This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02011R0305-20210716
Regulation (EU) No 305/2011 of the European Parliament and of the Council of 9 March 2011 laying down harmonised conditions for the marketing of construction products and repealing Council Directive 89/106/EEC (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 305/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
02011R0305 — NL — 16.07.2021 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) Nr. 305/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 9 maart 2011 tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad (PB L 088 van 4.4.2011, blz. 5) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 568/2014 VAN DE COMMISSIE van 18 februari 2014 |
L 157 |
76 |
27.5.2014 |
|
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 574/2014 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2014 |
L 159 |
41 |
28.5.2014 |
|
VERORDENING (EU) 2019/1020 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 |
L 169 |
1 |
25.6.2019 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) Nr. 305/2011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 9 maart 2011
tot vaststelling van geharmoniseerde voorwaarden voor het verhandelen van bouwproducten en tot intrekking van Richtlijn 89/106/EEG van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
Deze verordening bepaalt de voorwaarden voor het in de handel brengen of aanbieden van bouwproducten door geharmoniseerde voorschriften vast te stellen voor de wijze waarop de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken worden uitgedrukt, en voor het gebruik van de CE-markering op die producten.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
„bouwproduct” : elk product of kit dat wordt vervaardigd en in de handel wordt gebracht om blijvend te worden verwerkt in bouwwerken of delen ervan, en waarvan de prestaties gevolgen hebben voor de prestaties van het bouwwerk met betrekking tot de fundamentele eisen voor bouwwerken; |
2. |
„kit” : een bouwproduct dat door één fabrikant in de handel wordt gebracht met ten minste twee afzonderlijke componenten die gecombineerd moeten worden om in het bouwwerk te worden verwerkt; |
3. |
„bouwwerken” : bouwkundige en civieltechnische werken; |
4. |
„essentiële kenmerken” : kenmerken van het bouwproduct die verband houden met de fundamentele eisen voor bouwwerken; |
5. |
„prestaties van een bouwproduct” : de prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken, uitgedrukt in niveau of klasse of op beschrijvende wijze; |
6. |
„niveau” : het resultaat van de prestatiebeoordeling van een bouwproduct, met betrekking tot de essentiële kenmerken daarvan, uitgedrukt in een numerieke waarde; |
7. |
„klasse” : een reeks niveaus voor de prestaties van een bouwproduct, die wordt begrensd door een minimum- en een maximumprestatiewaarde; |
8. |
„drempelniveau” : een minimum- of maximumprestatieniveau van een essentieel kenmerk van een bouwproduct; |
9. |
„producttype” : de reeks representatieve klassen of niveaus van de prestaties van een bouwproduct met betrekking tot de essentiële kenmerken ervan, dat is vervaardigd met een bepaalde combinatie van grondstoffen of andere elementen in een specifiek productieproces; |
10. |
„geharmoniseerde technische specificaties” : geharmoniseerde normen en Europese beoordelingsdocumenten; |
11. |
„geharmoniseerde norm” : een norm die door een van de in bijlage I bij Richtlijn 98/34/EG genoemde Europese normalisatie-instellingen is vastgesteld op grond van een verzoek dat door de Commissie overeenkomstig artikel 6 van die richtlijn is ingediend; |
12. |
„Europees beoordelingsdocument” : een document dat door de organisatie van TBI’s is vastgesteld met het oog op afgifte van Europese technische beoordelingen; |
13. |
„Europese technische beoordeling” : de gedocumenteerde beoordeling van de prestaties van een bouwproduct, met betrekking tot de essentiële kenmerken daarvan, overeenkomstig het desbetreffende Europese beoordelingsdocument; |
14. |
„beoogd gebruik” : het beoogde gebruik van het bouwproduct dat is omschreven in de toepasselijke geharmoniseerde technische specificatie; |
15. |
„specifieke technische documentatie” : documentatie die aantoont dat methoden in het toepasselijke systeem voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid vervangen zijn door andere methoden, op voorwaarde dat de resultaten van die andere methoden gelijkwaardig zijn met die van de testmethoden van de betrokken geharmoniseerde norm; |
16. |
„het op de markt aanbieden” : het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken van een bouwproduct met het oog op distributie of gebruik op de uniale markt; |
17. |
„in de handel brengen” : het voor het eerst op de uniale markt aanbieden van een bouwproduct; |
18. |
„marktdeelnemer” : de fabrikant, de importeur, de distributeur of de gemachtigde; |
19. |
„fabrikant” : een natuurlijke of rechtspersoon die een bouwproduct vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en dat product onder zijn naam of merknaam verhandelt; |
20. |
„distributeur” : een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, anders dan de fabrikant of de importeur, die een bouwproduct op de markt aanbiedt; |
21. |
„importeur” : een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een bouwproduct uit een derde land op de uniale markt in de handel brengt; |
22. |
„gemachtigde” : een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem op te treden met betrekking tot bepaalde taken; |
23. |
„uit de handel nemen” : maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een bouwproduct dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden; |
24. |
„terugroepen” : maatregel waarmee wordt beoogd een bouwproduct dat al aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld, te doen terugkeren; |
25. |
„accreditatie” : heeft de betekenis als in Verordening (EG) nr. 765/2008; |
26. |
„productiecontrole in de fabriek” : de gedocumenteerde permanente interne productiecontrole in een fabriek, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde technische specificaties; |
27. |
„micro-onderneming” : een micro-onderneming zoals gedefinieerd in de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen ( 1 ); |
28. |
„levenscyclus” : de opeenvolgende en onderling gerelateerde fasen van de levensduur van een bouwproduct, vanaf de aanschaf van de grondstof of de winning uit natuurlijke hulpbronnen tot de definitieve verwijdering. |
Artikel 3
Fundamentele eisen voor bouwwerken en essentiële kenmerken van bouwproducten
Waar passend, stelt de Commissie bij gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 60 ook de drempelniveaus vast van de prestaties met betrekking tot de aan te geven essentiële kenmerken.
HOOFDSTUK II
PRESTATIEVERKLARING EN CE-MARKERING
Artikel 4
Prestatieverklaring
Artikel 5
Afwijkingen van het opstellen van een prestatieverklaring
Indien uniale of nationale bepalingen er niet toe verplichten de essentiële kenmerken aan te geven waar de bouwproducten zullen worden gebruikt, kan een fabrikant in afwijking van artikel 4, lid 1, bij het in de handel brengen van een onder een geharmoniseerde norm vallend bouwproduct afzien van de opstelling van een prestatieverklaring wanneer:
het bouwproduct afzonderlijk of als maatwerk is vervaardigd in een niet-seriematig productieproces in antwoord op een specifieke bestelling en in één enkel geïdentificeerd bouwwerk is geïnstalleerd door een fabrikant die verantwoordelijk is voor de veilige verwerking van het product in de bouwwerken, overeenkomstig de toepasselijke nationale regels en onder de verantwoordelijkheid van diegenen die conform die regels als verantwoordelijken voor de veilige uitvoering van de werken zijn aangewezen;
het bouwproduct op de bouwplaats is vervaardigd om in de betrokken bouwwerken te worden verwerkt, overeenkomstig de toepasselijke nationale regels en onder de verantwoordelijkheid van diegenen die conform die regels als verantwoordelijken voor de veilige uitvoering van de werken zijn aangewezen; of
het bouwproduct op een traditionele manier of met het oog op monumentenzorg in een niet-industrieel proces is vervaardigd voor de deugdelijke renovatie van bouwwerken die, overeenkomstig de toepasselijke nationale regels, als onderdeel van een geklasseerd gebied of vanwege hun bijzondere architecturale of historische waarde, officieel beschermd zijn.
Artikel 6
Inhoud van de prestatieverklaring
De prestatieverklaring bevat in het bijzonder de volgende gegevens:
de referentie van het producttype waarvoor de prestatieverklaring is opgesteld;
het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van het bouwproduct, vermeld in bijlage V;
het referentienummer en de datum van afgifte van de geharmoniseerde norm of het Europees beoordelingsdocument waarvan gebruik is gemaakt voor de beoordeling van elk essentieel kenmerk;
in voorkomend geval, het referentienummer van de specifieke technische documentatie die is gebruikt en de vereisten waaraan het product volgens de fabrikant voldoet.
Voorts bevat de prestatieverklaring de volgende gegevens:
het beoogde gebruik van het bouwproduct overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde technische specificatie;
de lijst van essentiële kenmerken die voor het aangegeven beoogde gebruik in de geharmoniseerde technische specificatie zijn bepaald;
de prestaties van minstens één essentieel kenmerk van het bouwproduct dat relevant is voor het(de) aangegeven beoogde gebruik(en);
in voorkomend geval, de prestaties van het bouwproduct in niveaus of klassen of in een beschrijving, indien nodig op grond van een berekening met betrekking tot de essentiële kenmerken, die overeenkomstig artikel 3, lid 3, zijn bepaald;
de prestaties van die essentiële kenmerken van het bouwproduct die verband houden met het beoogde gebruik of de beoogde gebruiksvormen, met inoverwegingneming van de bepalingen met betrekking tot het beoogde gebruik of de beoogde gebruiksvormen waar de fabrikant voornemens is het product op de markt aan te bieden;
de in de lijst vermelde essentiële kenmerken waarvoor geen prestaties zijn aangegeven, de letters „NPD” (No Performance Determined — geen prestatie bepaald);
indien voor dat product een Europese technische beoordeling is verstrekt, de prestaties van het bouwproduct in niveaus of klassen, of in een beschrijving, met betrekking tot alle essentiële kenmerken die in de betrokken Europese technische beoordeling zijn aangegeven.
Artikel 7
Verstrekking van de prestatieverklaring
Indien echter een partij van hetzelfde product aan een enkele gebruiker wordt geleverd, mag deze vergezeld gaan van één enkel exemplaar van de prestatieverklaring op papier of in elektronische vorm.
Artikel 8
Algemene beginselen en gebruik van de CE-markering
Als een prestatieverklaring door de fabrikant niet overeenkomstig de artikelen 4 en 6 is opgesteld, mag de CE-markering niet worden aangebracht.
Door de CE-markering aan te brengen of te laten aanbrengen, geven de fabrikanten te kennen dat zij de verantwoordelijkheid op zich nemen voor de conformiteit van het product met de aangegeven prestaties en de naleving van alle eisen die zijn vastgelegd in deze verordening en in andere relevante uniale harmonisatiewetgeving waarin het aanbrengen van een markering wordt voorgeschreven.
Dit lid laat de voorschriften inzake het aanbrengen van de CE-markering waarin andere relevante uniale harmonisatiewetgeving voorziet, onverlet.
De lidstaten verwijzen in dat verband in hun nationale maatregelen alleen naar de CE-markering en schrappen verwijzingen naar andere merktekens die de conformiteit attesteren van de aangegeven prestaties met betrekking tot de essentiële kenmerken die onder een geharmoniseerde norm vallen.
Artikel 9
Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de CE-markering
Artikel 10
Productcontactpunten voor de bouw
HOOFDSTUK III
VERPLICHTINGEN VAN MARKTDEELNEMERS
Artikel 11
Verplichtingen van fabrikanten
Fabrikanten stellen, als basis voor de prestatieverklaring, technische documentatie op waarin alle toepasselijke elementen met betrekking tot het vereiste beoordelingssysteem en verificatie van de prestatiebestendigheid worden omschreven.
De Commissie kan bij gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 60, waar passend, voor elke familie van bouwproducten deze periode wijzigen op grond van de verwachte levensduur of het aandeel van het bouwproduct in de bouwwerken.
Indien dit voor de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en bestendigheid van de aangegeven prestaties van een bouwproduct passend wordt geacht, voeren fabrikanten steekproeven uit op in de handel gebrachte of op de markt aangeboden bouwproducten, onderzoeken zij klachten, non-conforme producten en teruggeroepen producten en houden daarvan zo nodig een register bij, en houden zij de distributeurs op de hoogte van dat toezicht.
Artikel 12
Gemachtigden
De opstelling van technische documentatie maakt geen deel uit van het mandaat van de gemachtigde.
Een gemachtigde voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de volgende taken te verrichten:
hij houdt de prestatieverklaring en de technische documentatie gedurende de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijn ter beschikking van de nationale toezichtautoriteiten;
hij verstrekt op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om aan te tonen dat het bouwproduct conform de prestatieverklaring is en aan andere toepasselijke voorschriften van deze verordening voldoet;
hij verleent op verzoek van de bevoegde nationale instanties medewerking aan eventueel genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van bouwproducten die onder het mandaat van de gemachtigde vallen.
Artikel 13
Verplichtingen van importeurs
Indien een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat het bouwproduct niet conform de prestatieverklaring is of aan andere toepasselijke voorschriften van deze verordening niet voldoet, brengt de importeur het bouwproduct niet in de handel zolang het niet in overeenstemming is met de bijgevoegde prestatieverklaring of aan andere toepasselijke voorschriften van deze verordening voldoet, of zolang de prestatieverklaring niet is gecorrigeerd. Indien het product een risico vertoont, brengt de importeur de fabrikant en de markttoezichtautoriteiten hiervan op de hoogte.
Artikel 14
Verplichtingen van distributeurs
Indien een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een bouwproduct niet in overeenstemming is met de prestatieverklaring of niet aan andere toepasselijke voorschriften van deze verordening voldoet, biedt de distributeur het product niet op de markt aan zolang het niet conform de bijgevoegde prestatieverklaring is en aan de andere toepasselijke voorschriften van deze verordening voldoet of zolang de prestatieverklaring niet is gecorrigeerd. ►C2 Bovendien, brengt de distributeur, indien het product een risico vertoont, de fabrikant of de importeur, en de markttoezichtautoriteiten hiervan op de hoogte. ◄
Artikel 15
Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en distributeurs
Een importeur of distributeur wordt beschouwd als fabrikant voor de toepassing van deze verordening en is onderworpen aan de verplichtingen van de fabrikant overeenkomstig artikel 11, wanneer hij een product onder zijn naam of merknaam in de handel brengt of een al in de handel gebracht bouwproduct zodanig wijzigt dat de conformiteit met de prestatieverklaring in het gedrang kan komen.
Artikel 16
Identificatie van marktdeelnemers
Gedurende de in artikel 11, lid 2, bedoelde termijn delen marktdeelnemers markttoezichtautoriteiten op verzoek het volgende mee:
welke marktdeelnemer hun een product heeft verstrekt;
aan welke marktdeelnemer zij een product hebben verstrekt.
HOOFDSTUK IV
GEHARMONISEERDE TECHNISCHE SPECIFICATIES
Artikel 17
Geharmoniseerde normen
Indien zulks in het desbetreffende mandaat is bepaald, wordt in een geharmoniseerde norm het beoogd gebruik vermeld van de producten die eronder vallen.
Geharmoniseerde normen voorzien in voorkomend geval in minder belastende methoden dan de tests om de prestaties van bouwproducten met betrekking tot hun essentiële kenmerken te beoordelen, zonder dat daarbij de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en bestendigheid van de testresultaten in het gedrang komen.
De geharmoniseerde norm omvat de technische details die nodig zijn voor de toepassing van het systeem voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid.
De Commissie maakt in het Publicatieblad van de Europese Unie de lijst bekend met de referentienummers van de geharmoniseerde normen die conform de betrokken mandaten zijn.
Voor elke geharmoniseerde norm in de lijst wordt het volgende vermeld:
in voorkomend geval, referentienummers van achterhaalde geharmoniseerde technische specificaties;
begindatum van de co-existentieperiode;
einddatum van de co-existentieperiode.
De Commissie maakt alle bijwerkingen van die lijst bekend.
Vanaf de begindatum van de co-existentieperiode kan een geharmoniseerde norm worden gebruikt voor het opstellen van een prestatieverklaring voor een bouwproduct dat onder deze norm valt. Nationale normalisatie-instellingen zijn verplicht de geharmoniseerde normen om te zetten overeenkomstig Richtlijn 98/34/EG.
Onverminderd de artikelen 36 tot en met 38, is vanaf de einddatum van de co-existentieperiode de geharmoniseerde norm de enige wijze voor het opstellen van een prestatieverklaring voor een bouwproduct dat onder deze norm valt.
Na afloop van de co-existentieperiode worden met elkaar strijdige nationale normen ingetrokken en beëindigen de lidstaten de geldigheid van alle met elkaar strijdige nationale bepalingen.
Artikel 18
Formeel bezwaar tegen geharmoniseerde normen
Artikel 19
Europees beoordelingsdocument
Indien een fabrikant om een Europese technische beoordeling verzoekt, maakt de organisatie van TBI’s een Europees beoordelingsdocument op en stelt dit vast, voor niet of niet volledig onder een geharmoniseerde norm vallende bouwproducten waarvan de prestaties met betrekking tot hun essentiële kenmerken niet volledig volgens een bestaande geharmoniseerde norm kunnen worden beoordeeld, onder meer omdat:
het product niet onder de werkingssfeer van een bestaande geharmoniseerde norm valt;
de beoordelingsmethode voorzien in de geharmoniseerde norm voor een of meer essentiële kenmerken van het product niet geschikt is; of
de geharmoniseerde norm niet in een beoordelingsmethode voorziet voor een of meer essentiële kenmerken van het product.
Artikel 20
Beginselen voor de ontwikkeling en vaststelling van Europese beoordelingsdocumenten
De procedure voor de ontwikkeling en vaststelling van Europese beoordelingsdocumenten moet:
voor de betrokken fabrikant transparant zijn;
passende verplichte termijnen bevatten teneinde onnodige vertragingen te voorkomen;
op passende wijze rekening houden met de bescherming van het beroepsgeheim en met de vertrouwelijkheid;
ervoor zorgen dat de Commissie er op passende wijze bij betrokken wordt;
voor de fabrikant kosteneffectief zijn; en
voldoende collegialiteit en coördinatie tussen de voor het betrokken product aangemelde TBI’s waarborgen.
Artikel 21
Verplichtingen van de TBI bij ontvangst van een verzoek tot Europese technische beoordeling
De TBI die een verzoek tot Europese technische beoordeling ontvangt, deelt de fabrikant op de volgende wijze mee of het bouwproduct geheel of gedeeltelijk onder een geharmoniseerde technische specificatie valt:
indien het product volledig onder een geharmoniseerde norm valt, deelt de TBI de fabrikant mee dat er overeenkomstig artikel 19, lid 1, geen Europese technische beoordeling kan worden verstrekt;
indien het product volledig onder een Europees beoordelingsdocument valt, deelt de TBI de fabrikant mee dat dit Europees beoordelingsdocument als basis voor de te verstrekken Europese technische beoordeling zal worden gebruikt;
indien het product niet of niet volledig onder een geharmoniseerde technische specificatie valt, past de TBI de in bijlage II opgenomen of overeenkomstig artikel 19, lid 3, vastgestelde procedures toe.
Artikel 22
Bekendmaking
Europese beoordelingsdocumenten die door de organisatie van TBI’s zijn vastgesteld, worden aan de Commissie toegezonden, die in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Unie een lijst met de referentienummers van de definitieve Europese beoordelingsdocumenten bekendmaakt.
De Commissie maakt alle bijwerkingen van die lijst bekend.
Artikel 23
Geschillenbeslechting bij gebrek aan overeenstemming tussen TBI’s
Indien de TBI’s binnen de gestelde termijnen niet tot overeenstemming zijn gekomen over het Europees beoordelingsdocument, legt de organisatie van TBI’s deze kwestie voor aan de Commissie om een passende oplossing te vinden.
Artikel 24
Inhoud van het Europees beoordelingsdocument
Artikel 25
Formele bezwaren tegen Europese beoordelingsdocumenten
Artikel 26
Europese technische beoordeling
Mits een Europees beoordelingsdocument beschikbaar is, kan een Europese technische beoordeling worden afgegeven, zelfs indien er een mandaat voor een geharmoniseerde norm is afgegeven. Dergelijke afgifte is mogelijk tot de aanvang van de co-existentieperiode die door de Commissie overeenkomstig artikel 17, lid 5, is vastgesteld.
Artikel 27
Prestatieniveaus of -klassen
Indien de prestatieklassen met betrekking tot de essentiële kenmerken van bouwproducten niet door de Commissie worden vastgesteld, kunnen zij door de Europese normalisatie-instellingen op basis van een herzien mandaat in geharmoniseerde normen worden vastgesteld.
Indien dit passend wordt geacht, kan de organisatie van TBI’s met instemming van de Commissie en na raadpleging van het permanent comité voor de bouw, in het Europees beoordelingsdocument prestatieklassen en drempelniveaus vaststellen voor de essentiële kenmerken van het bouwproduct in het kader van het door de fabrikant bepaalde voorziene gebruik.
Indien de Commissie niet zulke voorwaarden vaststelt, kunnen zij op basis van een herzien mandaat in geharmoniseerde normen door de Europese normalisatie-instellingen worden vastgesteld.
Artikel 28
Beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid
De Commissie kiest het of de minst bezwarende systemen die verenigbaar zijn met de naleving van de fundamentele eisen voor bouwwerken.
HOOFDSTUK V
TECHNISCHE BEOORDELINGSINSTANTIES
Artikel 29
Aanwijzing van, toezicht op en beoordeling van TBI’s
Lidstaten die een TBI hebben aangewezen, delen de andere lidstaten en de Commissie de naam en het adres van die instantie mee en de productgebieden waarvoor zij is aangewezen.
De Commissie maakt alle bijwerkingen van die lijst openbaar.
De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van hun nationale procedures voor de aanwijzing van TBI’s en voor het toezicht op hun activiteiten en bekwaamheid, en van alle wijzigingen in die informatie.
Artikel 30
Eisen voor TBI’s
De TBI voldoet binnen de werkingssfeer van haar bevoegdheden aan de eisen in tabel 2 van bijlage IV.
Artikel 31
Coördinatie van TBI’s
De organisatie van TBI’s voert minstens de volgende taken uit:
de coördinatie van de TBI’s organiseren en de samenwerking met en raadpleging van andere belanghebbenden waarborgen, indien nodig;
ervoor zorgen dat de TBI’s onderling voorbeelden van goede praktijken uitwisselen om efficiënter te werken en de sector een betere dienstverlening te bieden;
de toepassing van de in artikel 21 en bijlage II beschreven procedures coördineren en de daarvoor benodigde steun verlenen;
Europese beoordelingsdocumenten ontwikkelen en vaststellen;
de Commissie op de hoogte brengen van elke vraag in verband met de voorbereiding van Europese beoordelingsdocumenten en van alle aspecten in verband met de interpretatie van de in artikel 21 en bijlage II beschreven procedureregels, en aan de Commissie, op basis van de opgedane ervaring, verbeteringen voorstellen;
opmerkingen over TBI’s die hun taken niet uitvoeren volgens de in artikel 21 en bijlage II beschreven procedures, meedelen aan de Commissie en de lidstaat die de betrokken TBI heeft aangewezen;
ervoor zorgen dat vastgestelde Europese beoordelingsdocumenten en verwijzingen naar Europese technische beoordelingen openbaar zijn.
De organisatie van TBI’s beschikt voor de uitvoering van deze taken over een secretariaat.
Artikel 32
Financiering door Unie
Artikel 33
Financieringsregels
Artikel 34
Beheer en toezicht
Artikel 35
Bescherming van de financiële belangen van de Unie
HOOFDSTUK VI
VEREENVOUDIGDE PROCEDURES
Artikel 36
Gebruik van geëigende technische documentatie
Bij het bepalen van het producttype mag de fabrikant het typeonderzoek of de typeberekening vervangen door een geëigende technische documentatie waaruit blijkt dat:
voor een of meer essentiële kenmerken van het bouwproduct dat de fabrikant in de handel brengt, dat product geacht wordt een bepaald prestatieniveau of een bepaalde prestatieklasse te halen zonder tests of berekening of zonder verdere tests of berekening, overeenkomstig de voorwaarden die in de betrokken geharmoniseerde technische specificatie of in een besluit van de Commissie zijn vastgesteld;
het bouwproduct dat onder een geharmoniseerde norm valt en dat de fabrikant in de handel brengt, in overeenstemming is met het producttype van een ander bouwproduct dat door een andere fabrikant is vervaardigd en al overeenkomstig de betrokken geharmoniseerde norm is getest. Indien deze voorwaarden zijn vervuld, heeft de fabrikant het recht de prestaties aan te geven op basis van alle of een deel van de testresultaten van dat andere product. De fabrikant kan de door een andere fabrikant verkregen testresultaten pas gebruiken als hij daarvoor de toestemming heeft gekregen van die andere fabrikant, die verantwoordelijk blijft voor de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en bestendigheid van die testresultaten; of
het bouwproduct dat onder een geharmoniseerde technische specificatie valt en dat de fabrikant in de handel brengt, een samenstel is van componenten die de fabrikant naar behoren samenvoegt volgens nauwkeurige instructies van de leverancier van dat samenstel of component ervan, die dat samenstel of die component al overeenkomstig de relevante geharmoniseerde technische specificatie op een of meer essentiële kenmerken heeft getest. Wanneer deze voorwaarden zijn vervuld, heeft de fabrikant het recht de prestaties aan te geven op basis van alle of een deel van de hem verstrekte testresultaten voor het samenstel of de component. De fabrikant kan de door een andere fabrikant of leverancier van het samenstel verkregen testresultaten pas gebruiken als hij daarvoor van die andere fabrikant of leverancier van het samenstel de toestemming heeft gekregen; deze laatste blijft verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid, betrouwbaarheid en bestendigheid van die testresultaten.
Artikel 37
Gebruik van vereenvoudigde procedures door micro-ondernemingen
Micro-ondernemingen die een bouwproduct vervaardigen dat onder een geharmoniseerde norm valt, kunnen de bepaling van het producttype op basis van een typeonderzoek volgens de systemen 3 en 4 van bijlage V, vervangen door methoden die verschillen van die in de toepasselijke geharmoniseerde norm. Die fabrikanten kunnen ook bouwproducten waarop systeem 3 van toepassing is, behandelen overeenkomstig de bepalingen die gelden voor systeem 4. Indien een fabrikant deze vereenvoudigde procedures toepast, dient hij met specifieke technische documentatie aan te tonen dat het bouwproduct voldoet aan de toepasselijke voorschriften en dat de toegepaste procedures gelijkwaardig zijn aan de procedures waarin de geharmoniseerde normen voorzien.
Artikel 38
Andere vereenvoudigde procedures
HOOFDSTUK VII
AANMELDENDE AUTORITEITENEN AANGEMELDE INSTANTIES
Artikel 39
Aanmelding
De instanties die bevoegd zijn om taken van derden uit te voeren bij de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid in het kader van deze verordening (hierna „aangemelde instanties” genoemd), worden door de lidstaten bij de Commissie en de andere lidstaten aangemeld.
Artikel 40
Aanmeldende autoriteiten
Artikel 41
Eisen voor aanmeldende autoriteiten
Artikel 42
Informatieverplichting voor de lidstaten
De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van hun nationale procedures voor de beoordeling en aanmelding van de instanties die moeten worden gemachtigd om taken van derden uit te voeren bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties en voor het toezicht op de aangemelde instanties, alsmede van alle wijzigingen daarin.
De Commissie maakt deze informatie voor het publiek beschikbaar.
Artikel 43
Eisen in verband met aangemelde instanties
Een instantie die lid is van een organisatie van ondernemers of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de levering, de montage, het gebruik of het onderhoud van de door haar beoordeelde bouwproducten kan als een dergelijke instantie worden beschouwd, op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten aangetoond worden.
Een aangemelde instantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat verantwoordelijk is om taken van derden uit te voeren bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, zijn niet rechtstreeks of als vertegenwoordiger van de betrokken partijen betrokken bij het ontwerpen, vervaardigen of bouwen, verhandelen, installeren, gebruiken of onderhouden van deze bouwproducten. Zij oefenen geen activiteiten uit die de onafhankelijkheid van hun oordeel en hun integriteit met betrekking tot de activiteiten waarvoor zij zijn aangemeld, in het gedrang kunnen brengen. Dit geldt met name voor adviesdiensten.
Een aangemelde instantie zorgt ervoor dat de activiteiten van haar dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit en onpartijdigheid van haar beoordelings- en/of verificatieactiviteiten.
Te allen tijde beschikt de aangemelde instantie voor elk systeem van beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid en voor elke soort of categorie bouwproducten, essentiële kenmerken en taken waarvoor zij is aangemeld, over:
het benodigde personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de taken van derden bij de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid te verrichten;
de nodige beschrijving van de procedures die voor de beoordeling van de prestaties worden gevolgd, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot herhaling van deze procedures worden gewaarborgd. Zij beschikt over een passend beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die zij als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten;
de nodige procedures voor de uitoefening van haar taken die naar behoren rekening houden met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
Een aangemelde instantie beschikt over de nodige middelen om de technische en administratieve taken in verband met de activiteiten waarvoor zij is aangemeld, op passende wijze uit te voeren en heeft toegang tot alle vereiste apparatuur en faciliteiten.
Het personeel dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor de instantie is aangemeld, beschikt over:
een gedegen technische en beroepsopleiding, die alle taken bestrijkt van derden bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de aangegeven prestaties, in het gebied waarvoor de instantie is aangemeld;
een bevredigende kennis van de eisen inzake de beoordelingen en verificaties die het verricht en voldoende bevoegdheden om deze activiteiten uit te voeren;
voldoende kennis van en inzicht in de toepasselijke geharmoniseerde normen en de toepasselijke bepalingen van de verordening;
de vereiste bekwaamheid voor het opstellen van certificaten, dossiers en rapporten die aantonen dat de beoordelingen en verificaties zijn uitgevoerd.
De vergoeding van de hoogste leidinggevenden van de aangemelde instantie en het beoordelingspersoneel hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan.
Artikel 44
Vermoeden van conformiteit
Een aangemelde instantie die moet worden gemachtigd om taken van derden uit te voeren bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties, die aantoont dat zij voldoet aan de criteria van de toepasselijke geharmoniseerde normen — of delen ervan — waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt geacht aan de eisen van artikel 43 te voldoen, voor zover de toepasselijke geharmoniseerde normen deze eisen bestrijken.
Artikel 45
Dochterondernemingen en onderaannemers van aangemelde instanties
Artikel 46
Gebruik van faciliteiten buiten het testlaboratorium van de aangemelde instantie
Aangemelde instanties die deze tests uitvoeren, worden specifiek aangewezen als zijnde bevoegd om buiten hun eigen geaccrediteerde testinstallaties te werken.
Alvorens deze tests uit te voeren, gaat de aangemelde instantie na of aan de voorschriften van de testmethode is voldaan en beoordeelt zij:
of de testapparatuur een passend ijksysteem heeft en of de traceerbaarheid van de metingen gewaarborgd is;
of de kwaliteit van de testresultaten gewaarborgd is.
Artikel 47
Aanvraag tot aanmelding
Artikel 48
Aanmeldingsprocedure
Voor de in punt 3 van bijlage V genoemde gevallen waarvoor het passende elektronische instrument niet beschikbaar is, wordt bij wijze van uitzondering een papieren versie van de aanmelding aanvaard.
Verwijzing naar de relevante geharmoniseerde technische specificatie is echter niet vereist in de in bijlage V, punt 3, beschreven gevallen.
Alleen een dergelijke instantie wordt voor de toepassing van deze verordening als aangemelde instantie beschouwd.
Artikel 49
Identificatienummers en lijsten van aangemelde instanties
Zij kent per instantie slechts één nummer toe, ook als de instantie uit hoofde van diverse besluiten van de Unie is aangemeld.
De Commissie zorgt voor de bijwerking van deze lijst.
Artikel 50
Wijziging van de aanmelding
Artikel 51
Betwisting van de bekwaamheid van aangemelde instanties
Artikel 52
Operationele verplichtingen van aangemelde instanties
Daarbij nemen de aangemelde instanties desalniettemin de door deze verordening voor het product vereiste striktheid in acht en houden zij rekening met het aandeel dat het product speelt om aan de fundamentele eisen voor bouwwerken te voldoen.
Artikel 53
Informatieverplichting van aangemelde instanties
Aangemelde instanties brengen de aanmeldende autoriteit op de hoogte van:
elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van certificaten;
alle omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van en de voorwaarden voor hun aanmelding;
verzoeken om informatie over uitgevoerde activiteiten ter beoordeling en/of verificatie van de prestatiebestendigheid, die zij van markttoezichtautoriteiten hebben ontvangen;
op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding uitgevoerde taken van derden overeenkomstig de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid, en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.
Artikel 54
Uitwisseling van ervaringen
De Commissie voorziet in de organisatie van de uitwisseling van ervaring tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het aanmeldingsbeleid.
Artikel 55
Coördinatie van aangemelde instanties
De Commissie zorgt ervoor dat tussen de uit hoofde van artikel 39 aangemelde instanties passende coördinatie en samenwerking tot stand komt en dat een en ander in de vorm van een groep van aangemelde instanties naar behoren functioneert.
De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen aangemelde instanties rechtstreeks of via aangewezen vertegenwoordigers aan de werkzaamheden van die groep deelnemen, of zorgen ervoor dat de vertegenwoordigers van de aangemelde instanties daarvan op de hoogte worden gebracht.
HOOFDSTUK VIII
MARKTTOEZICHT- EN VRIJWARINGSPROCEDURES
Artikel 56
Nationale procedure voor bouwproducten die een risico meebrengen
Indien de markttoezichtautoriteiten bij deze beoordeling vaststellen dat het bouwproduct niet aan de in deze verordening vastgestelde voorschriften voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat hij alle corrigerende maatregelen neemt om het product conform deze voorschriften en in het bijzonder conform de aangegeven prestatie te maken, of uit de handel te nemen dan wel terug te roepen binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico.
De markttoezichtautoriteiten stellen de eventueel betrokken aangemelde instantie daarvan op de hoogte.
Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in de tweede alinea van dit lid genoemde maatregelen.
De marktoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van die maatregelen op de hoogte.
De in lid 4 bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het non-conforme bouwproduct te identificeren en om de oorsprong van het bouwproduct, de aard van de beweerde non-conformiteit en van het risico, en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die door de desbetreffende marktdeelnemer worden aangevoerd. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de non-conformiteit een van de volgende redenen heeft:
het product haalt de aangegeven prestatie niet en/of voldoet niet aan de in deze verordening vastgestelde voorschriften met betrekking tot de naleving van de fundamentele eisen voor bouwwerken;
tekortkomingen in de geharmoniseerde technische specificaties of in de specifieke technische documentatie.
Artikel 57
Vrijwaringsprocedure van de Unie
De Commissie richt haar beschikking tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemers daar onmiddellijk van op de hoogte.
Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de non-conformiteit van het bouwproduct wordt toegeschreven aan tekortkomingen in het Europees beoordelingsdocument of in de specifieke technische documentatie bedoeld in artikel 56, lid 5, onder b), legt de Commissie de zaak voor aan het permanent comité voor de bouw, en neemt zij vervolgens de passende maatregelen.
Artikel 58
Conforme bouwproducten die toch een risico voor de gezondheid en veiligheid meebrengen
Artikel 59
Formele non-conformiteit
Onverminderd artikel 56 verlangt een lidstaat, wanneer hij een van de volgende feiten vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de non-conformiteit:
de CE-markering is in strijd met artikel 8 of artikel 9 aangebracht;
de CE-markering is niet aangebracht, hoewel dat overeenkomstig artikel 8, lid 2, vereist is;
de prestatieverklaring is, onverminderd de toepassing van artikel 5, niet opgesteld, hoewel dat overeenkomstig artikel 4 vereist is;
de prestatieverklaring is niet conform de artikelen 4, 6 en 7 opgesteld;
de technische documentatie is niet beschikbaar of onvolledig.
HOOFDSTUK IX
SLOTBEPALINGEN
Artikel 60
Gedelegeerde handelingen
Teneinde de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken, met name het wegnemen en vermijden van beperkingen voor het op de markt aanbieden van bouwproducten, worden de volgende aangelegenheden aan de Commissie gedelegeerd overeenkomstig artikel 61, met inachtneming van de voorwaarden van de artikelen 62 en 63:
de vaststelling, waar passend, van de essentiële kenmerken of drempelniveaus van specifieke families van bouwproducten waarvan de fabrikant, overeenkomstig de artikelen 3 tot en met 6, voor het product wanneer hij het in de handel brengt, een prestatie in niveaus of klassen, of in een beschrijving, voor het beoogde gebruik moet aangeven;
de voorwaarden waaronder de prestatieverklaring elektronisch mag worden verwerkt, zodat zij overeenkomstig artikel 7 op een website ter beschikking wordt gesteld;
het wijzigen van de periode gedurende welke de fabrikant de technische documentatie en de prestatieverklaring overeenkomstig artikel 11 ter beschikking houdt nadat het bouwproduct in de handel is gebracht, zulks op grond van de verwachte levensduur of het aandeel van het bouwproduct in de bouwwerken;
het wijzigen van bijlage II en zo nodig het aannemen van aanvullende procedureregels overeenkomstig artikel 19, lid 3, teneinde de naleving van de beginselen van artikel 20, of de toepassing in de praktijk van de procedureregels van artikel 21 te garanderen;
de aanpassing van bijlage III, van tabel 1 van bijlage IV en van bijlage V, aan de technische vooruitgang;
het vaststellen en aanpassen aan de technische vooruitgang van prestatieklassen overeenkomstig artikel 27, lid 1;
het vaststellen van de voorwaarden waaronder een bouwproduct geacht wordt zonder tests of verdere tests aan een bepaald prestatieniveau of een bepaalde prestatieklasse te voldoen, overeenkomstig artikel 27, lid 5, mits de naleving van de fundamentele eisen voor bouwwerken hierdoor niet in het gedrang komt;
de aanpassing, vaststelling en herziening van de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid overeenkomstig artikel 28, met betrekking tot een bepaald product of bepaalde productfamilie of voor een bepaald essentieel kenmerk, en overeenkomstig:
het belang van het product of die essentiële kenmerken ten opzichte van de fundamentele eisen voor bouwwerken;
de aard van het product;
het effect van de veranderlijkheid van de essentiële kenmerken van het bouwproduct tijdens zijn verwachte levensduur; en
de mate waarin bij de fabricage van het product gebreken kunnen optreden.
Artikel 61
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 62
Intrekking van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 63
Bezwaar tegen gedelegeerde handelingen
Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt die termijn met drie maanden verlengd.
Indien het Europees Parlement en de Raad de Commissie hebben meegedeeld dat zij voornemens zijn geen bezwaar te maken, kan de gedelegeerde handeling vóór het verstrijken van de termijn worden gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en in werking treden.
Artikel 64
Comité
Artikel 65
Intrekking
Artikel 66
Overgangsbepalingen
Artikel 67
Rapportage door de Commissie
Zo nodig worden uiterlijk twee jaar na de presentatie van het verslag aan het Europees Parlement en de Raad gepaste wetgevingsvoorstellen voorgelegd.
Artikel 68
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De artikelen 3 tot en met 28, de artikelen 36 tot en met 38, de artikelen 56 tot en met 63, de artikelen 65 en 66 en de bijlagen I, II, III en V zijn echter van toepassing met ingang van 1 juli 2013.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
FUNDAMENTELE EISEN VOOR BOUWWERKEN
Het bouwwerk als geheel en ook de afzonderlijke delen ervan moeten geschikt zijn voor het beoogde gebruik, in het bijzonder rekening gehouden met de gezondheid en de veiligheid van de personen die er tijdens de hele levenscyclus van het bouwwerk bij betrokken zijn. Bij normaal onderhoud moeten bouwwerken gedurende een economisch redelijke levensduur aan onderhavige fundamentele eisen voor bouwwerken voldoen.
1. Mechanische weerstand en stabiliteit
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat de krachten die er tijdens de bouw en het gebruik op kunnen inwerken, geen van de volgende effecten teweegbrengen:
instorting van het gehele werk of een deel ervan;
aanzienlijke vervormingen die niet toelaatbaar zijn;
schade aan andere delen van het bouwwerk of aan inrichtingen of installaties als gevolg van een aanzienlijke vervorming van de dragende constructie;
schade door een gebeurtenis die niet in verhouding staat tot de oorspronkelijke oorzaak.
2. Brandveiligheid
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat bij het uitbreken van brand:
het draagvermogen van de constructie gedurende een bepaalde tijd behouden blijft;
het ontstaan en de verspreiding van vuur en rook binnen het bouwwerk zelf beperkt blijven;
de uitbreiding van de brand naar belendende bouwwerken beperkt blijft;
de bewoners het bouwwerk kunnen verlaten of anderszins in veiligheid kunnen worden gebracht;
de veiligheid van reddingsploegen in acht wordt genomen.
3. Hygiëne, gezondheid en milieu
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het gedurende de hele levenscyclus geen risico vormt voor de hygiëne, gezondheid en veiligheid van arbeiders, bewoners en omwonenden, en dat het tijdens zijn volledige levensduur geen buitengewoon grote invloed uitoefent op de milieukwaliteit of op het klimaat, noch tijdens de bouw, het gebruik of de sloop ervan, in het bijzonder als gevolg van:
het vrijkomen van toxische gassen;
de emissie van gevaarlijke stoffen, vluchtige organische verbindingen, broeikasgassen of gevaarlijke deeltjes in de binnen- of buitenlucht;
de emissie van gevaarlijke straling;
het vrijkomen van gevaarlijke stoffen in grondwater, zeewater, oppervlaktewater of in de bodem;
het vrijkomen van gevaarlijke stoffen in het drinkwater of die het drinkwater op enige wijze nadelig beïnvloeden;
gebrekkige afvoer van afvalwater, emissie van rookgassen of onjuiste verwijdering van vaste of vloeibare afvalstoffen;
vochtophoping in delen of op binnenoppervlakken van het bouwwerk.
4. Veiligheid en toegankelijkheid bij gebruik
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het gebruik ervan of de daarin verrichte activiteiten geen onaanvaardbare ongevallen- of schaderisico’s meebrengen, zoals uitglijden, vallen, botsen, brandwonden, elektrocutie, verwondingen door explosie en inbraken. Met name moet bij het ontwerp en de uitvoering van het bouwwerk rekening worden gehouden met de toegankelijkheid voor en het gebruik door gehandicapten.
5. Bescherming tegen geluidshinder
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat het door gebruikers en omwonenden waargenomen geluid op een zodanig niveau gehandhaafd blijft dat het hun gezondheid niet bedreigt en dat hun slaap, hun rust en hun werk daar geen nadeel van ondervinden.
6. Energiebesparing en warmtebehoud
Het bouwwerk en de verwarmings-, koel-, verlichtings- en ventilatie-installaties ervan moeten zodanig worden ontworpen en uitgevoerd dat, rekening gehouden met de gebruikers en de lokale klimaatomstandigheden, een gering energieverbruik voldoende is. Het bouwwerk moet voorts energie-efficiënt zijn, en tijdens de volledige duur van de bouw en ook bij de sloop moet zo weinig mogelijk energie worden gebruikt.
7. Duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen
Het bouwwerk moet zodanig worden ontworpen, uitgevoerd en gesloopt dat duurzaam gebruik wordt gemaakt van natuurlijke hulpbronnen en met name het volgende wordt gewaarborgd:
het hergebruik of de recycleerbaarheid van het bouwwerk en de materialen en delen ervan na de sloop;
de duurzaamheid van het bouwwerk;
het gebruik van milieuvriendelijke grondstoffen en secundaire materialen in het bouwwerk.
BIJLAGE II
PROCEDURE VOOR DE VASTSTELLING VAN EEN EUROPEES BEOORDELINGSDOCUMENT
1. Verzoek om een Europese technische beoordeling
Indien een fabrikant een TBI een verzoek om een Europese technische beoordeling van een bouwproduct voorlegt, legt hij, nadat de fabrikant en de TBI (hierna de „verantwoordelijke TBI” genoemd) een overeenkomst inzake bescherming van het beroepsgeheim en de vertrouwelijkheid hebben ondertekend, tenzij de fabrikant anderszins besluit, de verantwoordelijke TBI een technisch dossier voor met een beschrijving van het product, het gebruik ervan als door de fabrikant voorzien, en nadere gegevens over de productiecontrole in de fabriek die hij voornemens is uit te voeren.
2. Contract
Voor bouwproducten als bedoeld in artikel 21, lid 1, onder c), wordt binnen een maand na de ontvangst van het technische dossier een contract tussen de fabrikant en de verantwoordelijke TBI gesloten voor de opstelling van de Europese technische beoordeling, die het werkprogramma voor de opstelling van het Europees beoordelingsdocument omvat, waaronder:
3. Werkprogramma
Nadat het contract met de fabrikant is gesloten, brengt de organisatie van TBI’s de Commissie op de hoogte van het werkprogramma voor de opstelling van het Europees beoordelingsdocument en van de uitvoeringstermijnen daarvoor, met vermelding van het beoordelingsprogramma. De mededeling geschiedt binnen drie maanden na ontvangst van het verzoek om een Europese technische beoordeling.
4. Het concept Europees beoordelingsdocument
De organisatie van TBI’s legt de laatste hand aan een concept Europees beoordelingsdocument via de werkgroep die door de verantwoordelijke TBI wordt gecoördineerd, en deelt dat concept aan de betrokken partijen mee binnen zes maanden nadat de Commissie van het werkprogramma op de hoogte is gebracht.
5. Deelname van de Commissie
Een vertegenwoordiger van de Commissie mag als waarnemer aan de uitvoering van alle onderdelen van het werkprogramma deelnemen.
6. Verlenging en vertraging
Elke vertraging ten opzichte van de in de punten 1 tot en met 4 vastgestelde termijnen wordt door de werkgroep aan de organisatie van TBI’s en de Commissie meegedeeld.
Indien een verlenging van de termijnen voor de ontwikkeling van het Europees beoordelingsdocument kan worden gerechtvaardigd, met name omdat de Commissie geen besluit heeft genomen over het van toepassing zijnde beoordelingssysteem en verificatie van de prestatiebestendigheid van het bouwproduct of omdat een nieuwe testmethode moet worden ontwikkeld, stelt de Commissie de termijn van de verlenging vast.
7. Wijzigingen en vaststelling van een Europees beoordelingsdocument
De verantwoordelijke TBI deelt het concept Europees beoordelingsdocument mee aan de fabrikant, die 15 werkdagen heeft om daarop te reageren. Daarna gaat de organisatie van TBI’s als volgt te werk:
indien van toepassing, deelt zij de fabrikant mee op welke wijze met zijn reacties rekening is gehouden;
stelt zij het concept Europees beoordelingsdocument vast; en
zendt zij de Commissie daarvan een afschrift toe.
Als de Commissie de organisatie van TBI’s binnen vijftien werkdagen na de ontvangst van dat exemplaar haar opmerkingen over het concept Europees beoordelingsdocument meedeelt, wijzigt de organisatie van TBI’s, na in de gelegenheid te zijn gesteld opmerkingen te maken, het concept dienovereenkomstig en zendt die organisatie een afschrift van het vastgestelde Europees beoordelingsdocument aan de fabrikant en de Commissie.
8. Definitief bekend te maken Europees beoordelingsdocument
Zodra de eerste Europese technische beoordeling door de verantwoordelijke TBI wordt afgegeven op basis van het goedgekeurde Europees beoordelingsdocument, zal dat Europees beoordelingsdocument, indien nodig op basis van de opgedane ervaring, worden aangepast. De organisatie van TBI’s stelt het definitieve Europees beoordelingsdocument vast en zendt een afschrift daarvan, samen met een vertaling van de titel van het Europees beoordelingsdocument in alle officiële talen van de Unie, ter bekendmaking van de referentie van dit document aan de Commissie. De organisatie van TBI’s houdt het Europees beoordelingsdocument elektronisch beschikbaar vanaf het moment dat het product een CE-markering heeft ontvangen.
BIJLAGE III
PRESTATIEVERKLARING
Nr.
1. Unieke identificatiecode van het producttype:
2. Beoogd(e) gebruik(en):
3. Fabrikant:
4. Gemachtigde:
5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid:
6a. Geharmoniseerde norm:
Aangemelde instantie(s):
6b. Europees beoordelingsdocument:
Europese technische beoordeling:
Technische beoordelingsinstantie:
Aangemelde instantie(s):
7. Aangegeven prestatie(s):
8. Geëigende technische documentatie en/of specifieke technische documentatie:
De prestaties van het hierboven omschreven product zijn conform de aangegeven prestaties. Deze prestatieverklaring wordt in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 305/2011 onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de hierboven vermelde fabrikant verstrekt.
Ondertekend voor en namens de fabrikant door:
Instructies voor het opstellen van een prestatieverklaring
1. ALGEMEEN
Deze instructies zijn bedoeld ter ondersteuning van fabrikanten bij het opstellen van een prestatieverklaring in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 305/2011 volgens het model in deze bijlage (hierna „het model” genoemd).
Deze instructies maken geen deel uit van de door de fabrikanten verstrekte prestatieverklaringen en moeten niet bij deze prestatieverklaringen worden gevoegd.
Bij het opstellen van een prestatieverklaring moet de fabrikant:
de teksten en koppen uit het model overnemen die niet tussen vierkante haken staan;
de lege tekstvakken en vierkante haken vervangen door de benodigde informatie.
Fabrikanten mogen in de prestatieverklaring ook verwijzen naar de website waar de kopie van de prestatieverklaring ter beschikking wordt gesteld in overeenstemming met artikel 7, lid 3, van Verordening (EU) nr. 305/2011. Dit kan na punt 8 of onder een ander punt worden opgenomen, zolang het de leesbaarheid en duidelijkheid van de verplichte informatie niet schaadt.
2. FLEXIBILITEIT
Op voorwaarde dat de verplichte informatie op grond van artikel 6 van Verordening (EU) nr. 305/2011 bij het opstellen van een prestatieverklaring op duidelijke, volledige en coherente wijze wordt verstrekt, is het mogelijk om:
een andere opmaak dan in het model aan te houden;
punten in het model samen te voegen en deze gebundeld te presenteren;
de punten in het model in een andere volgorde te presenteren of gebruik te maken van één of meer tabellen;
punten die niet relevant zijn voor het product waar een prestatieverklaring voor wordt opgesteld, weg te laten. Dit is bijvoorbeeld het geval omdat de prestatieverklaring gebaseerd is op hetzij een geharmoniseerde norm, hetzij een voor het product afgegeven Europese technische beoordeling, waardoor de andere optie niet van toepassing is. Deze weglatingen gelden ook met betrekking tot de punten inzake de gemachtigde of het gebruik van de geëigende technische documentatie en de specifieke technische documentatie;
de punten ongenummerd in te dienen.
Als een fabrikant één enkele prestatieverklaring voor verschillende producttypen wil indienen, moeten minimaal de volgende onderdelen voor iedere productvariant apart en duidelijk worden vermeld: het nummer van de prestatieverklaring, de identificatiecode onder punt 1 en de aangegeven prestatie(s) onder punt 7.
3. INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN HET FORMULIER
Punt in het model |
Instructie |
Nummer van de prestatieverklaring |
Dit betreft het referentienummer van de prestatieverklaring als bedoeld in artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 305/2011. De fabrikant kan dit nummer zelf bepalen. Dit mag hetzelfde nummer zijn als de unieke identificatiecode van het producttype vermeld onder punt 1 in het model. |
Punt 1 |
Vermeld de unieke identificatiecode van het producttype waarnaar wordt verwezen in artikel 6, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 305/2011. In artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) nr. 305/2011 wordt de unieke identificatiecode die door de fabrikant is vastgesteld en die volgt op de CE-markering, gekoppeld aan het producttype en daarmee aan de reeks prestatieniveaus en -klassen van een bouwproduct, zoals naar voren komt uit de hiervoor opgestelde prestatieverklaring. Bovendien is het voor de ontvangers van bouwproducten en in het bijzonder voor hun eindgebruikers noodzakelijk om deze reeks prestatieniveaus en -klassen voor ieder willekeurig product te kunnen vaststellen. Daarom moet ieder bouwproduct waar een prestatieverklaring voor is opgesteld door zijn fabrikant zijn gekoppeld aan het respectieve producttype en een bepaalde reeks van prestatieniveaus en -klassen aan de hand van de unieke identificatiecode, die tevens als referentie dient zoals vermeld in artikel 6, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 305/2011. |
Punt 2 |
Vermeld, indien van toepassing, de beoogde gebruiken van het bouwproduct, overeenkomstig de toepasselijke geharmoniseerde technische specificatie, zoals door de fabrikant bepaald. |
Punt 3 |
Vermeld naam, geregistreerde handelsnaam of geregistreerd handelsmerk en contactadres van de fabrikant, zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 5, van Verordening (EU) nr. 305/2011. |
Punt 4 |
Dit punt hoeft alleen maar toegevoegd en ingevuld te worden indien er een gemachtigde is toegewezen. Vermeld in dat geval naam en contactadres van de gemachtigde wiens mandaat geldt voor de in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) nr. 305/2011 vermelde taken. |
Punt 5 |
Vermeld het nummer van het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid van het bouwproduct zoals vermeld in bijlage V bij Verordening (EU) nr. 305/2011. Wanneer er sprake is van meerdere systemen, vermeld dan ieder systeem afzonderlijk. |
Punt 6a en 6b |
Aangezien een fabrikant een prestatieverklaring alleen kan opstellen op basis van hetzij een geharmoniseerde norm, hetzij een voor het product afgegeven Europese technische beoordeling, moeten deze twee opties onder punt 6a en 6b als alternatief worden gezien, waarvan er slechts één in de prestatieverklaring wordt opgenomen en ingevuld. Indien punt 6a van toepassing is en de prestatieverklaring dus gebaseerd is op een geharmoniseerde norm, vermeld dan alle onderstaande informatie: a) referentienummer en datum van afgifte (referentiedatum) van de geharmoniseerde norm, en b) identificatienummer van de aangemelde instantie(s). De naam van de aangemelde instantie(s) moet in de originele taal worden vermeld en dient niet vertaald te worden. Indien punt 6b van toepassing is en de prestatieverklaring dus gebaseerd is op een voor het product afgegeven Europese technische beoordeling, vermeld dan alle onderstaande informatie: a) nummer en datum van afgifte van het Europees beoordelingsdocument; b) nummer en datum van afgifte van de Europese technische beoordeling; c) naam van de technische beoordelingsinstantie, en d) identificatienummer van de aangemelde instantie(s). |
Punt 7 |
Dit punt van de prestatieverklaring moet de volgende informatie bevatten: a) de lijst van essentiële kenmerken die voor het/de onder punt 2 aangegeven beoogde gebruik(en) in de geharmoniseerde technische specificatie zijn bepaald, en b) de aangegeven prestatie voor elk essentieel kenmerk vermeld in niveaus, klassen of in een beschrijving met betrekking tot deze kenmerken. Voor kenmerken waar geen prestatie voor is aangegeven, moeten de letters „NPD” (No Performance Determined — geen prestatie bepaald) worden vermeld. Onder dit punt kan een tabel worden ingevoerd waarin de verbanden worden aangegeven tussen de geharmoniseerde technische specificaties en de systemen voor beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid die respectievelijk op ieder essentieel kenmerk van het product worden toegepast, alsook de prestatie van ieder essentieel kenmerk. De prestatie moet op duidelijke en expliciete wijze worden aangegeven. Daarom mag de prestatie in de prestatieverklaring niet worden beschreven door uitsluitend een berekeningsformule op te nemen die door de ontvangers dient te worden toegepast. Voorts moeten de in de referentiedocumenten aangegeven prestatieniveaus of -klassen in de eigenlijke prestatieverklaring worden weergegeven; deze mogen in de prestatieverklaring bijgevolg niet uitsluitend worden weergegeven door simpele verwijzingen naar die documenten. De prestatie, met name wat het structureel gedrag van een bouwproduct betreft, mag echter worden uitgedrukt door te verwijzen naar de respectieve productdocumenten of de berekeningen voor het structureel ontwerp. In dit geval moeten de desbetreffende documenten bij de prestatieverklaring worden gevoegd. |
Punt 8 |
Dit punt hoeft slechts toegevoegd en ingevuld te worden als er geëigende technische documentatie en/of specifieke technische documentatie is gebruikt overeenkomstig de artikelen 36 tot en met 38 van Verordening (EU) nr. 305/2011 om de eisen aan te geven waaraan het product voldoet. In dat geval moet de prestatieverklaring onder dit punt de volgende informatie bevatten: a) het referentienummer van de gebruikte specifieke of geëigende technische documentatie, en b) de eisen waaraan het product voldoet. |
Handtekening |
Vervang de tekstvakken tussen de vierkante haken met de gevraagde informatie en een handtekening. |
BIJLAGE IV
PRODUCTGEBIEDEN EN EISEN VOOR TBI’S
Tabel 1 — Productgebieden
GEBIEDSCODE |
PRODUCTGEBIED |
1 |
GEPREFABRICEERDE NORMALE/LICHTE/AUTOCLAAFGEHARDE CELBETONNEN PRODUCTEN |
2 |
DEUREN, RAMEN, LUIKEN, POORTEN EN BIJBEHOREND HANG- EN SLUITWERK |
3 |
MEMBRANEN, WAARONDER IN VLOEIBARE TOEPASSINGEN EN KITS (WATER- EN/OF DAMPREMMEND) |
4 |
PRODUCTEN VOOR THERMISCHE ISOLATIE SAMENGESTELDE ISOLATIEKITS/-SYSTEMEN |
5 |
DRAGENDE OPLEGGINGEN CONSTRUCTIEVE PENVERBINDINGEN |
6 |
SCHOORSTENEN, ROOKKANALEN EN SPECIFIEKE PRODUCTEN |
7 |
GIPSPRODUCTEN |
8 |
GEOTEXTIEL, GEOMEMBRAMEN EN AANVERWANTE PRODUCTEN |
9 |
VLIESGEVELS/BEKLEDING/VERLIJMDE BEGLAZINGSSYSTEMEN |
10 |
VASTE BRANDBESTRIJDINGSSYSTEMEN (BRANDALARM- EN DETECTIESYSTEMEN, VASTE BRANDBESTRIJDINGSSYSTEMEN, BRANDBEVEILIGINGS- EN ANTIROOKSYSTEMEN EN EXPLOSIEBEVEILIGINGSPRODUCTEN) |
11 |
SANITAIR |
12 |
VERKEERSINRICHTINGEN: WEGENUITRUSTING |
13 |
HOUTPRODUCTEN VOOR DE BOUW EN TOEBEHOREN |
14 |
PLATEN EN ELEMENTEN OP HOUTBASIS |
15 |
CEMENT, BOUWKALK EN ANDERE HYDRAULISCHE BINDMIDDELEN |
16 |
WAPENINGSSTAAL EN VOORSPANSTAAL VOOR BETON (EN TOEBEHOREN) VOORSPANSYSTEMEN |
17 |
METSELWERK EN BIJBEHORENDE PRODUCTEN, METSELWERKELEMENTEN, MORTEL EN BIJBEHORENDE PRODUCTEN |
18 |
RIOLERINGSPRODUCTEN |
19 |
VLOERAFWERKINGEN |
20 |
METAALCONSTRUCTIEPRODUCTEN EN HULPPRODUCTEN |
21 |
IN- EN UITWENDIGE AFWERKINGEN VOOR WANDEN EN PLAFONDS, KITS VOOR SCHEIDINGSWANDEN |
22 |
DAKBEDEKKINGEN, DAKLICHTEN, DAKRAMEN EN TOEBEHOREN KITS VOOR DAKEN |
23 |
PRODUCTEN VOOR DE WEGENBOUW |
24 |
TOESLAGMATERIALEN |
25 |
BOUWLIJM |
26 |
PRODUCTEN VOOR BETON, MORTEL EN INJECTIESPECIE |
27 |
VOORZIENINGEN VOOR RUIMTEVERWARMING |
28 |
BUIZEN, RESERVOIRS EN TOEBEHOREN DIE NIET IN CONTACT KOMEN MET VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD WATER |
29 |
BOUWPRODUCTEN DIE IN CONTACT KOMEN MET VOOR MENSELIJKE CONSUMPTIE BESTEMD WATER |
30 |
VLAKGLAS, GEPROFILEERD GLAS EN GLASBLOKKEN |
31 |
STROOM-, BESTURINGS- EN COMMUNICATIEKABELS |
32 |
VOEGMIDDELEN |
33 |
BEVESTIGINGEN |
34 |
BOUWKITS, BOUWEENHEDEN, GEPREFABRICEERDE ELEMENTEN |
35 |
PRODUCTEN MET BRANDVERTRAGENDE, BRANDWERENDE EN TEGEN BRAND AFDICHTENDE EIGENSCHAPPEN |
Tabel 2 — Eisen voor TBI’s
Bekwaamheid |
Beschrijving van de bekwaamheid |
Eis |
1. Risicoanalyse |
De potentiële risico’s en voordelen van het gebruik van innovatieve bouwproducten identificeren zonder te beschikken over gedegen/ geconsolideerde technische informatie over de prestaties ervan wanneer ze in bouwwerken worden gebruikt. |
Er wordt een TBI naar nationaal recht opgericht, die rechtspersoonlijkheid heeft. ►C1 Zij moet onafhankelijk zijn van de belanghebbenden en van alle bijzondere belangen. ◄ Voorts moet een TBI beschikken over personeel met: a) objectiviteit en een gedegen technisch oordeel; b) grondige kennis van de in de lidstaat waarin zij is aangewezen geldende regelgeving en andere voorschriften op de productgebieden waarvoor de instantie is aangewezen; c) algemeen inzicht in de bouwpraktijken en grondige technische kennis op de productgebieden waarvoor de instantie is aangewezen; d) grondige kennis van de specifieke risico’s en de technische aspecten van het bouwproces; e) grondige kennis van de bestaande geharmoniseerde normen en testmethoden op de productgebieden waarvoor de instantie is aangewezen; f) passende taalvaardigheid. De vergoeding van het personeel van de TBI hangt niet af van het aantal uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan. |
2. Vaststellen van technische criteria |
De resultaten van de risicoanalyse omzetten in technische criteria voor de beoordeling van het gedrag en de prestaties van de bouwproducten i.v.m. de naleving van de toepasselijke nationale eisen; de benodigde technische informatie verstrekken aan de deelnemers aan het bouwproces als potentiële gebruikers van de bouwproducten (fabrikanten, ontwerpers, aannemers, installateurs). |
|
3. Vaststellen van beoordelingsmethoden |
Passende methoden (tests of berekeningen) ontwerpen en valideren om de prestaties voor essentiële kenmerken van bouwproducten te beoordelen, rekening houdend met de huidige stand van de techniek. |
|
4. Vaststellen van de specifieke productiecontrole in de fabriek |
Het fabricageproces van het specifieke product begrijpen en evalueren teneinde passende maatregelen vast te stellen om de bestendigheid van het product via het fabricageproces in kwestie te waarborgen. |
Een TBI moet beschikken over personeel met een passende kennis van de relatie tussen de fabricageprocessen en de productkenmerken in verband met de productiecontrole in de fabriek. |
5. Beoordeling van het product |
De prestaties voor essentiële kenmerken van bouwproducten beoordelen op basis van geharmoniseerde methoden tegen geharmoniseerde criteria. |
Bovenop de in de punten 1, 2 en 3 gestelde eisen moet een TBI toegang hebben tot de benodigde middelen apparatuur voor de beoordeling van de prestaties voor essentiële kenmerken van bouwproducten op de productgebieden waarvoor zij is aangewezen. |
6. Algemeen beheer |
Zorgen voor consistentie, betrouwbaarheid, objectiviteit en traceerbaarheid door de constante toepassing van passende beheersmethoden. |
Een TBI moet beschikken over: a) bewijsstukken inzake een correct bestuurlijk gedrag; b) een beleid met bijbehorende procedures om de vertrouwelijkheid van gevoelige informatie bij de TBI zelf en bij al haar partners te waarborgen; c) een documentcontrolesysteem om de registratie, traceerbaarheid, herziening en archivering van alle relevante documenten te waarborgen; d) een mechanisme voor interne audit en beoordeling van het beheer om geregeld te controleren of passende beheersmethoden worden toegepast; e) een procedure om beroepen en klachten objectief te behandelen. |
BIJLAGE V
BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID
1. SYSTEMEN VOOR BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID
De fabrikant stelt de prestatieverklaring op en bepaalt het producttype op basis van de beoordelingen en verificaties van de prestatiebestendigheid die in het kader van de volgende systemen zijn uitgevoerd:
1.1. Systeem 1+
De fabrikant voert het volgende uit:
de productiecontrole in de fabriek;
verdere tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.
De aangemelde productcertificatie-instantie beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het certificaat van bestendigheid van de prestaties van het bouwproduct op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;
de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;
doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek;
steekproefsgewijze controle van monsters die door de aangemelde productcertificatie-instantie in de productie-installatie of in de opslagplaatsen van de fabrikant zijn genomen.
1.2. Systeem 1
De fabrikant voert het volgende uit:
de productiecontrole in de fabriek;
verdere tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.
De aangemelde productcertificatie-instantie beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het certificaat van bestendigheid van de prestaties van het bouwproduct op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het product;
de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;
doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.
1.3. Systeem 2+
De fabrikant voert het volgende uit:
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests (inclusief bemonstering), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van dat product;
de productiecontrole in de fabriek;
tests van door de fabrikant in de productie-installatie genomen monsters volgens het voorgeschreven testprogramma.
De aangemelde certificatie-instantie voor productiecontrole in de fabriek beslist over de afgifte, de beperking, de schorsing of de intrekking van het conformiteitscertificaat van de productiecontrole in de fabriek op basis van de resultaten van de volgende door die instantie uitgevoerde beoordelingen en verificaties:
de initiële inspectie van de productie-installatie en van de productiecontrole in de fabriek;
doorlopende bewaking, beoordeling en evaluatie van de productiecontrole in de fabriek.
1.4. Systeem 3
De fabrikant voert de productiecontrole in de fabriek uit.
Het aangemelde laboratorium beoordeelt de prestaties op basis van tests (op basis van bemonstering door de fabrikant), berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van het bouwproduct.
1.5. Systeem 4
De fabrikant voert het volgende uit:
een beoordeling van de prestaties van het bouwproduct op basis van tests, berekening, getabelleerde waarden of een beschrijvende documentatie van dat product;
de productiecontrole in de fabriek.
Er zijn geen taken waarvoor een beroep moet worden gedaan op aangemelde instanties.
1.6. Bouwproducten waarvoor een Europese technische beoordeling is afgegeven
Aangemelde instanties die taken in het kader van de systemen 1+, 1 en 3 uitvoeren, alsook fabrikanten die taken in het kader van de systemen 2+ en 4 uitvoeren, dienen de voor het bouwproduct in kwestie afgegeven Europese technische beoordeling te beschouwen als de beoordeling van de prestaties van dat product. Aangemelde instanties en fabrikanten voeren bijgevolg niet de taken uit die zijn vermeld in respectievelijk punt 1.1, onder b), i), punt 1.2, onder b), i), punt 1.3, onder a), i), punt 1.4, onder b), en punt 1.5, onder a), i).
2. INSTANTIES DIE BETROKKEN ZIJN BIJ DE BEOORDELING EN VERIFICATIE VAN DE PRESTATIEBESTENDIGHEID
De aangemelde instanties die bij de beoordeling en verificatie van de bestendigheid van de prestaties van bouwproducten betrokken zijn, kunnen op grond van hun taken als volgt worden ingedeeld:
productcertificatie-instantie: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de prestatiebestendigheid te certificeren;
certificatie-instantie voor productiecontrole in de fabriek: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de productiecontrole in de fabriek te certificeren;
laboratorium: een instantie die overeenkomstig hoofdstuk VII is aangemeld om de prestaties van bouwproducten te meten, te onderzoeken, te testen, te berekenen of op andere wijze te beoordelen.
3. HORIZONTALE AANMELDINGEN: GEVALLEN VAN ESSENTIËLE KENMERKEN WAARIN NIET NAAR EEN TOEPASSELIJKE GEHARMONISEERDE TECHNISCHE SPECIFICATIE HOEFT TE WORDEN VERWEZEN
Brandgedrag.
Brandwerendheid.
Gedrag bij een brand vanaf de buitenzijde.
Akoestische prestaties.
Gevaren door emissie van gevaarlijke stoffen.
( 1 ) PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36.
( 2 ) PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.
( 3 ) PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.
( 4 ) PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1.
( 5 ) PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2.
( 6 ) PB L 136 van 31.5.1999, blz. 1.