Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02009R0480-20180408

    Consolidated text: Verordening (EG, Euratom ) n r. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 tot instelling van een Garantiefonds (Gecodificeerde versie)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/480/2018-04-08

    02009R0480 — NL — 08.04.2018 — 001.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 480/2009 VAN DE RAAD

    van 25 mei 2009

    tot instelling van een Garantiefonds

    (Gecodificeerde versie)

    (PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    VERORDENING (EU) 2018/409 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 maart 2018

      L 76

    1

    19.3.2018




    ▼B

    VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 480/2009 VAN DE RAAD

    van 25 mei 2009

    tot instelling van een Garantiefonds

    (Gecodificeerde versie)



    Artikel 1

    Er wordt een Garantiefonds ingesteld, hierna „het Fonds” genoemd, waarvan de middelen bestemd zijn voor het uitbetalen van de crediteuren van de Gemeenschappen indien de nemer van een door de Gemeenschappen toegekende of gegarandeerde lening, of de houder van een door de Europese Investeringsbank, hierna „de EIB” genoemd, verstrekte leninggarantie die door de Gemeenschappen is gegarandeerd, in gebreke blijft.

    De in de eerste alinea bedoelde leningen en garanties, hierna „operaties” genoemd, komen een derde land ten goede of dienen ter financiering van projecten in derde landen.

    Alle operaties ten gunste van een derde land of ter financiering van projecten in een derde land vallen buiten het toepassingsgebied van deze verordening vanaf de datum waarop dat land tot de Europese Unie toetreedt.

    Artikel 2

    Het Fonds ontvangt zijn middelen uit:

     één jaarlijkse overmaking uit de algemene begroting van de Europese Unie, overeenkomstig de artikelen 5 en 6;

     rente over de belegging van de beschikbare middelen van het Fonds;

     nabetalingen door in gebreke gebleven debiteuren, voor zover het Fonds de garantie heeft gehonoreerd;

    ▼M1

     inkomsten uit risicopremies die zijn gegenereerd in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB die door de Unie tegen een vergoeding worden gegarandeerd.

    ▼B

    Artikel 3

    De middelen van het Fonds moeten een voldoende hoog niveau bereiken, hierna „streefbedrag” genoemd.

    Het streefbedrag wordt vastgesteld op 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen van de Gemeenschappen die voortvloeien uit elke operatie, vermeerderd met de verschuldigde en niet-betaalde intresten.

    ▼M1

    Indien het bedrag van het Fonds het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen van de Unie met meer dan 10 % overschrijdt, wordt het surplus naar de algemene begroting van de Europese Unie teruggeboekt. Dat surplus wordt in één enkele transactie naar een speciaal begrotingsonderdeel in de staat van ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie van het jaar n + 1 teruggeboekt, op basis van het verschil aan het einde van het jaar n – 1 tussen het bedrag van 10 % van het totale uitstaande bedrag in hoofdsom van de verplichtingen van de Unie en de waarde van de netto-activa van het Fonds, zoals berekend aan het begin van het jaar n.

    ▼B

    Artikel 4

    Na de toetreding van een nieuwe lidstaat tot de Europese Unie wordt het streefbedrag verminderd met een bedrag dat op basis van de in artikel 1, derde alinea, bedoelde operaties wordt berekend.

    Om de omvang van de vermindering te berekenen, wordt het op de toetredingsdatum geldende percentage als bedoeld in artikel 3, tweede alinea, toegepast op het bedrag van de bedoelde operaties die op die datum nog uitstaan.

    Het surplus wordt teruggeboekt naar een specifiek begrotingsonderdeel in de staat van ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie.

    Artikel 5

    Aan het begin van het jaar „n” wordt het verschil berekend tussen het streefbedrag en de waarde van de netto-activa van het Fonds aan het einde van het jaar „n-1”. Het vereiste voorzieningsbedrag wordt in het jaar „n + 1” in één enkele transactie uit de algemene begroting van de Europese Unie aan het Fonds overgemaakt.

    Artikel 6

    1.  Indien, als gevolg van een of meer wanbetalingen, tijdens het jaar „n-1” een bedrag van meer dan 100 miljoen EUR vereist is voor het honoreren van garanties, wordt het deel van het bedrag dat hoger is dan 100 miljoen EUR vanaf het jaar „n + 1” en in de daaropvolgende jaren in jaarlijkse tranches aan het Fonds overgemaakt totdat het volledig is teruggestort (afvlakkingsmechanisme). De omvang van de jaarlijkse tranche is het kleinste van de volgende twee bedragen:

     100 miljoen EUR, of

     het resterende verschuldigde bedrag volgens het afvlakkingsmechanisme.

    Alle bedragen, voortvloeiende uit het honoreren van garanties in de jaren voorafgaande aan het jaar „n-1”, die nog niet geheel volgens het afvlakkingsmechanisme zijn teruggestort, worden terugbetaald voordat het afvlakkingsmechanisme voor wanbetalingen die zich in het jaar „n-1” of in de daarop volgende jaren voordoen, in werking treedt. Deze restbedragen zullen in mindering worden gebracht op het maximumbedrag dat jaarlijks op de algemene begroting van de Europese Unie kan worden verhaald, totdat het bedrag volledig aan het Fonds is terugbetaald.

    2.  De op dit afvlakkingsmechanisme gebaseerde berekeningen staan los van de in artikel 3, derde alinea, en artikel 5 bedoelde berekeningen. Dit neemt evenwel niet weg dat zij samen in één jaarlijkse overdracht resulteren. Voor het uitvoeren van de berekeningen overeenkomstig de artikelen 3 en 5 worden de krachtens dit afvlakkingsmechanisme uit de algemene begroting van de Europese Unie over te maken bedragen als netto-activa van het Fonds behandeld.

    3.  Indien de middelen van het Fonds ten gevolge van het honoreren van garanties wegens een of meer aanzienlijke wanbetalingen dalen tot minder dan 80 % van het streefbedrag, stelt de Commissie de begrotingsautoriteit daarvan in kennis.

    4.  Indien de middelen van het Fonds ten gevolge van het honoreren van garanties wegens een of meer aanzienlijke wanbetalingen dalen tot minder dan 70 % van het streefbedrag, dient de Commissie een verslag in over de uitzonderingsmaatregelen die eventueel vereist zijn om het Fonds weer aan te vullen.

    ▼M1

    Artikel 7

    De Commissie belast het EIB met het financiële beheer van het Fonds.

    Uiterlijk op 30 juni 2019 dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een onafhankelijke externe evaluatie in over de voor- en nadelen van het belasten van de Commissie, de EIB, of een combinatie van beide, met het financieel beheer van de activa van het Fonds en van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling, rekening houdend met de relevante technische en institutionele criteria die worden gehanteerd bij het vergelijken van vermogensbeheersdiensten, met inbegrip van de technische infrastructuur, een vergelijking van de kosten voor de verleende diensten, de institutionele structuur, verslaglegging, prestaties, verantwoordingsplicht en de deskundigheid van elke instelling en de overige mandaten voor het beheren van activa voor de algemene begroting van de Europese Unie. Waar passend gaat de evaluatie vergezeld van een wetgevingsvoorstel.

    Artikel 8

    De Commissie zendt het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer uiterlijk op 31 mei van elk jaar een jaarverslag toe over het beheer van het Fonds tijdens het voorgaande kalenderjaar. Het jaarverslag bevat een overzicht van de financiële positie en informatie over het functioneren van het Fonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar, de financiële stromen alsmede de belangrijke transacties en alle relevante informatie over de financiële rekeningen, zoals gedetailleerde informatie over uitstaande bedragen in hoofdsom van gegarandeerde leningen of de activa van het Fonds tijdens het voorgaande kalenderjaar, naast conclusies en getrokken lering. Het verslag bevat tevens informatie over het financieel beheer, de prestaties en het risico van het Fonds aan het eind van het vorige kalenderjaar. Vanaf 2019 en vervolgens om de drie jaar bevat het daarnaast een evaluatie van de toereikendheid van het in artikel 3, tweede alinea, bedoelde streefbedrag van 9 % en de in artikel 3, derde alinea, bedoelde drempel van 10 % voor het Fonds.

    ▼B

    Artikel 9

    De jaarrekening en de financiële balans van het Fonds worden gevoegd bij de jaarrekening en de financiële balans van de Gemeenschappen.

    Artikel 10

    Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE I

    Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan



    Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad

    (PB L 293 van 12.11.1994, blz. 1)

    Verordening (EG, Euratom) nr. 1149/1999 van de Raad

    (PB L 139 van 2.6.1999, blz. 1)

    Verordening (EG, Euratom) nr. 2273/2004 van de Raad

    (PB L 396 van 31.12.2004, blz. 28)

    Verordening (EG, Euratom) nr. 89/2007 van de Raad

    (PB L 22 van 31.1.2007, blz. 1)




    BIJLAGE II



    Concordantietabel

    Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94

    De onderhavige verordening

    Artikelen 1, 2 en 3

    Artikelen 1, 2 en 3

    Artikel 3 bis

    Artikel 4

    Artikel 4

    Artikel 5

    Artikel 5

    Artikel 6

    Artikel 6

    Artikel 7

    Artikel 7

    Artikel 8

    Artikel 8

    Artikel 9

    Artikel 9

    Artikel 10

    Artikel 10, eerste alinea

    Artikel 11

    Artikel 10, tweede alinea

    Bijlage I

    Bijlage II

    Top