Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02005R1459-20150624

    Consolidated text: Verordening (EG) n r. 1459/2005 van de Commissie van 8 september 2005 tot wijziging van de toelatingsvoorwaarden voor een aantal toevoegingsmiddelen van de groep sporenelementen in diervoeders (Voor de EER relevante tekst)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/1459/2015-06-24

    2005R1459 — NL — 24.06.2015 — 001.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    VERORDENING (EG) Nr. 1459/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 8 september 2005

    tot wijziging van de toelatingsvoorwaarden voor een aantal toevoegingsmiddelen van de groep sporenelementen in diervoeders

    (Voor de EER relevante tekst)

    (PB L 233 van 9.9.2005, blz. 8)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

    ►M1

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/861 VAN DE COMMISSIE van 3 juni 2015

      L 137

    1

    4.6.2015




    ▼B

    VERORDENING (EG) Nr. 1459/2005 VAN DE COMMISSIE

    van 8 september 2005

    tot wijziging van de toelatingsvoorwaarden voor een aantal toevoegingsmiddelen van de groep sporenelementen in diervoeders

    (Voor de EER relevante tekst)



    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding ( 1 ), en met name op artikel 13, lid 2, derde zin,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verscheidene jodiumzouten, toevoegingsmiddelen die tot de groep „Sporenelementen” behoren, zijn toegelaten bij Richtlijn 70/524/EEG van de Raad ( 2 ), gewijzigd bij Richtlijn 96/7/EG van de Commissie ( 3 ). Die additieven zijn op grond van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaande producten aangemeld en worden onderworpen aan de krachtens dat artikel vereiste controles en procedures.

    (2)

    Voor het sporenelement jodium in diervoeders geldt momenteel een maximumgehalte van 4 ppm voor paardachtigen, 20 ppm voor vissen en 10 ppm voor andere diersoorten en -categorieën.

    (3)

    Verordening (EG) nr. 1831/2003 biedt de mogelijkheid om de vergunning voor een toevoegingsmiddel te wijzigen ingevolge een advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) over de vraag of het toevoegingsmiddel nog steeds aan de voorwaarden van die verordening voldoet.

    (4)

    De Commissie heeft de EFSA verzocht de fysiologische behoeften van de verschillende in Richtlijn 70/524/EEG genoemde diersoorten aan jodium te evalueren en advies uit te brengen over de mogelijke schadelijke effecten van jodium op de gezondheid van mens en dier of op het milieu bij gebruik in de momenteel toegestane concentraties. Naar aanleiding van dat verzoek heeft de EFSA op 25 januari 2005 een advies uitgebracht over het gebruik van jodium in diervoeders.

    (5)

    De EFSA concludeert in haar advies dat volgens de modelberekeningen met het meest pessimistische scenario voor melk en eieren met het huidige maximumgehalte aan jodium in diervoeders de bovengrens voor volwassenen en jongeren kan worden overschreden.

    (6)

    Daarom moet het maximumgehalte aan jodium in diervoeders voor deze twee productietypen, dus voor melkkoeien en legkippen, worden verlaagd om de kans op nadelige gevolgen voor de menselijke gezondheid te verkleinen.

    (7)

    Er moet worden voorzien in een overgangsperiode van twaalf maanden voor het opmaken van de bestaande voorraden diervoeders volgens de vroegere voorwaarden die zijn vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG.

    (8)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:



    Artikel 1

    Onverminderd de overige toelatingsvoorwaarden voor de toevoegingsmiddelen die vermeld staan onder E 2 Jodium-I, behorende tot de groep „Sporenelementen”, in Richtlijn 70/524/EEG worden de maximumgehalten van het element in mg/kg volledig diervoeder vervangen door de in de bijlage vermelde maximumgehalten.

    Artikel 2

    1.  Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2.  Deze verordening is van toepassing met ingang van twaalf maanden na de datum van haar bekendmaking.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.




    BIJLAGE



    EG-nr.

    Element

    Toevoegingsmiddel

    Chemische formule en beschrijving

    Maximumgehalte van het element in mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

    Andere bepalingen

    Duur van de vergunning

    E2

    Jodium-I

    Calciumjodaat-hexahydraat

    Ca(IO3)2 . 6H2O

    Paardachtigen: 4 (totaal)

    Melkkoeien en legkippen: 5 (totaal)

    Vissen: 20 (totaal)

    Andere diersoorten of -categorieën: 10 (totaal)

    Onbeperkt

    ►M1  Calciumjodaat, watervrij

    Ca(IO3)2  ◄

    Natriumjodide

    NaI

    ►M1  Kaliumjodide

    KI ◄



    ( 1 ) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 8).

    ( 2 ) PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1. Verordening ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

    ( 3 ) PB L 51 van 1.3.1996, blz. 45.

    Top