiensten of van financiering of financiële bijstand in verband met dergelijke uitrusting.

    ▼M2

    Artikel 1 ter

    1.  Het is verboden de in bijlage IV vermelde apparatuur, technologie of programmatuur, al dan niet van oorsprong uit de Unie, direct of indirect te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar personen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran, tenzij de bevoegde autoriteit van de relevante lidstaat, als genoemd op de websites die in bijlage II worden vermeld, daartoe vooraf toestemming heeft gegeven.

    2.  De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als genoemd op de websites die in bijlage II worden vermeld, verlenen geen toestemming als bedoeld in lid 1, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de bedoelde apparatuur, technologie of programmatuur door de regering van Iran, door overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, of door personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen, zou kunnen worden gebruikt voor toezicht op of interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken in Iran.

    3.  Bijlage IV omvat apparatuur, technologie of programmatuur die kan worden gebruikt voor toezicht op of interceptie van internetcommunicatie of telefoongesprekken.

    4.  De betrokken lidstaat zal de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen van elke op grond van dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na het verlenen van de toestemming.

    Artikel 1 quater

    1.  Er geldt een verbod op:

    a) 

    het direct of indirect verlenen van technische bijstand of tussenhandeldiensten in verband met de apparatuur, technologie en programmatuur genoemd in bijlage IV, of in verband met het leveren, vervaardigen, onderhouden en gebruiken van de apparatuur en technologie genoemd in bijlage IV, of in verband met het leveren, installeren, in werking stellen of actualiseren van programmatuur genoemd in bijlage IV, aan personen, entiteiten of lichamen in Iran of voor gebruik in Iran;

    b) 

    het direct of indirect verlenen van financiering of financiële bijstand in verband met de uitrusting, technologie en programmatuur genoemd in bijlage IV, aan personen, entiteiten of lichamen in Iran of bestemd voor gebruik in Iran;

    c) 

    het verlenen van diensten van enige aard voor toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet aan, of direct of indirect ten behoeve van de regering van Iran, overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen of personen of entiteiten die namens deze of op hun aanwijzing handelen; en

    d) 

    het bewust en opzettelijk deelnemen aan activiteiten die ertoe strekken of die tot gevolg hebben dat de onder a), b) of c) bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild;

    tenzij de bevoegde autoriteit van de relevante lidstaat, als genoemd op de websites die in bijlage II worden vermeld, daartoe vooraf toestemming heeft gegeven, op basis van artikel 1 ter, lid 2.

    2.  Voor de toepassing van lid 1, onder c), worden onder "diensten voor toezicht of interceptie van telecommunicatie of internet" diensten verstaan die, in het bijzonder met gebruikmaking van apparatuur, technologie of programmatuur vermeld in bijlage IV, toegang verschaffen tot en voorzien in de verstrekking van de inkomende en uitgaande telecommunicatie en de oproepgegevens van een persoon met als doel deze te extraheren, te decoderen, te registreren, te verwerken, te analyseren en op te slaan of andere daarmee samenhangende handelingen te verrichten.

    ▼B

    Artikel 2

    1.  Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan, eigendom zijn van, in het bezit zijn van of onder zeggenschap staan van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen, worden bevroren.

    2.  Aan of ten behoeve van de in bijlage I vermelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen mogen geen tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking worden gesteld.

    3.  Het is verboden bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die tot doel of tot gevolg hebben dat de in de leden 1 en 2 bedoelde maatregelen direct of indirect worden omzeild.

    Artikel 3

    1.  Bijlage I omvat een lijst van personen die overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Besluit 2011/235/GBVB van de Raad door de Raad zijn geïdentificeerd als zijnde verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen in Iran, en met hen geassocieerde personen, entiteiten of lichamen.

    2.  In bijlage I worden de gronden voor de opneming van personen, entiteiten en lichamen in de lijst vermeld.

    3.  Bijlage I bevat tevens, indien beschikbaar, de informatie die nodig is om de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten.

    Artikel 4

    1.  In afwijking van het bepaalde in artikel 2 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden en economische middelen of de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:

    a) 

    nodig zijn voor uitgaven in verband met basisbehoeften van de in bijlage I genoemde personen en de familieleden die van hen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies of nutsvoorzieningen;

    b) 

    uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria en vergoeding van gemaakte kosten in verband met de verlening van juridische diensten;

    c) 

    uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor alleen het aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; of

    d) 

    noodzakelijk zijn voor buitengewone uitgaven, mits de betrokken lidstaat aan alle andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voordat de toelating wordt verleend, de redenen heeft meegedeeld waarom de toelating moet worden verleend.

    2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

    Artikel 5

    1.  In afwijking van artikel 2 kunnen de in bijlage II genoemde bevoegde autoriteiten van de lidstaten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan volgende voorwaarden is voldaan:

    a) 

    de betrokken tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een justitieel, administratief of arbitrair retentierecht dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde persoon, entiteit of lichaam in bijlage I is opgenomen, of van een justitieel, administratief of arbitrair vonnis dat van vóór die datum dateert;

    b) 

    de betrokken tegoeden of economische middelen worden uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk retentierecht zijn gedekt of door een dergelijk vonnis geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn van dergelijke vorderingen;

    c) 

    het retentierecht of het gerechtelijke vonnis is niet ten behoeve van een persoon, entiteit of lichaam van bijlage I; en

    d) 

    de erkenning van het onderpand of van de uitspraak is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat.

    2.  De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming.

    Artikel 6

    1.  Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op de bijboeking op bevroren rekeningen van:

    a) 

    rente of andere inkomsten op die rekeningen; of

    b) 

    betalingen op grond van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen zijn opgenomen in bijlage I,

    mits deze rente, andere inkomsten en betalingen overeenkomstig artikel 2, lid 1, worden bevroren.

    2.  Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen in de Unie die tegoeden ontvangen die naar de rekening van een op de lijst voorkomende natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam zijn overgemaakt, op voorwaarde dat de bijgeboekte bedragen eveneens worden bevroren. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.

    Artikel 7

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2 en mits een betaling verschuldigd is door personen, entiteiten of lichamen in bijlage I op grond van een contract of overeenkomst die door hen is gesloten of een verplichting die voor hen is ontstaan vóór de datum waarop zij zijn aangewezen, kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, zoals genoemd op de in bijlage II vermelde websites, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    a) 

    de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:

    i) 

    de tegoeden of economische middelen gebruikt zullen worden voor een betaling door een persoon, entiteit of lichaam van bijlage I, en

    ii) 

    de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2; en

    b) 

    de betrokken lidstaat heeft de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken voordat de toestemming wordt verleend, in kennis gesteld van deze vaststelling door de bevoegde autoriteit en van het voornemen toestemming te verlenen.

    Artikel 8

    1.  De bevriezing van tegoeden of economische middelen of de weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, die plaatsvindt in het vertrouwen dat die maatregel in overeenstemming met deze verordening is, levert geen aansprakelijkheid op van de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van directeuren of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen als gevolg van nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.

    2.  De verbodsbepaling van artikel 2, lid 2, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen die financiering of financiële bijstand verstrekten, indien deze niet wisten en geen gegronde reden hadden om te vermoeden dat hun acties een inbreuk zouden zijn op de bedoelde verbodsbepalingen.

    Artikel 9

    1.  Onverminderd de geldende regels inzake rapportage, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen verplicht:

    a) 

    alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over rekeningen en bedragen die overeenkomstig artikel 2 zijn bevroren, onverwijld te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten waar zij hun woonplaats hebben of gevestigd zijn, zoals genoemd op de lijst in bijlage II, vermelde websites en deze informatie, direct of via de lidstaten, aan de Commissie doen toekomen; en

    b) 

    samen te werken met deze bevoegde autoriteit bij de verificatie van deze informatie.

    2.  Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.

    Artikel 10

    De lidstaten en de Commissie stellen elkaar onverwijld in kennis van de krachtens deze verordening getroffen maatregelen en wisselen onderling alle andere voor deze verordening relevante informatie waarover zij beschikken uit, met name betreffende inbreuken, handhavingsproblemen en uitspraken van nationale rechters.

    Artikel 11

    De Commissie wordt gemachtigd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.

    Artikel 12

    1.  Wanneer de Raad besluit een natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2, lid 1, bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.

    2.  De Raad stelt de natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen in kennis van zijn besluit, met inbegrip van de redenen voor de plaatsing op de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door een kennisgeving te publiceren, zodat de betrokken natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten en lichamen daarover opmerkingen kunnen indienen.

    3.  Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad zijn besluit en brengt hij de natuurlijke persoon, de rechtspersoon, de entiteit of het lichaam in kwestie daarvan op de hoogte.

    4.  De lijst in bijlage I wordt met regelmatige tussenpozen en ten minste om de twaalf maanden opnieuw bezien.

    Artikel 13

    1.  De lidstaten stellen de voorschriften vast betreffende de sancties op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels ten uitvoer worden gelegd. De aldus vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

    2.  De lidstaten delen de voorschriften na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede aan de Commissie en melden alle latere wijzigingen ervan.

    Artikel 14

    Waar er in deze verordening sprake is van een meldingsplicht, of anderzijds van de verplichting de Commissie te informeren of met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.

    Artikel 15

    Deze verordening is van toepassing:

    a) 

    op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim;

    b) 

    aan boord van vliegtuigen of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen;

    c) 

    op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn;

    d) 

    op alle volgens het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten of lichamen;

    e) 

    op alle rechtspersonen, entiteiten of lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties.

    Artikel 16

    Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE I

    Lijst van natuurlijke en rechtspersonen, entiteiten en lichamen, bedoeld in artikel 2, lid 1



    Personen

     

    Naam

    Informatie ter identificatie

    Motivering

    Datum van plaatsing op lijst

    ▼M13

    1.

    AHMADI- MOQADDAM Esmail

    Geboorteplaats: Teheran (Iran)

    Geboortedatum: 1961

    Geslacht: man

    Voormalige hoge adviseur voor veiligheidsaangelegenheden bij het hoofd van de generale staf van de strijdkrachten. Hoofd van de Nationale Politie van Iran van 2005 tot begin 2015. Ook hoofd van de Iraanse cyberpolitie (op de lijst geplaatst) van januari 2011 tot begin 2015. Troepen onder zijn commando hebben brute aanvallen uitgevoerd op vreedzame protesten en een gewelddadige aanval op de slaapzalen van de Universiteit van Teheran op 15 juni 2009. Momenteel hoofd van het hoofdkwartier van Iran ter ondersteuning van het volk van Jemen.

    12.4.2011

    2.

    ALLAHKARAM Hossein

    Geboorteplaats: Najafabad (Iran)

    Geboortedatum: 1945

    Geslacht: man

    Hoofd van Ansar‐e Hezbollah Coordination Council en voormalig generaal in de IRG. Medeoprichter van Ansar‐e Hezbollah. Deze paramilitaire troepenmacht was verantwoordelijk voor extreem geweld tijdens het optreden tegen studenten en universiteiten in 1999, 2002 en 2009.

    Hij heeft nog altijd zijn hooggeplaatste functie in een organisatie die bereid is om schendingen van de mensenrechten te plegen tegen de bevolking, waaronder het bevorderen van agressie tegen vrouwen wegens hun kledingkeuze.

    12.4.2011

    3.

    ARAGHI (ERAGHI) Abdollah

    Geslacht: man

    Titel: brigadegeneraal.

    Brigadegeneraal in de IRG. Hoofd departement veiligheid van de generale staf van de strijdkrachten. Voormalig plaatsvervangend hoofd van de grondtroepen van de IRG. Was rechtstreeks en persoonlijk verantwoordelijk voor het neerslaan van protesten tijdens de zomer van 2009.

    12.4.2011

    4.

    FAZLI Ali

    Geslacht: man

    Titel: brigadegeneraal.

    Hoofd Imam Hossein Cadet College (sinds 2018). Voormalig plaatsvervangend bevelhebber van de Basij (2009-2018), hoofd van het Seyyed al-Shohadakorps van de IRG, Provincie Teheran (tot februari 2010). Het Seyyed al-Shohadakorps is belast met de veiligheid in de provincie Teheran en speelde een hoofdrol bij de brute repressie van demonstranten in 2009.

    12.4.2011

    ▼M8 —————

    ▼M13

    6.

    JAFARI Mohammad-Ali (alias “Aziz Jafari”)

    Geboorteplaats: Yazd (Iran)

    Geboortedatum: 1.9.1957

    Geslacht: man

    Directeur van de Hazrat-e Baqiatollah Social and Cultural Base. Voormalig bevelhebber van de IRG (september 2007-april 2019). De IRG en de Sarollah-basis onder bevel van generaal Mohammad-Ali (Aziz) Jafari hebben een hoofdrol gespeeld bij het illegaal ingrijpen in de presidentsverkiezingen van 2009, waarbij politieke activisten werden gearresteerd en vastgehouden, en aanvallen op demonstranten in de straten werden uitgevoerd.

    12.4.2011

    7.

    KHALILI Ali

    Geslacht: man

    Generaal in de IRG, bekleedt een hoge functie op de Sarollahbasis. Hij ondertekende een brief die op 26 juni 2009 werd toegezonden aan het Ministerie van Gezondheid en waarin een verbod op het indienen van documenten of medische gegevens werd opgelegd aan iedereen die bij gebeurtenissen in de nasleep van de verkiezingen gewond raakte of gehospitaliseerd werd.

    12.4.2011

    8.

    MOTLAGH Bahram Hosseini

    Geslacht: man

    Voormalig hoofd van de militaire academie (“Army Command and General Staff College” — DAFOOS). Voormalig hoofd van het Seyyed al-Shohadakorps van de IRG, provincie Teheran. Het Seyyed al-Shohadakorps speelde een hoofdrol in het organiseren van de repressie van de protesten in 2009.

    12.4.2011

    9.

    NAQDI Mohammad-Reza

    Geboorteplaats: Najaf (Irak)

    Geboortedatum: Rond 1952

    Geslacht: man

    Titel: brigadegeneraal.

    Plaatsvervangend coördinator van de Islamitische Revolutionaire Garde (IRG). Voormalig hoofd van de IRG voor culturele en sociale zaken. Voormalig bevelhebber van de Basij (2009-2016). Als bevelhebber van de Basij-militie van de IRG was Naqdi verantwoordelijk voor of medeplichtig aan de misbruiken door de Basij eind 2009, waaronder de gewelddadige respons op de protesten op Asjoera in december 2009, die heeft geleid tot maar liefst 15 dodelijke slachtoffers en tot de aanhouding van honderden demonstranten. Vóór zijn benoeming tot bevelhebber van de Basij in oktober 2009 was Naqdi hoofd van de inlichtingeneenheid van de Basij en als zodanig belast met het verhoren van de personen die tijdens de repressie na de verkiezingen werden aangehouden.

    12.4.2011

    10.

    RADAN Ahmad-Reza

    Geboorteplaats: Isfahan (Iran)

    Geboortedatum: 1963

    Geslacht: man

    Hoofd van het Centrum voor strategische studies van de Iraanse rechtshandhavingsmacht, een aan de Nationale Politie verbonden orgaan. Plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie van Iran (tot juni 2014). Als plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie sinds 2008 was Radan verantwoordelijk voor mishandeling, moord en willekeurige aanhoudingen en detenties van demonstranten door de politie. Momenteel IRG-commandant belast met de opleiding van Iraakse “antiterreur”-eenheden.

    12.4.2011

    11.

    RAJABZADEH Azizollah

    Geslacht: man

    Adviseur van de burgemeester van Teheran. Voormalig hoofd van de Organisatie voor rampenmitigatie van Teheran (Tehran Disaster Mitigation Organisation) (2010-2013). Als hoofd van de politie van Teheran tot 2010 was hij verantwoordelijk voor gewelddadige aanvallen van de politie op demonstranten en studenten. Als bevelhebber van de rechtshandhavingsinstanties in het district Teheran was Azizollah Rajabzadeh de hoogstgeplaatste beschuldigde voor de misbruiken in het detentiecentrum van Kahrizak in december 2009.

    12.4.2011

    12.

    SAJEDI-NIA Hossein

    Geslacht: man

    Plaatsvervangend hoofd van politieoperaties. Voormalig hoofd van de politie van Teheran, voormalig plaatsvervangend hoofd van de Nationale Politie van Iran verantwoordelijk voor politieoperaties. Belast met het coördineren, voor het Ministerie van Binnenlandse Zaken, van de repressieoperaties in de Iraanse hoofdstad.

    12.4.2011

    13.

    TAEB Hossein

    Geboorteplaats: Teheran (Iran)

    Geboortedatum: 1963

    Geslacht: man

    Hoofd van de inlichtingendienst van de IRG sinds oktober 2009. Hij kreeg in mei 2019 meer verantwoordelijkheden na de samenvoeging van het Office of the Deputy of Strategic Intelligence van de IRG en haar inlichtingendienst. Bevelhebber van de Basij tot oktober 2009. Troepen onder zijn bevel namen deel aan afranselingen, moorden, detenties en folteringen op grote schaal van vreedzame demonstranten.

    12.4.2011

    14.

    SHARIATI Seyeed Hassan

    Geslacht: man

    Adviseur en lid van de 28e afdeling van het Hooggerechtshof. Hoofd van de justitiële autoriteiten van Mashhad tot september 2014. Processen onder zijn supervisie werden summier en achter gesloten deuren gevoerd, zonder eerbiediging van de grondrechten van de beklaagden, en op grond van bekentenissen die onder druk en door folteringen verkregen waren. Er is massaal tot executies bevolen, waardoor doodvonnissen zijn uitgesproken zonder inachtneming van de procedures voor eerlijk verhoor.

    12.4.2011

    15.

    DORRI- NADJAFABADI Ghorban-Ali

    Geboorteplaats: Najafabad (Iran)

    Geboortedatum: 1945

    Geslacht: man

    Lid van de Vergadering van Deskundigen en vertegenwoordiger van de hoogste leider in de (“centrale”) provincie Markazi en hoofd van het Administratief Hooggerechtshof. Procureur-generaal van Iran tot september 2009 en voormalig minister van Inlichtingen tijdens het presidentschap van Khatami. Als procureur-generaal van Iran gelastte en superviseerde hij de schijnprocessen naar aanleiding van de eerste protesten na de verkiezingen, waarbij de beklaagden hun rechten werden ontzegd, en zij geen advocaat kregen.

    12.4.2011

    16.

    HADDAD Hassan (alias Hassan ZAREH DEHNAVI)

    Geslacht: man

    Voormalig plaatsvervangend veiligheidsofficier van de revolutionaire rechtbank van Teheran. Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 26. Was belast met zaken van gedetineerden na de crises die volgden op de verkiezingen en bedreigde geregeld gezinnen van gedetineerden om hun het zwijgen op te leggen. Hielp bij het uitvaardigen van arrestatiebevelen voor het detentiecentrum van Kahrizak in 2009. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten.

    12.4.2011

    17.

    SOLTANI Hodjatoleslam Seyed Mohammad

    Geslacht: man

    Hoofd van de Organisatie voor islamitische propaganda in de provincie Khorasan-Razavi. Rechter bij de revolutionaire rechtbank van Mashhad tot 2013. Zijn processen waren summier en vonden achter gesloten deuren plaats, zonder eerbiediging van de grondrechten van de beklaagden. Er is massaal tot executies bevolen, waardoor doodvonnissen zijn uitgesproken zonder inachtneming van de procedures voor eerlijk verhoor.

    12.4.2011

    18.

    HEYDARIFAR Ali-Akbar

    Geslacht: man

    Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran. Nam deel aan de berechting van demonstranten. Door de justitiële autoriteiten ondervraagd over misbruiken in Kahrizak. Heeft meegewerkt aan het uitvaardigen van bevelen om gedetineerden op te sluiten in het detentiecentrum van Kahrizak in 2009. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten.

    12.4.2011

    19.

    JAFARI- DOLA-TABADI Abbas

    Geboorteplaats: Yazd (Iran)

    Geboortedatum: 1953

    Geslacht: man

    Voormalig procureur-generaal van Teheran (augustus 2009-april 2019). Zijn bureau heeft veel demonstranten aangeklaagd, onder wie deelnemers aan de protesten op Ashura-dag in december 2009. Beval de sluiting van Karroubi’s bureau in september 2009 en de aanhouding van verscheidene hervormingsgezinde politici en verbood twee hervormingsgezinde politieke partijen in juni 2010. Zijn bureau klaagde demonstranten aan voor vijandigheid jegens God (Muharebeh), waarop de doodstraf staat, en weigerde degenen die de doodstraf konden krijgen een behoorlijke rechtsgang. Heeft hervormingsgezinden, mensenrechtenactivisten en leden van de media vervolgd en gearresteerd, in het kader van een brede onderdrukking van de politieke oppositie.

    Kondigde in oktober 2018 in de media aan dat vier gedetineerde Iraanse milieuactivisten zouden worden aangeklaagd voor het “verspreiden van corruptie op aarde”, een aanklacht waarvoor de doodstraf geldt.

    12.4.2011

    20.

    MOGHISSEH Mohammad (alias NASSERIAN)

    Geslacht: man

    Rechter, hoofd van de revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 28. Hij wordt ook verantwoordelijk geacht voor veroordelingen van leden van de Baha'i-gemeenschap. Was belast met rechtszaken in verband met de verkiezingen. Heeft lange gevangenisstraffen uitgesproken tijdens oneerlijke processen voor maatschappelijke en politieke activisten en journalisten en verscheidene doodvonnissen tegen demonstranten en maatschappelijke en politieke activisten.

    12.4.2011

    21.

    MOHSENI-EJEI Gholam-Hossein

    Geboorteplaats: Ejiyeh

    Geboortedatum: rond 1956

    Geslacht: man

    Lid van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council). Sedert september 2009 procureur-generaal van Iran en plaatsvervangend hoofd en woordvoerder van de justitiële autoriteiten. Voormalig minister van Inlichtingen tijdens de verkiezingen in 2009. Inlichtingenagenten die tijdens die verkiezingen onder zijn bevel stonden waren verantwoordelijk voor detentie, foltering en het afdwingen van valse bekentenissen van honderden activisten, journalisten, dissidenten en hervormingsgezinde politici. Politici werden bovendien gedwongen tot valse bekentenissen tijdens ondraaglijke verhoren, met foltering, molestatie, chantage en bedreiging van gezinsleden.

    12.4.2011

    22.

    MORTAZAVI Said

    Geboorteplaats: Meybod, Yazd (Iran)

    Geboortedatum: 1967

    Geslacht: man

    Hoofdaanklager van Teheran tot augustus 2009. Als hoofdaanklager van Teheran vaardigde hij een algemeen bevel uit voor de detentie van honderden activisten, journalisten en studenten. In januari 2010 werd hij bij een parlementair onderzoek rechtstreeks verantwoordelijk gehouden voor de detentie van drie gevangenen die in gevangenschap zijn overleden. Geschorst in augustus 2010 na onderzoek door de Iraanse justitiële autoriteiten naar zijn betrokkenheid bij de dood van drie mannen die na de verkiezingen op zijn bevel zijn gedetineerd. In november 2014 is zijn betrokkenheid bij de dood van gedetineerden officieel erkend door de Iraanse autoriteiten. Op 19 augustus 2015 is hij door een Iraanse rechtbank vrijgesproken voor aanklachten met betrekking tot de foltering en het overlijden van drie jonge mannen in het detentiecentrum van Kahrizak in 2009.

    12.4.2011

    23.

    PIR-ABASSI Abbas

    Geslacht: man

    Magistraat van een strafkamer. Voormalig rechter, revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 26. Was belast met zaken van na de verkiezingen, sprak langdurige gevangenisstraffen uit tijdens oneerlijke processen tegen mensenrechtenactivisten en verschillende doodstraffen tegen manifestanten.

    12.4.2011

    24.

    MORTAZAVI Amir

    Geslacht: man

    Plaatsvervangend hoofd van de eenheid sociale zaken en criminaliteitspreventie bij de justitiële autoriteiten in de provincie Khorasan-Razavi. Plaatsvervangend aanklager van Mashhad tot ten minste 2015. Zijn processen waren summier en vonden plaats achter gesloten deuren, zonder eerbiediging van de grondrechten van de beklaagden. Er is massaal tot executies bevolen, waardoor doodvonnissen zijn uitgesproken zonder inachtneming van de procedures voor eerlijk verhoor.

    12.4.2011

    25.

    SALAVATI Abdolghassem

    Geslacht: man

    Rechter, hoofd van de revolutionaire rechtbank van Teheran, afdeling 15. Rechter in de rechtbank van Teheran. Was belast met de zaken in verband met de verkiezingen en zat als rechter de “schijnprocessen” voor in de zomer van 2009, waarbij hij twee monarchisten ter dood veroordeelde. Hij heeft meer dan honderd politieke gevangenen, mensenrechtenactivisten en demonstranten veroordeeld tot lange gevangenisstraffen.

    In 2018 bleek uit verslagen dat hij is doorgegaan met het uitvaardigen van soortgelijke vonnissen zonder de procedures voor eerlijk verhoor in acht te nemen.

    12.4.2011

    26.

    SHARIFI Malek Adjar (alias: SHARIFI Malek Ajdar)

    Geslacht: man

    Rechter bij het Hooggerechtshof, hoofd van de 43e afdeling. Voormalig hoofd van de justitiële autoriteiten van Oost-Azerbeidzjan. Was verantwoordelijk voor het proces van Sakineh Mohammadi-Ashtiani.

    12.4.2011

    27.

    ZARGAR Ahmad

    Geslacht: man

    Rechter van de 2e afdeling van de Speciale Rechtbank voor Economisch Corruptie. Hoofd van de “Organisatie ter bescherming van de openbare zeden” (Organization for the Preservation of Morality). Voormalig rechter, hof van beroep van Teheran, afdeling 36.

    Bevestigde langdurige gevangenisstraffen en doodstraffen tegen manifestanten.

    12.4.2011

    28.

    YASAGHI Ali-Akbar

    Geslacht: man

    Rechter bij het Hooggerechtshof, hoofd van de 44e afdeling. Plaatsvervangend uitvoerend directeur van de Stichting Setad‐e Dieh. Opperrechter bij de revolutionaire rechtbank van Mashhad (2001-2011). Zijn processen waren summier en vonden achter gesloten deuren plaats, zonder eerbiediging van de grondrechten van de beklaagden. Er is massaal tot executies bevolen (tot 550 tussen zomer 2009 en zomer 2011), waardoor doodvonnissen zijn uitgesproken zonder inachtneming van de procedures voor eerlijk verhoor.

    12.4.2011

    29.

    BOZORGNIA Mostafa

    Geslacht: man

    Hoofd afdeling 350 van de gevangenis van Evin. Heeft bij diverse gelegenheden buitensporig geweld gebruikt tegen gevangenen.

    12.4.2011

    30.

    ESMAILI Gholam-Hossein

    Geslacht: man

    Woordvoerder van justitie sinds april 2019. Voormalig hoofd van de justitiële autoriteiten te Teheran. Voormalig hoofd van het Iraanse gevangeniswezen. In die hoedanigheid was hij medeplichtig aan de massale detentie van politieke demonstranten en aan het toedekken van misbruiken in het gevangenissysteem.

    12.4.2011

    31.

    SEDAQAT (alias Sedaghat) Farajollah

    Geslacht: man

    Assistent-secretaris van het algemene gevangenisbestuur van Teheran. Tot oktober 2010 hoofd van de gevangenis in Evin (Teheran), waar onder zijn bewind folteringen plaatsvonden. Als gevangenisdirecteur maakte hij zich vaak schuldig aan het bedreigen en onder druk zetten van gevangenen.

    12.4.2011

    32.

    ZANJIREI Mohammad-Ali

    Geslacht: man

    Als hoofdadviseur van het hoofd en plaatsvervangend hoofd van het Iraanse gevangeniswezen was hij verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten van gevangenen. Bestuurde een systeem waarin gevangenen mishandeld en gefolterd werden, een onmenselijke/vernederende behandeling ondergingen en in armzalige omstandigheden ondergebracht werden.

    12.4.2011

    33.

    ABBASZADEH- MESHKINI, Mahmoud

    Geslacht: man

    Adviseur van de Iraanse Hoge Raad voor de Mensenrechten. Voormalig secretaris van de Hoge Raad voor de Mensenrechten. Voormalig gouverneur van de provincie Ilam. Voormalig politiek directeur van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Als hoofd van het Comité van artikel 10 van de wet betreffende de activiteiten van politieke partijen en groeperingen was hij belast met het toestaan van betogingen en andere openbare evenementen, en met de registratie van politieke partijen.

    In 2010 schorste hij de activiteiten van twee hervormingsgezinde politieke partijen die banden hebben met Moussavi, het Islamic Iran Participation Front en de Islamic Revolution Mujahedeen Organisation. Vanaf 2009 heeft hij stelselmatig en continu alle niet-gouvernementele bijeenkomsten verboden, wat neerkomt op het ontzeggen van het grondwettelijk recht op betogen, en wat heeft geleid tot talrijke aanhoudingen van vreedzame demonstranten, in strijd met het recht op vrijheid van vergadering.

    Hij heeft in 2009 tevens de oppositie de toestemming geweigerd voor het houden van een rouwplechtigheid voor de mensen die werden gedood tijdens de protesten naar aanleiding van de presidentsverkiezingen.

    10.10.2011

    34.

    AKBARSHAHI Ali-Reza

    Geslacht: man

    Voormalige directeur-generaal van het hoofdkwartier voor drugscontrole van Iran (alias hoofdkwartier voor drugsbestrijding). Voormalige politiecommandant van Teheran. Onder zijn leiding was de politie verantwoordelijk voor het gebruik van buitengerechtelijk geweld tegen verdachten bij hun aanhouding en tijdens hun voorlopige hechtenis. De politie van Teheran was tevens betrokken bij de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran in juni 2009, waarbij volgens een commissie van de Majlis van Iran meer dan 100 studenten werden verwond door de politie en leden van de Basij. Momenteel hoofd van de spoorwegpolitie.

    10.10.2011

    35.

    AKHARIAN Hassan

    Geslacht: man

    Directeur van blok 1 van de Rajai Shahrgevangenis in Karaj tot juli 2010. Verscheidene voormalige gedetineerden hebben hem beschuldigd van foltering, en aangeklaagd dat hij heeft bevolen om gevangenen medische bijstand te weigeren. Uit het opgetekende relaas van een gedetineerde van de Rajai Shahrgevangenis blijkt dat hij zwaar werd geslagen door alle bewakers, met volledig medeweten van Akharian. Er is ook ten minste één geval van mishandeling en overlijden van een gedetineerde gerapporteerd, Mohsen Beikvand, tijdens het directeurschap van Akharian. Beikvand stierf in september 2010. Andere gevangenen beweren op geloofwaardige wijze dat hij in opdracht van Hassan Akharian is omgebracht.

    10.10.2011

    36.

    AVAEE Seyyed Ali-Reza (alias: AVAEE Seyyed Alireza)

    Geslacht: man

    Minister van Justitie. Voormalig directeur van het bureau voor speciale onderzoeken. Tot juli 2016 viceminister van Binnenlandse Zaken en hoofd van het openbaar register. Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2014. Voormalig hoofd van de justitiële autoriteiten te Teheran. Als hoofd van de justitiële autoriteiten te Teheran was hij verantwoordelijk voor schendingen van de mensenrechten, willekeurige aanhoudingen, het ontzeggen van rechten aan gevangenen en een hoog aantal executies.

    10.10.2011

    37.

    BANESHI Jaber

    Geslacht: man

    Hoofd van afdeling 22 van het hof van beroep van Shiraz sinds november 2011. Aanklager van Shiraz tot en met oktober 2011. Openbaar aanklager tijdens de rechtszaak in verband met de bomaanslag in Shiraz in 2008, die door het regime werd aangegrepen om andere niet-betrokkenen ter dood te veroordelen. Hij heeft de doodstraf en andere zware straffen gevorderd tegen minderheden, hetgeen onder meer neerkomt op een schending van hun mensenrechten op een eerlijk proces en bescherming tegen willekeurige detentie.

    10.10.2011

    38.

    FIRUZABADI generaal-majoor dr. Seyyed Hasan (Alias: FIRUZABADI generaal-majoor dr. Seyed Hassan; FIROUZABADI generaal-majoor dr. Seyyed Hasan; FIROUZABADI generaal-majoor dr. Seyed Hassan)

    Geboorteplaats: Mashhad.

    Geboortedatum: 3.2.1951

    Geslacht: man

    Als chef-staf van de Iraanse strijdkrachten (1989 tot en met 2016) was hij de hoogste militaire bevelhebber verantwoordelijk voor de leiding van alle militaire afdelingen en strategieën, onder andere de Islamitische Revolutionaire Garde (IRG) en de politiediensten. Strijdkrachten onder zijn formeel gezag zijn in 2009 bruut opgetreden tegen vreedzame demonstranten en hebben massale detenties verricht.

    Momenteel militair adviseur van de Opperste Leider en lid van de Hoge Nationale Veiligheidsraad (Supreme National Security Council — SNSC) en de Raad van geschiktheid en oordeel.

    10.10.2011

    39.

    GANJI Mostafa Barzegar

    Geslacht: man

    Hoofdaanklager van Qom (2008-2017), thans hoofd van het directoraat-generaal Gevangenissen. Hij was verantwoordelijk voor de willekeurige detentie en mishandeling van tientallen wetsovertreders in Qom. Hij was medeplichtig aan een ernstige schending van het recht op een behoorlijke rechtsgang, waardoor hij bijdroeg aan een buitensporig en toenemend gebruik van de doodstraf en een sterke stijging van het aantal executies in 2009/2010.

    10.10.2011

    40.

    HABIBI Mohammad Reza

    Geslacht: man

    Procureur-generaal van Isfahan. Voormalig hoofd van het bureau van het Ministerie van Justitie in Yazd. Voormalig plaatsvervangend aanklager van Isfahan. Medeplichtig aan het voeren van processen waarbij de beklaagden geen eerlijk proces kregen — een voorbeeld hiervan is de zaak van Abdollah Fathi, die in mei 2011 werd geëxecuteerd nadat Habibi tijdens het proces in maart 2010 Fathi’s recht om te worden gehoord en zijn geestelijke gezondheidsproblemen had genegeerd. Hij was bijgevolg medeplichtig aan een ernstige schending van het recht op een behoorlijke rechtsgang, waardoor hij bijdroeg aan een sterke stijging van het aantal executies in 2011.

    10.10.2011

    41.

    HEJAZI Mohammad

    Geboorteplaats: Ispahan

    Geboortedatum: 1956

    Geslacht: man

    Als generaal bij de IRG speelde hij een belangrijke rol bij het intimideren en bedreigen van Irans “vijanden”. Als voormalig leider van het Sarollahkorps van de IRG van Teheran en voormalig leider van de Basij-militie heeft hij in 2009 een centrale rol gespeeld bij de repressie van betogers na de verkiezingen.

    10.10.2011

    ▼M7 —————

    ▼M13

    43.

    JAVANI Yadollah

    Geslacht: man

    Vicecommandant van de IRG voor politieke aangelegenheden. Deed talrijke pogingen om de vrije meningsuiting en dialoog te onderdrukken via zijn openbare verklaringen waarin hij zijn steun uitsprak voor de arrestatie en bestraffing van demonstranten en dissidenten. Een van de eerste hoge ambtenaren die in 2009 om de aanhouding van Moussavi, Karroubi en Khatami verzochten. Hij steunde het gebruik van technieken die indruisen tegen het recht op een eerlijk proces, waaronder openbare schuldbekentenissen en hij gaf de inhoud van ondervragingen vrij voordat het proces plaatsvond. Ook zijn er aanwijzingen dat hij het gebruik van geweld tegen demonstranten goedkeurde, en als integraal lid van de IRG was hij naar alle waarschijnlijkheid op de hoogte van het gebruik van harde ondervragingstechnieken om bekentenissen af te dwingen.

    10.10.2011

    44.

    JAZAYERI Massoud

    Geslacht: man

    Titel: brigadegeneraal.

    Bij de gezamenlijke militaire staf van de Iraanse strijdkrachten was brigadegeneraal Massoud Jazayeri vice-chef-staf voor culturele en media-aangelegenheden (ook bekend als “State Defence Publicity Publication HQ”). Als vice-chef-staf werkte hij actief mee aan de repressie van de betogingen in 2009. In een interview in de krant Kayhan waarschuwde hij dat tal van demonstranten binnen en buiten Iran waren geïdentificeerd en te gepasten tijde zouden worden aangepakt.

    Hij heeft openlijk opgeroepen tot een verbod op buitenlandse massamedia en de Iraanse oppositie. In 2010 vroeg hij de regering strengere wetten uit te vaardigen tegen Iraniërs die samenwerken met buitenlandse media.

    10.10.2011

    45.

    JOKAR Mohammad Saleh

    Geslacht: man

    Afgevaardigde voor parlementaire aangelegenheden van de Revolutionaire Garde. Van 2011 tot 2016 parlementslid voor de provincie Yazd en lid van het parlementair comité voor nationaal veiligheids- en buitenlandbeleid. Voormalig commandant van de Basij-studentenmilitie.

    In deze functie was hij actief betrokken bij het onderdrukken van betogingen en de indoctrinatie van kinderen en jongeren teneinde de onderdrukking van vrije meningsuiting en dissidentie voort te zetten. Als lid van het parlementair comité voor Nationaal Veiligheids- en Buitenlandbeleid steunde hij openlijk de onderdrukking van het verzet tegen de regering.

    10.10.2011

    46.

    KAMALIAN Behrouz

    (alias Hackers Brain, Behrooz_Ice)

    Geboorteplaats: Teheran (Iran)

    Geboortedatum: 1983

    Geslacht: man

    Hoofd van de “Ashiyaneh” cyber group, die gelieerd is aan het Iraanse regime. “Ashiyaneh Digital Security”, opgericht door Behrouz Kamalian, is verantwoordelijk voor intensieve cyberaanvallen tegen zowel binnenlandse tegenstanders en hervormers als buitenlandse instellingen. Via haar activiteiten heeft Kamalians organisatie Ashiyaneh het regime bijgestaan bij de repressie van de oppositie, waarbij talrijke mensenrechtenschendingen zijn begaan.

    10.10.2011

    47.

    KHALILOLLAHI Moussa (alias: KHALILOLLAHI Mousa, ELAHI Mousa Khalil)

    Geslacht: man

    Aanklager van Tabriz. Hij was betrokken bij de zaak van Sakineh Mohammadi-Ashtiani en is medeplichtig aan ernstige schendingen van het recht op een behoorlijke rechtsgang.

    10.10.2011

    48.

    MAHSOULI Sadeq (alias: MAHSULI, Sadeq)

    Geboorteplaats: Oroumieh (Iran)

    Geboortedatum: 1959/1960

    Geslacht: man

    Adviseur van de voormalige president Mahmoud Ahmadinejad en thans lid van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council) en adjunct-leider van het Perseverance Front. Minister van Welzijn en Sociale Zekerheid tussen 2009 en 2011. Minister van Binnenlandse Zaken tot augustus 2009. Mahsouli had als minister van Binnenlandse Zaken gezag over alle politiediensten, veiligheidsagenten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en agenten in burger. De diensten onder zijn leiding waren verantwoordelijk voor de invallen in de slaapzalen van de universiteit van Teheran op 14 juni 2009 en voor de foltering van studenten in de kelder van het ministerie (de beruchte kelderverdieping 4). Andere manifestanten werden zwaar mishandeld in het detentiecentrum van Kahrizak, dat werd geleid door politiediensten onder het gezag van Mahsouli.

    10.10.2011

    49.

    MALEKI Mojtaba

    Geslacht: man

    Plaatsvervangend hoofd van het Ministerie van Justitie in de provincie Khorasan Razavi. Voormalig openbaar aanklager van Kermanshah. Heeft een rol gespeeld in het hoge aantal doodvonnissen in Iran, onder meer als aanklager in de zaken tegen zeven gevangenen die werden veroordeeld wegens drugshandel en op 3 januari 2010 werden opgehangen in de centrale gevangenis van Kermanshah.

    10.10.2011

    50.

    OMIDI Mehrdad (alias: Reza; OMIDI Reza)

    Geslacht: man

    Hoofd van afdeling VI van de politie, eenheid onderzoek. Voormalig hoofd van de inlichtingendiensten van de Iraanse politie. Voormalig hoofd van de eenheid computercriminaliteit van de Iraanse politie. Hij was verantwoordelijk voor duizenden onderzoeken en aanklachten tegen hervormers en politieke tegenstanders die het internet gebruiken. Hij was derhalve verantwoordelijk voor ernstige mensenrechtenschendingen bij de repressie tegen personen die opkomen voor hun legitieme rechten, waaronder het recht op vrije meningsuiting, tijdens en na de groene beweging in 2009.

    10.10.2011

    51.

    SALARKIA Mahmoud

    Geslacht: man

    Voormalig directeur van de Teheraanse voetbalclub “Persepolis”

    Voormalig hoofd van de Commissie brandstof en vervoer van de stad Teheran. Plaatsvervangend procureur-generaal van Teheran, bevoegd voor gevangeniszaken, tijdens het hardhandige politieoptreden van 2009. Als vice-procureur-generaal van Teheran, bevoegd voor gevangeniszaken, was hij rechtstreeks verantwoordelijk voor vele arrestatiebevelen tegen onschuldige, vreedzame betogers en activisten. Uit talrijke rapporten van mensenrechtenverdedigers blijkt dat nagenoeg alle mensen die werden aangehouden, op zijn bevel voor onbepaalde duur werden afgesloten van de buitenwereld, zonder contact met hun advocaat of familie, zonder aanklacht, vaak in omstandigheden die neerkomen op gedwongen verdwijning. Hun families zijn vaak niet op de hoogte gebracht van hun aanhouding. Hij werkt momenteel als advocaat.

    10.10.2011

    52.

    KHODAEI SOURI Hojatollah

    Geboorteplaats: Selseleh (Iran)

    Geboortedatum: 1964

    Geslacht: man

    Lid van de Commissie voor nationale veiligheid en buitenlands beleid. Parlementslid voor de provincie Lorestan. Lid van de Parlementaire Commissie voor buitenlands- en veiligheidsbeleid. Hoofd van de gevangenis in Evin tot en met 2012. Onder zijn leiding waren folteringen in de gevangenis van Evin een gangbare praktijk. In afdeling 209 werden vele activisten vastgehouden voor hun vreedzame oppositie tegen de zittende regering.

    10.10.2011

    53.

    TALA Hossein (alias: TALA Hosseyn)

    Geslacht: man

    Burgemeester van Eslamshahr. Voormalig Iraans parlementslid. Als voormalige gouverneur-generaal (Farmandar) van de provincie Teheran (tot september 2010) en verantwoordelijk voor het optreden van de politiediensten en derhalve voor de repressie bij betogingen. In december 2010 ontving hij een prijs voor zijn rol bij de repressie na de verkiezingen.

    10.10.2011

    54.

    TAMADDON Morteza (alias: TAMADON Morteza)

    Geboorteplaats: Shahr Kord-Isfahan

    Geboortedatum: 1959

    Geslacht: man

    Voormalig hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran. Voormalig gouverneur-generaal van de provincie Teheran voor de IRG. Als gouverneur en hoofd van de openbare veiligheidsraad van de provincie Teheran had hij de algemene verantwoordelijkheid voor alle repressieactiviteiten door de IRG in de provincie Teheran, inclusief het hardhandige optreden tegen het politieke protest sinds juni 2009. Momenteel lid van de raad van bestuur van de technologie-universiteit Khajeh Nasireddin Tusiy.

    10.10.2011

    55.

    ZEBHI Hossein

    Geslacht: man

    Eerste plaatsvervangend adviseur van de justitiële autoriteiten en rechter bij het Hooggerechtshof. Plaatsvervangend procureur-generaal van Iran (2007-2015). In die rol was hij verantwoordelijk voor rechtszaken met betrekking tot de protesten na de verkiezingen in 2009 die in strijd met de mensenrechten zijn gevoerd. In deze functie liet hij ook buitensporige bestraffing van drugsdelicten toe.

    10.10.2011

    56.

    BAHRAMI Mohammad- Kazem

    Geslacht: man

    Hoofd van de bestuursrechtbank. Hij was als hoofd van de militaire rechtbank medeplichtig aan de onderdrukking van vreedzame betogingen in 2009.

    10.10.2011

    57.

    HAJMOHAM- MADI Aziz (alias Aziz Hajmohammadi, Noorollah Azizmohammadi)

    Geboorteplaats: Teheran (Iran)

    Geboortedatum: 1948

    Geslacht: man

    Rechter bij het strafhof van de provincie Teheran. Werkt voor de justitiële autoriteiten sinds 1971, en heeft verscheidene rechtszaken tegen betogers geleid, met name die tegen Abdol-Reza Ghanbari, een leraar die in januari 2010 werd aangehouden en voor zijn politieke activiteiten ter dood werd veroordeeld.

    10.10.2011

    58.

    BAGHERI Mohammad- Bagher

    Geslacht: man

    Rechter bij het Hooggerechtshof sinds december 2015. Vicevoorzitter van de administratie van de justitiële autoriteiten van de provincie Zuid-Khorasan, belast met misdaadpreventie. Hij heeft in juni 2011 toegegeven dat er 140 terechtstellingen zijn uitgevoerd in de periode van maart 2010 tot en met maart 2011, maar tijdens diezelfde periode zouden er in de provincie Zuid-Khorasan nog een honderdtal andere executies zijn uitgevoerd, zonder dat de families of de advocaten op de hoogte werden gebracht. Hij was bijgevolg medeplichtig aan een ernstige schending van het recht op een behoorlijke rechtsgang, en droeg bij aan een groot aantal doodvonnissen.

    10.10.2011

    59.

    BAKHTIARI Seyyed Morteza

    Geboorteplaats: Mashhad (Iran)

    Geboortedatum: 1952

    Geslacht: man

    Voorzitter van de Imam Khomeini Relief Foundation (sinds juli 2019). Voormalige plaatsvervangende bewaker van de schrijn van Imam Reza. Voormalige functionaris van de Speciale Rechtbank voor geestelijken. Voormalig minister van Justitie (van 2009 tot 2013). Toen hij minister van Justitie was, kwamen de omstandigheden in de gevangenissen ver onder aanvaarde internationale normen te liggen, en werden gevangenen op ruime schaal mishandeld. Voorts speelde hij een cruciale rol bij het bedreigen en terroriseren van de Iraanse diaspora, door aan te kondigen dat een bijzondere rechtbank zou worden ingesteld speciaal voor het berechten van in het buitenland levende Iraniërs. Mede door zijn toedoen kende Iran een sterke toename van het aantal terechtstellingen, onder meer van geheime terechtstellingen die niet door de regering worden aangekondigd, en terechtstellingen voor drugsdelicten.

    10.10.2011

    60.

    HOSSEINI Dr Mohammad (alias HOSSEYNI, dr. Seyyed Mohammad; Seyed, Sayyed en Sayyid)

    Geboorteplaats: Rafsanjan, Kerman

    Geboortedatum: 1961

    Geslacht: man

    Adviseur van voormalig president Mahmoud Ahmadinejad en woordvoerder voor de harde vleugel van YEKTA. Minister van Cultuur en Islamitische Leiding (2009-2013). Als voormalig lid van de IRG was hij medeplichtig aan de repressie van journalisten.

    10.10.2011

    61.

    MOSLEHI Heydar (alias: MOSLEHI Heidar; MOSLEHI Haidar)

    Geboorteplaats: Isfahan (Iran)

    Geboortedatum: 1956

    Geslacht: man

    Vertegenwoordiger van het ideologisch-politieke bureau van de opperbevelhebber van de Iraanse strijdkrachten (sinds 2018). Voormalig adviseur voor de opperste rechtspraak bij de IRG. Hoofd van de organisatie voor publicaties over de rol van de geestelijkheid in oorlogstijd. Voormalig minister van Inlichtingen (2009-2013). Onder zijn leiding heeft het Ministerie van Inlichtingen de wijdverbreide praktijken van willekeurige detentie en vervolging van betogers en dissidenten voortgezet. Het Ministerie van Inlichtingen beheert afdeling 209 van de gevangenis van Evin, waar vele activisten worden opgesloten wegens hun vreedzame activiteiten tegen de huidige regering. Ondervragers van het Ministerie van Inlichtingen hebben gevangenen in afdeling 209 geslagen en geestelijk en seksueel misbruikt.

    10.10.2011

    62.

    ZARGHAMI Ezzatollah

    Geboorteplaats: Dezful (Iran)

    Geboortedatum: 22 juli 1959

    Geslacht: man

    Lid van de Hoge Raad voor cyberspace en de Raad van de culturele revolutie. Voormalig hoofd van de nationale omroep (Islamic Republic of Iran Broadcasting — IRIB) tot november 2014. Als hoofd van de IRIB was hij verantwoordelijk voor het volledige programmabeleid. De IRIB heeft in augustus 2009 en december 2011 een aantal gedwongen bekentenissen van gevangenen en een reeks “schijnprocessen” uitgezonden. Deze vormen een duidelijke schending van de internationale bepalingen inzake een eerlijk proces en het recht op een behoorlijke rechtsgang.

    23.3.2012

    63.

    TAGHIPOUR Reza

    Geboorteplaats: Maragheh (Iran)

    Geboortedatum: 1957

    Geslacht: man

    Lid van de Hoge Raad voor cyberspace. Lid van de Stadsraad van Teheran. Voormalig minister van Informatie en Communicatie (2009-2012).

    Als minister van Informatie behoorde hij tot de topfunctionarissen die verantwoordelijk zijn voor de censuur en de controle van het internetverkeer en diverse andere vormen van communicatie (met name mobiele telefonie). Bij verhoren van politieke gevangenen maken de ondervragers gebruik van de privégegevens, persoonlijke e‐mailberichten en communicatie van de gevangenen. Sedert de presidentsverkiezingen van 2009 is het al herhaaldelijk voorgevallen dat tijdens straatprotesten het mobieletelefoon- en sms-verkeer werd verhinderd, satelliettelevisiekanalen werden gestoord en de toegang tot het internet lokaal werd afgesloten of op zijn minst vertraagd.

    23.3.2012

    64.

    KAZEMI Toraj

    Geslacht: man

    Hoofd van de afdeling Groot-Teheran van de door de EU op de lijst geplaatste cyberpolitie. Als zodanig heeft hij een campagne aangekondigd waarbij hackers zouden worden aangeworven om in opdracht van de regering de informatie op het internet beter te controleren en “schadelijke” websites aan te vallen.

    23.3.2012

    65.

    LARIJANI Sadeq

    Geboorteplaats: Najaf (Irak)

    Geboortedatum: 1960 of augustus 1961

    Geslacht: man

    Benoemd tot Hoofd van de Raad van geschiktheid en oordeel (Expediency Council) op 29 december 2018. Hoofd van de justitiële autoriteiten vanaf 2009. Moet, als hoofd van de justitiële autoriteiten, zijn fiat geven voor en handtekening plaatsen onder elke straf in verband met qisas (schuldvergeldingsvonnissen), hodoud (misdaden tegen God) en ta'zirat (misdaden tegen de staat). Hieronder vallen de doodstraf, geselingen en amputaties. In dit verband heeft hij persoonlijk zijn handtekening geplaatst onder talrijke doodstraffen, in strijd met internationale normen, waaronder stenigingen, executies door ophanging, executies van minderjarigen, en publieke executies, bijvoorbeeld van gevangenen die voor een publiek van duizenden aan bruggen zijn opgehangen. Derhalve heeft hij bijgedragen aan een groot aantal executies. Hij heeft tevens toestemming gegeven voor lijfstraffen, zoals amputaties en de toediening van druppels zuur in de ogen van veroordeelden. Sinds Sadeq Larijani in functie is, is het aantal willekeurige aanhoudingen van politieke gevangenen, mensenrechtenverdedigers en minderheden aanzienlijk toegenomen. Sadeq Larijani draagt tevens de verantwoordelijkheid voor systemische tekortkomingen op het gebied van het recht op een eerlijk proces in het Iraanse rechtssysteem.

    23.3.2012

    66.

    MIRHEJAZI Ali

    Geslacht: man

    Een van de vertrouwelingen van de Grote Leider; is een van verantwoordelijken voor het plannen van de onderdrukking van het protest sinds 2009 en heeft banden met degenen die protest hebben onderdrukt.

    23.3.2012

    67.

    SAEEDI Ali

    Geslacht: man

    Sinds 1995 vertegenwoordiger van de Grote Leider bij de Pasdaran. Heeft carrière gemaakt in het leger, meer bepaald bij de inlichtingendiensten van de Pasdaran. Deze officiële functie maakt van hem de onmisbare schakel tussen de orders van het bureau van de Grote Leider en het repressieapparaat van de Pasdaran.

    23.3.2012

    68.

    RAMIN Mohammad-Ali

    Geboorteplaats: Dezful (Iran)

    Geboortedatum: 1954

    Geslacht: man

    Secretaris-generaal van de World Holocaust Foundation, opgericht tijdens de internationale conferentie ter herziening van de mondiale visie op de Holocaust in 2006, die Ramin namens de Iraanse regering heeft georganiseerd. Hoofdverantwoordelijke voor de persbreidel, als viceminister van Perszaken tot december 2013; rechtstreeks verantwoordelijk voor de sluiting van talrijke hervormingsgezinde kranten (Etemad, Etemad‐e Melli, Shargh enz.), de sluiting van de onafhankelijke persvereniging en de intimidatie of arrestatie van journalisten.

    23.3.2012

    69.

    MORTAZAVI Seyyed Solat

    Geboorteplaats: Farsan, Tchar Mahal-o-Bakhtiari (Zuid) — (Iran)

    Geboortedatum: 1967

    Geslacht: man

    Tot november 2019 directeur van de afdeling Teheran van de Stichting Astan Qods Razavi. Voormalig burgemeester van de op een na grootste stad van Iran, Mashhad, waar regelmatig openbare executies plaatsvinden. Voormalig viceminister van Binnenlandse Zaken, belast met Politieke Zaken, benoemd in 2009. Als zodanig was hij verantwoordelijk voor het organiseren van repressie tegen personen die opkwamen voor hun legitieme rechten, zoals de vrijheid van meningsuiting. Later benoemd tot hoofd van de Iraanse kiescommissie voor de parlementsverkiezingen in 2012 en de presidentsverkiezingen in 2013.

    23.3.2012

    ▼M7 —————

    ▼M8 —————

    ▼M7 —————

    ▼M13

    73.

    FAHRADI Ali

    Geslacht: man

    Plaatsvervangend hoofd van de inspectiedienst juridische zaken en openbare inspectie van het Ministerie van Justitie van Teheran. Voormalig aanklager van Karaj. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten onder meer als aanklager in processen waarin de doodstraf werd uitgesproken. Tijdens zijn termijn als aanklager vond in de regio Karaj een groot aantal executies plaats.

    23.3.2012

    74.

    REZVANMA-NESH Ali

    Geslacht: man

    Plaatsvervangend aanklager van de provincie Karaj, regio Alborz. Verantwoordelijk voor ernstige schendingen van de mensenrechten; was onder meer betrokken bij de terechtstelling van een jongere.

    23.3.2012

    75.

    RAMEZANI Gholamhossein

    Geslacht: man

    Sinds 2011 hoofd van de inlichtingendienst van het Ministerie van Defensie; van november 2009 tot maart 2011: commandant van de inlichtingendienst van de Pasdaran; van maart 2008 tot november 2009: vicecommandant van de inlichtingendienst van de Pasdaran; van april 2006 tot maart 2008: hoofd bescherming en inlichtingen van de Pasdaran. Betrokken bij het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door zijn banden met degenen die verantwoordelijk zijn voor de arrestatie van bloggers/journalisten in 2004; naar verluidt speelde hij een rol in de onderdrukking van de betogingen na de verkiezingen van 2009.

    23.3.2012

    76..

    SADEGHI Mohamed

    Geslacht: man

    Kolonel en tweede in rang bij de afdeling technische en cyberinlichtingen van de IRG en hoofd van het centrum analyse en bestrijding van georganiseerde criminaliteit in de Pasdaran. Verantwoordelijk voor de arrestatie en foltering van bloggers en journalisten.

    23.3.2012

    77.

    JAFARI Reza

    Geboortedatum: 1967

    Geslacht: man

    Adviseur bij de Tuchtraad voor rechters sinds april 2012. Lid van de “Commissie voor het bepalen van illegale webinhoud”, een orgaan dat verantwoordelijk is voor de censuur van websites en sociale media. Voormalige speciale aanklager voor cybercriminaliteit (tussen 2007 en 2012). Was verantwoordelijk voor het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting, onder meer door de arrestatie, detentie en vervolging van bloggers en journalisten. Op verdenking van cybercriminaliteit gearresteerde personen werden mishandeld en kregen geen eerlijk proces.

    23.3.2012

    78.

    RESHTE- AHMADI Bahram

    Geslacht: man

    Rechter bij een gewone rechtbank in het noorden van Teheran. Voormalig toezichthouder van het openbaar ministerie in Teheran. Adjunct-hoofd van het gevangeniswezen van de provincie Teheran. Voormalig plaatsvervangend aanklager in Teheran (tot 2013). Stond aan het hoofd van het strafvervolgingcentrum van Evin. Was verantwoordelijk voor het ontzeggen van rechten, zoals het recht op bezoek en andere rechten van gedetineerden, aan mensenrechtenverdedigers en politieke gevangenen.

    23.3.2012

    79.

    RASHIDI AGHDAM, Ali Ashraf

    Geslacht: man

    Voormalig hoofd van de gevangenis in Evin, aangesteld medio 2012. Tijdens zijn termijn gingen de omstandigheden in de gevangenis erop achteruit en werden meer mishandelingen van gevangenen gemeld. In oktober 2012 zijn negen vrouwelijke gevangenen in hongerstaking gegaan uit protest tegen de schending van hun rechten en hun gewelddadige behandeling door de gevangenisbewakers.

    12.3.2013

    80.

    KIASATI Morteza

    Geslacht: man

    Rechter bij afdeling 4 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft vier Arabische politieke gevangenen — Taha Heidarian, Abbas Heidarian, Abd al-Rahman Heidarian (drie broers) en Ali Sharifi — ter dood veroordeeld. De betrokkenen zijn gearresteerd, gemarteld en opgehangen zonder behoorlijke rechtsgang. Deze gevallen, en het ontbreken van een behoorlijke rechtsgang, staan vermeld in een verslag van de speciale VN-rapporteur voor de mensenrechten in Iran van 13 september 2012, alsmede in het verslag over Iran van de secretaris-generaal van de VN van 22 augustus 2012.

    12.3.2013

    81.

    MOUSSAVI, Seyed Mohammad Bagher

    Geslacht: man

    Rechter bij afdeling 2 van de revolutionaire rechtbank van Ahwaz; heeft vijf Ahwazi-Arabieren — Mohammad Ali Amouri, Hashem Sha'bani Amouri, Hadi Rashedi, Sayed Jaber Alboshoka en Sayed Mokhtar Alboshoka — op 17 maart 2012 ter dood veroordeeld wegens “activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid” en “vijandigheid jegens God”. De vonnissen zijn op 9 januari 2013 bekrachtigd door het Hooggerechtshof van Iran. De vijf werden meer dan een jaar in hechtenis gehouden, gemarteld en zonder behoorlijke rechtsgang veroordeeld.

    12.3.2013

    82.

    SARAFRAZ, Mohammad (Dr.) (alias: Haj-agha Sarafraz)

    Geboorteplaats: Teheran

    Geboortedatum: rond 1963

    Verblijfplaats: Teheran

    Geslacht: man

    Voormalig lid van de Hoge Raad voor cyberruimte. Voormalige voorzitter van de Islamic Republic of Iran Broadcasting (IRIB) (2014-2016). Voormalig hoofd van IRIB World Service en van Press TV, verantwoordelijk voor het volledige programmabeleid. Onderhoudt nauwe banden met de staatsveiligheid. Het is op zijn last dat Press TV, samen met IRIB, met de Iraanse veiligheidsdiensten en het OM heeft samengewerkt om gedwongen bekentenissen van gevangenen, onder meer van de Iraans-Canadese journalist en filmmaker Maziar Bahari, uit te zenden in het wekelijkse programma “Iran Today”. De onafhankelijke media-toezichthouder OFCOM heeft Press TV in het VK veroordeeld tot een geldboete van 100 000 GBP wegens het uitzenden van de bekentenis onder dwang van Bahari in 2011, die in de gevangenis is gefilmd. Sarafraz wordt derhalve in verband gebracht met schendingen van het recht op een eerlijk proces en een behoorlijke rechtsgang.

    12.3.2013

    83.

    JAFARI, Asadollah

    Geslacht: man

    Als aanklager van de provincie Mazandaran vorderde Jafari de doodstraf in door hem gevoerde rechtszaken, wat heeft geleid tot vele executies, ook in het openbaar, en in omstandigheden waar het opleggen van de doodstraf strijdig is met de internationale mensenrechten doordat zij een onevenredige en buitensporige straf vormt. Was ook verantwoordelijk voor onrechtmatige arrestaties en schendingen van de rechten van Bahá'í-gedetineerden, vanaf de arrestatie tot de eenzame opsluiting in het detentiecentrum van de inlichtingendiensten.

    12.3.2013

    84.

    EMADI, Hamid Reza (alias: Hamidreza Emadi)

    Geboorteplaats: Hamedan

    Geboortedatum: rond 1973

    Verblijfplaats: Teheran

    Werk: hoofdzetel Press TV, Teheran

    Geslacht: man

    Hoofd van de redactie van Press TV. Voormalig hoofdproducent van Press TV.

    Verantwoordelijk voor het opnemen en uitzenden van gedwongen bekentenissen van gevangenen, onder wie journalisten, politieke activisten, leden van de Koerdische en de Arabische minderheden, in strijd met het internationaal erkende recht op een eerlijk proces en een behoorlijke rechtsgang. De onafhankelijke media-toezichthouder OFCOM heeft Press TV in het VK veroordeeld tot een geldboete van 100 000 GBP wegens het uitzenden van de bekentenis onder dwang van de Iraans-Canadese journalist en filmmaker Maziar Bahari in 2011, die in de gevangenis is gefilmd. Ngo’s hebben nog andere gevallen van uitzendingen van gedwongen bekentenissen door Press TV gemeld. Emadi wordt derhalve in verband gebracht met schendingen van het recht op een eerlijk proces en een behoorlijke rechtsgang.

    12.3.2013

    85.

    HAMLBAR, Rahim

    Geslacht: man

    Rechter bij afdeling 1 van de revolutionaire rechtbank van Tabriz. Heeft zware straffen uitgesproken tegen leden van de etnische minderheid van de Azeri en activisten die opkomen voor de rechten van werknemers, die beschuldigd werden van spionage, activiteiten die indruisen tegen de nationale veiligheid, propaganda tegen het Iraanse regime en belediging van het staatshoofd. In een geruchtmakende zaak zijn 20 personen die vrijwillig aan de reddingswerken na de aardbeving in Iran van augustus 2012 hadden deelgenomen, tot gevangenisstraffen veroordeeld omdat zij getracht hadden de slachtoffers van de aardbeving bij te staan. De rechtbank heeft de reddingswerkers schuldig bevonden aan “samenzwering en samenspanning met het oogmerk misdrijven tegen de nationale veiligheid te begaan”.

    12.3.2013

    86.

    MUSAVI-TABAR, Seyyed Reza

    Geslacht: man

    Voormalig hoofd van het revolutionair OM van Shiraz. Verantwoordelijk voor illegale arrestaties en mishandeling van politieke activisten, journalisten, mensenrechtenverdedigers, Bahá'ís en gewetensgevangenen, die werden lastiggevallen, gemarteld, ondervraagd, geen toegang kregen tot een advocaat en geen behoorlijke rechtsgang kregen. Musavi-Tabar heeft rechterlijke bevelen ondertekend in het beruchte detentiecentrum nr. 100 (een gevangenis voor mannen), waaronder een bevel tot eenzame opsluiting van de vrouwelijke Bahá'í-gevangene Raha Sabet voor een duur van drie jaar.

    12.3.2013

    87.

    KHORAMABADI, Abdolsamad

    Hoofd van de “Commissie voor het bepalen van criminele inhoud”.

    Geslacht: man

    Adjunct-directeur van het gerechtelijk toezicht (sinds 13 oktober 2018). Voormalig hoofd van de “Commissie voor het bepalen van criminele inhoud”, een overheidsorganisatie die belast is met onlinecensuur en cybercriminaliteit. Op zijn aansturen heeft de commissie “cybercriminaliteit” gedefinieerd met een aantal vage categorieën op grond waarvan de creatie en de publicatie van inhoud die door het regime ongeschikt wordt geacht, strafbaar wordt gesteld. Hij is verantwoordelijk voor repressie tegen en het blokkeren van een groot aantal oppositionele websites, elektronische kranten, blogs, websites van mensenrechten-ngo’s en van Google en Gmail sinds september 2012. Zowel hij als de commissie heeft actief bijgedragen tot het overlijden in gevangenschap van de blogger Sattar Behesti in november 2012. De commissie die onder zijn leiding staat, is derhalve rechtstreeks verantwoordelijk voor systematische mensenrechtenschendingen, met name door het verbieden of het filteren van websites voor het grote publiek, en door soms alle internettoegang te blokkeren.

    12.3.2013

    ▼M4



    Entiteiten

     

    Benaming

    Informatie ter identificatie

    Motivering

    Datum van plaatsing op de lijst

    ▼M11

    1.

    Cyberpolitie

    Locatie: Teheran, Iran Website: http://www.cyberpolice.ir

    De Iraanse cyberpolitie is een eenheid van de nationale politie van Iran die vanaf haar oprichting in januari 2011 tot begin 2015 onder leiding stond van Esmail Ahmadi-Moqaddam (op de lijst geplaatst). Ahmadi-Moqaddam beklemtoonde dat de cyberpolitie de antirevolutionaire en dissidente groeperingen die in 2009 via sociale netwerken op het internet hadden opgeroepen tot protest tegen de herverkiezing van president Mahmoud Ahmadinejad, zou aanpakken. In januari 2012 heeft de cyberpolitie nieuwe instructies voor internetcafés uitgevaardigd, die inhouden dat gebruikers persoonlijke informatie moeten verstrekken die gedurende zes maanden moet worden bewaard door de café-exploitanten, samen met een overzicht van de bezochte websites. De instructies houden ook in dat café-exploitanten camerabewaking moeten installeren en de opnames gedurende zes maanden moeten bewaren. Deze nieuwe instructies houden in dat een register kan worden gecreëerd waarmee de autoriteiten activisten of iedereen die zij als een bedreiging voor de nationale veiligheid beschouwen, kunnen opsporen.

    In juni 2012 zijn in de Iraanse media berichten verschenen dat de cyberpolitie hard zou gaan optreden tegen VPN's (virtuele private netwerken). Op 30 oktober 2012 heeft de cyberpolitie de blogger Sattar Beheshti zonder arrestatiebevel gearresteerd in verband met „acties tegen de nationale veiligheid op sociale netwerken en Facebook”. Beheshti had in zijn blog kritiek geuit op de Iraanse overheid. Beheshti is op 3 november 2012 dood aangetroffen in zijn cel en is vermoedelijk doodgemarteld door leden van de cyberpolitie.

    12.3.2013

    ▼M2




    BIJLAGE II

    Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissìe

    ▼M12

    BELGIË

    https://diplomatie.belgium.be/nl/Beleid/beleidsthemas/vrede_en_veiligheid/sancties

    https://diplomatie.belgium.be/fr/politique/themes_politiques/paix_et_securite/sanctions

    https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions

    BULGARIJE

    https://www.mfa.bg/en/101

    TSJECHIË

    www.financnianalytickyurad.cz/mezinarodni-sankce.html

    DENEMARKEN

    http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/

    DUITSLAND

    http://www.bmwi.de/DE/Themen/Aussenwirtschaft/aussenwirtschaftsrecht,did=404888.html

    ESTLAND

    http://www.vm.ee/est/kat_622/

    IERLAND

    http://www.dfa.ie/home/index.aspx?id=28519

    GRIEKENLAND

    http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html

    SPANJE

    http://www.exteriores.gob.es/Portal/en/PoliticaExteriorCooperacion/GlobalizacionOportunidadesRiesgos/Paginas/SancionesInternacionales.aspx

    FRANKRIJK

    http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/

    KROATIË

    http://www.mvep.hr/sankcije

    ITALIË

    https://www.esteri.it/mae/it/politica_estera/politica_europea/misure_deroghe

    CΥΡRUS

    http://www.mfa.gov.cy/mfa/mfa2016.nsf/mfa35_en/mfa35_en?OpenDocument

    LETLAND

    http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539

    LITOUWEN

    http://www.urm.lt/sanctions

    LUXEMBURG

    https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/mesures-restrictives.html

    HONGARIJE

    http://www.kormany.hu/download/9/2a/f0000/EU%20szankci%C3%B3s%20t%C3%A1j%C3%A9koztat%C3%B3_20170214_final.pdf

    MALTA

    https://foreignaffairs.gov.mt/en/Government/SMB/Pages/Sanctions-Monitoring-Board.aspx

    NEDERLAND

    https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties

    OOSTENRIJK

    http://www.bmeia.gv.at/view.php3?f_id=12750&LNG=en&version=

    POLEN

    https://www.gov.pl/web/dyplomacja

    PORTUGAL

    http://www.portugal.gov.pt/pt/ministerios/mne/quero-saber-mais/sobre-o-ministerio/medidas-restritivas/medidas-restritivas.aspx

    ROEMENIË

    http://www.mae.ro/node/1548

    SLOVENIË

    http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi

    SLOWAKIJE

    https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu

    FINLAND

    http://formin.finland.fi/kvyhteistyo/pakotteet

    ZWEDEN

    http://www.ud.se/sanktioner

    VERENIGD KONINKRIJK

    https://www.gov.uk/sanctions-embargoes-and-restrictions

    Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:

    Europese Commissie

    Dienst Instrumenten voor het buitenlands beleid (FPI)

    EEAS 07/99

    B-1049 Brussel, België

    E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu

    ▼M2




    BIJLAGE III

    Lijst van uitrusting die voor binnenlandse repressie kan worden gebruikt, bedoeld in artikel 1 bis

    1. 

    De volgende vuurwapens, munitie en toebehoren:

    1.1 

    vuurwapens die niet vallen onder ML 1 of ML 2 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen;

    1.2 

    munitie speciaal ontworpen voor de vuurwapens die zijn vermeld in punt 1.1, en speciaal daarvoor ontworpen onderdelen;

    1.3 

    vuurwapenvizieren die niet vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

    2. 

    Bommen en granaten die niet vallen onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen.

    3. 

    De volgende voertuigen:

    3.1 

    voertuigen uitgerust met een waterkanon, die speciaal zijn ontworpen of aangepast voor oproerbeheersing;

    3.2 

    voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om door middel van stroomstoten indringers af te weren;

    3.3 

    voertuigen die speciaal zijn ontworpen of aangepast om barricades te verwijderen, met inbegrip van constructiematerieel met bescherming tegen kogels;

    3.4 

    voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor vervoer of overbrenging van gevangenen en/of gedetineerden;

    3.5 

    voertuigen die speciaal zijn ontworpen om mobiele barrières op te werpen;

    3.6 

    voor de in de punten 3.1 tot en met 3.5 vermelde voertuigen bestemde onderdelen, speciaal ontworpen voor oproerbeheersing.

    Opmerking 1:   Dit punt bestrijkt niet voertuigen die speciaal zijn ontworpen voor brandbestrijding.

    Opmerking 2:   Voor de toepassing van punt 3.5 omvat de term "voertuigen" ook opleggers en aanhangwagens.

    4. 

    De volgende explosieven en aanverwante uitrusting:

    4.1 

    uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor het al dan niet elektronisch inleiden van explosies, met inbegrip van ontstekingstoestellen, detonators, ontstekers, boosters en slagkoord, alsmede speciaal daarvoor ontworpen onderdelen, met uitzondering van: met uitzondering van: uitrusting en toestellen die speciaal ontworpen zijn voor een specifiek commercieel gebruik, zijnde het door detonatie in werking stellen of doen functioneren van andere uitrusting of toestellen die niet het veroorzaken van explosies tot functie hebben (bijvoorbeeld toestellen voor het opblazen van airbags, piekstroombegrenzers of toestellen voor het in werking stellen van sprinklerinstallaties);

    4.2 

    ladingen voor directionele explosies die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen;

    4.3 

    de volgende andere explosieven die niet onder de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen vallen, en aanverwante stoffen:

    a. 

    amatol;

    b. 

    nitrocellulose (met een stikstofgehalte van meer dan 12,5%);

    c. 

    nitroglycol;

    d. 

    penta-erythritoltetranitraat (PETN);

    e. 

    picrylchloride;

    f. 

    2,4,6-trinitrotolueen (TNT).

    5. 

    De volgende beschermende apparatuur die niet valt onder ML 13 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen:

    5.1 

    lichaamspantsering met bescherming tegen kogels en/of messteken;

    5.2 

    kogel- en/of fragmentatiebestendige helmen, helmen voor oproerbeheersing, schilden voor oproerbeheersing en kogelbestendige schilden.

    Aantekening: Dit punt heeft geen betrekking op:

    — 
    apparatuur speciaal ontworpen voor sportieve activiteiten;
    — 
    apparatuur speciaal ontworpen voor de veiligheid op het werk.
    6. 

    Simulatieapparatuur die niet onder ML 14 van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen valt, voor opleiding in het gebruik van vuurwapens en speciaal daarvoor ontworpen programmatuur.

    7. 

    Niet door de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen bestreken nachtzicht- en thermischebeeldvormingsapparatuur en beeldversterkerbuizen.

    8. 

    Scheermesprikkeldraad.

    9. 

    Militaire messen, gevechtsmessen en bajonetten met een bladlengte van meer dan 10 cm.

    10. 

    Productieapparatuur die speciaal is ontworpen voor de in deze lijst vermelde goederen.

    11. 

    Specifieke technologie voor de ontwikkeling, de vervaardiging of het gebruik van de in deze lijst vermelde goederen.




    BIJLAGE IV

    Apparatuur, technologie en programmatuur als bedoeld in de artikelen 1 ter en 1 quater

    Algemeen

    Niettegenstaande de inhoud van deze bijlage is zij niet van toepassing op:

    a) 

    apparatuur, technologie of programmatuur die is vermeld in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad ( 1 ) of in de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen; of

    b) 

    programmatuur die is ontworpen voor installatie door de gebruiker zonder wezenlijke ondersteuning van de leverancier en die algemeen voor het publiek verkrijgbaar is doordat zij via de detailhandel zonder beperkingen uit voorraad wordt verkocht via

    i) 

    winkelverkoop,

    ii) 

    postorderverkoop,

    iii) 

    elektronische transacties, of

    iv) 

    telefonische verkoop, of

    c) 

    programmatuur die tot het publieke domein behoort.

    De categorieen A, B, C, D en E verwijzen naar de categorieen in Verordening (EG) nr. 428/2009.

    De "apparatuur, technologie en programmatuur" als bedoeld in artikel 1 ter bestaat uit:

    A. 

    Lijst van apparatuur

    — 
    Systemen voor deep packet inspection
    — 
    Systemen voor interceptie op netwerken, waaronder systemen voor interceptiebeheer (IMS) en systemen voor informatie over bewaring van gegevens
    — 
    Monitoringsystemen voor radiofrequenties
    — 
    Stoorsystemen voor netwerken en satellietverbindingen
    — 
    Systemen voor infectie op afstand
    — 
    Spraakherkennings en -verwerkingssystemen
    — 
    Systemen voor interceptie en monitoring van IMSI ( 2 ), MSISDN ( 3 ), IMEI ( 4 ), TMSI ( 5 )
    — 
    Systemen voor tactische interceptie en monitoring van SMS ( 6 ), GSM ( 7 ), GPS ( 8 ), GPRS ( 9 ), UMTS ( 10 ), CDMA ( 11 ), PSTN ( 12 )
    — 
    Systemen voor interceptie van informatie en monitoring van DHCP ( 13 ), SMTP ( 14 ), GTP ( 15 )
    — 
    Systemen voor patroonherkenning en -profilering
    — 
    Op afstand werkende forensische systemen
    — 
    Systemen voor semantische verwerking
    — 
    Systemen voor het breken van de codes van WEP- en WPA-verbindingen
    — 
    Interceptiesystemen voor merkgebonden en standaard VoIP-protocollen
    B. 

    Niet gebruikt

    C. 

    Niet gebruikt

    D. 

    "Programmatuur" voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van de onder A bedoelde apparatuur.

    E. 

    "Technologie" voor de "ontwikkeling", de "productie" of het "gebruik" van de onder A bedoelde apparatuur.

    Apparatuur, technologie of programmatuur die binnen deze categorieën valt, wordt uitsluitend door deze bijlage bestreken voor zover zij past binnen de algemene beschrijving "systemen voor interceptie en monitoring van internet-, telefoon- en satellietcommunicatie".

    In deze bijlage wordt onder monitoring verstaan het vastleggen, extraheren, decoderen, opslaan, verwerken, analyseren en archiveren van de inhoud van gesprekken en van netwerkdata.



    ( 1 ) Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1).

    ( 2 ) IMSI: International Mobile Subscriber Identity. Dit is een unieke identificatiecode voor elk mobiel telefoontoestel, die op de SIM-kaart staat en aan de hand waarvan deze SIM via GSM en UMTS-netwerken kan worden opgespoord.

    ( 3 ) MSISDN: Mobile Subscriber Integrated Services Digital Network Number. Dit is het unieke nummer dat aan elk abonnement op een GSM- of UMTS-netwerk wordt toegekend. Eenvoudig gesteld is het het telefoonnummer van de SIM-kaart in een mobiele telefoon en daarom wordt hierdoor de mobiele abonnee net zo goed geïdentificeerd als door het IMSI-nummer, zulks echter in verband met het doorzenden van gesprekken.

    ( 4 ) IMEI: International Mobile Equipment Identity. Het is een, gewoonlijk uniek, nummer voor het identificeren van mobiele telefoons van de types GSM, WCDMA en IDEN, alsook van sommige satelliettelefoons. Meestal is het afgedrukt in het batterijvak van de telefoon. Onderschepping (aftappen) kan gericht plaatsvinden via het IMEI-, IMSI- of MSISDN-nummer.

    ( 5 ) TMSI: Temporary Mobile Subscriber Identity. Dit nummer is het meest gebruikelijk voor de communicatie tussen de telefoon en het netwerk.

    ( 6 ) SMS: Short Message System.

    ( 7 ) GSM: Global System for Mobile Communications.

    ( 8 ) GPS: Global Positioning System.

    ( 9 ) GPRS: General Package Radio Service.

    ( 10 ) UMTS: Universal Mobile Telecommunication System.

    ( 11 ) CDMA: Code Division Multiple Access.

    ( 12 ) PSTN: Public Switch Telephone Networks.

    ( 13 ) DHCP: Dynamic Host Configuration Protocol.

    ( 14 ) SMTP: Simple Mail Transfer Protocol.

    ( 15 ) GTP: GPRS Tunneling Protocol.

    Top