Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 01964A1229(01)-20040501

    Consolidated text: Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en Turkije (64/733/EEG)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/1964/732/2004-05-01

    Geconsolideerde TEKST: 21964A1229(01) — NL — 01.05.2004

    1964A1229 — NL — 01.05.2004 — 001.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    OVEREENKOMST

    waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije

    (64/733/EEG)

    (PB P 217, 29.12.1964, p.3687)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

    ►M1

    Aanvullend protocol 

      L 293

    4

    29.12.1972

    ►M2

    Financieel Protocol 

      L 293

    57

    29.12.1972

    ►M3

    Akkoord betreffende de Produkten die onder de bevoegdheid vallen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

      L 293

    63

    29.12.1972

    ►M4

    Briefwisseling betreffende de wijziging van artikel 7 van bijlage 6 van het aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkijë

      L 34

    8

    7.2.1974

    ►M5

    Complementair protocol bij de Associatieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije in verband met de toetreding van nieuwe Lid-Staten tot de Gemeenschap

      L 361

    2

    31.12.1977

    ►M6

    Complementair protocol betreffende de produkten welke onder de bevoegdheid vallen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

      L 361

    187

    31.12.1977

    ►M7

    Complementair protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije

      L 53

    91

    27.2.1988

    ►M8

    Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije naar aanleiding van de uitbreiding van de Europese Unie

      L 254

    58

    30.9.2005




    ▼B

    OVEREENKOMST

    waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije

    (64/733/EEG)

    TEKST VAN DE OVEREENKOMST

    PROTOCOLLEN

    INHOUD

    Preambule

    Titel I: De beginselen

    Titel II: Tenuitvoerlegging van de overgangsfase

    Hoofdstuk 1: Douane-unie

    Hoofdstuk 2: Landbouw

    Hoofdstuk 3: Andere bepalingen van economische aard

    Titel III: Algemene en slotbepalingen

    Protocol no. 1: Voorlopig Protocol

    Protocol no. 2: Financieel Protocol



    PREAMBULE

    Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

    De President van de Bondsrepubliek Duitsland,

    De President van de Franse Republiek,

    De President van de Italiaanse Republiek,

    Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg,

    Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

    en de Raad van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ,

    enerzijds, en

    de President van de Republiek Turkije,

    anderzijds,

    Vastberaden, steeds hechtere banden tot stand te brengen tussen het Turkse volk en de in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ verenigde volkeren;

    Vastbesloten, de voortdurende verbetering van de levensomstandigheden in Turkije en in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ te verzekeren door een versnelde economische vooruitgang en een harmonische uitbreiding van het handelsverkeer, en het verschil in niveau tussen de economie van Turkije en die van de Lid-Staten der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ te verkleinen;

    Rekening houdende met de bijzondere vraagstukken die de ontwikkeling van de Turkse economie opwerpt en met de noodzaak Turkije gedurende een bepaalde periode economische hulp te verlenen;

    Erkennende, dat de steun van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ bij het streven van het Turkse volk naar verbetering van zijn levensstandaard in een later stadium de toetreding van Turkije tot de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ zal vergemakkelijken;

    Vastbesloten, de waarborgen voor vrede en vrijheid te versterken door het gemeenschappelijk nastreven van het ideaal dat ten grondslag ligt aan het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ,

    Hebben besloten een overeenkomst aan te gaan, waarbij, overeenkomstig artikel 238 van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , een associatie tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije tot stand wordt gebracht; en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

    ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN:

    De heer Paul-Henri Spaak, Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken

    DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND:

    De heer Gerhard Schröder, Minister van Buitenlandse Zaken

    DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK:

    De heer Maurice Couve de Murville, Minister van Buitenlandse Zaken

    DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK:

    De heer Emilio Colombo, Minister van de Schatkist

    HARE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOGIN VAN LUXEMBURG:

    De heer Eugène Schaus, Vice-Premier en Minister van Buitenlandse Zaken

    HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN:

    De heer Joseph M.A.H. Luns, Minister van Buitenlandse Zaken

    DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP:

    De heer Joseph M.A.H. Luns, Fungerend Voorzitter van de Raad der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Minister van Buitenlandse Zaken van Nederland

    DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE:

    De heer Feridun Cemal Erkin, Minister van Buitenlandse Zaken

    die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

    OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT:



    TITEL I

    DE BEGINSELEN

    Artikel 1

    Bij deze Overeenkomst wordt een associatie tot stand gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    Artikel 2

    1.  De Overeenkomst heeft ten doel de gestadige en evenwichtige versterking van de commerciële en economische betrekkingen tussen de Partijen te bevorderen, met volledige inachtneming van de noodzaak de versnelde ontwikkeling van de economie van Turkije en de verruiming van de werkgelegenheid en de verbetering der levensomstandigheden van het Turkse volk te verzekeren.

    2.  Ten einde de in het voorgaande lid genoemde doelstellingen te verwezenlijken, wordt in de geleidelijke totstandbrenging van een douane-unie voorzien, volgens de in de artikelen 3, 4 en 5 vermelde voorwaarden en uitvoeringsbepalingen.

    3.  De associatie omvat:

    a) een voorbereidende fase;

    b) een overgangsfase;

    c) een definitieve fase.

    Artikel 3

    1.  Tijdens de voorbereidende fase versterkt Turkije zijn economie met steun van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ten einde de verplichtingen op zich te kunnen nemen die tijdens de overgangsfase en de definitieve fase op dit land zullen rusten.

    De uitvoeringsbepalingen met betrekking tot deze voorbereidende fase, en met name betreffende de steun van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , zijn omschreven in het Voorlopige Protocol en in het Financiële Protocol, die aan de Overeenkomst zijn gehecht.

    2.  De voorbereidende fase duurt vijf jaar, behoudens verlenging volgens de in het Voorlopige Protocol vastgestelde uitvoeringsbepalingen.

    De overgang naar de overgangsfase vindt plaats onder de voorwaarden en volgens de bepalingen, als vastgesteld in artikel 1 van het Voorlopige Protocol.

    Artikel 4

    1.  Gedurende de overgangsfase dragen de Overeenkomstsluitende Partijen op de grondslag van wederkerige en tegen elkaar opwegende verplichtingen zorg voor:

     het geleidelijk tot stand brengen van een douane-unie tussen Turkije en de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ;

     het nader tot elkaar brengen van het economische beleid van Turkije en dat van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , ten einde de goede werking van de associatie en de ontwikkeling van de hiertoe benodigde gemeenschappelijke maatregelen te verzekeren.

    2.  De duur van deze fase mag niet langer zijn dan twaalf jaar, behoudens uitzonderingen die in onderling overleg kunnen worden vastgesteld. Deze uitzonderingen mogen geen beletsel vormen voor het voltooien van de douane-unie binnen een redelijke termijn.

    Artikel 5

    De definitieve fase is gegrondvest op de douane-unie en houdt de versterking in van de coördinatie van het economische beleid der Overeenkomstsluitende Partijen.

    Artikel 6

    Ten einde de toepassing en de geleidelijke ontwikkeling van de associatieregeling te verzekeren, verenigen de Overeenkomstsluitende Partijen zich in een Associatieraad, die handelt binnen de grenzen van de hem door de Overeenkomst verleende bevoegdheden.

    Artikel 7

    De Overeenkomstsluitende Partijen nemen alle algemene of bijzondere maatregelen die geschikt zijn om de nakoming van de uit de Overeenkomst voortvloeiende verplichtingen te verzekeren.

    Zij onthouden zich van alle maatregelen die de verwezenlijking van de doelstellingen der Overeenkomst in gevaar kunnen brengen.



    TITEL II

    TENUITVOERLEGGING VAN DE OVERGANGSFASE

    Artikel 8

    Ten einde de in artikel 4 genoemde doelstellingen te verwezenlijken, stelt de Associatieraad voor de aanvang van de overgangsfase, en volgens de in artikel 1 van het Voorlopige Protocol vermelde procedure, de voorwaarden van, de wijze waarop en het ritme voor de tenuitvoerlegging van de bepalingen vast betreffende de in het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ bedoelde onderwerpen die in aanmerking genomen moeten worden, met name die welke zijn bedoeld in deze Titel, alsmede elke vrijwaringsclausule die dienstig zou kunnen blijken.

    Artikel 9

    De Overeenkomstsluitende Partijen erkennen, dat binnen de werkingssfeer van de Overeenkomst, en onverminderd de bijzondere bepalingen die krachtens artikel 8 zouden kunnen worden vastgesteld, elke discriminatie uit hoofde van nationaliteit is verboden, overeenkomstig het in artikel 7 van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ vermelde beginsel.



    Hoofdstuk 1

    Douane-unie

    Artikel 10

    1.  De in artikel 2, lid 2, van de Overeenkomst bedoelde douane-unie strekt zich uit over het gehele goederenverkeer.

    2.  De douane-unie houdt in:

     het verbod tussen de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije, bij invoer en bij uitvoer, van douanerechten, van heffingen van gelijke werking en van kwantitatieve beperkingen, alsmede van alle andere maatregelen van gelijke werking, die ten doel hebben aan de nationale produktie een bescherming te verlenen, die in strijd is met de doelstellingen van de Overeenkomst;

     het aanvaarden, in de betrekkingen van Turkije met derde landen, van het gemeenschappelijk douanetarief van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , alsmede een aanpassing aan de overige door de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op het gebied van de buitenlandse handel toegepaste regelingen.



    Hoofdstuk 2

    Landbouw

    Artikel 11

    1.  De associatieregeling omvat mede de landbouw en de handel in landbouwprodukten, volgens bijzondere bepalingen, waarbij rekening wordt gehouden met het gemeenschappelijk landbouwbeleid van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .

    2.  Onder landbouwprodukten wordt verstaan de produkten vermeld in de lijst die als Bijlage II aan het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ is gehecht, zoals deze thans is aangevuld krachtens artikel 38, lid 3, van genoemd Verdrag.



    Hoofdstuk 3

    Andere bepalingen van economische aard

    Artikel 12

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen zich te laten leiden door de artikelen-48, 49 en 50 van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , ten einde onderling geleidelijk het vrije verkeer van werknemers tot stand te brengen.

    Artikel 13

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen zich te laten leiden door de artikelen 52 tot en met 56 en door artikel 58 van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , ten einde onderling de beperkingen van de vrijheid van vestiging op te heffen.

    Artikel 14

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen zich te laten leiden door de artikelen 55, 56 en 58 tot en met 65 van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , ten einde onderling de beperkingen van het vrij verrichten van diensten op te heffen.

    Artikel 15

    De voorwaarden waaronder, en de wijze waarop de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , en de besluiten, genomen krachtens deze bepalingen met betrekking tot het vervoer, tot Turkije worden uitgebreid, zullen worden vastgesteld met inachtneming van de aardrijkskundige ligging van Turkije.

    Artikel 16

    De Overeenkomstsluitende Partijen erkennen dat de beginselen neergelegd in de bepalingen betreffende de mededinging, het belastingwezen en de aanpassing van de wetgevingen, vervat in Titel I van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , in hun associatiebetrekkingen dienen te worden toegepast.

    Artikel 17

    Elke Staat die Partij is bij de Overeenkomst voert het economische beleid dat noodzakelijk is om het evenwicht van zijn betalingsbalans in haar geheel te verzekeren en het vertrouwen in zijn valuta te handhaven, en draagt daarbij tevens zorg voor een voortdurende en evenwichtige groei van zijn economie bij een stabiel prijspeil.

    Hij voert die conjunctuurpolitiek, en met name dat financiële en monetaire beleid, die het mogelijk maken deze doelstellingen te verwezenlijken.

    Artikel 18

    Elke Staat die Partij is bij de Overeenkomst voert inzake de wisselkoers een politiek waardoor de verwezenlijking van de doelstellingen van de associatie verzekerd kan worden.

    Artikel 19

    De Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije staan in de valuta van het land, waarin de schuldeiser of de begunstigden verblijf houden, de betalingen of overmakingen toe die betrekking hebben op het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer, alsmede de overmaking van kapitaal en lonen, voor zover het goederen-, diensten-, kapitaal- en personenverkeer tussen de Lid-Staten en Turkije krachtens de Overeenkomst is vrijgemaakt.

    Artikel 20

    De Overeenkomstsluitende Partijen plegen met elkaar overleg ten einde tussen de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije het kapitaalverkeer, dat de verwezenlijking van de doelstellingen van de Overeenkomst bevordert, te vergemakkelijken.

    Zij streven ernaar, te zoeken naar alle middelen ter bevordering van de investeringen in Turkije van kapitaal uit de landen van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , die tot de ontwikkeling van de Turkse economie kunnen bijdragen.

    De ingezetenen van elke Lid-Staat kunnen aanspraak maken op alle voordelen, met name wat betreft de deviezen en op fiscaal gebied, die ten aanzien van buitenlands kapitaal door Turkije aan een andere Lid-Staat of aan een derde land worden toegekend.

    Artikel 21

    De. Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen een procedure van overleg uit te werken, ten einde de coördinatie van hun handelspolitiek ten opzichte van derde landen en het in acht nemen van hun wederzijdse belangen op dit gebied te verzekeren, onder andere ingeval derde landen op een later tijdstip tot de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ toetreden of zich met haar associëren.



    TITEL III

    ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 22

    1.  Voor de verwezenlijking van de in de Overeenkomst vermelde doelstellingen en in de in de Overeenkomst bedoelde gevallen is de Associatieraad bevoegd tot het nemen van besluiten. Ieder der beide Partijen is verplicht de maatregelen te nemen, nodig voor de tenuitvoerlegging van de genomen besluiten. De Associatieraad kan eveneens dienstige aanbevelingen doen.

    2.  De Associatieraad onderwerpt op gezette tijden de resultaten van de associatieregeling aan een onderzoek en houdt daarbij rekening met de doelstellingen van de Overeenkomst. Gedurende de voorbereidende fase is dit onderzoek evenwel beperkt tot een gedacht en wisseling.

    3.  Bij de aanvang van de overgangsfase neemt de Associatieraad de passende besluiten ingeval een gemeenschappelijk optreden van de Overeenkomstsluitende Partijen noodzakelijk blijkt om bij de uitvoering van de associatieregeling een van de doelstellingen van de Overeenkomst te bereiken, zonder dat in de Overeenkomst de bevoegdheid tot optreden is gegeven, die daartoe vereist is.

    Artikel 23

    De Associatieraad bestaat enerzijds uit leden van de Regeringen der Lid-Staten, van de Raad en van de Commissie der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en anderzijds uit leden van de Turkse Regering.

    De leden van de Associatieraad kunnen zich doen vertegenwoordigen volgens de bepalingen van het reglement van orde.

    De Associatieraad spreekt zich uit met eenparigheid van stemmen.

    Artikel 24

    Het voorzitterschap van de Associatieraad wordt bij toerbeurt voor de tijd van zes maanden uitgeoefend door een vertegenwoordiger van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en een vertegenwoordiger van Turkije. De duur van het eerste voorzitterschap kan bij besluit van de Associatieraad worden verkort.

    De Associatieraad stelt zijn reglement van orde vast.

    De Associatieraad kan besluiten ieder comité in te stellen dat hem kan bijstaan bij de vervulling van zijn taak, en met name een comité dat zorg draagt voor de voortdurende samenwerking die noodzakelijk is voor de goede werking van de Overeenkomst.

    De Associatieraad stelt de taak en de bevoegdheden van deze comités vast.

    Artikel 25

    1.  Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan aan de Associatieraad elk geschil voorleggen inzake de toepassing of uitlegging van de Overeenkomst, dat de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , een Lid-Staat van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of Turkije betreft.

    2.  De Associatieraad kan het geschil beslechten door middel van een beslissing; hij kan eveneens besluiten het geschil voor te leggen aan het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen of aan elke andere bestaande rechterlijke instantie.

    3.  Iedere Partij is verplicht de maatregelen te nemen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de beslissing of de uitspraak.

    4.  De Associatieraad stelt, overeenkomstig artikel 8 van de Overeenkomst, de bepalingen vast van een scheidsrechterlijke procedure of van elke andere gerechtelijke procedure waarvan de Overeenkomstsluitende Partijen gedurende de overgangsfase en de definitieve fase gebruik zullen kunnen maken, ingeval het geschil niet overeenkomstig lid 2 van dit artikel beslecht kan worden.

    Artikel 26

    De bepalingen van de Overeenkomst zijn niet van toepassing op produkten die onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen.

    Artikel 27

    De Associatieraad neemt alle dienstige maatregelen ten einde de samenwerking en de nodige contacten tussen het Europese Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en de andere organen van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , enerzijds, en het Turkse Parlement en de overeenkomstige organen van Turkije, anderzijds, te vergemakkelijken.

    Tijdens de voorbereidende fase zijn deze contacten evenwel beperkt tot betrekkingen tussen het Europese Parlement en het Turkse Parlement.

    Artikel 28

    Wanneer de werking van de Overeenkomst het toelaat de algehele aanvaarding door Turkije van de uit het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ voortvloeiende verplichtingen te overwegen, onderzoeken de Overeenkomstsluitende Partijen de mogelijkheid van een toetreding van Turkije tot de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .

    ▼M8

    Artikel 29

    De overeenkomst is van toepassing op het gebied waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, op de in dat Verdrag neergelegde voorwaarden, en op het grondgebied van de Republiek Turkije.

    ▼B

    Artikel 30

    De Protocollen, die ingevolge tussen de Overeenkomstsluitende Partijen bereikte overeenstemming aan de Overeenkomst zijn gehecht, maken een integrerend deel daarvan uit.

    Artikel 31

    De Overeenkomst dient door de ondertekenende Staten te worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke voorschriften en, wat de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ betreft, rechtsgeldig te worden gesloten bij een besluit van de Raad, genomen overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , dat ter kennis wordt gebracht van de Partijen bij de Overeenkomst.

    De boven bedoelde akten van bekrachtiging en akte van kennisgeving van sluiting worden te Brussel uitgewisseld.

    Artikel 32

    De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging en van de akte van kennisgeving, genoemd in artikel 31.

    Artikel 33

    De Overeenkomst is opgesteld in twee exemplaren, in de Duitse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Turkse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    PROTOCOL No. 1

    Voorlopig Protocol



    DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

    Zich bewust van het belang, in het bijzonder tijdens de voorbereidende fase, van de uitvoer van tabak, rozijnen en krenten, gedroogde vijgen en hazelnoten voor de Turkse economie;

    Verlangende het Voorlopige Protocol vast te stellen, vermeld in artikel 3 van de Associatieovereenkomst,

    HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT over de volgende bepalingen:



    Artikel 1

    1.  Vier jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst onderzoekt de Associatieraad, of hij, rekening houdend met de economische toestand van Turkije, in de vorm van een Aanvullend Protocol, de bepalingen betreffende de voorwaarden van, de wijze waarop en het ritme voor de verwezenlijking der in artikel 4 van de Associatieovereenkomst vermelde overgangsfase kan vaststellen.

    Dit Aanvullende Protocol wordt door de Overeenkomstsluitende Partijen ondertekend en het treedt in werking, nadat de in elk der betrokken landen vereiste grondwettelijke procedures zijn voltooid.

    2.  Indien men het Aanvullende Protocol aan het einde van het vijfde jaar niet heeft kunnen vaststellen, wordt opnieuw de in lid 1 vermelde procedure ingeleid na een door de Associatieraad te bepalen termijn die niet langer mag duren dan drie jaar.

    3.  De bepalingen van dit Protocol blijven van toepassing tot de inwerkingtreding van het Aanvullende Protocol, en uiterlijk tot het einde van het tiende jaar.

    Ingeval evenwel het Aanvullende Protocol is vastgesteld, maar aan het einde van het tiende jaar niet in werking kan treden, wordt het Voorlopige Protocol verlengd voor een periode van ten hoogste één jaar.

    Ingeval het Aanvullende Protocol aan het einde van het negende jaar niet kan worden vastgesteld, neemt de Associatieraad een besluit met betrekking tot de verdere regeling inzake de voorbereidende fase, die van toepassing is met ingang van het einde van het tiende jaar.

    Artikel 2

    Met ingang van de inwerkingtreding van dit Protocol, openen de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ voor hun invoer van oorsprong en van herkomst uit Turkije, de volgende jaarlijkse tariefcontingenten:

    a)  24.01 — Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak



    Belgisch-Luxemburgse Economische Unie ...

    1 250 ton

    Bondsrepubliek Duitsland ...

    6 600 ton

    Frankrijk ...

    2 550 ton

    Italië ...

    1 500 ton

    Nederland ...

    600 ton

    Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten past elke Lid-Staat een douanerecht toe dat gelijk is aan het recht dat hij toepast op de invoer van dezelfde produkten, in het kader van de door de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op 9 juli 1961 ondertekende Associatie-overeenkomst.

    b)  ex 08.04 — Rozijnen en krenten (in verpakkingen met een inhoud van 15 kilogram of minder)



    Belgisch-Luxemburgse Economische Unie ...

    3 250 ton

    Bondsrepubliek Duitsland ...

    9 750 ton

    Frankrijk ...

    2 800 ton

    Italië ...

    7 700 ton

    Nederland ...

    6 500 ton

    Binnen de grenzen van deze tariefcontingenten past elke Lid-Staat een douanerecht toe dat gelijk is aan het recht dat hij toepast op de invoer van dezelfde produkten, in het kader van de door de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op 9 juli 1961 ondertekende Associatie-overeenkomst.

    c)  ex 08.03 — Gedroogde vijgen (in verpakkingen met een inhoud van 15 kilogram of minder)



    Belgisch-Luxemburgse Economische Unie ...

    840 ton

    Bondsrepubliek Duitsland ...

    5 000 ton

    Frankrijk ...

    7 000 ton

    Nederland ...

    160 ton

    In het kader van deze tariefcontingenten past elke Lid-Staat tot aan het tijdstip van de uiteindelijke aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ aan het gemeenschappelijk douanetarief voor gedroogde vijgen een douanerecht toe dat gelijk is aan het basisrecht in de zin van artikel 14, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , verminderd met de helft der verlagingen die de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ elkaar onderling toekennen.

    Mochten de bepalingen van het Voorlopige Protocol nog van kracht zijn op het tijdstip van de uiteindelijke aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ aan het gemeenschappelijk douanetarief voor gedroogde vijgen, dan neemt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de nodige tariefmaatregelen ten einde voor Turkije commerciële voordelen te behouden die gelijkwaardig zijn aan de voordelen die dit land krachtens het voorgaande lid zijn verzekerd, rekening houdende met artikel 3.

    d)  ex 08.05 — Noten, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld: hazelnoten



    Belgisch-Luxemburgse Economische Unie ...

    540 ton

    Bondsrepubliek Duitsland ...

    14 500 ton

    Frankrijk ...

    1 250 ton

    Nederland ...

    710 ton

    In het kader van dit tariefcontingent past elke Lid-Staat van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ een ad valoremrecht toe van 2,5 %.

    Bovendien gaan de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ voor dit produkt, bij de inwerkingtreding van de Overeenkomst, over tot volledige afschaffing van de intracommunautaire douanerechten en de algehele toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief.

    Artikel 3

    Vanaf het tijdstip van de uiteindelijke aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ aan het gemeenschappelijk douanetarief voor de in artikel 2 genoemde produkten, zal de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ jaarlijks ten behoeve van Turkije tariefcontingenten openen van een omvang die overeenkomt met de totale omvang van de op die datum geopende nationale contingenten. Deze procedure wordt toegepast onverminderd de besluiten die door de Associatieraad krachtens artikel 4 voor het volgende kalenderjaar zijn genomen.

    Met betrekking tot hazelnoten evenwel wordt deze procedure eerst toegepast op het tijdstip waarop voor de drie andere produkten tezamen de aanpassing van de nationale rechten van de Lid-Staten der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ aan het gemeenschappelijk douanetarief tot stand zal zijn gebracht.

    Artikel 4

    Met ingang van het tweede jaar volgende op de inwerkingtreding van de Overeenkomst kan de Associatieraad besluiten tot verruiming van de in de artikelen 2 en 3 bedoelde omvang van de tariefcontingenten. Behoudens een andersluidend besluit van de Associatieraad blijven deze verruimingen behouden. Elke verruiming wordt eerst van kracht met ingang van het daarop volgende kalenderjaar.

    Artikel 5

    Ingeval de datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst niet samenvalt met de aanvang van het kalenderjaar, openen de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , voor het tijdvak lopende van de datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst tot de aanvang van het daarop volgende kalenderjaar, tariefcontingenten van een omvang die overeenkomt met een twaalfde van de in artikel 2 genoemde hoeveelheden voor elke maand die ligt tussen de datum van de inwerkingtreding van de Overeenkomst en de aanvang van het daarop volgende kalenderjaar.

    Met ingang van de inwerkingtreding van de Overeenkomst kan de Associatieraad evenwel de omvang der tariefcontingenten die voortvloeien uit de toepassing van de voorgaande alinea verruimen, ten einde rekening te houden met het seizoenkarakter van de uitvoer der betrokken produkten.

    Artikel 6

    Aan het einde van het derde jaar, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de Overeenkomst, kan de Associatieraad maatregelen treffen die de afzet op de markt van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van andere produkten dan die vermeld in artikel 2 kunnen bevorderen.

    Artikel 7

    Bij de uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid voor tabak, hazelnoten en gedroogde vijgen, neemt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de maatregelen die eventueel noodzakelijk zijn ten einde voor Turkije, rekening houdende met de voor dit gemeenschappelijk landbouwbeleid vastgestelde regeling, uitvoermogelijkheden te behouden die overeenkomen met die welke voor dit land verzekerd zijn krachtens dit Protocol.

    Artikel 8

    Ingeval de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ tariefcontingenten opent voor de in artikel 2 van dit Protocol genoemde produkten, zal Turkije niet minder gunstig behandeld worden met betrekking tot de hoogte van de douanerechten die in het kader van deze tariefcontingenten van toepassing zijn, dan een land dat geen partij is bij de Overeenkomst.

    Artikel 9

    Turkije streeft ernaar de meest gunstige behandeling die het land aan een of meer Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ toekent, op alle Lid-Staten toe te passen.

    Artikel 10

    Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan met ingang van de voorbereidende fase aan de Associatieraad elke moeilijkheid voorleggen betreffende het vestigingsrecht, dienstverlening, vervoer en mededinging. Eventueel kan de Associatieraad tot de Overeenkomstsluitende Partijen elke dienstige aanbeveling richten om deze moeilijkheden uit de weg te ruimen.

    Artikel 11

    Dit Protocol wordt aan de Overeenkomst gehecht.

    PROTOCOL No. 2

    Financieel Protocol



    DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

    Verlangende de versnelde ontwikkeling van de Turkse economie te bevorderen ten einde het nastreven van de doelstellingen der Associatieovereenkomst te vergemakkelijken,

    HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT over de volgende bepalingen:



    Artikel 1

    De Turkse Staat en Turkse ondernemingen kunnen verzoeken om financiering van investeringsprojecten die bijdragen tot verhoging van de produktiviteit der Turkse economie, die de verwezenlijking van de doelstellingen der Overeenkomst bevorderen en die een onderdeel vormen van het Turkse ontwikkelingsplan, indienen bij de Europese Investeringsbank, die hen in kennis stelt van het aan hun verzoeken gegeven gevolg.

    Artikel 2

    Met betrekking tot de verzoeken waarop gunstig is beschikt, geschiedt de financiering door middel van leningen. Het totale bedrag van deze leningen kan 175 miljoen rekeneenheden belopen en vastgelegd worden in de loop van de vijf jaren volgende op de inwerkingtreding van de Overeenkomst.

    Artikel 3

    Op de verzoeken om financiering, die ingediend worden door Turkse ondernemingen, kan slechts gunstig worden beschikt met toestemming van de Turkse Regering.

    Artikel 4

    1.  De leningen worden verstrekt op de grondslag van de economische kenmerken van de projecten tot financiering waarvan zij dienen.

    2.  Aan de leningen, met name betreffende investeringen die een niet onmiddellijk aanwijsbare rentabiliteit hebben en eerst in de loop van de tijd rendabel worden, kunnen bijzondere voorwaarden worden verbonden, zoals verlaagde rentevoet, verlenging van de aflossingstermijn, perioden van vrijstelling van rechten en eventueel andere bijzondere bepalingen betreffende de aflossing waardoor voor Turkije de dienst van deze leningen kan worden vergemakkelijkt.

    3.  Wanneer wordt toegestemd in een lening aan een onderneming of aan een ander lichaam dan de Turkse Staat, is de toekenning van deze lening afhankelijk van de garantie van de Turkse Staat.

    Artikel 5

    1.  De Bank kan de toekenning der leningen afhankelijk stellen van het houden van aanbestedingen of van inschrijvingen. De deelneming aan deze aanbestedingen of aan deze inschrijvingen staat onder gelijke mededinging open voor alle onderdanen of rechtspersonen van Turkije en van de Lid-Staten der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .

    2.  De leningen kunnen worden aangewend voor de dekking van uitgaven voor invoer en uitgaven voor binnenlandse betalingen, indien die uitgaven nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van goedgekeurde investeringsprojecten.

    3.  De Bank ziet erop toe dat de fondsen op de meest rationele wijze en overeenkomstig de doelstellingen van de Overeenkomst worden gebruikt.

    Artikel 6

    Turkije verplicht zich om de debiteuren aan wie deze leningen verstrekt worden, in staat te stellen tot het verkrijgen van de nodige deviezen voor aflossing en rentebetaling op deze leningen.

    Artikel 7

    De in het kader van dit Protocol verleende bijstand voor de tenuitvoerlegging van bepaalde projecten kan de vorm aannemen van deelneming in financieringen waaraan met name derde Staten, internationale financiële instellingen dan wel autoriteiten en instellingen op het gebied van kredietverlening en ontwikkeling van Turkije of van de Lid-Staten der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , deelnemen.

    Artikel 8

    De aan de economische en sociale ontwikkeling van Turkije verleende steun volgens de in de Overeenkomst en in dit Protocol vermelde voorwaarden, vormt een aanvulling op hetgeen door de Turkse Staat wordt verricht.

    Artikel 9

    Dit Protocol wordt aan de Overeenkomst gehecht.

    TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Overeenkomst hebben gesteld.

    Gedaan te Ankara, de twaalfde september negentienhonderd drieënzestig.

    Pour Sa Majesté le Roi des Belges,

    Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

    Paul-Henri SPAAK

    Türkiye Cumhurbaskanı adina,

    Feridun CEMAL ERKIN

    Für den Präsidenten der Bundesrepublik Deutschland,

    Gerhard SCHRÖDER

    Pour le Président de la République française,

    Maurice COUVE de MURVILLE

    Per il Presidente della Repubblica italiana,

    Emilio COLOMBO

    Pour Son Altesse Royale la Grande-Duchesse de Luxembourg,

    Eugène SCHAUS

    Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

    Joseph M. A. H. LUNS

    Im Namen des Rates der ►M8  Europäischen Gemeinschaft ◄ ,

    Pour le Conseil de la ►M8  Communauté européenne ◄ ,

    Per il Consiglio della ►M8  Comunità europea ◄ ,

    Voor de Raad der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ,

    Joseph M. A. H. LUNS

    ▼M1

    AANVULLEND PROTOCOL



    PREAMBULE

    ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN,

    DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

    DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK,

    DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

    ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG,

    HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN,

    en

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN.

    enerzijds, en

    DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE,

    anderzijds,

    OVERWEGENDE dat de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije na de voorbereidende fase een overgangsfase van de Associatie voorschrijft,

    VASTSTELLENDE dat de voorbereidende fase in hoge mate en in overeenstemming met de doelstellingen van de Associatieovereenkomst heeft bijgedragen tot het versterken van de economische betrekkingen in het algemeen, en tot de uitbreiding van het handelsverkeer in het bijzonder, tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije,

    VAN OORDEEL ZIJNDE dat de voorwaarden voor de overgang van de voorbereidende fase naar de overgangsfase zijn vervuld,

    VASTBESLOTEN de bepalingen betreffende de voorwaarden, de wijze en het ritme van de verwezenlijking van de overgangsfase vast te stellen in de vorm van een Aanvullend Protocol,

    OVERWEGENDE dat gedurende de overgangsfase de Overeenkomstsluitende Partijen op de grondslag van wederkerige en tegen elkaar opwegende verplichtingen zorg dragen voor het geleidelijk tot stand brengen van een douane-unie tussen Turkije en de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ alsmede voor het nader tot elkaar brengen van het economisch beleid van Turkije en dat van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , ten einde de goede werking van de Associatie en de ontwikkeling van de hiertoe benodigde gemeenschappelijke maatregelen te verzekeren,

    HEBBEN ALS HUN GEVOLMACHTIGDEN AANGEWEZEN:

    ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN:

    de heer Pierre HARMEL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND:

    de heer Walter SCHEEL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK:

    de heer Maurice SCHUMANN,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK:

    de heer Mario PEDINI,

    Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;

    ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG:

    de heer Gaston THORN,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN:

    de heer J. M. A. H. LUNS,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN:

    de heer Walter SCHEEL,

    Fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen;

    de ser Franco Maria MALFATTI,

    Voorzitter van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

    DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE:

    de heer Isa Abri ÇAGLAYANGÍL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

    omtrent de volgende bepalingen, die aan de Associatieovereenkomst worden gehecht, OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT:



    Artikel 1

    In dit Protocol wordt vastgesteld onder welke voorwaarden, op welke wijze en in welk ritme de overgangsfase ten uitvoer zal worden gelegd, bedoeld in artikel 4 van de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.



    TITEL I

    HET VRIJE VERKEER VAN GOEDEREN

    Artikel 2

    1.  Hoofdstuk I, afdeling I, en hoofdstuk II van deze titel zijn van toepassing:

    a) op in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije voortgebrachte goederen met inbegrip van die, welke geheel of gedeeltelijk zijn vervaardigd met gebruikmaking van producten uit derde landen die zich in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije in het vrije verkeer bevinden;

    b) op goederen uit derde landen die zich in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije in het vrije verkeer bevinden.

    2.  Als zich bevindend in het vrije verkeer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije worden beschouwd: producten uit derde landen waarvoor in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije de invoerformaliteiten zijn verricht en de verschuldigde douanerechten en heffingen van gelijke werking zijn voldaan en waarvoor geen gehele of gedeeltelijke teruggave van die rechten of heffingen is verleend.

    3.  Goederen uit derde landen in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije ingevoerd onder een bijzondere douaneregeling uit hoofde van hun oorsprong of herkomst, kunnen niet worden geacht zich daar in het vrije verkeer te bevinden, wanneer zij weer naar de andere Overeenkomstsluitende Partij worden uitgevoerd. De Associatieraad kan echter onder door hem te bepalen voorwaarden afwijkingen van deze regel vaststellen.

    4.  De leden 1 en 2 zijn slechts van toepassing op de goederen die vanaf de datum van ondertekening van dit Protocol uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of uit Turkije worden uitgevoerd.

    Artikel 3

    1.  Hoofdstuk I, afdeling I, en hoofdstuk II van deze titel zijn eveneens van toepassing op in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of in Turkije vervaardigde goederen waarin producten uit derde landen zijn verwerkt, die zich noch in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ noch in Turkije in het vrije verkeer bevonden. De toepassing ervan op de hierboven bedoelde goederen wordt echter afhankelijk gesteld van een compenserende heffing in het uitvoerland, waarvan de hoogte gelijk is aan een percentage van de rechten van het gemeenschappelijke douanetarief die worden geheven op producten uit derde landen die daarin zijn verwerkt. Dit percentage, dat door de Associatieraad voor elke door hem bepaalde periode wordt vastgesteld, is afhankelijk van de tariefverlaging voor die goederen in het invoerland. De Associatieraad stelt eveneens regels betreffende de compenserende heffing vast, met inachtneming van de regels die vóór 1 juli 1968 in het handelsverkeer tussen de Lidstaten ter zake golden.

    2.  De compenserende heffing wordt evenwel bij uitvoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of uit Turkije niet toegepast op de onder in dit artikel bedoelde omstandigheden vervaardigde goederen, zolang voor de meeste der in de andere Overeenkomstsluitende Partij ingevoerde goederen de verlaging van de douanerechten niet meer dan 20 % bedraagt, met inachtneming van de verschillende ritmen van de tariefverlaging welke in dit Protocol zijn vastgesteld.

    Artikel 4

    Met inachtneming van de door de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ten aanzien van het goederenverkeer tussen de Lidstaten vastgestelde werkwijzen stelt de Associatieraad de wijzen van administratieve samenwerking ter toepassing van de artikelen 2 en 3 vast.

    Artikel 5

    1.  Iedere Overeenkomstsluitende Partij die van oordeel is, dat ongelijkheden die voortvloeien uit de toepassing, hetzij van douanerechten, hetzij van kwantitatieve beperkingen, hetzij van eindige maatregel van gelijke werking bij invoer, alsmede van enige andere handelspolitieke maatregel, een verlegging van het handelsverkeer of economische moeilijkheden op haar grondgebied dreigen mede te brengen, kan zich tot de Associatieraad wenden, die, zo het geval zich voordoet, de methoden aanbeveelt die geschikt zijn om de schade die daaruit kan voortvloeien, te vermijden.

    2.  Wanneer zich een verlegging van het handelsverkeer of economische moeilijkheden voordoen en de betrokken Partij van oordeel is dat deswege onverwijld ingrijpen noodzakelijk is, kan zij zelf de nodige beschermende maatregelen nemen, onder onverwijlde kennisgeving daarvan aan de Associatieraad, die kan beslissen of de betrokken Partij deze maatregelen moet wijzigen of opheffen.

    3.  Bij voorrang moeten die maatregelen worden gekozen, die de werking van de Associatie en met name de normale ontwikkeling van het handelsverkeer het minst verstoren.

    Artikel 6

    Gedurende de overgangsfase brengen de Overeenkomstsluitende Partijen, in de mate waarin zulks voor de goede werking van de Associatie noodzakelijk is, hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op douanegebied nader tot elkaar, met inachtneming van de reeds door de Lidstaten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ter zake bereikte aanpassing.



    HOOFDSTUK I

    DOUANE UNIE



    Afdeling I

    Afschaffing van de douanerechten tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije

    Artikel 7

    1.  De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich ervan, onderling nieuwe in- en uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking in te stellen en de rechten en heffingen die zij op de datum van inwerkingtreding van dit Protocol in hun onderlinge handelsbetrekkingen toepassen, te verhogen.

    2.  De Associatieraad kan de Partijen evenwel machtigen tot het instellen van nieuwe uitvoerrechten of heffingen van gelijke werking, indien zulks noodzakelijk blijkt om de doelstellingen van de Overeenkomst te verwezenlijken.

    Artikel 8

    De tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije bestaande invoerrechten, alsmede de heffingen van gelijke werking, worden geleidelijk afgeschaft overeenkomstig de artikelen 9 tot en met 11.

    Artikel 9

    Bij de inwerkingtreding van dit Protocol schaft de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de douanerechten en heffingen van gelijke werking op de invoer uit Turkije af.

    Artikel 10

    1.  Het recht dat op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk ten opzichte van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ wordt toegepast, vormt voor ieder product het basisrecht waarop de achtereenvolgende verlagingen door Turkije moeten worden toegepast.

    2.  Het ritme van de door Turkije tot stand te brengen verlagingen wordt als volgt bepaald: de eerste verlaging wordt tot stand gebracht bij de inwerkingtreding van dit Protocol. De tweede en derde verlaging worden achtereenvolgens drie en vijf jaar later tot stand gebracht. De vierde en volgende verlagingen hebben jaarlijks plaats, zodat de laatste verlaging plaatsvindt aan het einde van de overgangsperiode.

    3.  Elke verlaging geschiedt door het basisrecht van ieder product met 10 % te verminderen.

    Artikel 11

    In afwijking van artikel 10, lid 2 en 3, schaft Turkije voor de in bijlage nr. 3 opgenomen producten in de loop van een periode van tweeëntwintig jaar geleidelijk de basisrechten ten opzichte van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ p af in het volgende ritme: een verlaging van 5 % van elk recht wordt tot stand gebracht bij de inwerkingtreding van dit Protocol. Drie verdere verlagingen van elk 5 % vinden achtereenvolgens drie, zes en tien jaar later plaats.

    Acht verdere verlagingen van elk 10 % worden tot stand gebracht achtereenvolgens twaalf, dertien, vijftien, zeventien, achttien, twintig, eenentwintig en tweeëntwintig jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol.

    Artikel 12

    1.  Ten einde de ontwikkeling van een nieuwe, bij de inwerkingtreding van dit Protocol niet in Turkije bestaande veredelingsindustrie te beschermen of de uitbreiding van een bestaande veredelingsindustrie waarin het op het betrokken tijdstip in uitvoering zijnde Turkse ontwikkelingsprogramma voorziet, te waarborgen, kan Turkije gedurende de eerste acht jaar van de overgangsfase in bijlage nr. 3 de noodzakelijke wijzigingen aanbrengen, mits:

     deze wijzigingen te zamen niet een, op basis van de cijfers over 1967 berekende, invoerwaarde vertegenwoordigen, die hoger is dan 10 % van de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ tijdens 1967;

     de waarde van de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van alle in bijlage nr. 3 opgenomen producten, nog altijd berekend op basis van de invoercijfers over 1967, niet wordt verhoogd.

    De producten die aan de lijst van bijlage nr. 3 worden toegevoegd, kunnen onmiddellijk worden onderworpen aan de volgens artikel 11 berekende rechten; de producten die ervan worden afgevoerd, worden onmiddellijk onderworpen aan de volgens artikel 10 berekende rechten.

    2.  Turkije stelt de Associatieraad in kennis van de maatregelen die het overeenkomstig bovenstaande bepalingen overweegt te nemen.

    3.  Met hetzelfde doel als bedoeld in lid 1 en voor ten hoogste 10 % van de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ in het jaar 1967, kan de Associatieraad Turkije tijdens de overgangsfase machtigen tot het opnieuw invoeren, het verhogen of het instellen van douanerechten voor de aan de regeling van artikel 10 onderworpen producten.

    Door deze tariefmaatregelen mogen voor elk der posten waarop zij betrekking hebben, de rechten welke worden toegepast op invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , niet hoger komen dan 25 % ad valorem.

    ▼M5

    4.  De Associatieraad kan eveneens, gedurende de overgangsfase, besluiten dat de aan Turkije in lid 3 toegekende bevoegdheid, in plaats van het opnieuw invoeren, het verhogen of het instellen van douanerechten, de mogelijkheid kan omvatten kwantitatieve beperkingen in te stellen, mits het ten gunste van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ een contingent opent, dat niet minder bedraagt dan 60 % van de invoer van bedoeld produkt uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ gedurende het voorafgaande jaar. De invoerwaarde in 1967 van de produkten uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ waarop deze kwantitatieve beperkingen betrekking hebben, dient in mindering te worden gebracht op de totale in lid 3, eerste alinea, bedoelde invoerwaarde.

    De Associatieraad stelt de wijze van uitvoering en de voorwaarden van afschaffing van deze maatregelen vast.

    5.  In afwijking van lid 4 zijn voor de periode gedurende welke Turkije het geconsolideerde liberalisatiepercentage toepast, dat overeenkomstig artikel 22, leden 2 en 3, is vastgesteld op 40 %, de volgende regels van toepassing:

    Indien de Associatieraad niet binnen zes maanden, te rekenen van de indiening van het verzoek, een besluit heeft genomen krachtens lid 4, kan Turkije, na de Associatieraad hiervan op de hoogte te hebben gesteld, en niet eerder dan een jaar na indiening van zijn verzoek, kwantitatieve beperkingen instellen, welke voldoen aan de in lid 4 genoemde voorwaarden.

    Deze kwantitatieve beperkingen mogen te zamen geen hogere invoerwaarde vertegenwoordigen dan 5 % van de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ in haar oorspronkelijke samenstelling over 1967. De waarde van de invoer over 1967, waarop deze kwantitatieve beperkingen betrekking hebben, berekend op basis van de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ in haar oorspronkelijke samenstelling, moet in mindering worden gebracht op de in lid 3, eerste alinea, bedoelde waarde. Indien deze beperkingen echter betrekking hebben op produkten die bij een verhoging van het geconsolideerde liberalisatiepeil, aan de lijst werden toegevoegd, overeenkomstig artikel 22, lid 4, wordt de invoer-waarde berekend op basis van de invoer over 1967 uit de oorspronkelijke en de nieuwe Lid-Staten.

    Turkije dient tegelijkertijd nieuwe produkten toe te voegen aan de overeenkomstig artikel 22, lid 4, geconsolideerde liberalisatielijst zodat de waarde van de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van de op de lijst opgenomen produkten niet wordt verminderd.

    In de Associatieraad kan overleg plaatsvinden over de geleidelijke afschaffing van de door Turkije in toepassing van dit lid ingestelde kwantitatieve beperkingen.

    6.  De Associatieraad kan afwijken van de leden 1, 3, 4 en 5.

    ▼M1

    Artikel 13

    1.  Ongeacht de artikelen 9 tot en met 11 kunnen de Overeenkomstsluitende Partijen de heffing van rechten geheel of gedeeltelijk schorsen, op produkten, ingevoerd uit de andere Partij die hiervan in kennis dient te worden gesteld; een en ander geldt, wat Turkije betreft, met name om de invoer van sommige produkten die nodig zijn ter aanmoediging van zijn economische ontwikkeling, te vergemakkelijken.

    2.  De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren zich bereid, hun rechten ten opzichte van de andere Partij in een sneller ritme te verlagen dan in de artikelen 9 tot en met 11 is bepaald, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector hun zulks toelaten. De Associatieraad doet hiertoe passende aanbevelingen.

    Artikel 14

    Indien Turkije in een sneller ritme dan bedoeld in de artikelen 10 en 11 een heffing van gelijke werking als douanerechten afschaft ten aanzien van een land dat niet bij de Associatie is aangesloten, zal hetzelfde ritme worden toegepast voor de afschaffing van deze heffing ten aanzien van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .

    Artikel 15

    Onverminderd artikel 7, lid 2, schaffen de Overeenkomstsluitende Partijen uiterlijk vier jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol alle tussen hen bestaande uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking af.

    Artikel 16

    1.  De artikelen 7, lid 1, en 8 tot en met 15 zijn van toepassing op douanerechten van fiscale aard.

    2.  De ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije brengen bij de inwerkingtreding van dit Protocol hun douanerechten van fiscale aard ter kennis van de Associatieraad.

    3.  Turkije behoudt de bevoegdheid deze douanerechten van fiscale aard te vervangen door een binnenlandse heffing die in overeenstemming is met het bepaalde in artikel 44.

    4.  Wanneer de Associatieraad vaststelt dat de vervanging van een douanerecht van fiscale aard in Turkije op ernstige moeilijkheden stuit, verleent hij dit land toestemming dit recht te handhaven op voorwaarde dat het uiterlijk aan het einde van de overgangsfase wordt afgeschaft. De toestemming dient binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van dit Protocol te worden gevraagd.

    Turkije kan voorlopig de desbetreffende rechten handhaven tot de Associatieraad ter zake een beslissing heeft genomen.



    Afdeling II

    Aanvaarding van het gemeenschappelijk douanetarief door Turkije

    Artikel 17

    De aanpassing van het douanetarief van Turkije aan het gemeenschappelijk douanetarief geschiedt tijdens de overgangsfase op de hierna volgende wijze, waarbij wordt uitgegaan van de rechten die door Turkije op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk jegens derde landen worden toegepast.

    1. Wat de produkten betreft waarvan de door Turkije op bovenvermeld tijdstip daadwerkelijk geheven rechten niet meer dan 15 % hoger of lager zijn dan de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, worden laatstgenoemde rechten van toepassing één jaar na de tweede verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10.

    2. In de overige gevallen past Turkije een jaar na de tweede verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10 zodanige rechten toe dat het verschil tussen het op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk geheven recht en het recht van het gemeenschappelijk douanetarief met 20 % wordt verminderd.

    3. Dit verschil wordt wederom met 20 % verminderd bij de vijfde en de zevende verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10.

    4. Het gemeenschappelijk douanetarief wordt volledig toegepast bij de tiende verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 10.

    Artikel 18

    In afwijking van artikel 17 gaat Turkije voor de in bijlage nr. 3 opgenomen produkten gedurende de periode van tweeëntwintig jaar op de volgende wijze over tot de aanpassing van zijn tarief:

    1. Voor de produkten waarvoor de op de datum van ondertekening van dit Protocol daadwerkelijk door Turkije geheven rechten niet meer dan 15 % hoger of lager zijn dan de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, worden laatstgenoemde rechten van toepassing bij de vierde verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 11.

    2. In de overige gevallen past Turkije op het moment van de vierde verlaging van douanerechten overeenkomstig artikel 11, zodanige rechten toe dat het verschil tussen het daadwerkelijk op de datum van ondertekening van dit Protocol toegepaste tarief en dat van het gemeenschappelijk douanetarief met 20 % wordt verminderd.

    3. Dit verschil wordt bij de zevende en de negende verlaging overeenkomstig artikel 11 wederom verminderd, achtereenvolgens met 30 en 20 %.

    4. Het gemeenschappelijk douanetarief wordt aan het einde van het tweeëntwintigste jaar volledig toegepast.

    Artikel 19

    1.  Voor een aantal produkten die niet meer dan 10 % vertegenwoordigen van de waarde van de totale invoer van Turkije in 1967 kan dit land, na overleg in de Associatieraad, de verlaging van zijn douanerechten jegens derde landen die het overeenkomstig de artikelen 17 en 18 zou moeten invoeren, uitstellen tot aan het einde van het tweeëntwintigste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol.

    2.  Voor een aantal produkten die niet meer dan 5 % vertegenwoordigen van de waarde van de totale invoer van Turkije in 1967, kan dit land, na overleg in de Associatieraad, na een periode van tweeëntwintig jaar, jegens derde landen douanerechten handhaven die hoger zijn dan die van het gemeenschappelijk douanetarief.

    3.  De toepassing van de voorgaande leden mag echter het vrije verkeer van goederen binnen de Associatie niet benadelen en kan voor Turkije geen aanleiding zijn zich op artikel 5 te beroepen.

    4.  In geval van versnelde aanpassing van het Turkse douanetarief aan het gemeenschappelijk douanetarief handhaaft Turkije ten gunste van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ een preferentie welke gelijkwaardig is aan die welke voortvloeit uit de regeling overeenkomstig dit hoofdstuk.

    Ten aanzien van de in bijlage nr. 3 opgenomen produkten kan een dergelijke versnelde aanpassing niet plaatsvinden vóór het einde van de overgangsfase, behoudens voorafgaande toestemming van de Associatieraad.

    5.  Wat de rechten betreft waarvoor de in artikel 16, lid 4, eerste alinea, bedoelde toestemming is verleend of die Turkije voorlopig kan handhaven overeenkomstig artikel 16, lid 4, tweede alinea, is dit land gehouden de artikelen 17 en 18 toe te passen. Na het verstrijken van de geldigheidsduur van de toestemming past het de rechten toe die uit de toepassing van deze artikelen voortvloeien.

    Artikel 20

    1.  Om de invoer te vergemakkelijken van bepaalde produkten uit landen waaraan Turkije door bilaterale handelsovereenkomsten is gebonden, kan dit land, indien de werking van deze overeenkomsten door de toepassing van dit Protocol of de ter uitvoering daarvan genomen maatregelen aanmerkelijk wordt verstoord, met voorafgaande toestemming van de Associatieraad, tariefcontingenten tegen een verlaagd recht of met vrijdom van recht toekennen.

    2.  Deze toestemming wordt geacht te zijn verleend wanneer de in lid 1 bedoelde tariefcontingenten aan de volgende voorwaarden voldoen:

    a) de totale waarde van deze contingenten is jaarlijks niet groter dan 10 % van de gemiddelde waarde van de Turkse invoer uit derde landen in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, met aftrek van de invoer die geschiedt met behulp van de middelen bedoeld in bijlage nr. 4. Dit bedrag van 10 % dient te worden verminderd met het bedrag van de invoer uit derde landen, welke in het kader van bijlage nr. 4 met vrijdom van douanerechten heeft plaatsgevonden;

    b) voor elk produkt is de waarde van de invoer in het kader van de tariefcontingenten niet groter dan een derde van de gemiddelde waarde van de Turkse invoer van dit produkt uit derde landen in de laatste drie jaren waarvoor statistieken beschikbaar zijn.

    3.  Turkije doet de Associatieraad mededeling van de maatregelen welke het overeenkomstig lid 2 over weegt te nemen.

    Aan het einde van de overgangsfase kan de Associatieraad besluiten, of de bepalingen van dit lid dienen te worden afgeschaft of gewijzigd.

    4.  In geen geval mag het recht van een tariefcontingent lager zijn dan het daadwerkelijk door Turkije toegepaste recht op de uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ingevoerde goederen.



    HOOFDSTUK II

    AFSCHAFFING VAN DE KWANTITATIEVE BEPERKINGEN TUSSEN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN

    Artikel 21

    Kwantitatieve invoerbeperkingen, alsmede alle maatregelen van gelijke werking zijn, onverminderd de volgende bepalingen, tussen de Overeenkomstsluitende Partijen verboden.

    Artikel 22

    1.  De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich ervan in hun onderlinge verkeer nieuwe kwantitatieve invoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking in te voeren.

    2.  Wat Turkije betreft, geldt deze verplichting bij de inwerkingtreding van dit Protocol echter slechts tot 35 % van zijn particuliere invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ in 1967.

    Dit percentage wordt drie, acht, dertien en achttien jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol achtereenvolgens op 40, 45, 60 en 80 % gebracht.

    3.  Zes maanden voor elk van de laatste drie vervaldata onderzoekt de Associatieraad de gevolgen van de verhoging van het liberalisatiepeil voor de economische ontwikkeling van Turkije en besluit, zo het voor een versnelde economische ontwikkeling van Turkije nodig is, de vervaldatum naar een door hem vast te stellen tijdstip te verschuiven.

    Indien geen besluit wordt genomen, dan wordt de betrokken vervaldatum een jaar verschoven. De onderzoekprocedure wordt zes maanden voor het verstrijken van deze termijn opnieuw aangevangen. Indien de Associatieraad ook dan geen besluit neemt, wordt de datum ten tweeden male een jaar verschoven.

    Na het verstrijken van deze tweede termijn gaat Turkije over tot de verhoging van het liberalisatiepeil, tenzij de Associatieraad anders besluit.

    4.  De lijst van produkten waarvoor de invoer in Turkije uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ is geliberaliseerd, wordt ter kennis van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ gebracht op het tijdstip van ondertekening van dit Protocol. Deze lijst is ten opzichte van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ geconsolideerd. De lijsten van de produkten die op elk van de in lid 2 genoemde vervaldata worden geliberaliseerd, worden aan de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ bekendgemaakt en ten opzichte van haar geconsolideerd.

    5.  Turkije kan voor de geliberaliseerde doch niet krachtens dit artikel geconsolideerde produkten opnieuw kwantitatieve invoerbeperkingen instellen, mits het voor de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ contingenten opent die ten minste gelijk zijn aan 75 % van de gemiddelde invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ tijdens de laatste drie aan de wederinstelling van de beperkingen voorafgaande jaren. Op deze contingenten is artikel 25, lid 4, van toepassing.

    6.  Turkije behandelt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ in geen geval minder gunstig dan derde landen.

    Artikel 23

    De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich ervan in hun onderlinge handelsverkeer de bij de inwerkingtreding van dit Protocol bestaande kwantitatieve invoerbeperkingen en maatregelen van gelijke werking beperkender te maken, onverminderd artikel 22, lid 5.

    Artikel 24

    Bij de inwerkingtreding van dit Protocol schaft de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ alle kwantitatieve beperkingen op de invoer uit Turkije af. Deze liberalisatie wordt ten opzichte van Turkije geconsolideerd.

    Artikel 25

    1.  Turkije schaft de kwantitatieve beperkingen op de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ geleidelijk af, overeenkomstig de volgende leden.

    2.  Eén jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol worden voor de invoer van elk der in Turkije niet geliberaliseerde produkten voor de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ contingenten geopend. De omvang van deze contingenten wordt vastgesteld gelijk aan die van de gemiddelde invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ gedurende de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn onder aftrek van de invoer die wordt gefinancierd:

    a) uit bijzondere middelen van bijstand voor bepaalde investeringsprojecten,

    b) zonder toekenning van deviezen,

    c) in het kader van de wet inzake aanmoediging van de investeringen van buitenlands kapitaal.

    3.  Wanneer voor een niet geliberaliseerd produkt de invoer uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ gedurende het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol minder dan 7 % van de totale invoer van dit produkt bedraagt, wordt één jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol een contingent vastgesteld dat gelijk is aan 7 % van deze invoer.

    4.  Drie jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol verhoogt Turkije het totaal der aldus vastgestelde contingenten zodanig ten opzichte van het voorafgaande jaar dat hun totale waarde met ten minste 10 % en de waarde van elk per produkt vastgesteld contingent met ten minste 5 % toeneemt. Om de twee jaar worden deze waarden in dezelfde verhoudingen ten opzichte van de voorafgaande periode verhoogd.

    5.  Met ingang van het dertiende jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol wordt ieder contingent om de twee jaar met ten minste 20 % ten opzichte van de voorafgaande periode verhoogd.

    6.  Wanneer van een niet geliberaliseerd produkt in de loop van het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol geen enkele invoer in Turkije heeft plaatsgehad, wordt door de Associatieraad vastgesteld op welke wijze een contingent wordt geopend en verruimd.

    7.  Wanneer de Associatieraad vaststelt dat de invoer van een niet geliberalisseerd produkt gedurende twee opeenvolgende jaren aanmerkelijk minder heeft bedragen dan het opengestelde contingent, mag dit contingent niet in aanmerking worden genomen bij de berekening van de totale waarde van de contingenten. In dit geval heft Turkije ten aanzien van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de contingentering van dit produkt op.

    8.  Alle kwantitatieve invoerbeperkingen in Turkije dienen uiterlijk tweeëntwintig jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol te zijn afgeschaft.

    Artikel 26

    1.  Uiterlijk aan het einde van een periode van tweeëntwintig jaar schaffen de Overeenkomstsluitende Partijen jegens elkander alle maatregelen van gelijke werking als kwantitatieve invoerbeperkingen af. De Associatieraad doet aanbevelingen voor de geleidelijke aanpassing die gedurende die periode moet plaatsvinden, en houdt daarbij rekening met de bepalingen die binnen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ tot stand zijn gekomen.

    2.  In het bijzonder schaft Turkije, volgens het in de artikelen 10 en 11 genoemde ritme, de borgstellingen door importeurs ter zake van invoer van goederen uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ geleidelijk af.

    Daarenboven worden de borgstellingen van meer dan 140 % van de douanewaarde der uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ingevoerde goederen, voor wat delen, onderdelen en toebehoren voor motorvoertuigen van post 87.06 van het Turkse douanetarief betreft, en van meer dan 120 % van deze zelfde waarde, voor wat de andere produkten betreft, bij de inwerkingtreding van dit Protocol op het hierboven aangegeven niveau gebracht.

    Artikel 27

    1.  Kwantitatieve uitvoerbeperkingen en alle maat regelen van gelijke werking zijn tussen de Overeenkomstsluitende Partijen verboden.

    De ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije heffen uiterlijk aan het einde van de overgangsfase de in hun onderlinge verkeer bestaande kwantitatieve uitvoerbeperkingen en alle maatregelen van gelijke werking op.

    2.  In afwijking van het voorgaande lid kunnen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije na overleg in de As sociatieraad, voor basisprodukten uitvoerbeperkingen handhaven of invoeren, voor zover zulks noodzakelijk is om de ontwikkeling van bepaalde sectoren van hun economie te bevorderen of om het hoofd te bieden aan een eventuele schaarste aan deze produkten.

    In dat geval opent de betrokken Partij voor de andere Partij een contingent, waarbij rekening wordt gehouden, enerzijds met de gemiddelde uitvoer in de laatste drie jaren waarover statistieken beschikbaar zijn, en anderzijds met de normale ontwikkeling van het handelsverkeer als gevolg van de geleidelijke totstandbrenging van de douane-unie.

    Artikel 28

    Turkije verklaart zich bereid, de in het verkeer met de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ bestaande kwantitatieve in- en uitvoerbeperkingen in een sneller ritme af te schaffen dan in de voorgaande artikelen is bepaald, indien zijn algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector zulks toelaten. De Associatieraad doet Turkije daartoe aanbevelingen.

    Artikel 29

    De artikelen 21 tot en met 27 vormen geen beletsel voor verboden of beperkingen van invoer, uitvoer of doorvoer die gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de openbare zedelijkheid, de openbare orde, de openbare veiligheid, de gezondheid en het leven van personen, dieren of planten, het nationaal artistiek, historisch en archeologisch bezit, of uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom. Deze verboden of beperkingen mogen echter geen middel tot willekeurige discriminatie of en verkapte beperking van de handel tussen de Overeenkomstsluitende Partijen vormen.

    Artikel 30

    1.  De Overeenkomstsluitende Partijen passen hun nationale monopolies van commerciële aard geleidelijk aan in dier voege dat aan het eind van een periode van tweeëntwintig jaar elke discriminatie tussen de onderdanen van de Lid-Staten ►M8  van de Europese Gemeenschap ◄ en van Turkije, wat de voorwaarden van de voorziening en de afzet betreft, is uitgesloten.

    Dit artikel is van toepassing op elk lichaam waardoor een Lid-Staat of Turkije de invoer of de uitvoer tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije in rechte of in feite direct of indirect beheerst, leidt of aanmerkelijk beïnvloedt. Het is eveneens van toepassing op de door een Staat gedelegeerde monopolies.

    2.  De Overeenkomstsluitende Partijen onthouden zich van elke nieuwe maatregel die tegen de in lid 1 vermelde beginselen indruist of de draagwijdte van de artikelen inzake de afschaffing van de douanerechten en kwantitatieve beperkingen tussen hen beperkt.

    3.  De wijze waarop en het ritme waarin de in dit artikel bedoelde Turkse monopolies moeten worden aangepast en de belemmeringen van het handelsverkeer tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije moeten worden verminderd, worden door de Associatieraad uiterlijk zes jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol vastgesteld.

    Totdat de Associatieraad het in de voorgaande alinea bedoelde besluit heeft genomen, behandelen de Overeenkomstsluitende Partijen de produkten waarvoor in de andere Partij een monopolie bestaat, ten minste even gunstig als dezelfde produkten uit het meestbegunstigde derde land.

    4.  De verplichtingen van de Overeenkomstsluitende Partijen gelden slechts voor zover zij verenigbaar zijn met de bestaande internationale overeenkomsten.



    HOOFDSTUK III

    PRODUKTEN WAARVOOR BIJ INVOER IN DE ►M8  EUROPESE GEMEENSCHAP ◄ EEN SPECIALE REGELING GELDT INGEVOLGE DE TENUITVOERLEGGING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID

    Artikel 31

    De in hoofdstuk IV omschreven regeling voor landbouwprodukten is van toepassing op de produkten waarvoor bij invoer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ een speciale regeling geldt ingevolge de tenuitvoerlegging van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.



    HOOFDSTUK IV

    LANDBOUW

    Artikel 32

    Voor zover in de artikelen 33 tot en met 35 niet anders is bepaald, is dit Protocol van toepassing op landbouwprodukten.

    Artikel 33

    1.  Turkije gaat, tijdens een periode van tweeëntwintig jaar, over tot aanpassing van zijn landbouwbeleid om aan het einde van die periode de maatregelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te treffen waarvan de toepassing in Turkije volstrekt noodzakelijk is voor de totstandbrenging van het vrije verkeer van landbouwprodukten tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    2.  Tijdens de in lid 1 bedoelde periode houdt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ bij de totstandbrenging of de verdere ontwikkeling van haar gemeenschappelijk landbouwbeleid rekening met de belangen van de Turkse landbouw. Turkije verstrekt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ alle daartoe nuttige gegevens.

    3.  De ►M8  Europese Gemeenschap ◄ stelt Turkije op de hoogte van de voorstellen van de Commissie met betrekking tot de totstandbrenging of de ontwikkeling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, alsmede van de ten aanzien van deze voorstellen uitgebrachte adviezen en genomen beslissingen.

    4.  De Associatieraad beslist welke mededelingen op landbouwgebied door Turkije aan de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ moeten worden gedaan.

    5.  In het kader van de Associatieraad kan overleg plaatsvinden over de in lid 3 bedoelde voorstellen van de Commissie en over de maatregelen die Turkije overeenkomstig lid 1 op landbouwgebied overweegt te nemen.

    Artikel 34

    1.  Aan het einde van de periode van tweeëntwintig jaar stelt de Associatieraad, na te hebben geconstateerd dat Turkije de in artikel 33, lid 1, bedoelde maatregelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft getroffen, de bepalingen vast die noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van het vrije verkeer van landbouwprodukten tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    2.  De in lid 1 bedoelde bepalingen kunnen elke noodzakelijke afwijking van de in dit Protocol gegeven voorschriften inhouden.

    3.  De Associatieraad kan de in lid 1 genoemde datum wijzigen.

    Artikel 35

    1.  In afwachting van de vaststelling van de in artikel 34 bedoelde bepalingen en in afwijking van de artikelen 7 tot en met 11, 15 tot en met 18, 19, lid 1 en 5, 21 tot en met 27 en 30, kennen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije elkaar wederzijds een preferentieregeling toe voor hun handelsverkeer in landbouwprodukten; de omvang en de bijzonderheden van deze regeling worden vastgesteld door de Associatieraad.

    2.  De regeling welke vanaf het begin van de overgangsfase van toepassing is, is echter vastgesteld in bijlage nr. 6.

    3.  Een jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol en vervolgens om de twee jaar gaat de Associatieraad, op verzoek van een der beide Partijen, de resultaten na van de preferentieregeling welke van toepassing is op landbouwprodukten. Hij kan besluiten, de verbeteringen aan te brengen welke nodig mochten blijken om de geleidelijke verwezenlijking van de doeleinden van de Associatieovereenkomst te verzekeren.

    4.  Artikel 34, lid 2, is van toepassing.



    TITEL II

    VERKEER VAN PERSONEN EN DIENSTEN



    HOOFDSTUK I

    WERKNEMERS

    Artikel 36

    Het vrije verkeer van werknemers tussen de Lidstaten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije wordt geleidelijk tot stand gebracht overeenkomstig de in artikel 12 van de Associatieovereenkomst neergelegde beginselen, tussen het einde van het twaalfde en het tweeëntwintigste jaar na de inwerkingtreding van genoemde Overeenkomst.

    De hiertoe nodige regels worden door de Associatieraad bepaald.

    Artikel 37

    Elke Lid-Staat past op de werknemers van Turkse nationaliteit die tewerkgesteld zijn in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ een stelsel toe dat wordt gekenmerkt door het ontbreken van elke discriminatie uit hoofde van de nationaliteit ten opzichte van werknemers die onderdaan zijn van de andere Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , voor wat betreft de lonen en verdere arbeidsvoorwaarden.

    Artikel 38

    In afwachting van de geleidelijke totstandbrenging van het vrije verkeer van werknemers tussen de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije, kan de Associatieraad alle vraagstukken bestuderen die zich voordoen in verband met de geografische en de beroepsmobiliteit van de werknemers van Turkse nationaliteit, in het bijzonder in verband met de verlenging van arbeids- en verblijfsvergunningen, ten einde hun tewerkstelling in elke Lid-Staat te vergemakkelijken.

    Daartoe kan de Associatieraad tot de Lid-Staten aanbevelingen richten.

    Artikel 39

    1.  Vóór het einde van het eerste jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, stelt de Associatieraad bepalingen vast ter zake van de sociale zekerheid ten behoeve van de werknemers van Turkse nationaliteit die zich binnen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ verplaatsen, en ten behoeve van hun binnen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ woonachtige gezinnen.

    2.  Door deze bepalingen dient het de werknemers van Turkse nationaliteit mogelijk te worden gemaakt om, volgens nader te bepalen regels, de periodes waarin zij verzekerd of werkzaam waren in de verschillende Lid-Staten, bijeen te tellen voor wat betreft ouderdoms-, overlijdens- en invaliditeitspensioenen, alsmede de gezondheidszorg voor de werknemer en zijn binnen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ woonachtig gezin. Deze bepalingen kunnen voor de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ p geen verplichting vormen om de perioden in aanmerking te nemen waarin zij in Turkije verzekerd of werkzaam waren.

    3.  Bovengenoemde bepalingen dienen het mogelijk te maken, de uitbetaling van de gezinstoelagen te waarborgen wanneer het gezin van de werknemer woonachtig is binnen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .

    4.  De ouderdoms-, overlijdens- en invaliditeitspensioenen die zijn verworven op grond van bepalingen uit hoofde van toepassing van lid 2 moeten naar Turkije kunnen worden uitgevoerd.

    5.  De in dit artikel bedoelde bepalingen doen geen afbreuk aan de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit bestaande bilaterale overeenkomsten tussen Turkije en de Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , voor zover daarbij voor de Turkse onderdanen een gunstiger regeling is vastgesteld.

    Artikel 40

    De Associatieraad kan tot de Lid-Staten en tot Turkije aanbevelingen richten ter bevordering van de uitwisseling van jeugdige werknemers, waarbij hij uitgaat van de maatregelen tot tenuitvoerlegging door de Lid-Staten van artikel 50 van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .



    HOOFDSTUK II

    RECHT VAN VESTIGING, DIENSTEN EN VERVOER

    Artikel 41

    1.  De Overeenkomstsluitende Partijen voeren onderling geen nieuwe beperkingen in met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten.

    2.  De Associatieraad bepaalt, overeenkomstig de beginselen van de artikelen 13 en 14 van de Associatieovereenkomst, het ritme waarin, en de wijze waarop de Partijen onderling geleidelijk de beperkingen met betrekking tot de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten opheffen.

    De Associatieraad bepaalt dit ritme en deze wijze van tenuitvoerlegging voor de verschillende soorten werkzaamheden, met inachtneming van de reeds door de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op deze gebieden getroffen soortgelijke maatregelen, alsmede van de bijzondere economische en sociale positie van Turkije. Er zal voorrang worden verleend aan de werkzaamheden die in het bijzonder bijdragen tot de ontwikkeling van de produktie en het handelsverkeer.

    Artikel 42

    1.  De Associatieraad breidt, op de wijze die hij vaststelt met inachtneming van met name de geografische ligging van Turkije, het toepassingsgebied van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ die van toepassing zijn op het vervoer uit tot Turkije. Hij kan onder dezelfde voorwaarden het toepassingsgebied van de besluiten welke uit hoofde van deze bepalingen inzake het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren door de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ zijn genomen tot Turkije uitbreiden.

    2.  Indien de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , krachtens artikel 84, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , bepalingen vaststelt betreffende de zeevaart en de luchtvaart, beslist de Associatieraad of, in hoeverre en volgens welke procedure bepalingen voor de zeevaart en de luchtvaart van Turkije kunnen worden vastgesteld.



    TITEL III

    ONDERLINGE AANPASSING VAN HET ECONOMISCH BELEID



    HOOFDSTUK I

    MEDEDINGING, BELASTINGWEZEN EN AANPASSING VAN DE WETGEVINGEN

    Artikel 43

    1.  De Associatieraad stelt binnen zes jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol de voorwaarden en wijze van toepassing vast van de in de artikelen 85, 86, 90 en 92 van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ bedoelde beginselen.

    2.  Tijdens de overgangsfase kan Turkije worden geacht te verkeren in de positie bedoeld in artikel 92, lid 3, sub a), van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ . Uit dien hoofde worden de steunmaatregelen bestemd ter bevordering van zijn economische ontwikkeling beschouwd als verenigbaar met de goede werking van de Associatie, voor zover deze maatregelen de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt, niet zodaning veranderen, dat het gemeenschappelijk belang van de Overeenkomstsluitende Partijen wordt geschaad.

    Aan het slot van de overgangsfase beslist de Associatieraad, met inachtneming van de economische toestand van Turkije op dat tijdstip, of het nodig is het bepaalde in de voorgaande alinea nog verder te doen gelden.

    Artikel 44

    1.  Geen der Overeenkomstsluitende Partijen heft op produkten van de andere Partij direct of indirect hogere binnenlandse belastingen, van welke aard ook, dan die welke, direct of indirect, op gelijksoortige nationale produkten worden geheven.

    Geen der Overeenkomstsluitende Partijen heft op de produkten van de andere Partij zodanige binnenlandse belastingen dat daardoor andere produkties indirect worden beschermd.

    De Overeenkomstsluitende Partijen schaffen uiterlijk bij het begin van het derde jaar na de inwerkingtreding van dit Protocol, de bepalingen af die op de dag van de ondertekening van dit Protocol bestaan en strijdig zijn met bovengenoemde regels.

    2.  In het handelsverkeer tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije mag bij de uitvoer van produkten de teruggave van binnenlandse belastingen niet het bedrag overschrijden dat daarop direct of indirect is geheven.

    3.  Indien de omzetbelasting wordt geheven volgens het cumulatieve cascadestelsel mogen gemiddelde percentages per produkt of groepen produkten worden vastgesteld voor de binnenlandse belastingen die op de in te voeren produkten worden geheven of voor de teruggave die bij de uitvoer van produkten wordt verleend, zonder evenwel inbreuk te maken op de in de voorgaande leden genoemde beginselen.

    4.  Met inachtneming van de ervaring die de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op het in dit artikel bedoelde terrein heeft verworven, draagt de Associatieraad zorg voor de toepassing van voorgaande bepalingen.

    Artikel 45

    Met betrekking tot andere belastingen dan de omzetbelasting, de accijnzen en de overige indirecte belastingen, mogen in het handelsverkeer tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije vrijstellingen en teruggaven bij uitvoer slechts worden verleend en mogen compenserende belastingen bij invoer slechts worden geheven voor zover de beoogde maatregelen van tevoren voor een beperkte periode door de Associatieraad zijn goedgekeurd.

    Artikel 46

    De Overeenkomstsluitende Partijen mogen de vrijwaringsmaatregelen nemen die zij nodig achten ten einde de moeilijkheden te overwinnen die het gevolg zijn van het uitblijven van besluiten van de Associatieraad waarbij de voorwaarden en de wijze van toepassing, bedoeld in artikel 43, lid 1, worden vastgesteld, of van het uitblijven van de toepassing van deze besluiten dan wel van de artikelen 44 en 45.

    Artikel 47

    1.  Indien tijdens een periode van tweeëntwintig jaar de Associatieraad op verzoek van een der Overeenkomstsluitende Partijen vaststelt dat in de betrekkingen tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije dumping wordt toegepast, doet hij aanbevelingen aan degene of degenen die zich aan deze handelingen schuldig maken, ten einde daaraan een eind te maken.

    2.  De benadeelde Partij mag, na de Associatieraad daaromtrent te hebben ingelicht, passende beschermende maatregelen nemen indien:

    a) de Associatieraad, binnen drie maanden na de indiening van het verzoek, geen beslissing heeft gegenomen overeenkomstig lid 1;

    b) ondanks het uitgaan van de in lid 1 bedoelde aanbevelingen de dumping voortduurt.

    Voorts kan, wanneer het belang van de benadeelde Partij een onmiddellijke actie vereist, deze Partij, na de Associatieraad daarvan op de hoogte te hebben gesteld, ter behoud harer belangen voorlopige beschermende maatregelen met inbegrip van anti-dumpingrechten invoeren. Deze maatregelen mogen niet langer dan drie maanden vanaf de indiening van het verzoek of vanaf de datum waarop de benadeelde Partij uit hoofde van het bepaalde sub b) van de voorgaande alinea beschermende maatregelen heeft genomen, worden toegepast.

    3.  Wanneer in de gevallen, bedoeld in lid 2, eerste alinea, sub a), of in lid 2, tweede alinea, beschermende maatregelen zijn genomen, kan de Associatieraad op ieder tijdstip beslissen dat deze beschermende maatregelen moeten worden geschorst, in afwachting van het uitgaan van de in lid 1 bedoelde aanbevelingen.

    Wanneer in het geval, bedoeld in lid 2, eerste alinea, sub b), beschermende maatregelen zijn genomen, kan de Associatieraad aanbevelen deze beschermende maatregelen op te heffen of te wijzigen.

    4.  Produkten die van oorsprong zijn uit een Overeenkomstsluitende Partij of zich daar in het vrije ver keer bevonden hebben en naar een andere Overeen komstsluitende Partij zijn uitgevoerd, worden tot wederinvoer op het grondgebied van de eerste Partij toegelaten zonder dat daarop enigerlei invoerrecht, kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking kan worden toegepast.

    De Associatieraad kan alle aanbevelingen doen die hij dienstig oordeelt voor de toepassing van de bepalingen van dit lid en laat zich daarbij leiden door de ervaring die de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op dit terrein heeft verworven.

    Artikel 48

    Op gebieden die niet onder dit Protocol vallen en die rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de Associatie, of op gebieden die wel onder dit Protocol vallen doch ten aanzien waarvan het geen specifieke procedure voorschrijft, kan de Associatieraad aan elk der Overeenkomstsluitende Partijen aanbevelen, maatregelen te nemen die ten doel hebben de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen nader tot elkaar te brengen.



    HOOFDSTUK II

    ECONOMISCH BELEID

    Artikel 49

    Ten einde de verwezenlijking van de in artikel 17 van de Associatieovereenkomst genoemde doelstellingen te vergemakkelijken, plegen de Overeenkomstsluitende Partijen geregeld met elkaar overleg in de Associatieraad om hun beleid op economisch gebied te coördineren.

    De Associatieraad beveelt, zo nodig, de naar omstandigheden passende maatregelen aan.

    Artikel 50

    1.  De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren zich bereid, hun betalingen in een ruimere mate vrij te maken dan in artikel 19 van de Associatieovereenkomst is bepaald, voor zover hun economische toestand in het algemeen en de toestand van hun betalingsbalans in het bijzonder zulks toelaten.

    2.  Voor zover de beperkingen in het goederen-, diensten- en kapitaalverkeer slechts gelegen zijn in de daarmede verband houdende betalingen, worden, ter geleidelijke opheffing van die beperkingen, de bepalingen inzake de afschaffing van de kwantitatieve beperkingen, het verrichten van diensten en het kapitaalverkeer op overeenkomstige wijze toegepast.

    3.  De Overeenkomstsluitende Partijen verbinden zich ertoe om, behoudens voorafgaande instemming van de Associatieraad, de regeling die zij toepassen op de overmakingen ter zake van de in bijlage III van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ vermelde onzichtbare transacties niet beperkender te maken.

    4.  Indien nodig, plegen de Overeenkomstsluitende Partijen met elkaar overleg omtrent de maatregelen die moeten worden getroffen om de in artikel 19 van de Associatieovereenkomst en de in dit artikel bedoelde betalingen en overmakingen mogelijk te maken.

    Artikel 51

    Ten einde de in artikel 20 van de Associatieovereenkomst genoemde doelstellingen te verwezenlijken, tracht Turkije vanaf de inwerkingtreding van dit Protocol de regeling te verbeteren die wordt toegepast op particulier kapitaal uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ dat tot de economische ontwikkeling van Turkije kan bijdragen.

    Artikel 52

    De Overeenkomstsluitende Partijen streven ernaar geen nieuwe deviezenbeperkingen in te voeren die invloed hebben op het onderlinge kapitaalverkeer en de daarmede verband houdende lopende betalingen, noch de bestaande regeling beperkender te maken.

    De Overeenkomstsluitende Partijen vereenvoudigen zoveel mogelijk de formaliteiten inzake vergunningen en controle, te vervullen bij het sluiten of het uitvoeren van kapitaaltransacties en het overmaken van kapitaal; zo nodig plegen zij met elkaar overleg ten einde deze vereenvoudiging te bereiken.



    HOOFDSTUK III

    HANDELSPOLITIEK

    Artikel 53

    1.  De Overeenkomstsluitende Partijen plegen in de Associatieraad overleg, ten einde gedurende de overgangsfase de coördinatie van hun handelspolitiek ten aanzien van derde landen te verzekeren, met name op de in artikel 113, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ bedoelde gebieden.

    Uit dien hoofde verstrekt elke Overeenkomstsluitende Partij, op verzoek van de andere Partij, alle dienstige inlichtingen over de door haar gesloten overeenkomsten die tarief- of handelsbepalingen bevatten, alsmede over de wijzigingen die zij in de regeling van haar buitenlandse handel aanbrengt.

    Indien deze wijzigingen of deze overeenkomsten een rechtstreekse en bijzondere invloed zouden hebben op de werking van de Associatie, vindt in de Associatieraad passend overleg plaats, ten einde rekening te houden met de belangen van de Overeenkomstsluitende Partijen.

    2.  Bij het verstrijken van de overgangsfase versterken de Overeenkomstsluitende Partijen in de Associatieraad de coördinatie van hun handelspolitiek, ten einde te komen tot een op uniforme beginselen berustende handelspolitiek.

    Artikel 54

    1.  Wanneer de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ een associatieovereenkomst of een preferentiële overeenkomst sluit die een rechtstreekse en bijzondere invloed heeft op de werking van de Associatie, vindt in de Associatieraad passend overleg plaats, ten einde de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ in de gelegenheid te stellen de in de Associatieovereenkomst tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije omschreven wederzijdse belangen in aanmerking te nemen.

    2.  Wanneer zulks noodzakelijk blijkt om belemmeringen van het goederenverkeer binnen de Associatie te vermijden, streeft Turkije ernaar alle maatregelen te treffen die kunnen bijdragen tot het oplossen van de praktische problemen die mogelijk het gevolg zijn van zijn handelsverkeer met de landen die door een associatieovereenkomst of een preferentiële overeenkomst met de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ zijn verbonden.

    Indien deze maatregelen niet worden getroffen, kan de Associatieraad de bepalingen vaststellen die nodig zijn om de goede werking van de Associatie te verzekeren.

    Artikel 55

    In de Associatieraad heeft overleg plaats over de toepassing van de „Regionale Samenwerking voor de Ontwikkeling (R.C.D.)”.

    De Associatieraad kan eventueel besluiten de daartoe noodzakelijke bepalingen vast te stellen. Deze bepalingen mogen de goede werking van de Associatie niet belemmeren.

    Artikel 56

    In geval van toetreding van een derde land tot de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , heeft in de Associatieraad passend overleg plaats, ten einde het mogelijk te maken dat de in de Associatieovereenkomst omschreven wederzijdse belangen van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije in aanmerking worden genomen.



    TITEL IV

    ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

    Artikel 57

    De Overeenkomstsluitende Partijen passen geleidelijk de voorwaarden aan voor deelneming aan inschrijvingen opengesteld door overheidsorganen of -ondernemingen, alsmede door particuliere ondernemingen waaraan bijzondere of exclusieve rechten zijn toegekend, zodat aan het einde van een periode van tweeëntwintig jaar iedere discriminatie tussen de onderdanen van de Lid-Staten en die van Turkije, welke zijn gevestigd op het grondgebied van de Overeenkomstsluitende Partijen, is weggenomen.

    De Associatieraad stelt het ritme waarin en de wijze waarop deze aanpassing plaatsvindt vast, uitgaande van de in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op dit gebied aanvaarde oplossingen.

    Artikel 58

    Op de onder dit Protocol vallende gebieden:

     mag de door Turkije ten aanzien van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , toegepaste regeling geen aanleiding geven tot enigerlei discriminatie tussen de Lid-Staten, hun onderdanen of hun vennootschappen;

     mag de door de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ten aanzien van Turkije toegepaste regeling geen aanleiding geven tot enigerlei discriminatie tussen de Turkse onderdanen of vennootschappen.

    Artikel 59

    Op de onder dit Protocol vallende gebieden, mag de behandeling van Turkije niet gunstiger zijn dan die welke de Lid-Staten elkaar toekennen krachtens het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .

    Artikel 60

    1.  Indien ernstige verstoringen in een sector van de economische bedrijvigheid van Turkije optreden dan wel de externe financiële stabiliteit van dit land in gevaar brengen, of indien moeilijkheden rijzen die tot uiting komen door de achteruitgang van de economische situatie van een gebied van Turkije, kan dit land de noodzakelijke vrijwaringsmaatregelen treffen.

    Deze maatregelen, alsmede de wijze waarop zij worden toegepast, worden onverwijld ter kennis van de Associatieraad gebracht.

    2.  Indien ernstige verstoringen in een sector van de economische bedrijvigheid van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ of van een of meer Lid-Staten optreden dan wel de externe financiële stabiliteit van een of meer Lid- Staten in gevaar brengen, of indien moeilijkheden rijzen die tot uiting komen door de achteruitgang van de economische situatie van een gebied van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , kan deze laatste de noodzakelijke vrijwaringsmaatregelen treffen of de betrokken Lid- Staat dan wel Lid-Staten daartoe machtigen.

    Deze maatregelen, alsmede de wijze waarop zij worden toegepast, worden onverwijld ter kennis van de Associatieraad gebracht.

    3.  Voor de toepassing van de leden 1 en 2 moeten met voorrang die maatregelen worden gekozen die zo weinig mogelijk verstoringen in de werking van de Associatie teweegbrengen. Deze maatregelen mogen niet verder reiken dan strikt noodzakelijk is om de opgetreden moeilijkheden te overwinnen.

    4.  Ten aanzien van de krachtens de leden 1 en 2 getroffen maatregelen kan in de Associatieraad overleg worden gepleegd.

    Artikel 61

    De overgangsfase duurt twaalf jaar, onverminderd de bijzondere bepalingen van dit Protocol.

    Artikel 62

    Het Protocol en de daaraan gehechte bijlagen maken een integrerend deel uit van de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    Artikel 63

    1.  Dit Protocol dient door de ondertekenende Staten te worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke voorschriften en, wat de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ betreft, rechtsgeldig te worden gesloten bij een besluit van de Raad, dat overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ is genomen en dat ter kennis wordt gebracht van de Partijen bij de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    De bovenbedoelde akten van bekrachtiging en akte van kennisgeving van sluiting worden te Brussel uitgewisseld.

    2.  Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging en van de akte van kennisgeving, genoemd in lid 1.

    3.  Wanneer de datum van inwerkingtreding van dit Protocol niet samenvalt met het begin van het kalenderjaar, kan de Associatieraad de in dit Protocol genoemde termijnen, met name voor de totstandbrenging van het vrije verkeer van goederen, verlengen of verkorten zodat ze aan het eind van het kalenderjaar aflopen.

    Artikel 64

    Dit Protocol is opgesteld in twee exemplaren in de Duitse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Turkse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Zusatzprotokoll gesetzt.

    En foi de quoi, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent Protocole additionnel.

    In fede di che, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente Protocollo addizionale.

    Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit Aanvullend Protocol hebben gesteld.

    Bunun belgesi olarak, assagida adlari yazili tam yetkili temsilciler bu Katma Protokolün altina imzalarini atmislardir.

    Geschehen zu Brüssel am dreiundzwanzigsten November neunzehnhundertsiebzig.

    Fait à Bruxelles, le vingt-trois novembre mil neuf cent soixante-dix.

    Fatto a Bruxelles, addì ventire novembre millenovecentosettanta.

    Gedaan te Brussel, de drieëntwintigste november negentienhonderd zeventig.

    Brüksel’de, yirmi üç Kasim bin dokuz yüz yetmis gününde yapilmistir.

    Pour Sa Majesté le Roi des Belges,

    Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

    Pierre HARMEL

    Für den Präsidenten der Bundesrepublik Deutschland,

    Walter SCHEEL

    Pour le Président de la République française,

    Maurice SCHUMANN

    Per il Presidente della Repubblica italiana,

    Mario PEDINI

    Pour Son Altesse Royale le Grand-Duc de Luxembourg,

    Gaston THORN

    Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

    J. M. A H. LUNS

    In Namen des Rates der Europäischen Gemeinschaften,

    Pour le Conseil des Communautés européennes,

    Per il Consiglio delle Comunità europee,

    Voor de Raad der Europese Gemeenschappen,

    Walter SCHELL

    Franco Maria MALFATTI

    Türkiye Cumhurbaskani adina,

    Ihsan SABRI ÇAGLAYANGLL

    BIJLAGEN

    BIJLAGE Nr. 1

    betreffende de regeling voor de invoer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van aardolieprodukten uit Turkije

    Enig artikel

    1.  In afwijking van de artikelen 9 en 21 tot en met 30 van het Aanvullend Protocol, kunnen de hierna genoemde, in Turkije geraffineerde, produkten met vrijdom van douanerechten in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd, binnen de grenzen van een globaal jaarlijks communautair tariefcontingent van 200 000 ton:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief t

    Omschrijving

    27.10

    Aardoliën en oliën uit bitumineuze mineralen, andere dan ruwe; preparaten welke 70 of meer gewichtspercenten aardoliën of oliën uit bitumineuze mineralen bevatten en waarvan deze oliën het hoofdbestanddeel zijn, elders genoemd noch elders onder begrepen:

    A.  lichte oliën:

    III.  bestemd voor ander gebruik

    B.  halfzware oliën:

    III.  bestemd voor ander gebruik

    C.  zware oliën:

    I.  Gasolie:

    c)  bestemd voor ander gebruik

    II.  Stookolie:

    c)  bestemd voor ander gebruik

    III.  Smeerolie en andere oliën:

    c)  bestemd om te worden ge- of vermengd als omschreven in de Aanvullende Aantekening 7 op Hoofstuk 27 ()

    d)  bestemd voor ander gebruik

    27.11

    Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen:

    A.  Propaan en butaan, in handelskwaliteit:

    III.  bestemd voor ander gebruik

    27.12

    Vaseline:

    A.  ruwe:

    III.  bestemd voor ander gebruik

    B.  andere

    27.13

    Paraffine, was uit aardoliën of uit oliën uit bitumineuze mineralen, aardwas (ozokeriet), montaanwas, turfwas, paraffineachtige residuen („slack wax”, enz.), ook indien gekleurd:

    B.  overige:

    I.  ruwe:

    c)  bestemd voor ander gebruik

    II.  andere

    27.14

    Petroleumbitumen, petroleumcokes en andere residuen van aardoliën of van oliën uit bitumineuze mineralen:

    C.  andere

    (1)   Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vast te stellen door de bevoegde autoriteiten.

    2.  De ►M8  Europese Gemeenschap ◄ behoudt zich het recht voor, de in lid 1 omschreven regeling te wijzigen:

     bij de aanneming van een gemeenschappelijke definitie van de oorsprong voor aardolieprodukten uit derde landen en uit de geassocieerde Staten,

     bij het nemen van beslissingen in het kader van een gemeenschappelijke handelspolitiek,

     bij de totstandbrenging van een gemeenschappelijk energiebeleid.

    In dat geval verleent de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ voor de invoer van de in lid 1 genoemde produkten voordelen welke gelijkwaardig zijn aan die waarin in lid 1 is voorzien.

    3.  In de Associatieraad kan overleg plaatsvinden over de krachtens lid 2 genomen maatregelen.

    4.  Indien de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ binnen drie jaar geen maatregelen heeft vastgesteld krachtens lid 2, kan de Associatieraad het niveau van het in lid 1 genoemde contingent opnieuw bezien.

    5.  Behoudens het bepaalde in de leden 1 en 2, doen de bepalingen van het Aanvullend Protocol geen afbreuk aan de regelingen welke van toepassing zijn bij de invoer van aardolieprodukten.

    BIJLAGE Nr. 2

    betreffende de regeling voor de invoer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van bepaalde textielprodukten uit Turkije

    Artikel 1

    1.  In afwijking van artikel 9 van het Aanvullend Protocol schaft de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ voor de in de navolgende lijst opgenomen produkten ingevoerd uit Turkije geleidelijk in twaalf jaar de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief af middels vier achtereenvolgende verlagingen van elk 25 %. Deze verlagingen vinden plaats achtereenvolgens op de datum van inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol, en vier, acht en twaalf jaar later:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    55.05

    Garens van katoen, niet gereed voor de verkoop in het klein

    55.09

    Andere weefsels van katoen

    58.01

    Tapijten, geknoopt of met opgerolde polen, ook indien geconfectioneerd:

    ex A.  van wol of van fijn haar, met uitzondering van handgeknoopte

    2.  Voor de produkten van tariefpost 55.05 en 55.09, ingevoerd uit Turkije, past de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ echter vanaf de inwerkingtreding van het Aanvullend Protocol een verlaging van 75 % toe op de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, en wel binnen jaarlijkse communautaire tariefcontingenten van achtereenvolgens 300 ton voor de tariefpost 55.05 en van 1 000 ton voor de tariefpost 55.09.

    Artikel 2

    In afwijking van het bepaalde in de artikelen 21 tot en met 24 van het Aanvullend Protocol, heeft de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ het recht nieuwe kwantitatieve beperkingen in te stellen op de invoer uit Turkije van de volgende produkten:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    50.01

    Cocons van zijderupsen, geschikt om te worden afgehaspeld

    50.02

    Ruwe zijde (haspelzijde of grège), niet gemoulineerd

    BIJLAGE Nr. 3



    Lijst van produkten waarvoor het in artikel 11 bedoelde ritme van tariefverlaging geldt

    Nr. van het Turkse douanetarief

    Omschrijving

    15.05

     

    Wolvet en daaruit verkregen vetstoffen, lanoline daaronder begrepen:

    — 90

    Ander

    15.09

     

    Degras

    15.10

     

    Industriële vetzuren, bij raffinage verkregen acidoils en industriële vetalcoholen:

    — 10

    Industriële vetzuren

    15.11

     

    Glycerine, glycerinewater en glycerinelogen daaronder begrepen:

    — 10

    Glycerine

    17.04

     

    Suikerwerk zonder cacao:

    — 90

    Ander

    17.05

     

    Suiker, stroop en melasse, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen (vanillesuiker en vanillinesuiker daaronder begrepen), met uitzondering van vruchtesap, waaraan suiker is toegevoegd, ongeacht in welke verhouding

    18.06

     

    Chocolade en andere voedingsmiddelen, welke cacao bevatten

    19.02

     

    Meel-, zetmeel- en moutextractpreparaten voor kindervoeding, voor dieetvoeding of voor keukengebruik, zonder cacao of met minder dan 50 gewichtspercenten cacao

    21.07

     

    Produkten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen

    22.08

     

    Ethylalcohol, niet gedenatureerd, met een sterkte van 80 graden of meer; gedenatureerde ethylalcohol, ongeacht de sterkte

    24.02

     

    Tabaksfabrikaten, tabaksextracten en tabakssausen

    25.32

     

    Strontianiet (natuurlijk strontiumcarbonaat), ook indien gebrand, met uitzondering van strontiumoxyde; minerale stoffen, elders genoemd noch elders onder begrepen; stukken en scherven van aardewerk:

    ex 90

    Strontianiet (natuurlijk strontiumcarbonaat), ook indien gebrand

    27.04

     

    Cokes en half-cokes, van steenkool, van bruinkool of van turf:

    — 21

    Cokes en half-cokes, van steenkool

    28.06

     

    Zoutzuur (chloorwaterstof); chloorsulfonzuur:

    — 10

    Zoutzuur (chloorwaterstof)

    28.08

     

    Zwavelzuur; oleum (rokend zwavelzuur):

    — 30

    Oleum (rokend zwavelzuur)

    28.15

     

    Zwavelverbindingen van metalloïden, fosfortrisulfide daaronder begrepen:

    — 30

    Zwavelkoolstof

    28.17

     

    Natriumhydroxyde (bijtende soda); kaliumhydroxyde (bijtende potas); natriumperoxyde en kaliumperoxyde:

    — 11

    Natriumhydroxyde, chemisch zuiver

    — 12

    Natriumhydroxyde

    28.20

     

    Aluminiumoxyde en aluminiumhydroxyde; kunstkorundum:

    — 10

    Aluminiumoxyde

    — 20

    Aluminiumhydroxyde

    28.21

     

    Chroomoxyden en chroomhydroxyden

    28.22

     

    Mangaanoxyden:

    — 10

    Mangaandioxyde

    28.23

     

    IJzeroxyden en ijzerhydroxyden (natuurlijke ijzerhoudende verfaarden, welke in totaal 70 gewichtspercenten of meer ijzerverbindingen, berekend als Fe2O3, bevatten, daaronder begrepen)

    28.27

     

    Loodoxyden; loodmenie (rode menie, kristalmenie, oranje menie, enz.)

    28.30

     

    Chloriden en oxychloriden:

    — 30

    Ammonium (ammoniakzout)

    28.32

     

    Chloraten en perchloraten

    28.35

     

    Sulfiden, polysulfiden daaronder begrepen:

    — 20

    Natrium

    28.37

     

    Sulfieten en thiosulfaten

    28.38

     

    Sulfaten en aluinen; persulfaten:

    — 31

    Natriumsulfaten

    — 40

    Aluminiumsulfaten

    — 71

    Ijzersulfaten

    28.40

     

    Fosfieten, hypofosfieten en fosfaten:

    — 11

    Natriumfosfaten

    28.42

     

    Carbonaten en percarbonaten, ammoniumcarbaminaathoudend ammoniumcarbonaat in handelskwaliteit daaronder begrepen:

    — 11

    Natriumbicarbonaat

    — 12

    Natriumpercarbonaat

    — 13

    Natriumcarbonaat (gebrand)

    — 14

    Natriumcarbonaat (in kristallen)

    — 42

    Geprecipiteerd calciumcarbonaat

    28.45

     

    Silicaten, natrium- en kaliumsilicaten in handelskwaliteit daaronder begrepen:

    — 10

    Natrium

    — 20

    Kalium

    28.47

     

    Zouten van metaalzuren (chromaten, permanganaten, stannaten, enz.):

    — 32

    Natriumchromaat

    — 33

    Kaliumchromaat

    — 34

    Loodchromaat

    — 35

    Natriumbichromaat

    — 36

    Kaliumbichromaat

    28.54

     

    Waterstofperoxyde, vast waterstofperoxyde daaronder begrepen

    28.56

     

    Carbiden (siliciumcarbide, boriumcarbide; metaalcarbiden, enz.)

    29.02

     

    Halogeenderivaten van koolwaterstoffen:

    — 30

    Trichloorethyleen

    — 40

    Tetrachloorkoolstof

    — 60

    Perchloorethyleen

    — 80

    Chloorfluormethanen

    — 90

    Andere

    29.03

     

    Sulfo-, nitro-, en nitrosoderivaten van koolwaterstoffen (met uitzondering van trinitrobutylmetaxyleen (xylolmuskus) van nr. 29.03.10)

    29.04

     

    Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

    — 10

    Pentaërythriet

    — 21

    Methylalcohol, zuiver

    — 22

    Butylalcohol

    — 23

    Propylalcohol en isopropylalcohol

    — 24

    Stearyl- en cetylalcohol

    — 25

    Sorbitol, mannitol

    — 26

    Propyleenglucol

    — 39

    Anderen

    29.09

     

    Epoxyden, epoxyalcoholen, epoxyfenolen en epoxyethers (alfa- en beta-), alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

    — 90

    Andere

    29.14

     

    Eenwaardige zuren, daarvan afgeleide zuuranhydriden, zuurhalogeniden, acylperoxyden en perzuren, alsmede haolgeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderi- vaten daarvan:

    — 21

    Azijnzuur (anhydride)

    — 22

    Azijnzuur (ander dan anhydride)

    — 30

    Oliezuur

    — 41

    Mierenzuur

    — 42

    Natriumacetaat

    — 43

    Aluminiumacetaat

    — 46

    Magnesiumacetaat

    — 47

    Butylacetaat

    — 48

    Ethylstearaat

    — 49

    Andere

    29.15

     

    Meerwaardige zuren, daarvan afgeleide zuuranhydriden, zuurhalogeniden, acylperoxyden en perzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

    — 51

    Dioctylftalaat

    — 52

    Dibutylftalaat

    — 53

    Diëthylftalaat

    — 54

    Dimethylftalaat

    29.16

     

    Oxyzuren aldehydezuren, ketonzuren, tenolzuren en andere zuren met een of verscheidene zuurstofhoudende groepen, daarvan afgeleide zuuranhydriden, zuurhalogeniden, acylperoxyden en perzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

    — 41

    Citroenzuur

    — 53

    Calciumgluconaat

    — 54

    Calciumlactaat

    29.28

     

    Diazonium-(diazo-), azo- en azoöxyverbindingen

    29.33

     

    Organische kwikverbindingen

    29.35

     

    Heterocylische verbindingen, nucleïnezuren daaronder begrepen:

    — 30

    Furfural (furfurol)

    — 59

    Andere

    29.43

     

    Suikers, chemisch zuiver, met uitzondering van saccharose:

    — 10

    Glucose

    — 20

    Lactose

    — 90

    Andere

    30.03

     

    Geneesmiddelen voor mensen en dieren:

     

    b)  Andere

    — 41

    Eerste categorie

    — 42

    Tweede categorie

    — 43

    Derde categorie

    32.02

     

    Synthetische looistoffen, ook indien vermengd met natuurlijke looistoffen; kunstmatig looierbeits (enzympreparaten, pancreaspreparaten, bacteriënpreparaten, enz.)

    32.05

     

    Synthetische organische kleurstoffen; synthetische organische produkten van de soorten, welke als lichtgevende stoffen (luminoforen) worden gebezigd; zogenaamde optische bleekmiddelen, welke zich aan de verzels hechten; natuurlijke indigo

    (met uitzondering van natuurlijke indigo van nr. 32.05.10, van de synthetische organische produkten van de soorten welke als lichtgevende stoffen (luminoforen) worden gebezigd van nr. 30.05.30, en van zogenaamde optische bleekmiddelen, welke zich aan de vezels hechten, van nr. 30.05.40)

    32.06

     

    Verflakken

    32.07

     

    Andere verfstoffen; anorganische produkten van de soorten, welke als lichtgevende stoffen (luminoforen) worden gebezigd:

    — 22

    Lithophone

    32.09

     

    Vernis; waterverf; bereide waterverfpigmenten van de soorten, welke gebruikt worden voor het afwerken van leder (lederverven); andere verf; pigmenten aangemaakt met olie, met terpentijn, met white spirit, met vernis of met andere middelen, voor de vervaardiging van verf; stempelfoliën; verfmiddelen in vormen of verpakkingen voor de verkoop in het klein

    (met uitzondering van bereide waterverfpigmenten, welke gebruikt worden voor het afwerken van leer (lederverven), van nr. 32.09.22, en van stempelfoliën van nr. 32.09.32)

    32.13

     

    Schrijfinkt, tekeninkt, drukinkt en andere inktsoorten:

    — 19

    Andere drukinkten

    — 22

    Geconcentreerde schrijfinkt

    — 23

    Kopieerinkt en hectografeninkt

    — 24

    Inkt voor kogelpennen

    — 25

    Inkt voor stencilmachines, stempelinkt en inkt voor inktlinnen

    33.06

     

    Parfumerieën, toiletartikelen en kosmetische produkten

    34.01

     

    Zeep, medicinale zeep daaronder begrepen

    34.02

     

    Organische tensio-actieve produkten; wasmiddelen en tensio-actieve bereidingen, ook indien zeep bevattende

    34.05

     

    Schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen voor metalen, schuurpasta’s en -poeders en dergelijke preparaten, met uitzondering van bereide was bedoeld bij post 34.04

    35.06

     

    Lijm, elders genoemd noch elders onder begrepen; als lijm te gebruiken produkten van alle soorten, opgemaakt voor de verkoop in het klein in verpakkingen met een nettogewicht van niet meer den 1 kg:

    — 20

    Ander

    36.05

     

    Pyrotechnische artikelen (vuurwerk, voetzoekers en knalsignalen, geparaffineerde amorcebanden, antihagelraketten en dergelijke)

    36.06

     

    Lucifers (met uitzondering van Bengaalse en dergelijke lucifers)

    38.03

     

    Actieve kool (om te ontkleuren, om te depolariseren of om te absorberen); geactiveerde diatomeeënaarde, geactiveerde klei, geactiveerd bauxiet en andere geactiveerde natuurlijke minerale produkten

    (met uitzondering van andere van nr. 38.03.09)

    38.05

     

    Tall-olie

    38.12

     

    Preparaten voor het appreteren of voor het beitsen, van de soorten, welke worden gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën

    39.01

     

    Condensatieprodukten, polycondensatieprodukten en polyadditieprodukten, ook indien chemisch gewijzigd, gepolymeriseerd of lineair (fenoplasten, aminoplasten, alkyden, allylpolyesters en andere verzadigde polyesters, siliconen, enz.)

    (met uitzondering van andere van nr. 39.01.19, van polyamiden en superpolyamiden van nr. 39.01.23 en van andere van nr. 39.01.29)

    39.02

     

    Polymerisatieprodukten en copolymerisatieprodukten (polyethyleen, poly-tetrahaloëthyleen, polyisobutyleen, polystyreen, polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polyvinylchloroacetaat en andere polyvinylderivaten, polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten, cumaronindeenharsen, enz.):

     

    —  Vloeistoffen of pasta's, emulsies, dispersies en oplossingen daaronder begrepen:

    — 12

    Polyvinylacetaat

    — 16

    Polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten

    — 17

    Cumaronindeenderivaten

    — 19

    Andere:

     

    —  Blokken, stukken, klonters, niet samenhangende massa's, korrels, vlokken, poeder (vormpoeder daaronder begrepen), afval en resten van werken:

    — 22

    Polyvinylacetaat

    — 26

    Polyacrylderivaten en polymethacrylderivaten

    — 27

    Cumaronindeenderivaten

    — 29

    Andere

     

    —  Andere:

    — 32

    Polyvinylacetaat

    — 39

    Andere

    39.03

     

    Geregenereerde cellulose, cellulosenitraat, cellulose-acetaat en andere cellulose-esters, cellulose-ethers en andere chemische derivaten van cellulose, al dan niet geplastificeerd (celloïdine en collodion, celluloid, enz.); vulkaniet of vulcanfiber:

     

    —  Vloeistoffen of pasta's, emulsies, dispersies en oplossingen daaronder begrepen:

    — 11

    Collodion

     

    —  Blokken, stukken, klonters, niet samenhangende massa's, korrels, vlokken, poeder (vormpoeder daaronder begrepen), afval en resten van werken:

    — 22

    Cellulosenitraat

    — 23

    Cellulose-acetaat

     

    —  Andere:

    — 31

    Geregenereerde cellulose

    — 32

    Vulkaniet of vulcanfiber

    — 34

    Cellulose-acetaat

    39.07

     

    Werken van de stoffen bedoeld bij de posten 39.01 tot en met 39.06

    40.02

     

    Latex van synthetische rubber; voor gevulcaniseerde latex van synthetische rubber; synthetische rubber; uit oliën verwaardigde factis:

     

    a)  Synthetische rubber en synthetische latex bestemd voor het vervaardigen en herstellen (opvulcaniseren) van buiten- en binnenbanden voor transportvoertuigen van alle soorten:

    — 12

    Synthetische latex

     

    b)  Andere:

    — 22

    Synthetische latex

    — 23

    Uit oliën vervaardigde factis

    40.09

     

    Buizen en slangen, van niet geharde gevulcaniseerde rubber

    40.13

     

    Kleding, handschoenen en kledingtoebehoren, van niet geharde gevulcaniseerde rubber, ongeacht het gebruik daarvan

    40.14

     

    Andere werken van niet geharde gevulcaniseerde rubber:

    — 21

    Vlakgom

    41.10

     

    Kunstleder, op basis van leder of van ledervezels, in platen of in vellen, ook indien op rollen

    42.01

     

    Zadel- en tuigmakerswerk voor dieren (zadels, tuigen, garelen, strengen, kniestukken, enz.) ongeacht de stof waarvan het verwaardigd is

    42.02

     

    Reisartikelen (reiskoffers, valiezen, hoededozen, reiszakken, rugzakken, enz.), boodschappentassen, dameshandtassen, tekenportefeuilles, aktentassen, geldbeurzen en portemonnaies, toiletdozen en toiletzakjes, gereedschapstassen en gereedschapszakken, tabakszakken, foedralen, etuis, kistjes, dozen en koffers (voor wapens, muziekinstrumenten, kijkers, juwelen, flacons, boorden, schoenen, borstels, enz.) en dergelijke bergingsmiddelen, van leder, van kunstleder, van vulcanfiber, van kunstmatige plastische stoffen in vellen, van karton of van textiel

    42.06

     

    Werken van darmen, van goudvlies (goudslagershuidjes), van blazen of van pezen

    43.01

     

    Pelterijen, niet gelooid noch anderszins bereid:

    — 40

    Karakoel, Astrakan

    — 90

    Andere

    43.02

     

    Pelterijen en afvallen daarvan, gelooid of anderszins bereid of veredeld, ook indien aaneengenaaid tot banen, zakken, vierkanten, kruisen en dergelijke vormen

    43.03

     

    Bontwerk (bewerkte of geconfectioneerde pelterijen)

    43.04

     

    Namaakbont, al dan niet geconfectioneerd

    44.11

     

    Houtdraad; hout, geschikt gemaakt voor de vervaardiging van lucifers; houten schoenpinnen

    44.15

     

    Duplex-, triplex- en multiplexhout en met fineer bekleed hout, ook indien samengesteld met andere stoffen; inlegwerk van hout:

    — 20

    Duplex-, triplex- en multiplexhout; inlegwerk van hout

    44.16

     

    Panelen met cellenstructuur, van hout, ook indien met onedel metaal bedekt

    44.17

     

    Verbeterd hout in panelen, in planken, in blokken en in dergelijke vormen

    44.18

     

    Kunsthout verkregen door houtkrullen, zaagsel, houtmeel of andere houtachtige afvallen samen te persen met natuurlijke of met kunstmatige harsen, dan wel met andere organische bindmiddelen, in de vorm van panelen, van platen, van blokken of in dergelijke vormen

    44.23

     

    Schrijnwerk en timmerwerk, voor bouwwerken (panelen voor parketvloeren en montageconstructies daaronder begrepen), van hout

    44.25

     

    Gereedschap, alsmede monturen en stelen, voor gereedschap, borstelhouten, borstel- en bezemstelen, van hout; schoenleesten en schoenspanners, van hout:

    — 10

    Schoenleesten en schoenspanners

    44.28

     

    Andere houtwaren

    45.03

     

    Werken van natuurkurk

    45.04

     

    Geagglomereerde kurk (met of zonder bindmiddel) en werken daarvan

    47.01

     

    Papierstof

    48.01

     

    Machinaal papier en machinaal karton, cellulosewatten daaronder begrepen, op rollen of in bladen:

     

    b)  Papier dat 70 % of meer houtslijp bevat, met een gewicht per m2 van 50 gram of meer tot en met 55 gram:

    — 21

    Courantenpapier

    — 29

    Ander

    — 40

    Drukpapier en schrijfpapier

    — 50

    Kraftpapier

     

    f)  Ander:

    — 61

    Gewoon pakpapier (met een gewicht van 30 gram of minder per m2)

    — 62

    Gewoon pakpapier (met een gewicht van 30 gram of minder per m2)

    — 63

    Sigarettenpapier

    — 64

    Vloeipapier

    — 67

    Karton, op rollen, bestemd voor de vervaardiging van ponskaarten

    — 68

    Karton

    48.02

     

    Handgeschept papier en handgeschept karton

    48.03

     

    Perkamentpapier en perkamentkarton, alsmede imitaties daarvan, zogenaamd kristalpapier daaronder begrepen, op rollen of in bladen

    48.04

     

    Papier en karton, samengesteld uit enkel opeengelijmde vellen, niet geïmpregneerd en niet voorzien van een deklaag, ook indien inwendig versterkt, op rollen of in bladen

    48.05

     

    Papier en karton, enkel gegolfd (ook indien daarop papier of karton in vlakke bladen is gelijmd), gecrept, geplisseerd, gegaufreerd (voorzien van inpersingen), gegreineerd of geperforeerd, op rollen of in bladen

    48.06

     

    Papier en karton, enkel gelijmd, gelinieerd of geruit, op rollen of in bladen

    48.07

     

    Papier en karton, gestreken, voorzien van een deklaag, geïmpregneerd of aan het oppervlak gekleurd (gemarmerd, geïndiëneerd en dergelijk) of bedrukt (ander dan papier of karton bedoeld bij post 48.06 of bij een der posten van Hoofdstuk 49), op rollen of in bladen

    48.09

     

    Platen voor constructiedoeleinden, van papierstof, van houtvezels of van andere plantaardige vezels, ook indien gebonden met natuurlijke hars, met kunsthars of met andere dergelijke bindmiddelen

    48.10

     

    Sigarettenpapier, op maat gesneden, ook indien in boekjes of in hulzen

    48.11

     

    Behangselpapier, lincrusta en vitrofanies

    48.12

     

    Vloerbedekking met een onderlaag van papier of van karton, met of zonder deklaag van linoleumpasta, ook indien op maat gesneden

    48.13

     

    Carbonpapier en dergelijk papier, voor het maken van doorslagen, van overdrukken, enz., en stencilpapier, op maat gesneden, ook indien verpakt in dozen (complete stencils en dergelijke artikelen daaronder begrepen)

    48.14

     

    Papierwaren voor correspondentie: brievenblocs, enveloppen, postbladen, briefkaarten (ander dan prentbriefkaarten) en correspondentiekaarten; assortimenten van die artikelen in dozen, omslagen of dergelijke verpakkingen, van papier of van karton

    48.15

     

    Ander papier en karton, voor bepaalde doeleinden gesneden (met uitzondering van filtreerpapier van nr. 48.15.30)

    48.16

     

    Dozen, zakken, omslagen, puntzakjes en andere verpakkingsmiddelen, van papier of van karton

    48.17

     

    Kartonnagewerk voor kantoorgebruik, voor winkelgebruik en dergelijke

    48.18

     

    Registers, schriften (schrijfboeken), zakboekjes, kwitantieboekjes, blocnotes, agenda's, onderleggers, opbergmappen, mappen en banden (met losse bladen of andere) en andere schoolartikelen, kantoorartikelen en dergelijke artikelen, van papier of van karton, albums voor monstercollecties of voor verzamelingen, alsmede kaften en boekomslagen, van papier of van karton

    48.19

     

    Etiketten van alle soorten, van papier of van karton, al dan niet bedrukt of met illustraties, ook indien gegomd

    48.20

     

    Klossen, hulzen, buisjes, spoelen en dergelijke opwindmiddelen, van papierstof, van papier of van karton, ook indien geperforeerd of gehard

    48.21

     

    Andere werken van papierstof, van papier, van karton of van cellulosewatten:

    — 31

    Ponskaarten

    — 39

    Andere

    49.08

     

    Decalcomanieën van alle soorten

    49.09

     

    Prentbriefkaarten, geïllustreerde kerst- en nieuwjaarskaarten en dergelijke, ongeacht de wijze waarop zij zijn vervaardigd, ook indien met garneringen

    49.10

     

    Kalenders van alle soorten, van papier of van karton, kalenderblokken daaronder begrepen

    50.04

     

    Garens van zijde, niet gereed voor de verkoop in het klein

    50.05

     

    Garens van vlokzijde, niet gereed voor de verkoop in het klein

    50.06

     

    Garens van bourrette, niet gereed voor de verkoop in het klein

    50.07

     

    Garens van zijde, van vlokzijde of van bourrette, gereed voor de verkoop in het klein

    50.09

     

    Weefsels van zijde of van vlokzijde

    50.10

     

    Weefsels van bourrette

    51.01

     

    Garens van synthetische of van kunstmatige continuvezels, niet gereed voor de verkoop in het klein:

     

    b)  tot en met 60 deniers:

     

    —  Synthetische garens:

    — 23

    Op basis van vinyl

    — 24

    Op basis van acryl

    — 25

    Op basis van polypropyleen

    — 29

    Andere

     

    —  Kunstmatige garens:

    — 31

    Viscoserayon

    — 32

    Acetaatrayon

    — 33

    Kunstmatige garens op basis van proteïnen

    — 39

    Andere

     

    c)  meer dan 60 deniers:

     

    —  Synthetische garens:

    — 43

    Op basis van vinyl

    — 44

    Op basis van acryl

    — 45

    Op basis van polypropyleen

    — 49

    Andere

     

    —  Kunstmatige garens:

    — 51

    Viscoserayon

    — 52

    Acetaatrayon

    — 53

    Kunstmatige garens op basis van proteïnen

    — 59

    Andere

    51.02

     

    Monofil, strippen, alsmede artikelen van dergelijke vorm (kunststro) en imitatiecatgut, van synthetische of van kunstmatige textielstoffen

    51.03

     

    Garens van synthetische of van kunstmatige continuvezels, gereed voor de verkoop in het klein:

     

    b)  Andere:

    — 21

    Van kunstmatige vezels

    — 22

    Van synthetische vezels

    51.04

     

    Weefsels van synthetische of van kunstmatige continuvezels (weefsels van monofil en weefsels van strippen of van artikelen van dergelijke vorm, bedoeld bij post 51.01 of bij post 51.02, daaronder begrepen):

    (met uitzondering van weefsels van kunstmatige continuvezels bestemd voor het vervaardigen van binnen- en buitenbanden voor transportvoertuigen van alle soorten, van nr. 51.04.11)

    54.05

     

    Weefsels van vlas of van ramee

    56.01

     

    Synthetische of kunstmatige stapelvezels

    (met uitzondering van synthetische vezels op basis van polyamiden van nr. 56.01.11, op basis van polyesters van nr. 56.01.12, en op basis van acryl van nr. 56.01.14)

    56.02

     

    Kabel voor de vervaardiging van synthetische of van kunstmatige stapelvezels:

    — 20

    Van kunstmatige textielvezels

    56.03

     

    Afval van synthetische of van kunstmatige vezels (continuvezels of stapelvezels), garenafval en rafelingen daaronder begrepen

    56.04

     

    Synthetische en kunstmatige stapelvezels en afval van synthetische of van kunstmatige vezels (continuvezels of stapelvezels), gekaard, gekamd of op andere wijze bewerkt met het oog op het spinnen

    (met uitzondering van synthetische vezels en afval van synthetische vezels op basis van polyamiden van nr. 56.04.11, op basis van polyesters van nr. 56.04.12 en op basis van acryl van nr. 56.04.14)

    56.05

     

    Garens van synthetische of van kunstmatige stapelvezels (of van afval van synthetische of van kunstmatige vezels), niet gereed voor de verkoop in het klein

    56.06

     

    Garens van synthetische of van kunstmatige stapelvezels (of van afval van synthetische of van kunstmatige vezels), gereed voor de verkoop in het klein

    56.07

     

    Weefsels van synthetische of van kunstmatige stapelvezels

    57.05

     

    Garens van hennep

    57.08

     

    Papiergarens

    57.09

     

    Weefsels van hennep

    57.11

     

    Weefsels van andere plantaardige textielvezels

    57.12

     

    Weefsels van papiergarens

    58.02

     

    Andere tapijten, ook indien geconfectioneerd; Kelim-, Sumak-, Karamaniestof en dergelijke, ook indien geconfectioneerd:

    — 10

    Mechanisch vervaardigde tapijten

    58.04

     

    Fluweel, pluche, lussenweefsel en chenilleweefsel, met uitzondering van de artikelen bedoeld bij de posten 55.08 en 58.05:

    — 20

    Van natuurzijde

    — 40

    Van synthetische vezels

    — 50

    Van kunstmatige vezels

    58.08

     

    Tule en filetweefsels, niet opgemaakt

    — 20

    Van kunstmatige vezels

    58.09

     

    Tule, bobinettule en filetweefsels, opgemaakt; kant (mechanisch of met de hand vervaardigd), aan het stuk, in banden of in de form van motieven

    58.10

     

    Borduurwerk, aan het stuk, in banden of in de form van motieven

    59.03

     

    Gebonden textielvlies, alsmede artikelen daarvan, ook indien geïmpregneerd of met een deklaag

    59.08

     

    Weefsels geïmpregneerd met of voorzien van een deklaag van cellulosederivaten of van andere kunstmatige plastische stoffen

    59.10

     

    Linoleum, ongeacht het gebruik daarvan, ook indien in bepaalde vorm gesneden; vloerbedekking, bestaande uit een deklaag met een rug van textiel, ook indien in bepaalde vorm gesneden

    59.11

     

    Gegummeerde weefsels, met uitzondering van gegummeerd brei- en haakwerk

    59.13

     

    Elastische weefsels (met uitzondering van brei- en haakwerk) van met rubberdraden verbonden textielstoffen

    60.01

     

    Breiwerk en haakwerk, niet elastisch en niet gegummeerd

    60.02

     

    Handschoenen, wanten en dergelijke artikelen, van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

    60.03

     

    Kousen, onderkousen, sokken, voetjes en dergelijke artikelen, van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

    60.04

     

    Onderkleding van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

    60.05

     

    Bovenkleding, kledingtoebehoren en andere artikelen, van niet elastisch of van niet gegummeerd brei- of haakwerk

    60.06

     

    Breiwerk en haakwerk, elastisch of gegummeerd, aan het stuk, en artikelen daarvan (kniestukken en aderspatkousen daaronder begrepen)

    61.01

     

    Herenbovenkleding en jongensbovenkleding

    61.02

     

    Damesbovenkleding, meisjesbovenkleding en kinderbovenkleding

    61.03

     

    Herenonderkleding en jongensonderkleding, kragen, boorden, fronten en manchetten daaronder begrepen

    61.04

     

    Damesonderkleding, meisjesonderkleding en kinderonderkleding

    61.05

     

    Zakdoeken

    61.06

     

    Sjaals, sjerpen, hoofddoeken en halsdoeken, mantilles, sluiers, voiles en dergelijke artikelen

    61.07

     

    Dassen

    61.08

     

    Kragen, fancy-artikelen, frontjes, jabots, manchetten, inzetsels en dergelijke garnering, voor dameskleding of voor damesonderkleding

    61.09

     

    Korsetten, jarretellegordels, korselets (gaines), bustehouders, bretels, jarretelles, kousebanden, sokophouders en dergelijke artikelen, van weefsel (brei- en haakwerk daaronder begrepen), ook indien elastisch

    61.10

     

    Handschoenen, wanten en dergelijke, kousen en sokken, andere dan die van brei- of haakwerk

    61.11

     

    Ander geconfectioneerd kledingtoebehoren: sousbras, schoudervullingen en dergelijke opvulstukken voor kleding; gordels en koppels, moffen, overmouwen, enz.

    62.05

     

    Andere geconfectioneerde artikelen van weefsel, patronen voor kleding daaronder begrepen

    65.01

     

    Hoedvormen (cloches), van vilt, waarvan bol noch rand zijn aangevormd, alsmede schijfvormige „plateaux” en cilindervormige „manchons” (ook indien overlangs opengesneden), van vilt, voor hoeden

    65.02

     

    Hoedvormen (cloches), waarvan bol noch rand zijn aangevormd, gevlochten uit één stuk of vervaardigd door het aaneenzetten van gevlochten, geweven of anderszins verkregen stroken, ongeacht de stof waarvan die stroken zijn vervaardigd

    65.03

     

    Hoeden en andere hoofddeksels, van vilt, vervaardigd van hoedvormen (cloches) of van schijfvormige „plateaux” bedoeld bij post 65.01, al dan niet gegarneerd

    65.04

     

    Hoeden en andere hoofddeksels, gevlochten uit één stuk of vervaardigd door het aaneenzetten van gevlochten, geweven of anderszins verkregen stroken, ongeacht de stof waarvan die stroken zijn vervaardigd, al dan niet gegarneerd

    65.05

     

    Hoeden en andere hoofddeksels (haarnetjes daaronder begrepen), van breiof haakwerk of vervaardigd van weefsel, van kant of van vilt (aan het stuk, maar niet in stroken), al dan niet gegarneerd

    65.06

     

    Andere hoeden en hoofddeksels, al dan niet gegarneerd

    65.07

     

    Binnenranden (zweetbanden), voeringen, overtrekken, karkassen (veermonturen voor klakhoeden daaronder begrepen), kleppen en stormbanden, voor hoofddeksels

    66.01

     

    Paraplu's en parasols, alsmede wandelstokparaplu's, tuinparasols, parasoltenten en dergelijke

    66.03

     

    Delen, garnituren en toebehoren, voor de artikelen bedoeld bij de posten 66.01 en 66.02

    67.01

     

    Vogelhuiden en andere delen van vogels, met hun veren of dons bezet, veren, delen van veren, dons en artikelen uit deze stoffen, met uitzondering van produkten bedoeld bij post 05.07, van bewerkte schachten en van bewerkte spoelen.

    67.02

     

    Kunstbloemen, kunstloofwerk en kunstvruchten, alsmede delen daarvan; artikelen van kunstbloemen, van kunstloofwerk en van kunstvruchten

    67.04

     

    Pruiken, postiches, lokken en dergelijke artikelen van mensenhaar, van haar van dieren of van textiel; andere werken van mensenhaar (haarnetjes van mensenhaar daaronder begrepen)

    67.05

     

    Waaiers, alsmede waaiergeraamten en delen daarvan, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd

    68.04

     

    Molenstenen, alsmede stenen en schijven, om te malen, te vervezelen, te wetten, te polijsten, te slijpen, te zagen, te snijden, van natuursteen, van samengekit steengruis, van samengekitte natuurlijke of kunstmatige schuur-, slijp- of polijstmiddelen of van aardewerk (alsmede van evenbedoelde stoffen vervaardigde segmenten en andere delen van die stenen of schijven), ook indien met delen (kern, schacht, kraag, enz.) van andere stoffen, dan wel op een as gemonteerd, doch zonder onderstel:

    — 20

    Andere

    68.06

     

    Natuurlijke of kunstmatige schuur-, slijp- of polijstmiddelen, in poeder of in korrels, op een onderlaag van weefsel, van papier, van karton of van andere stoffen, ook indien in een bepaalde vorm gesneden, genaaid of op andere wijze aaneengezet:

    — 90

    Andere

    68.07

     

    Slakkenwol, steenwol en andere dergelijke minerale wol; geëxpandeerd vermiculiet, geëxpandeerde klei en dergelijke geëxpandeerde minerale produkten; mengsels en werken van minerale stoffen voor warmteïsolering of voor geluiddemping, met uitzondering van de goederen bedoeld bij de posten 68.12 of 68.13 ob bij een der posten van Hoofdstuk 69

    68.08

     

    Werken van asfalt of van dergelijke produkten (petroleumbitumen, koolteerpek, enz.)

    68.11

     

    Werken van cement, van beton of van kunststeen, ook indien gewapend, werken van slakkencement of van granito daaronder begrepen

    68.13

     

    Bewerkte asbestvezels; werken van asbest (karton, garens, weefsel, kleding, hoofddeksels, schoeisel, enz.), met uitzondering van de artikelen bedoeld bij post 68.14, ook indien gewapend; mengels samengesteld met asbest of met asbest en magnesiumcarbonaat, alsmede werken van deze stoffen

    68.16

     

    Werken van steen of van andere minerale stoffen (werken van turf daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen:

    — 20

    Gebakken stenen, van met teer geagglomereerde dolomiet

    69.11

     

    Vaatwerk, huishoudelijke artikelen en toileteartikelen, van porselein

    69.12

     

    Vaatwerk, huishoudelijke artikelen en toiletartikelen, van andere keramische stoffen

    69.13

     

    Beeldjes, fancy-artikelen, meubilerings- en versieringsvoorwerpen, lijf— sieraden

    69.14

     

    Andere werken van keramische stoffen

    70.02

     

    Glazuurglas in massa, in staven, in stengels of in buizen

    70.03

     

    Glas in staven, in stengels, in kogels (knikkers) of in buizen, onbewerkt (met uitzondering van optisch glas)

    70.04

     

    Gegoten of gewalst glas, onbewerkt (alsmede onbewerkt gegoten of gewalst draadglas en onbewerkt gegoten of gewalst geplateerd glas, welke in één arbeidsgang zijn verkregen), in vierkante of rechthoekige platen

    70.05

     

    Getrokken of geblazen glas (z.g. vensterglas), onbewerkt (alsmede onbewerkt getrokken of geblazen geplateerd glas dat in één arbeidsgang is verkregen), in vierkante of rechthoekige platen:

    — 20

    Vensterglas, ondoorzichtig, gekleurd, gecanneleerd of geribd

    — 30

    Andere

    70.06

     

    Gegoten of gewalst glas en z.g. vensterglas (alsmede draadglas en geplateerd glas, welke in één arbeidsgang zijn verkregen), enkel geslepen of gepolijst op één of beide zijden, in vierkante of rechthoekige platen

    70.07

     

    Gegoten of gewalst glas en vensterglas (ook indien geslepen of gepolijst), anders dan vierkant of rechthoekig gesneden, gebogen of anders bewerkt (met schuingeslepen randen, gegraveerd, enz.); dubbel- en meerwandig glas voor isoleringsdoeleinden; glas in lood

    70.08

     

    Veiligheidsglas, bestaande uit geharde glasplaten (hardglas) of uit twee of meer opeengekitte glasplaten (triplexglas, pantserglas, enz.), ook indien in een bepaalde vorm

    7.13

     

    Glaswerk voor tafel-, keuken-, toilet- of kantoorgebruik, voor binnenhuisversiering of voor dergelijk gebruik, met uitzondering van de artikelen bedoeld bij post 70.19

    70.14

     

    Verlichtingsartikelen, signaal- en waarschuwingsartikelen, van glas; optische elementen van gewoon glas, niet optisch bewerkt

    70.15

     

    Horlogeglazen, brilleglazen (niet bestemd voor de verbetering van de gezichtsscherpte) en dergelijke glazen, gebombeerd, gebogen of op dergelijke wijze bewerkt; voor de vervaardiging daarvan bestemde holle glazen, bollen en segmenten daaronder begrepen

    70.16

     

    Tegels, dakpannen en andere bouwmaterialen, van gegoten of van geperst glas, ook indien gewapend; zogenaamd multicellulair glas of schuimglas, in blokken, in panelen, in platen, in schalen of in dergelijke vormen

    70.19

     

    Glazen kralen, ballotini, onechte edelstenen, onechte parels en dergelijk klein glaswerk; blokjes, plaatjes en schilfers, van glas (ook indien op een drager), voor mozaïek of voor dergelijke decoratieve doeleinden; glazen ogen, die voor poppen of voor ander speelgoed daaronder begrepen, doch met uitzondering van die voor mensen; voorwerpen van klein glaswerk; met de blaaslamp vervaardigde glazen fancy-artikelen

    70.20

     

    Glaswol, glasvezels en werken daarvan:

    — 11

    Glaswol

    — 20

    Vilt van glasvezels

    71.01

     

    Echte parels, onbewerkt of bewerkt, gevat noch gezet, ook indien aaneengeregen met het oog op het vervoer, doch niet in stellen

    71.02

     

    Natuurlijke edelstenen (halfedelstenen daaronder begrepen), onbewerkt, geslepen of op andere wijze bewerkt, gevat noch gezet, ook indien aaneengeregen met het oog op het vervoer, doch niet in stellen (met uitzondering van diamanten voor industrieel gebruik van nr. 71.02.10)

    71.03

     

    Synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen, onbewerkt, geslepen of op andere wijze bewerkt, gevat noch gezet, ook indien aaneengeregen met het oog op het vervoer, doch niet in stellen

    71.06

     

    Metalen geplateerd met zilver, onbewerkt of halfbewerkt

    71.10

     

    Onedele en edele metalen, geplateerd met platina of met platinametalen, onbewerkt of halfbewerkt

    71.12

     

    Bijouterieën en juwelen, alsmede delen daarvan, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen

    71.13

     

    Edelsmidswerk, alsmede delen daarvan, van edele metalen, of van metalen geplateerd met edele metalen

    71.14

     

    Andere werken van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen

    71.15

     

    Werken van echte parels, van natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen

    71.16

     

    Fancybijouterieën

    73.02

     

    Ferrolegeringen (met uitzondering van terromangaan van 73.02.21)

    73.07

     

    Blooms, billets, bramen en largets, van ijzer of van staal; smeedstukken van ijzer of van staal, enkel ruw voorgesmeed:

    — 90

    Andere

    73.10

     

    Staven van ijzer of van staal, warm gewalst of warm geperst, dan wel gesmeed (walsdraad daaronder begrepen); staven van ijzer of van staal, verkregen door koud bewerken of door koud nabewerken; holle staven van staal, voor mijnboringen:

     

    —  Staven, warm gewalst of warm geperst, dan wel gesmeed:

     

    —  Staven met hoekige doorsnede:

    ex 49

    Andere (met uitzondering van produkten die onder het E.G.K.S.-Verdrag vallen)

     

    —  Staven, verkregen door koud bewerken of door koud nabewerken:

    — 51

    Staven met cirkelvormige doorsnede

    — 52

    Staven met hoekige doorsnede

    59

    Andere

    73.14

     

    IJzerdraad en staaldraad, ook indien overtrokken, met uitzondering van geïsoleerd draad voor het geleiden van elektriciteit

    73.17

     

    Buizen en pijpen, van gietijzer

    73.18

     

    Buizen en pijpen (ook indien niet afgewerkt), van ijzer of van staal, met uitzondering van de artikelen bedoeld bij post 73.19

     

    —  Buizen en pijpen, niet overtrokken, naadloos:

    — 11

    Met een inwendige diameter minder dan 1 duim

    — 12

    Met een inwendige diameter van 1 duim of meer, doch minder dan 2,5 duim

    — 13

    Met een inwendige diameter van 2,5 duim of meer, doch minder dan 6 duim

    — 14

    Met een inwendige diameter van 6 duim of meer

     

    —  Buizen en pijpen, overtrokken, naadloos:

    — 31

    Met een inwendige diameter minder dan 1 duim

    — 32

    Met een inwendige diameter van 1 duim of meer, doch minder dan 2,5 duim

    — 33

    Met een inwendige diameter van 2,5 duim of meer, doch minder dan 6 duim

    — 34

    Met een inwendige diameter van 6 duim of meer

    73.19

     

    Drukleidingen van staal, ook indien voorzien van verstevigingsringen, van de soorten, welke voor waterkrachtcentrales worden gebezigd

    73.20

     

    Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van gietijzer, van ijzer of van staal (verbindingsstukken of aansluitstukken, koppelingen, ellebogen, bochten, moffen, flenzen, enz.)

    73.21

     

    Constructiewerken, al dan niet voltooid en al dan niet gemonteerd, alsmede delen van contructiewerken (loodsen, bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren en vensterkozijnen, luiken, balustrades, hekken, enz.), van gietijzer, van ijzer of van staal; platen, band, staven, profielen, buizen, enz. van gietijzer, van ijzer of van staal, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

    73.22

     

    Reservoirs, voeders, kuipen en andere dergelijke bergingsmiddelen, ongeacht voor welke goederen zij bestemd zijn, van gietijzer, van ijzer of van staal, met een inhoudsruimte van meer dan 300 liter, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding

    73.24

     

    Bergingsmiddelen van ijzer of van staal, voor gecomprimeerd of voor vloeibaar gas

    73.25

     

    Kabel, geslagen of gevlochten, lengen en dergelijke kabels, van ijzerdraad of van staaldraad, met uitzondering van geïsoleerd materiaal voor het geleiden van elektriciteit (met uitzondering van kabels, gevlochten, van ijzerdraad of van staaldraad)

    73.26

     

    Prikkeldraad en dergelijk afrasteringsmateriaal, bestaand uit getorste draden of strippen, al dan niet voorzien van punten, stekels of tanden, van ijzer of van staal

    73.27

     

    Metaaldoek, metaalgaas en traliewerk, van ijzerdraad of van staaldraad

    73.28

     

    Plaatgaas verkregen door het uitrekken van ingekeept plaatijzer, plaatstaal, bandijzer of bandstaal

    73.29

     

    Kettingen, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal:

    — 11

    Transmissiekettingen

    — 91

    Delen van kettingen

    73.32

     

    Bouten en moeren (met of zonder schroefdraad), kraagschroeven (tirefonds), schroeven, oogschroeven, schroef haken, massieve klinknagels en klinkbouten, splitpennen en splitbouten, stelpennen en stelbouten, spieën en dergelijk bout- en schroefwerk, van gietijzer, van ijzer of van staal; sluitringen (veerringen en andere verende sluitringen daaronder begrepen), van ijzer of van staal

    /3.33

     

    Naainaalden, haakpennen (haaknaalden), breipennen (breinaalden), rijgnaalden en dergelijke artikelen voor het naaien met de hand, voor het borduren, voor het breien of knopen van netten, voor de vervaardiging van tapijten en tapisserieën, enz., alsmede borduurpriemen, ook indien niet afgewerkt, van ijzer of van staal

    73.36

     

    Kachels, haarden, keukenfornuizen(die welke mede dienen voor centrale verwarming daaronder begrepen), komforen, kookketels met vuurhaard, bordenwarmers en dergelijke toestellen voor huishoudelijk gebruik (met uitzondering van elektrische), alsmede delen en onderdelen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal

    73.37

     

    Ketels (andere dan stoomgeneratoren bedoeld bij post 84.01) en radiatoren, voor centrale verwarming, niet elektrisch verwarmd, alsmede delen daarvan, van gietijzer, van ijzer of van staal; luchtverhitters en apparaten voor het verspreiden van warme lucht, andere dan die met een elektrische warmtebron, ook indien deze apparaten tevens geschikt zijn voor het verspreiden van gekoelde of geconditioneerde lucht, voorzien van een door een motor aangedreven ventilator af blaasinrichting, alsmede delen van deze verwarmingsapparaten, van gietijzer, van ijzer of van staal

    73.38

     

    Keukengerei, huishoudelijke en sanitaire artikelen, alsmede delen daarvan, van gietzijzer, van ijzer of van staal

    73.40

     

    Andere werken van gietijzer, van ijzer of van staal:

    — 10

    Andere werken van gietzijzer

    ex 20

    Andere werken van ijzer of van staal (met uitzondering van acmonital)

    74.10

     

    Kabel, geslagen of gevlochten, en kabels, van koperdraad, met uitzondering van geïsoleerd materiaal voor het geleiden van elektriciteit

    74.15

     

    Bouten en moeren (met of zonder schroefdraad), schroeven, oogschroeven, schroefhaken, massieve klinknagels en klinkbouten, splitpennen en splitbouten, stelpennen en stelbouten, spieën en dergelijk bout- en schroefwerk van koper; sluitringen (veerringen en andere verende sluitringen daaronder begrepen), van koper:

    — 10

    Bouten en moeren

    — 20

    Schroeven

    74.19

     

    Andere werken van koper

    75.06

     

    Andere werken van nikkel

    76.01

     

    Ruw aluminium; resten en afvallen, van aluminium

    76.02

     

    Staven, profielen en draad, massief, van aluminium

    76.03

     

    Platen, bladen en strippen, van aluminium, met een dikte van meer dan 0,20 mm

    76.04

     

    Bladaluminium (ook indien gegaufreerd, gesneden, geperforeerd, bekleed, bedrukt of bevestigd op papier, op karton, op kunstmatige plastische stoffen of op dergelijke dragers), met een dikte van niet meer dan 0,20 mm (de dikte van de drager niet medegerekend)

    76.06

     

    Buizen en pijpen (ook indien niet afgewerkt) en holle staven, van aluminium

    76.07

     

    Hulpstukken (fittings) voor buisleidingen, van aluminium (verbindingsstukken of aansluitstukken, koppelingen, ellebogen, bochten, moffen, flenzen, enz.)

    76.08

     

    Constructiewerken, al dan niet voltooid en al dan niet gemonteerd, alsmede delen van constructiewerken (loodsen, bruggen, brugdelen, sluisdeuren, vakwerkmasten en andere masten, pijlers, kolommen, kapconstructies, deuren, vensterkozijnen, balustrades, enz.), van aluminium; platen, staven, profielen, buizen, enz., van aluminium, gereedgemaakt voor gebruik in constructiewerken

    76.09

     

    Reservoirs, voeders, kuipen en andere dergelijke bergingsmiddelen, ongeacht voor welke goederen zij bestemd zijn, van aluminium, met een inhoudsruimte van meer dan 300 liter, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding

    76.10

     

    Fusten, trommels, bussen, blikken en andere dergelijke bergingsmiddelen, voor transport- of voor verpakkingsdoeleinden, van aluminium, buisjes en tubes voor verpakkingsdoeleinden daaronder begrepen

    76.11

     

    Bergingsmiddelen voor gecomprimeerd of voor vloeibaar gas, van aluminium

    76.12

     

    Kabel, geslagen of gevlochten, en kabels, van aluminiumdraad, met uitzondering van geïsoleerd materiaal voor het geleiden van elektriciteit

    76.13

     

    Metaaldoek, metaalgaas en traliewerk, van aluminiumdraad

    76.14

     

    Plaatgaas verkregen door het uitrekken van ingekeept plaat- of bandaluminium

    76.15

     

    Keukengerei, huishoudelijke en sanitaire artikelen, alsmede delen daarvan, van aluminium

    76.16

     

    Andere artikelen van aluminium

    77.01

     

    Ruw magnesium; resten en afvallen, van magnesium (niet gekalibreerd draaisel daaronder begrepen)

    77.02

     

    Staven, profielen, draad, platen, bladen, strippen, buizen, pijpen, holle staven, poeder, schilfers en gekalibreerd draaisel, van magnesium

    77.03

     

    Andere werken van magnesium

    77.04

     

    Beryllium (glucinium), ruw of bewerkt

    82.02

     

    Zagen (handgereedschap) en zaagbladen van alle soorten (freeszagen en ongetande zaagbladen daaronder begrepen):

    — 20

    Zaagbladen voor lint- en bandzagen

    — 30

    Zaagbladen voor cirkelzagen (freeszagen daaronder begrepen)

    82.05

     

    Verwisselbare gereedschappen voor gereedschapswerktuigen en voor al dan niet mechanisch handgereedschap (voor het stampen, stansen, draadtappen, ruimen, draadsnijden, frezen, kotteren, steken, draaien, vastschroeven, enz)., trekstenen of trekmatrijzen en pers- of extrusiematrijzen voor het warm bewerken van metalen en gesteenteboren daaronder begrepen:

    — 20

    Frezen

    82.06

     

    Messen en snijbladen, voor machines en voor mechanische toestellen

    82.07

     

    Plaatjes, staafjes, beitelpunten en dergelijke voorwerpen, voor gereedschap, niet gemonteerd, vervaardigd van gesinterde metaalcarbiden (van wolfram, van molybdeen, van vanadium, enz.)

    82.09

     

    Messen (andere dan die bedoeld bij post 82.06), ook indien getand, zaksnoeimessen daaronder begrepen

    82.10

     

    Lemmeten voor messen bedoeld bij post 82.09

    82.12

     

    Scharen en schaarbladen

    82.13

     

    Ander messenmakerswerk (met inbegrip van: met een hand te bedienen tuin-, snoei-, bloemen- en wildscharen, zonder oog: tondeuses; hakmessen en dergelijke slagersmessen; radeermesjes en briefopeners); gereedschap (nagelvijltjes daaronder begrepen) voor manicure, voor pedicure en dergelijke, ook indien in stellen

    — 10

    Gereedschap voor manicure, voor pedicure

    82.14

     

    Lepels, pollepels, vorken, taartscheppen, vismessen en botermesjes, suikertangen en dergelijke artikelen

    82.15

     

    Heften van onedel metaal voor de artikelen bedoeld bij de posten 82.09, 82.13 en 82.14

    83.01

     

    Sloten (van een slot voorziene sluitingen en sluitbeugels daaronder begrepen), grendelsloten en hangsloten, welke door middel van een sleutel of langs elektrische weg geopend en gesloten worden (combinatiesloten daaronder begrepen), alsmede delen daarvan, van onedel metaal, al dan niet afgewerkte sleutels voor bedoelde sloten, van onedel metaal

    83.02

     

    Garnituren, beslag en dergelijke artikelen, van onedel metaal, voor meubelen, voor deuren, voor trappen, voor vensters, voor blinden, voor koetswerk, voor zadelmakerswerk, voor koffers en valiezen en voor dergelijke werken; hoedhaken, jashaken en dergelijke haken, kapstokken, plankdragers, consoles en dergelijke artikelen, van onedel metaal (automatische deursluiters en deurdrangers daaronder begrepen)

    83.03

     

    Brandkasten, gepantserde deuren en safeloketten voor kluizen, geldkistjes en -cassetten en dergelijke artikelen, van onedel metaal

    83.04

     

    Bergkastjes voor kantoorbescheiden, kaartenkasten, opberg- en sorteerdozen, kopijstanders (concepthouders) en dergelijk kantoormaterieel, van onedel metaal, met uitzondering van kantoormeubelen bedoeld bij post 94.03

    83.05

     

    Mechanismen voor opbergmappen, voor losbladige boeken, enz., klemmen voor tekenpapier, papierhechters, hechtnieten, hoekplaatjes en clips, ruiters, beslag voor registers en opbergmappen en andere dergelijke kantoorbenodigdheden, van onedel metaal

    83.06

     

    Beeldjes en andere voorwerpen, voor binnenhuisversiering, van onedel metaal

    83.07

     

    Verlichtingstoestellen, lampen en luchters, alsmede niet-elektrische delen en onderdelen daarvan, van onedel metaal (met uitzondering van mijnwerkerslampen van nr. 83.07.10)

    83.10

     

    Kralen en pailletten, van onedel metaal

    83.11

     

    Klokken, bellen, schellen en dergelijke, andere dan elektrische, alsmede delen daarvan, van onedel metaal

    83.12

     

    Lijsten van onedel metaal, voor foto's, voor prenten en dergelijke; spiegels van onedel metaal

    84.01

     

    Stoomgeneratoren (stoomketels) en andere dampgeneratoren

    84.02

     

    Hulptoestellen voor stoomgeneratoren of voor andere dampgeneratoren (economisers of voorwarmers, oververhitters, stoomaccumulatoren, roetblazers, terugvoerinrichtingen voor vliegas enz.); condensors voor stoommachines:

    — 10

    Economisers, of voorwarmers, luchtverhitters

    — 20

    Oververhitters, stoomkoelers voor oververhitters

    — 30

    Stoom-, en warmteaccumulatoren

    — 40

    Andere

    84.03

     

    Generatoren voor watergas of voor luchtgas, ook indien met bijbehorende zuiveringstoestellen; acetyleenontwikkelaars (werkend langs natte weg) en dergelijke gasgeneratoren, ook indien met bijbehorende zuiveringstoestellen

    84.06

     

    Explosiemotoren en verbrandingsmotoren, met zuigers (met uitzondering van motoren voor vliegtoestellen van nr. 84.06.11 en van buitenboordmotoren voor schepen van nr. 84.06.14)

    84.07

     

    Waterraderen (waterwielen), waterturbines en andere hydraulische krachtmachines:

     

    —  Waterturbines:

    — 11

    Impulsturbines of Peltonturbines

    — 12

    Reactieturbines of radiaalturbines (type Francis)

    84.09

     

    Wegwalsen met eigen mechanische beweegkracht

    84.10

     

    Pompen, motorpompen en turbopompen, voor vloeistoffen, (niet mechanische pompen en distributiepompen met meettoestellen daaronder begrepen); elevatoren voor vloeistoffen (kettingelevatoren, emmerelevatoren, bandelevatoren, enz.)

    (met uitzondering van distributiepompen met meettoestel voor prijzen en hoeveelheden van nr. 84.10.11, en van distributiepompen met meettoestel voor hoeveelheden van nr. 84.10.12)

    84.11

     

    Pompen, motorpompen en turbopompen, voor lucht of voor andere gassen, alsmede vacuumpompen; compressors, motorcompressors en turbocompressors, voor lucht en voor andere gassen; gasgeneratoren met vrije zuigers; ventilatoren, aanjagers en dergelijke

    84.12

     

    Aggregaten voor de regeling van het klimaat in besloten ruimten, bestaande uit een door een motor aangedreven ventilator en een apparatuur voor het wijzigen van de temperatuur en van de vochtigheid van de lucht, welke één geheel vormen

    (met uitzondering van die, welke één geheel vormen en een gewicht van 100 kg of minder hebben van nr. 84.12.10)

    84.13

     

    Branders voor het stoken van vuurhaarden met vloeibare brandstof (verstuivingstoestellen), met verpoederde vaste brandstof of met gas; automatische stookinrichtingen, alsmede daarvoor bestemde werp- en schroefstokers, mechanische roosters, mechanische toestellen voor het verwijderen van as en dergelijke inrichtingen:

    — 19

    Andere branders voor het stoken van vuurhaarden

    — 20

    Automatische stookinrichtingen

    84.14

     

    Industriële ovens en ovens voor laboratoria, met uitzondering van de elektrische ovens bedoeld bij post 85.11

    84.16

     

    Kalanders en walsmachines, andere dan walsmachines voor metalen of voor glas; cilinders voor deze machines

    84.17

     

    Toestellen, apparaten en inrichtingen (ook indien elektrisch verhit), voor de behandeling van stoffen volgens werkwijzen waarbij temperatuursverandering nodig is, zoals warmen, koken, branden, roosten, distilleren, rectificeren, steriliseren, pasteuriseren, stomen, drogen, uitdampen, verdampen, condenseren, afkoelen, enz, met uitzondering van toestellen en apparaten voor huishoudelijk gebruik; niet-elektrische geisers (doorstroomtoestellen) en andere heetwatertoestellen (voorraadtoestellen of boilers):

     

    a)  Pasteurisatoren, sterilisatoren en hun delen en onderdelen:

    — 11

    Apparaten en toestellen voor het pasteuriseren

    — 12

    Apparaten en toestellen voor het steriliseren

    — 15

    Delen en onderdelen

     

    b)  Andere:

    ex 29

    Andere (met uitzondering van toestellen voor het vervaardigen van zwaar waterstof (deuterium) en verbindingen daarvan)

    — 35

    Delen en onderdelen

    84.18

     

    Centrifuges; toestellen voor het filtreren of zuiveren van vloeistoffen of van gassen:

    — 30

    Toestellen voor het filtreren of zuiveren van vloeistoffen

    84.20

     

    Weegtoestellen en weeginrichtingen, met inbegrip van bascules en balansen voor het tellen en controleren van werkstukken, doch met uitzondering van precisiebalansen met een gewichtsgevoeligheid van 5 centigram of minder; gewichten voor weegtoestellen van alle soorten

    (met uitzondering van gewichten voor precisiebalansen van nr. 84.20.31)

    84.21

     

    Mechanische toestellen (ook indien voor handkracht) voor het spuiten, verspreiden of verstuiven van vloeistoffen of van poeder; blusapparaten (ook indien gevuld); spuitpistolen en dergelijke toestellen; zandstraaltoestellen, stoomstraaltoestellen en dergelijke straaltoestellen

    (met uitzondering van blusapparaten van nr. 84.21.24)

    84.22

     

    Hef-, hijs-, laad- en losmachines en -toestellen, alsmede machines en toestellen voor het hanteren van goederen (liften, skips, windassen of lieren, dommekrachten, takels, hijskranen, loopkranen, bandtransporteurs, kabelbanen, enz.), met uitzondering van machines en toestellen bedoeld bij post 84.23

    (met uitzondering van mechanische werktuigen, speciaal vervaardigd voor het hanteren van radioactieve stoffen, van nr. ex. 84.22.90)

    84.24

     

    Machines, toestellen en werktuigen, voor land- en tuinbouw, voor voorbereiding, bewerking en bebouwing van de bodem, rollers voor gras- en sportvelden daaronder begrepen

    84.25

     

    Machines, toestellen en werktuigen, voor het oogsten en voor het dorsen van landbouwprodukten; stro- en veevoederpersen; gazonmaaimachines; wanmolens en dergelijke machines voor het reinigen van graan, sorteermachines voor eieren, voor vruchten en voor andere landbouwprodukten, met uitzondering van machines en toestellen voor de meelindustrie, bedoeld bij post 84.29:

    — 10

    Grasmaaimachines

    — 15

    Zwadmaaiers

    — 20

    Graanmaaizelfbinders

    — 30

    Dorsmachines

    — 35

    Stro- en veevoederpersen

    — 40

    Toestellen en werktuigen voor het verzamelen en in bossen of balen persen van hooi of stro

    — 45

    Gazonmaaimachines

     

    —  Delen en onderdelen:

    — 92

    Van dorsmachines

    84.30

     

    Machines en toestellen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van Hoofdstuk 84, voor brood- en banketbakkerijen, voor deegwaren-, suikergoed- en chocoladebedrijven, voor suikerfabrieken, voor brouwerijen of voor het bewerken of verwerken van vlees, van vis, van groenten of van fruit in het levensmiddelenbedrijf:

    — 60

    Machines en toestellen voor brouwerijen

    84.31

     

    Machines en toestellen, voor het vervaardigen van papierstof en voor het vervaardigen of afwerken van papier of karton

    84.36

     

    Machines en toestellen, voor het spinnen (extruderen) van synthetische of kunstmatige textielstoffen; machines en toestellen, voor het bereiden van spinvezels; machines en toestellen, voor het spinnen en het twijnen van textielstoffen; machines voor het spoelen en het opwinden (inslagspoelmachines daaronder begrepen) het moulineren en het afhaspelen van textielstoffen (garen, draad, bindgaren e. d.)

    (met uitzondering van machines en toestellen voor het spinnen van synthetische of kunstmatige textielvezels volgens het pers-spuit-procédé van nr. 84.36.10, en van machines en toestellen voor het slaan, scheuren, uiteenrafelen en reinigen van nr. 84.36.25)

    84.37

     

    Weefgetouwen, breimachines, machines voor de vervaardiging van tule, van kant, van borduurwerk, van passementwerk of van filetweefsels; machines en toestellen, voor het voorbereiden van garens vóór het weven, het breien, enz. (scheermachines, garensterkmachines, enz.)

    (met uitzondering van breimachines en -toestellen van nr. 84.37.21, en van machines voor de vervaardiging van tule van nr. 84.37.22)

    84.38

     

    Hulpmachines en hulptoestellen, voor de machines bedoeld bij post 84.37 (dobby’s of schaftmechanismen, jacquardmechanismen, kettingen inslagwachters, wisselmechanismen voor schietspoelen, enz.); delen, onderdelen en hulpstukken, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor de machines en toestellen bedoeld bij deze post of bij de posten 84.36 en 84.37 (spillen, vleugels, kaardbeslag, kammen, spindoppen, schietspoelen, hevels en schachten, valnaalden en dergelijke naalden, platinen, breimachinenaalden, enz.)

    (met uitzonderingen van kammen voor weefgetouwen van nr. 84.38.40, en van metalen hevels van nr. 84.38.60)

    84.43

     

    Converters, gietpannen, gietvormen voor ingots, gietmachines voor ijzer- en staalfabrieken en voor gieterijen:

    — 10

    Converters

    84.44

     

    Walsstoelen, walswerken (walsstraten) en walsrollen:

     

    Delen en onderdelen:

    — 91

    Walsrollen

    — 99

    Andere

    84.45

     

    Gereedschapswerktuigen voor het bewerken van metalen en van metaalcarbiden, met uitzondering van die bedoeld bij de posten 84.49 en 84.50 (met uitzondering van automatische draaibanken van nr. 84.45.11, van freesmachines van nr. 84.45.20, van slijpwerktuigen van nr. 84.45.45, en van trekbanken van nr. 84.45.85)

    84.47

     

    Gereedschapswerktuigen voor het bewerken van hout, van kurk, van been, van eboniet, van kunstmatige plastische stoffen en van dergelijke harde materialen, met uitzondering van die bedoeld bij post 84.49

    84.50

     

    Machines en toestellen, met steekvlam, voor het lassen, het snijden en het oppervlakteharden

    (met uitzondering van machines en toestellen voor het oppervlakteharden, van nr. 84.50.20)

    84.56

     

    Machines en toestellen, voor het sorteren, het ziften, het wassen, het breken, het malen, het mengen van aarde, van steen van ertsen en van andere vaste minerale stoffen; machines en toestellen, voor het persen, het vormen of het gieten van vaste minerale brandstoffen, van keramische specie, van cement, van gips of van andere minerale stoffen in poeder- of in pastavorm; machines voor het maken van gietvormen van zand:.

     

    b)  Andere:

    — 29

    Andere

     

    c)  Verschillende delen en onderdelen:

    — 99

    Andere

    84.59

     

    Machines, toestellen en mechanische werktuigen, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van Hoofdstuk 84 (met uitzondering van machines voor het vervaardigen van aardewerk van nr. 84.59.10, van kernreactoren van nr. 84.59.20, van machines voor het vervaardigen van sigaretten en sigaren van nr. 84.59.32, van machines en toestellen voor het spoelen en opwinden van nr. 84.59.42, van machines en toestellen voor het vervaardigen van borstels van nr. 84.59.43, en van automatische smeertoestellen met pomp voor machines van nr. 84.59.45)

    84.60

     

    Vormkasten voor gieterijen; gietvormen en andere vormen van de soorten, welke gebruikt worden voor metalen (met uitzondering van gietvormen voor ingots), voor metaalcarbiden, voor glas, voor minerale stoffen (keramische massa, beton, cement, enz.) voor rubber en voor kunstmatige plastische stoffen.

    84.61

     

    Kranen en andere dergelijke artikelen (reduceerventielen en thermostatisch werkende kleppen daaronder begrepen), voor leidingen, voor ketels, voor reservoirs, voor bakken en voor dergelijke bergingsmiddelen

    84.63

     

    Drijfwerkassen, krukken en krukassen, kussenblokken en lagerschalen, tandwielen, wrijvingswielen, tandwielkasten en andere overbrengingsmechanismen voor het opvoeren, vertragen of anderszins regelen van de snelheid, vliegwielen, riemschijven (takelblokken daaronder begrepen), koppelingen, koppelingsorganen (koppelingsmoffen, elastische koppelingen, enz.), beweeglijke koppelingen (cardankoppelingen, oldhamkoppelingen, enz.)

    85.01

     

    Generatoren, elektromotoren en roterende omvormers; transformatoren en statische omvormers (gelijkrichters, enz.), smoorspoelen en zelfinductie- spoelen.

    (met uitzondering van generatoren met een vermogen van meer dan 100 kVA van nr. 85.01.40)

    85.05

     

    Elektromechanisch handgereedschap en elektromechanische handgereedschapswerktuigen (met ingebouwde elektromotor)

    85.07

     

    Elektrische scheerapparaten en elektrische tondeuses (met ingebouwde elektromotor)

    85.08

     

    Elektrische ontstekings- en starttoestellen voor explosiemotoren en voor verbrandingsmotoren (magneto’s dynamo-magneto's, ontstekingsspoelen, ontstekingsbougies en gloeibougies, starters, enz.); generatoren (dynamos) en automatische schakelaars, welke bij deze motoren worden gebruikt

    (met uitzondering van automatische schakelaars van nr. 85.08.10, en van bougies van nr. 85.08.20)

    85.09

     

    Elektrische verlichtingstoestellen en elektrische signaal- en waarschuwingstoestellen, elektrische ruitewissers en elektrische toestellen om ijsafzetting op of om het beslaan van ruiten tegen te gaan, voor rijwielen en voor motorrijtuigen

    (met uitzondering van toeters, sirenes en andere toestellen voor geluidssignalen van nr. 85.09.13)

    85.11

     

    Elektrische ovens voor industrieel gebruik of voor laboratoriumgebruik, toestellen voor de behandeling van stoffen door inductieve of door diëlektrische verwarming daaronder begrepen; elektriche machines en apparaten, om te lassen of om te solderen en dergelijke machines en apparaten om te snijden

    (met uitzondering van elektrische ovens voor industrieel gebruik en voor laboratoriumgebruik van nr. 85.11.11, en van de verschillende delen en onderdelen van nr. 85.11.91)

    85.12

     

    Elektrische geisers en andere elektrische heetwatertoestellen en elektrische dompelaars; elektrische toestellen voor verwarming van woonruimten en voor ander dergelijk gebruik; elektrothermische toestellen voor haarbehandeling (zoals haardroogtoestellen, haargolftoestellen, verwarmingsapparaten voor friseerijzers, enz.); elektrische strijkijzers; elektrothermische toestellen voor huishoudelijk gebruik; verwarmingselementen (weerstanden), andere dan die bedoeld bij post 85.24:

    — 20

    Elektrische toestellen voor verwarming van woonruimten, van grond en voor ander dergelijk gebruik

    — 30

    Elektrothermische toestellen voor haarbehandeling

    — 50

    Elektrothermische toestellen voor huishoudelijk gebruik

    — 91

    Delen en onderdelen

    85.13

     

    Elektrische toestellen voor lijntelefonie en voor lijntelegrafie, toestellen voor het overseinen met draaggolf daaronder begrepen:

    — 43

    Toestellen voor het overseinen op lange afstand met draaggolf

    85.14

     

    Microfoons en statieven daarvoor, luidsprekers, elektrische laagfrequent-versterkers:

    — 20

    Luidsprekers

    — 30

    Elektrische laagfrequentversterkers

    85.15

     

    Zend- en ontvangtoestellen voor radiotelefonie of voor radio telegrafie; zend- en ontvangtoestellen voor de radio-omroep en de televisie (die met ingebouwde grammofoon daaronder begrepen) en televisiecamera's; radioen radartoestellen voor navigatiedoeleinden, voor plaatsbepaling, voor peiling, voor hoogtemeting of voor bediening op afstand:

    ex 91

    Delen en onderdelen (met uitzondering van antennes en delen en onderdelen voor versterkers, frequentieomzetters en andere apparatuur en benodigdheden voor antennes)

    85.18

     

    Elektrische condensatoren (vaste condensatoren, draaicondensatoren en regelbare of instelbare condensatoren)

    85.19

     

    Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van en voor het beveiligen tegen elektrische stroom (schakelaars, relais, zekeringen, overspanningsveiligheden, contactdozen en contactstoppen, aansluitdozen en aansluitkasten, enz.); weerstanden (andere dan verwarmingsweerstanden), potentiometers en reostaten; schakelborden en verdeelborden, met uitzondering van telefoonschakelborden

    (met uitzondering van zekeringen van nr. 85.19.15, van overspanningsveiligheden van nr. 85.19.16 en van schakelborden en verdeelborden van nr. 85.19.30)

    85.23

     

    Geïsoleerde kabels (coaxiale kabels daaronder begrepen); draad, band, strippen, staven, enz., voor het geleiden van elektriciteit (ook indien gevernist of gelakt — zogenaamd emaildraad — of anodisch geoxydeerd), al dan niet voorzien van verbindingsstukken

    85.24

     

    Werkstukken en voorwerpen, van kool of van grafiet, ook indien verbonden met metaal, voor elektrisch of elektrotechnisch gebruik, zoals koolborstels voor elektrische machines, koolspitsen voor lampen, werkstukken voor elementen of voor microfoons, elektroden voor ovens, voor lasapparaten of voor installaties voor elektrolyse:

    — 10

    Koolborstels voor elektrische toestellen en machines

    — 26

    Verwarmingsweerstanden voor verwarmingstoestellen

    — 29

    Andere

    85.28

     

    Elektrotechnische delen en onderdelen, van machines of van apparaten, niet genoemd of niet begrepen onder andere posten van Hoofdstuk 85

    86.10

     

    Vast materieel voor spoor- en tramwegen; niet-elektrische mechanische signaal-, waarschuwings-, veiligheids-, controle- en bedieningstoestellen, voor het verkeer; delen en onderdelen daarvan

    87.01

     

    Tractors (trekkers), ook indien met lier

    87.02

     

    Automobielen, ongeacht de soort van de motor, voor personenvervoer (sportauto's en trolleybussen daaronder begrepen) of voor goederenvervoer

    (met uitzondering van automobielen voor personenvervoer van nr. 87.02.11)

    87.03

     

    Automobielen voor bijzondere doeleinden, anders dan voor het eigenlijke vervoer, zoals takelwagens, brandweerauto’s, ladderauto’s, veegauto’s, sneeuwruimauto’s, sproeiauto’s, kraanauto’s, zoeklicht- en schijnwerperauto’s, werkplaatsauto’s, röntgenauto’s en dergelijke automobielen:

    — 10

    Takelwagens

    — 20

    Sproeiwagens

    — 30

    Sneeuwruimauto’s

    87.04

     

    Chassis met motor, voor motorvoertuigen bedoeld bij de posten 87.01 tot en met 87.03

    87.05

     

    Carosserieën voor motorvoertuigen bedoeld bij de posten 87.01 tot en met 87.03, cabines daaronder begrepen

    87.06

     

    Delen, onderdelen en toebehoren, voor motorvoertuigen, bedoeld bij de posten 87.01 tot en met 87.03

    87.07

     

    Transportwagentjes, vorkheftrucs, trekkers voor perronwagentjes en dergelijke motorvoertuigen, ongeacht de soort van de motor, voor het vervoer of voor het hanteren van goederen in werkplaatsen, in magazijnen, op bouwterreinen, enz.; delen en onderdelen daarvan

    87.09

     

    Motorrijwielen en rijwielen met hulpmotor, ook indien met zijspanwagen; zijspanwagens voor motorrijwielen en voor rijwielen

    87.10

     

    Rijwielen (bakfietsen en dergelijke daaronder begrepen) zonder motor:

    — 10

    Rijwielen met twee wielen

    87.12

     

    Delen, onderdelen en toebehoren, van de voertuigen bedoeld bij de posten 87.09 tot en met 87.11:

    — 91

    Delen, onderdelen en toebehoren, van de voertuigen bedoeld bij nr. 87.09

    — 92

    Delen, onderdelen en toebehoren, van de voertuigen bedoeld bij nr. 87.10

    89.01

     

    Schepen, niet bedoeld bij een der posten 89.02 tot en met 89.05

    89.02

     

    Sleepboten

    89.05

     

    Drijvend materieel, zoals tanks, caissons, aanlegsteigers, meerboeien en andere boeien, bakens en dergelijke

    90.04

     

    Brillen (voor de verbetering van de gezichtsscherpte, voor het beschermen van de ogen en andere), lorgnetten, faces a main en dergelijke artikelen

    90.14

     

    Instrumenten, apparaten en toestellen voor de geodesie, voor de topografie, voor het landmeten, voor de fotogrammetrie en voor de hydrografie, voor de navigatie (voor scheepvaart en luchtvaart), voor de meteorologie, voor de hydrologie en voor de geofysica; kompassen; afstandsmeters:

    — 40

    Instrumenten en apparaten voor de meteorologie

    — 91

    Delen en onderdelen van instrumenten en apparaten voor de meteorologie

    90.27

     

    Andere meters (toerentellers, produktietellers, taximeters, kilometertellers, schredentellers, enz.); snelheidsmeters en tachometers, andere dan die bedoeld bij post 90.14, magnetische tachometers daaronder begrepen; stroboscopen

    90.28

     

    Elektrische of elektronische meet-, verificatie-, controle-, regel- of analyseerinstrumenten, -apparaten en -toestellen:

    — 10

    Voltmeters, potentiometers, elektrometers

    — 20

    Ampèremeters, galvanometers

    — 30

    Wattmeters

    91.02

     

    Klokjes en wekkers, met horloge-uurwerk

    91.04

     

    Klokken, pendules, wekkers en dergelijke artikelen met ander uurwerk dan horloge-uurwerk

    92.11

     

    Grammofonen, dicteermachines en andere toestellen voor het opnemen of weergeven van geluid, alsmede platenspelers en dergelijke apparaten voor geluidsbanden en -draden, ook indien met weergavekop; toestellen voor het langs magnetische weg opnemen en weergeven van geluid en beelden voor televisie

    — 10

    (met uitzondering van grammofonen van nr. 92.11.10)

    92.12

     

    Grammofoonplaten; platen, cylinders, rollen, banden, films, draad, enz., geprepareerd voor het opnemen van geluid of waarop geluid is opgenomen, voor de toestellen bedoeld bij post 92.11 of voor dergelijke doeleinden; galvanische vormen en matrijzen, voor het maken van platen

    92.13

     

    Andere delen, onderdelen en toebehoren, van de toestellen bedoeld bij post 92.11:

    — 40

    Geluidsopname- en geluidsweergavekoppen

    — 90

    Andere

    93.04

     

    Vuurwapens (andere dan die bedoeld bij de posten 93.02 en 93.03) en dergelijke toestellen, waarbij de explosieve kracht van kruit benut wordt, zoals pistolen voor lichtgranaten, pistolen en revolvers voor het afvuren van losse patronen, anti-hagelkanonnen, lijnwerptoestellen, enz.

    93.05

     

    Andere wapens (met veren, met perslucht of met gas werkende geweren, karabijnen en pistolen daaronder begrepen)

    93.06

     

    Delen en onderdelen, van andere wapens dan die bedoeld bij post 93.01 (kolven en lopen in voorbewerkte vorm daaronder begrepen):

    — 93

    Delen en onderdelen van jachtgeweren

    93.07

     

    Projectielen en munitie, mijnen daaronder begrepen; delen en onderdelen daarvan, hagel en proppen voor patronen daaronder begrepen:

    — 21

    Projectielen en munitie voor jachtgeweren

    94.04

     

    Springbakken, spiraalmatrassen en dergelijke in een lijst of in een raam gevatte matrassen; artikelen voor bedden en dergelijke met binnenvering, dan wel opgevuld, ongeacht met welk materiaal, zoals matrassen, dekbedden, gewatteerde dekens, kussens, poefs, peluws met inbegrip van die van geëxpandeerde rubber, van schuimrubber of van sponsrubber en van soortgelijke produkten van kunstmatige plastische stoffen, al dan niet overtrokken

    95.01

     

    Schildpad, bewerkt (werken van schildpad daaronder begrepen)

    95.02

     

    Paarlemoer, bewerkt (werken van paarlemoer daaronder begrepen)

    95.03

     

    Ivoor, bewerkt (werken van ivoor daaronder begrepen)

    95.04

     

    Been, bewerkt (werken van been daaronder begrepen)

    96.02

     

    Borstelwerk (borstels, bezems, kwasten, penselen, enz.), alsmede borstels voor machines: verfrollen, wissers van rubber of van andere soepele stoffen:

    — 22

    Borstels voor lichaamsverzorging en haarborstels

    97.01

     

    Speelwagens en ander speelgerei op wielen, voor kinderen, zoals fietsjes, autopeds, vliegende hollanders, pedaalauto's, poppewagens en dergelijke

    97.02

     

    Poppen van alle soorten

    97.03

     

    Ander speelgoed: modellen op schaal voor ontspanning

    — 90

    Ander

    97.04

     

    Artikelen voor gezelschapspellen (spellen met motor of met drijfwerk voor openbare gelegenheden, tafeltennisspellen, biljarten en speciale tafels voor casinospellen daaronder begrepen)

    97.05

     

    Ontspannings- en feestartikelen, cotillonartikelen, fop- en schertsartikelen en benodigdheden voor het goochelen; artikelen en toebehoren, voor kerstboom versiering en dergelijke kerstfeestartikelen (imitatiekerstbomen, kerstkribben, ook indien gestoffeerd, beeldjes en andere voorwerpen voor kerststalletjes, imitatieblokken voor kerstvuur, kerstmannetjes, enz.)

    97.06

     

    Artikelen en toestellen voor openluchtspelen, voor gymnastiek, voor atletiek en voor andere sporten, met uitzondering van de artikelen bedoeld bij post 97.04

    97.07

     

    Vishaken en schepnetjes voor alle doeleinden; hengelbenodigdheden; lokvogels, spiegels voor het lokken van vogels en dergelijke jachtbenodigdheden (met uitzondering van vishaken van nr. 97.07.10)

    97.08

     

    Draaimolens, schommels, schiettenten en andere kermisattracties, met inbegrip van reizende circussen, van reizende dierenspelen en van reizende theaters

    98.01

     

    Knopen, drukknopen, manchetknopen en dergelijke (knopen in voorwerpsvorm, knoopvormen en delen van knopen daaronder begrepen)

    98.05

     

    Potloden, griffels, potloodstiften, pastellen, tekenkool; schrijf- en tekenkrijt, kleermakerskrijt en biljartkrijt

    BIJLAGE Nr. 4

    betreffende het gebruik door Turkije van bijzondere middelen van bijstand

    DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

    verlangend het gebruik van bijzondere middelen van bijstand door Turkije niet te belemmeren,

    HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT over de volgende bepalingen:

    1. Indien de bepalingen van de Associatieovereenkomst of van het Aanvullende Protocol een beletsel vormen voor het gebruik door Turkije van bijzondere middelen van bijstand die ter beschikking zijn gesteld van zijn economie, is Turkije bevoegd, na kennisgeving aan de Associatieraad:

    a) met inachtneming van artikel 20, lid 4, van het Aanvullende Protocol, tariefcontingenten te openen voor de invoer van de goederen waarvan de aankoop uit de genoemde middelen wordt gefinancierd;

    b) vrij van rechten de goederen in te voeren, die vallen onder de schenkingen, die bedoeld worden in titel III van de „Public Law 480” van de Verenigde Staten, of waarin uit hoofde van een voedselhulpprogramma is voorzien;

    c) aanbestedingen te beperken tot uitsluitend leveranciers van produkten van oorsprong uit landen die bijzondere middelen van bijstand verschaffen, indien het gebruik van de genoemde middelen de invoer van goederen van oorsprong uit deze landen medebrengt en indien een aanbestedingsprocedure wettelijk is voorgeschreven, hetzij in Turkije, hetzij in de betrokken landen.

    2. Produkten die onder toepassing van deze bijlage in Turkije worden ingevoerd, mogen noch in onbewerkte staat noch na bewerking of verwerking weer worden uitgevoerd naar de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ .

    3. Het bepaalde in deze bijlage mag de goede werking van de Associatie niet belemmeren.

    4. Aan het einde van de overgangsfase kan de Associatieraad beslissen of de bepalingen van deze bijlage dienen te worden gehandhaafd.

    Indien er inmiddels wijzigingen optreden in de aard van de in paragraaf 1 van deze bijlage bedoelde middelen of in de wijze van gebruik van die middelen, of indien er moeilijkheden rijzen ten aanzien van dit gebruik, onderzoekt de Associatieraad de toestand' opnieuw ten einde passende maatregelen te nemen.

    BIJLAGE Nr. 5

    betreffende de binnenlandse handel van Duitsland en de daarmee samenhangende vraagstukken

    DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN,

    in overweging nemende de thans ten gevolge van de deling van Duitsland heersende toestanden,

    HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT

    over de volgende bepalingen:

    1. Aangezien het handelsverkeer tussen de Duitse gebieden waar de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland geldt en de Duitse gebieden waar die Grondwet niet wordt toegepast, deel uitmaakt van de binnenlandse handel van Duitsland, vereist de toepassing van de Associatieovereenkomst of van het Aanvullend Protocol in Duitsland geen enkele wijziging van de thans voor die binnenlandse handel bestaande regeling.

    2. Iedere Overeenkomstsluitende Partij brengt de akkoorden inzake het handelsverkeer met de Duitse gebieden waar de Grondwet van de Bondsrepubliek niet wordt toegepast, alsmede hun uitvoeringsbepalingen, ter kennis van de andere Overeenkomstsluitende Partij. Zij waakt ervoor dat deze uitvoering niet in tegenspraak is met de beginselen der Associatie en treft met name passende maatregelen om te vermijden dat het economische bestel van de andere Overeenkomstsluitende Partij wordt geschaad.

    3. Iedere Overeenkomstsluitende Partij kan passende maatregelen treffen ten einde te verhinderen dat voor haar moeilijkheden ontstaan uit de handel tussen de andere Overeenkomstsluitende Partij en de Duitse gebieden waar de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland niet wordt toegepast.

    BIJLAGE Nr. 6

    betreffende de regeling welke op landbouwprodukten van toepassing is

    Artikel 1

    De in artikel 35 van het Aanvullende Protocol bedoelde regeling is in de volgende artikelen omschreven.

    HOOFDSTUK I

    PREFERENTIËLE REGELING BIJ INVOER IN DE ►M8  EUROPESE GEMEENSCHAP ◄

    Artikel 2

    De in navolgende lijst opgenomen produkten van oorsprong uit Turkije kunnen in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd tegen douanerechten die gelijk zijn aan 50 % van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief.



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    07.01

    Groenten en moeskruiden, vers of gekoeld:

    E.  Snijbiet en kardoen

    F.  Peulgroenten, ook indien gedopt:

    ex III.  andere:

    — Bonen:

    — 

    — van 1 juli tot en met 30 april

    N.  Olijven:

    I.  bestemd voor andere doeleinden dan het vervaardigen van olie ()

    O.  Kappers

    S.  Pepers van de „Capsicum grossum”

    soort ex T.  andere:

    — Peterselie

    07.03

    Groenten en moeskruiden, in water, waaraan, voor het voorlopig verduurzamen, zout, zwavel of andere stoffen zijn toegevoegd, doch niet speciaal bereid voor dadelijke consumptie:

    A.  Olijven:

    I.  bestemd voor andere doeleinden dan het vervaardigen van olie ()

    B.  Kappers

    08.03

    Vijgen, vers of gedroogd:

    A.  Vers

    08.04

    Druiven, rozijnen en krenten:

    A.  Druiven:

    I.  voor tafelgebruik:

    ex a)  van 1 november tot en met 14 juli:

    — n 1 december tot en met 31 december

    — n 18 juni tot en met 14 juli

    ex b)  van 15 juli tot en met 31 oktober:

    — van 15 juli tot en met 17 juli

    08.05

    Noten (andere dan die bedoeld bij post 08.01), amandelen, kastanjes en pingels, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld:

    D.  Pimpernoten (pistaches)

    E.  Pecannoten

    ex F.  andere:

    — Pingels

    08.06

    Appelen, peren en kweeperen, vers:

    C.  Kweeperen

    08.12

    Fruit (ander dan dat bedoeld bij de posten 08.01 tot en met 08.05), gedroogd:

    A.  Abrikozen

    B.  Perziken

    D.  Appelen en peren

    E.  Papaja’s

    F.  gemengd fruit:

    I.  zonder pruimen

    G.  ander

    20.01

    Groenten, moeskruiden en vruchten, bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur, met of zonder zout, specerijen, mosterd of suiker:

    ex B.  andere:

    — bereid of verduurzaamd in azijn of in azijnzuur, met of zonder zout, specerijen of mosterd, doch zonder suiker, met uitzondering van augurken

    20.02

    Groenten en moeskruiden, bereid of verduurzaamd zonder azijn of azijnzuur:

    F.  Kappers en olijven

    ex H.  andere, met uitzondering van wortelen en mengsels (1)

    20.05

    Jam, gelei, marmelade, vruchtenmoes en vruchtenpasta, door koken of stoven verkregen, met of zonder toegevoegde suiker:

    C.  andere:

    ex III.  overige:

    — Vijgenmoes

    20.06

    Op andere wijze bereide of verduurzaamde vruchten, ook indien met toegevoegde suiker of alcohol:

    A.  Noten, amandelen, kastanjes en pingels, gebrand, gebrande grondnoten daaronder begrepen

    (1)   Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vast te stellen door de bevoegde autoriteiten.

    (2)   Deze post omvat onder meer gebrande kekers (leblebis).

    Artikel 3

    De volgende produkten van oorsprong uit Turkije kunnen met vrijdom van douanerechten en heffingen van gelijke werking in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    08.04

    Druiven, rozijnen en krenten:

    B.  Rozijnen en krenten:

    I.  in verpakkingen met een netto-inhoud per onmiddellijke verpakking van 15 kg of minder

    Artikel 4

    1.  De volgende produkten van oorsprong uit Turkije kunnen in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd tegen douanerechten, gelijk aan 60 % van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    ex 08.02 A

    Sinaasappelen, vers

    2.  De volgende produkten van oorsprong uit Turkije kunnen in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd tegen douanerechten, gelijk aan 50 % van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    ex 08.02 B

    Mandarijnen en satsuma’s, vers; Clementines, tangerines en andere dergelijke kruisingen van citrusvruchten, vers

    ex 08.02 C

    Citroenen, vers

    3.  Gedurende de periode van toepassing van de referentieprijzen gelden de leden 1 en 2, op voorwaarde dat de prijzen van uit Turkije ingevoerde citrusvruchten op de interne markt van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ na inklaring, rekening houdende met de aanpassingscoëfficiënten voor de verschillende categorieën citrusvruchten en na aftrek van de vervoerkosten en de andere invoerheffingen dan douanerechten, ten minste gelijk zijn aan de referentieprijzen voor de betrokken periode, verhoogd met de invloed van het gemeenschappelijk douanetarief op deze referentieprijzen en met een forfaitair bedrag van 1,20 rekeneenheden per 100 kilogram.

    4.  De in lid 3 bedoelde vervoerkosten en andere invoerheffingen dan douanerechten, zijn die, welke zijn vastgesteld voor de berekening van de invoerprijzen, bedoeld in Verordening nr. 23 houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector groenten en fruit.

    Voor de aftrek van de in lid 3 bedoelde invoerheffingen, andere dan douanerechten, behoudt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ zich evenwel de mogelijkheid voor,- het af te trekken bedrag te berekenen naargelang van de oorsprong, ten einde de nadelen te vermijden die eventueel voortvloeien uit de invloed van deze heffingen op de invoerprijzen.

    5.  Artikel 11 van Verordening nr. 23 blijft van toepassing.

    6.  Indien de uit de leden 1 en 2 voortvloeiende voordelen onder abnormale concurrentievoorwaarden in gevaar worden gebracht of dreigen te worden gebracht, kan in de Associatieraad overleg worden gepleegd, ten einde de problemen in verband met de aldus geschapen situatie te onderzoeken.

    Artikel 5

    De volgende produkten van oorsprong uit Turkije kunnen in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd tegen een douanerecht van 3 % ad valorem. Dit recht wordt één jaar na het tijdstip waarop het Aanvullend Protocol in werking treedt tot 2 % en twee jaar na die datum tot 1 % verlaagd. Aan het einde van het derde jaar wordt dit recht afgeschaft.



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    08.03

    Vijgen, vers of gedroogd:

    ex B.  gedroogd:

    — in onmiddellijke verpakkingen, met een netto-inhoud van 15 kg of minder

    Artikel 6

    De volgende produkten van oorsprong uit Turkije kunnen binnen de grenzen van een jaarlijks communautair tariefcontingent van 18 700 ton in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd tegen een douanerecht van 2,5 % ad valorem:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    08.05

    Noten (andere dan die bedoeld bij post 08.01), amandelen, kastanjes en pingels, vers of gedroogd, ook zonder dop of schaal, al dan niet gepeld:

    ex F.  andere:

    — Hazelnoten

    ▼M4

    Artikel 7

    1.  Op voorwaarde dat Turkije een bijzondere heffing toepast bij de invoer van andere olijfolie dan die welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest, van onderverdeling 15.07 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, en dat deze bijzondere heffing wordt doorberekend in de prijs bij invoer neemt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de nodige maatregelen opdat:

    1.  

    a) de heffing bij de invoer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van genoemde olie welke geheel in Turkije is verkregen en rechtstreeks van dit land naar de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ vervoerd, de heffing is die wordt berekend overeenkomstig artikel 13 van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten, en die bij invoer geldt, verminderd met 0,50 rekeneenheid per 100 kilogram;

    b) het bedrag van de heffing voortvloeiende uit de onder a) bedoelde berekening wordt verminderd met een bedrag gelijk aan dat van de gestorte bijzondere heffing, evenwel met een maximum van 4,5 rekeneenheden per 100 kilogram.

    2.  Indien Turkije de in lid 1 bedoelde heffing niet toepast, neemt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de nodige maatregelen opdat de heffing van toepassing bij de invoer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van andere olijfolie dan die welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest, van onderverdeling 15.07 A II van het gemeenschappelijk douanetarief, de heffing is, die wordt berekend overeenkomstig artikel 13 van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten, en die bij invoer geldt, verminderd met 0,50 rekeneenheid per 100 kilogram.

    3.  Elke Overeenkomstsluitende Partij neemt de nodige maatregelen om de toepassing van lid 1 te waarborgen en verstrekt, in geval van moeilijkheden en op verzoek van de andere partij, de voor de goede werking van de regeling noodzakelijke inlichtingen.

    4.  Over de werking van de in dit artikel bedoelde regeling kan in de Associatieraad overleg worden gepleegd.

    ▼M1

    Artikel 8

    De volgende produkten van oorsprong uit Turkije kunnen met vrijdom van douanerechten in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    24.01

    Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak; afvallen van tabak

    Artikel 9

    De in de navolgende lijst opgenomen produkten van oorsprong uit Turkije, kunnen in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd tegen douanerechten die gelijk zijn aan 25 % van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief. Deze rechten worden aan het eind van het tweede jaar na het tijdstip waarop het Aanvullende Protocol in werking treedt, tot 10 % van de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief verlaagd. Aan het einde van het derde jaar worden deze rechten afgeschaft.



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    01.01

    Levende paarden, ezels, muildieren en muilezels

    A.  Paarden:

    I.  Fokdieren van zuiver ras ()

    III.  andere

    B.  Ezels

    C.  Muildieren en muilezels

    01.02

    Levende runderen, buffels daaronder begrepen:

    A.  Huisdieren:

    I.  Fokdieren van zuiver ras ()

    B.  andere

    01.03

    Levende varkens:

    A.  Huisdieren:

    I.  Fokdieren van zuiver ras ()

    B.  andere

    02.01

    Vlees en eetbare slachtafvallen, van de dieren bedoeld bij de posten 01.01 tot en met 01.04, vers, gekoeld of bevroren:

    A.  Vlees:

    ex I.  van ezels, van muildieren of van muilezels

    II.  van runderen:

    b)  ander

    III.  van varkens:

    b)  ander

    ex IV.  ander, met uitzondering van vlees van schapen, huisdieren

    B.  Slachtafvallen:

    I.  bestemd voor de vervaardiging van farmaceutische produkten ()

    II.  andere:

    a)  van paarden, van ezels, van muildieren of van muilezels

    ex d)  overige, met uitzondering van slachtafvallen van schapen, huisdieren

    02.04

    Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren

    02.06

    Vlees en eetbare slachtafvallen van alle soorten (met uitzondering van levers van pluimvee), gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt:

    C.  ander:

    ex II.  overige, met uitzondering van vlees en slachtafvallen van schapen, huisdieren

    04.05

    Vogeleieren en eigeel, gedroogd of op andere wijze verduurzaamd, ook indien met toegevoegde suiker

    A.  Vogeleieren in de schaal, vers of verduurzaamd:

    II.  andere

    B.  Vogeleieren uit de schaal en eigeel:

    II.  andere ()

    05.04

    Darmen, blazen en magen, van dieren, andere dan die van vissen, in hun geheel of in stukken

    05.15

    Produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij Hoofdstuk 1 en 3, niet geschikt voor menselijke consumptie

    ex B.  andere:

    — Produkten van dierlijke oorsprong, elders genoemd noch elders onder begrepen; dode dieren van de soorten bedoeld bij Hoofdstuk 1, niet geschikt voor menselijke consumptie

    ex 07.05

    Gedroogde zaden van peulgroenten, ook indien gepeld (spliterwten, enz.), met uitzondering van die, bestemd voor het zaaien

    08.01

    Dadels, bananen, ananassen, manga’s, advokaten, guaves en manggistans, kokosnoten, paranoten en cashewnoten, vers of gedroogd, al dan niet in de dop, schil of schaal:

    A.  Dadels

    D.  Advokaten

    E.  Kokosnoten en cashewnoten:

    I.  gedroogd vruchtvlees van kokosnoten

    II.  andere

    F.  Paranoten

    G.  andere

    ex hoofdstuk 9

    Thee en specerijen, met uitzondering van maté (post 09.03)

    11.03

    Meel van zaden van peulgroenten bedoeld bij post 07.05

    11.04

    Meel van vruchten bedoeld bij Hoofdstuk 8

    11.08

    Zetmeel; inuline:

    B.  Inuline

    12.07

    Planten, plantedelen, zaden en vruchten, hoofdzakelijk gebruikt in de reukwerkindustrie, in de geneeskunde of voor insekten- of parasietenbestrijding of voor dergelijke doeleinden, vers of gedroogd, ook indien gesneden, gebroken of in poeder

    12.08

    Sint-jansbrood, vers of gedroogd, ook indien gebroken of in poeder; vruchtepitten en plantaardige produkten, hoofdzakelijk gebruikt voor menselijke voeding, elders genoemd noch elders onder begrepen

    12.09

    Stro en kaf van graangewassen, onbewerkt, ook indien gehakt

    ex 12.10

    Voederbieten, voederrapen, voederwortels; hooi, luzerne, hanekammetjes (esparcette), klaver, voederkool, lupine, wikke en andere dergelijke voedergewassen, met uitzondering van gedroogd meel van groenvoer

    ex 15.02

    Ruw of gesmolten geitevet, premier jus (oleostock) daaronder begrepen

    15.03

    Varkensstearine, oleostearine, spekolie en oleomargarine, niet geëmulgeerd, niet vermengd en niet anderszins bereid

    ex 16.01

    Worst van alle soorten, van vlees, van slachtafvallen of van bloed, met uitzondering van die welke vlees of slachtafvallen van varkens, runderen of schapen bevat

    16.03

    Vleesextracten en vleessappen

    18.01

    Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand

    18.02

    Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao

    22.07

    Appeldrank, peredrank, honingdrank en andere gegiste dranken

    23.01

    Meel en poeder van vlees, van slachtafvallen, van vis of van schaal-, schelp- of weekdieren, ongeschikt voor menselijke consumptie; kanen:

    A.  Meel en poeder, van vlees en van slachtafvallen; kanen

    23.02

    Zemelen, slijpsel en andere resten van het zeven, van het malen of van andere bewerkingen van granen of van peulgroenten:

    B.  van peulgroenten

    ex 23.03

    Bostel (brouwerijafval); afvallen van branderijen; afvallen van zetmeelfabrieken en dergelijke afvallen

    23.06

    Plantaardige produkten van de soorten, welke worden gebruikt als voedsel voor dieren, elders genoemd noch elders onder begrepen:

    ex A.  Eikels, wilde kastanjes en droesem van fruit (persresiduen), met uitzondering van draf van druiven

    B.  andere

    23.07

    Veevoeder, samengesteld met melasse of met suiker; andere bereidingen van de soorten welke worden gebezigd voor het voederen van dieren:

    A.  Visperswater van vis of van walvis, ook indien ingedampt tot poeder („fishsolubles”)

    C.  overige

    (1)   Indeling onder deze onderverdeling is onderworpen aan de voorwaarden en bepalingen, vast te stellen door de bevoegde autoriteiten.

    Artikel 10

    Zodra het gemeenschappelijk visserijbeleid ten uitvoer wordt gelegd, neemt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de maatregelen welke eventueel nodig zijn om Turkije uitvoermogelijkheden te laten behouden welke ten minste gelijkwaardig zjin aan die, waarin is voorzien krachtens artikel 6 van het Voorlopig Protocol.

    De Associatieraad gaat na, door welke maatregelen bedoelde mogelijkheden kunnen worden verbeterd.

    Artikel 11

    De Associatieraad stelt de preferentiële regeling voor wijn van oorsprong uit Turkije vast.

    Artikel 12

    De ►M8  Europese Gemeenschap ◄ neemt alle maatregelen die nodig zijn opdat de heffing bij invoer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van onderstaande goederen, verkregen in Turkije en rechtstreeks van dat land naar de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ vervoerd, de heffing is die wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van Verordening nr. 120/67/EEG houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen, verminderd met 0,5 rekeneenheid per ton:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    10.01

    Tarwe en mengkoren:

    B.  harde tarwe („durum”)

    10.07

    Boekweit, kanariezaad en gierst (pluimgierst, trosgierst, sorgho, enz.); andere granen:

    ex D.  andere:

    — Gierst

    Artikel 13

    1.  Op voorwaarde dat Turkije voor rogge van post 10.02 van het gemeenschappelijk douanetarief, verkregen in Turkije en rechtstreeks uit dat land in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ingevoerd, een speciale heffing toepast bij uitvoer en deze speciale heffing wordt door berekend in de prijs bij invoer, vermindert de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , binnen de grenzen van 8 rekeneenheden per ton, het bedrag van de heffing bij invoer van bovengenoemd produkt, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van Verordening nr. 120/67/EEG houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen, met een bedrag dat gelijk is aan de betaalde heffing.

    Elke Overeenkomstsluitende Partij neemt de maatregelen welke nodig zijn om de toepassing van dit lid te verzekeren.

    2.  Over de werking van het in dit artikel beoogde stelsel kan in de Associatieraad overleg worden gepleegd.

    Artikel 14

    Onverminderd de toepassing van een variabel element van de heffing, dat wordt bepaald overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1059/69 tot invoering van een handelsregeling voor bepaalde goederen, verkregen door verwerking van landbouwprodukten, neemt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ alle maatregelen die nodig zijn opdat het vaste element dat bij invoer in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van de in navolgende lijst opgenomen goederen van oorsprong uit Turkije wordt toegepast, geleidelijk wordt verlaagd volgens het in artikel 9 van deze bijlage bepaalde ritme:



    Nr. van het gemeenschappelijk douanetarief

    Omschrijving

    ex 17.04

    Suikerwerken zonder cacao, met uitzondering van zoethoutextract (drop), bevattende meer dan 10 gewichtspercenten suiker, zonder andere toegevoegde stoffen

    19.01

    Moutextract

    19.02

    Meel-, zetmeel- en moutextractpreparaten voor kindervoeding, voor dieetvoeding of voor keukengebruik, zonder cacao of met minder dan 50 gewichtspercenten cacao

    19.05

    Graanpreparaten vervaardigd door poffen of door roosteren (gepofte rijst, corn-flakes en dergelijke)

    19.06

    Ouwel in bladen, hosties, ouwels voor geneesmiddelen, plakouwels en dergelijke produkten, van meel of van zetmeel

    19.07

    Brood, scheepsbeschuit en andere gewone bakkerswaren, waaraan geen suiker, honig, eieren, vetstoffen, kaas of vruchten zijn toegevoegd

    19.08

    Banketbakkerswerk, gebak en biscuits, ook indien deze produkten (ongeacht in welke verhouding) cacao bevatten

    21.01

    Gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten en extracten daarvan:

    A.  gebrande cichorei en andere gebrande koffiesurrogaten:

    II.  andere

    B.  Extracten:

    II.  andere

    21.06

    Natuurlijke gist, ook indien inactief; samengestelde bakpoeders:

    A.  levende natuurlijke gist:

    II.  Bakkersgist

    29.04

    Acyclische alcoholen, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan:

    C.  meerwaardige alcoholen:

    II.  Mannitol

    III.  Sorbitol

    ex 35.01

    Caseïne, caseïnaten en andere derivaten van caseïne

    35.05

    Dextrine en lijm van dextrine; oplosbaar of geroost zetmeel; lijm van zetmeel

    38.12

    Preparaten voor het appreteren of voor het beitsen, van de soorten welke worden gebruikt in de textielindustrie, in de papierindustrie, in de lederindustrie of in dergelijke industrieën:

    A.  Preparaten voor het appreteren:

    I.  op basis van zetmeel of van zetmeelderivaten

    Artikel 15

    De ►M8  Europese Gemeenschap ◄ behoudt zich voor om bij wijziging van de communautaire reglementering voor de in deze bijlage voorkomende produkten, ook de in deze bijlage vastgestelde regeling te wijzigen.

    Bij wijziging van deze regeling kent de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ voor de invoer van oorsprong uit Turkije voordelen toe die vergelijkbaar zijn met de welke voortvloeien uit deze bijlage.

    Artikel 16

    Met het oog op de toepassing van dit hoofdstuk stelt de Associatieraad de definitie van het begrip „produkten van oorsprong” vast.

    HOOFDSTUK II

    REGELING BIJ INVOER IN TURKIJE

    Artikel 17

    In het kader van zijn commerciële invoer kent Turkije aan de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ een preferentiële regeling toe die een bevredigende stijging van de invoer van landbouwprodukten van oorsprong uit de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ kan verzekeren.

    ▼M2

    FINANCIEEL PROTOCOL



    ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN,

    DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

    DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK,

    DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

    ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG,

    HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN,

    en

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    enerzijds, en

    DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE,

    anderzijds,

    VERLANGENDE de versnelde ontwikkeling van de Turkse economie te bevorderen ten einde het nastreven van de doelstellingen van de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije, te vergemakkelijken,

    HEBBEN ALS HUN GEVOLMACHTIGDEN AANGEWEZEN:

    ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN:

    de heer Pierre HARMEL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND:

    de heer Waker SCHEEL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK:

    de heer Maurice SCHUMANN,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK:

    de heer Mario PEDINI,

    Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;

    ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG:

    de heer Gaston THORN,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN:

    de heer J. M. A. H. LUNS,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN:

    de heer Waker SCHEEL,

    Fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen;

    de heer Franco Maria MALFATTI,

    Voorzitter van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

    DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE:

    de heer Ihsan Sabri ÇAGLAYANGLL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, omtrent de volgende bepalingen, die aan de Associatieovereenkomst worden gehecht,

    OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT:



    Artikel 1

    In het kader van de Associatie tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije neemt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op de wijze, vermeld in dit Protocol, deel aan de maatregelen ter bevordering van de ontwikkeling van Turkije, in aanvulling op hetgeen door dit land zelf wordt verricht.

    Artikel 2

    1.  De Turkse Staat, overheids- of particuliere lichamen of ondernemingen die hun zetel of een vestiging in Turkije hebben, kunnen verzoeken om financiering indienen bij de Europese Investeringsbank, die hen in kennis stelt van het aan hun verzoeken gegeven gevolg.

    2.  Voor financiering komen in aanmerking investeringsprojecten:

    a) die bijdragen tot verhoging van de produktiviteit van de Turkse economie en die inzonderheid ten doel hebben, Turkije te verzekeren van een betere economische infrastructuur, een hogere opbrengst van de landbouw, en van moderne en rationeel gevoerde industriële of dienstenondernemingen, ongeacht of deze door de overheid dan wel door particulieren worden beheerd;

    b) die de verwezenlijking van de doelstellingen van de Associatieovereenkomst bevorderen;

    c) die een onderdeel vormen van het lopende Turkse ontwikkelingsplan.

    3.  Met betrekking tot de keuze van de investeringsprojecten kunnen in het kader van deze bepalingen:

    a) slechts afzonderlijk omschreven projecten worden gefinancierd;

    b) in beginsel in alle sectoren van de economie investeringsprojecten worden gefinancierd die op Turks grondgebied zullen worden verwezenlijkt.

    4.  Bijzondere aandacht wordt besteed aan projecten die kunnen bijdragen tot verbetering van de toestand der Turkse betalingsbalans.

    Artikel 3

    1.  Met betrekking tot de verzoeken waarop gunstig is beschikt, geschiedt de financiering door middel van leningen van de Europese Investeringsbank, handelend in opdracht van de Lid-Staten ►M8  der Europese Gemeenschappen ◄ .

    2.  Het totale bedrag van deze leningen kan ►M5  242 miljoen rekeneenheden ◄ belopen en kan vastgelegd worden in de loop van een periode welke verstrijkt op 23 mei 1976. Het na het verstrijken van die periode eventueel overblijvende bedrag zal, totdat het volledig is verbruikt, worden aangewend op de wijze als in dit Protocol is voorzien.

    3.  De elk jaar uit hoofde van de toegekende leningen vast te leggen bedragen dienen zo regelmatig mogelijk te worden verdeeld over de gehele periode waarin dit Protocol van toepassing is. In het eerste gedeelte van de toepassingsperiode evenwel mogen deze vastgelegde bedragen — binnen redelijke perken — naar verhouding hoger liggen.

    4.  Het in lid 2 hierboven bedoelde bedrag wordt vermeerderd met het niet gestorte gedeelte van de uit hoofde van het eerste Financiële Protocol vastgelegde kredieten, welke waren komen te vervallen voordat de desbetreffende stortingen geheel of ten dele waren verricht.

    Artikel 4

    1.  Op de verzoeken om financiering die niet ingediend worden door de Turkse Regering, kan slechts gunstig worden beschikt met toestemming van deze Regering.

    2.  Wanneer wordt toegestemd in een lening aan een onderneming of aan een ander lichaam dan de Turkse Staat, is de toekenning van de lening afhankelijk van de garantie van de Turkse Staat.

    3.  De ondernemingen waarvan het risicodragend kapitaal geheel of gedeeltelijk afkomstig is uit landen van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , hebben op gelijke voorwaarden als de ondernemingen welker kapitaal van binnenlandse oorsprong is, toegang tot de in dit Protocol bedoelde financieringen.

    Artikel 5

    1.  De leningen worden verstrekt op de grondslag van de economische kenmerken van de projecten tot financiering waarvan zij dienen.

    2.  De leningen betreffende investeringen die een niet onmiddellijk aanwijsbare rentabiliteit hebben of pas in de loop van de tijd rendabel worden, kunnen worden toegekend voor de duur van ten hoogste dertig jaar en vrijgesteld van aflossing gedurende een periode van ten hoogste acht jaar. De rentevoet van deze leningen mag niet lager zijn dan 2,5 % per jaar.

    3.  Aan de leningen betreffende de financiering van projecten met een normale rentabiliteit, waarvan het bedrag ten minste 30 % van de jaarlijks aan Turkije toegekende leningen dient uit te maken, kunnen de volgende voorwaarden worden verbonden:

    a) een looptijd en aflossingsvrije periode die — binnen de in lid 2 gestelde grenzen — door de Bank worden vastgesteld op een wijze waardoor voor Turkije de dienst van deze leningen kan worden vergemakkelijkt;

    b) een rentevoet van ten minste 4,5 % per jaar.

    4.  De in het vorige lid bedoelde leningen kunnen worden toegekend door bemiddeling van passende Turkse instellingen.

    Voor de keuze van de door tussenkomst van deze instellingen te financieren projecten en voor de voorwaarden waaronder de door de Bank toegekende leningen door de bemiddelende instelling(en) op haar (hun) beurt aan de begunstigde ondernemingen zullen worden verstrekt, is de voorafgaande toestemming van de Bank vereist.

    5.  De door de begunstigde ondernemingen terugbetaalde bedragen welke door de bemiddelende instellingen niet onmiddellijk voor de aflossing van de leningen van de Bank behoeven te worden gebruikt, worden op een bijzondere rekening samengebracht; zij kunnen slechts met toestemming van de Bank worden aangewend.

    Artikel 6

    1.  Voor de toekenning der leningen staat de deelneming aan aanbestedingen, inschrijvingen, koop- en aannemingscontracten en andere overeenkomsten onder gelijke voorwaarden open voor alle natuurlijke of rechtspersonen van Turkije en van de Lid-Staten ►M8  der Europese Gemeenschap ◄ .

    2.  De leningen kunnen worden aangewend voor de dekking van uitgaven voor invoer en uitgaven voor binnenlandse betalingen, indien die uitgaven nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van goedgekeurde investeringsprojecten met inbegrip van de kosten van studies, raadgevende ingenieurs en technische bijstand.

    3.  De Bank ziet erop toe dat de fondsen op de meest rationele wijze en overeenkomstig de doelstellingen van de Associatieovereenkomst worden gebruikt.

    Artikel 7

    Gedurende de gehele looptijd van de leningen verplicht Turkije zich ertoe om de nodige deviezen voor rentebetaling, commissieloon en aflossing op de leningen ter beschikking te stellen van de debiteuren aan wie deze leningen worden verstrekt.

    Artikel 8

    Den in het kader van dit Protocol verleende bijstand voor de tenuitvoerlegging van bepaalde projecten kan de vorm aannemen van deelneming in financieringen waaraan met name derde Staten, internationale financiële instellingen dan wel autoriteiten en instellingen op het gebied van kredietverlening en ontwikkeling van Turkije of van de Lid-Staten ►M8  der Europese Gemeenschap ◄ , deelnemen.

    Artikel 9

    1.  Gedurende de periode van toepassing van dit Protocol gaat de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de mogelijkheid na om het in artikel 3 bedoelde bedrag der leningen aan te vullen met door de Europese Investeringsbank ten laste van haar eigen middelen en tegen marktvoorwaarden verstrekte leningen, welke in totaal 25 miljoen rekeneenheden kunnen belopen.

    2.  In voorkomend geval zijn deze leningen bestemd voor de financiering van door particuliere ondernemingen in Turkije te verwezenlijken projecten met een normale rentabiliteit.

    3.  Op deze leningen zijn dan de bepalingen van de Statuten van de Europese Investeringsbank, alsmede de artikelen 4, 7 en 8, van dit Protocol van toepassing.

    Artikel 10

    Een jaar voor het verstrijken van dit Protocol, onderwerpen de Overeenkomstsluitende Partijen de bepalingen die op het gebied van die financiële bijstand voor een nieuwe periode eventueel kunnen worden vastgesteld, aan een onderzoek.

    Artikel 11

    Dit Protocol wordt gehecht aan de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    Artikel 12

    1.  Dit Protocol dient door de ondertekenende Staten te worden bekrachtigd overeenkomstig hun onderscheiden grondwettelijke voorschriften en, wat de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ betreft, te worden gesloten bij een besluit van de Raad, dat overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ is genomen en dat ter kennis wordt gebracht van de Partijen bij de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    De bovenbedoelde akten van bekrachtiging en akte van kennisgeving van sluiting worden te Brussel uitgewisseld.

    2.  Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum van uitwisseling van de akten van bekrachtiging en van de akte van kennisgeving van sluiting, genoemd in lid 1.

    Artikel 13

    Dit Protocol is opgesteld in twee exemplaren, in de Duitse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Turkse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Finanzprotokoll gesetzt.

    En foi de quoi, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent Protocole financier.

    In fede di che, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto Ie loro firme in cake al presente Protocollo finanziario.

    Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit Financieel Protocol hebben gesteld.

    Bunun belgesi olarak, asagida adlari yazili tam yetkili temsilciler bu Mali Protokolün altina imzalarini atmislardir.

    Geschehen zu Brüssel am dreiundzwanzigsten November neunzehnhundertsiebzig.

    Fait à Bruxelles, Ie vingt-trois novembre mil neuf cent soixante-dix.

    Fatto a Bruxelles, addì ventitré novembre millenovecentosettanta.

    Gedaan te Brussel, de drieëntwintigste november negentienhonderd zeventig.

    Brüksel’de, yirmi üç Kasim bin dokuz yüz yetmis gününde yapilmistir.

    Pour Sa Majesté Ie Roi des Belges

    Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen

    Pierre HARMEL

    Für den Präsidenten der Bundesrepublik Deutschland

    Walter SCHEEL

    Pour Ie Président de la République française

    Maurice SCHUMANN

    Per il Presidente della Repubblica italiana

    Mario PEDINI

    Pour Son Altesse Royale Ie Grand-Duc de Luxembourg

    Gaston THORN

    Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden

    J. M. A. H. LUNS

    In Namen des Rates der Europäischen Gemeinschaften

    Pour Ie Conseil des Communautés européennes

    Per il Consiglio delle Comunità europee

    Voor de Raad der Europese Gemeenschappen

    Walter SCHEEL

    Franco Maria MALFATTI

    Türkiye Cumhurbaskani adina

    Ihsan Sabri ÇAGLAYANGIL

    ▼M3

    AKKOORD

    betreffende de Produkten die onder de bevoegdheid vallen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal



    ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN,

    DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

    DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK,

    DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

    ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG,

    HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN,

    Partijen bij het op 17 april 1951 te Parijs ondertekende Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en wier Staten hierna Lid-Staten worden genoemd,

    enerzijds,

    DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE,

    anderzijds,

    OVERWEGENDE dat bovengenoemde Lid-Staten onderling het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal hebben gesloten;

    OVERWEGENDE dat zij eveneens het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ hebben gesloten, waarvan de bepalingen ingevolge artikel 232 van dit Verdrag geen wijzigingen brengen in die van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, met name wat betreft de rechten en verplichtingen der Lid-Staten;

    OVERWEGENDE dat de Overeenkomst waarbij een Associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije niet van toepassing is op de produkten die onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vallen;

    VERLANGENDE niettemin het handelsverkeer in deze produkten tussen de Lid-Staten en Turkije te handhaven en te ontwikkelen,

    HEBBEN ALS HUN GEVOLMACHTIGDEN AANGEWEZEN:

    ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN:

    de heer Pierre HARMEL

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND:

    de heer Waker SCHEEL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK:

    de heer Maurice SCHUMANN,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK:

    de heer Mario PEDINI,

    Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;

    ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG:

    de heer Gaston THORN,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN:

    de heer J. M. A. H. LUNS,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE:

    de heer Ihsan Sabri ÇALAYANGÍL,

    Minister van Buitenlandse Zaken;

    DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

    OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT omtrent de volgende bepalingen:



    Artikel 1

    Onverminderd de maatregelen die met toepassing van Hoofdstuk X van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal kunnen worden getroffen, worden de tussen Turkije en de Lid-Staten van kracht zijnde douanerechten en heffingen van gelijke werking, alsmede de kwantitatieve beperkingen en maatregelen van gelijke werking, onder de in artikel 2 vant dit Akkoord bedoelde omstandigheden door Turkije en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal geleidelijk afgeschaft voor de onder de bevoegdheid van deze ►M8  Europese Gemeenschap ◄ vallende produkten uit de Lid-Staten en uit Turkije.

    Artikel 2

    1.  Het ritme waarmede de Lid-Staten en Turkije de handelsbelemmeringen opheffen, wordt in onderling overleg tussen de Akkoordsluitende Partijen vastgesteld.

    2.  De Akkoordsluitende Partijen bepalen eveneens de voorwaarden waaronder de in dit Akkoord bedoelde produkten in aanmerking komen voor de preferentiële regeling.

    Artikel 3

    Op de onder dit Akkoord vallende gebieden kan voor Turkije geen gunstiger regeling gelden dan die welke de Lid-Staten onder elkaar toepassen krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

    Artikel 4

    Tussen de betrokken Partijen vindt overleg plaats in alle gevallen waarin, naar de mening van een hunner, de toepassing der bovenvermelde bepalingen dit noodzakelijk maakt.

    ▼M6

    Artikel 5

    De Overeenkomst is van toepassing enerzijds, onder de in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal vastgestelde voorwaarden, op het Europese grondgebied van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepublik Duitsland, de Franse Republiek, Ierland, de Italiaanse Republiek, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en op de Euro- pese grondgebieden welker buitenlandse betrekkingen door een Lid-Staat worden behartigd en anderzijds op het grondgebied van de Republiek Turkije.

    ▼M3

    Artikel ►M6  6 ◄

    Dit Akkoord houdt geen wijziging in van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, noch van de bevoegdheden en competenties die voortvloeien uit de bepalingen van dat Verdrag.

    Artikel ►M6  7 ◄

    De bijlage betreffende de binnenlandse handel van Duitsland en de daarmede samenhangende vraagstukken maakt een integrerend deel uit van dit Akkoord.

    Artikel ►M6  8 ◄

    1.  Dit Akkoord dient door de ondertekenende Staten te worden bekrachtigd overeenkomstig hun eigen grondwettelijke voorschriften.

    De akten van bekrachtiging worden uitgewisseld te Brussel.

    2.  Dit Akkoord treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum van de uitwisseling van de akten van bekrachtiging.

    Artikel ►M6  9 ◄

    Dit Akkoord is opgesteld in twee exemplaren in de Duitse, de Franse, de Italiaanse, de Nederlandse en de Turkse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Abkommen gesetzt.

    En foi quoi, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent Accord.

    In fede di che, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente Accordo.

    Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Overeenkomst hebben gesteld.

    Bunun belgesi olarak, asagida adlari yazili tam vetkili temsilciler bu Anlasmanin altina imzalarini atmislardir.

    Geschenen zu Brüssel am dreiundzwanzigsten November neunzehnhundertsiebzig.

    Fait à Bruxelles, le vingt-trois novembre mil neuf cent soixante-dix.

    Fatto a Bruxelles, addì ventitre novembre millenovecentosettanta.

    Gedaan te Brussel, de drieëntwintigste november negentienhonderd zeventig.

    Brüksel'de, yirmi üç Kasim bin dokuz yüz yetmis gününde yapilmistir.

    Pour sa Majesté le Roi des Belges

    Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen

    Pierre HARMEL

    Für den Präsidenten der Bundesrepublik Deutschland

    Walter SCHEEL

    Pour le Président de la République française

    Maurice SCHUMANN

    Per il Presidente della Repubblica italiana

    Mario PEDINI

    Pour Son Altesse Royale le Grand-Duc de Luxembourg

    Gaston THORN

    Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden

    J. M. A. H. LUNS

    Türkiye Cumhurbaskani adina

    Ihsan Sabri ÇAGLAYANGIL

    BIJLAGE

    betreffende de binnenlandse handel van Duitsland en de daarmee samenhangende vraagstukken



    DE AKKOORDSLUITENDE PARTIJEN,

    in overweging nemende de thans ten gevolge van de deling van Duitsland heersende toestanden,

    HEBBEN OVEREENSTEMMING BEREIKT over de volgende bepalingen:



    1. Aangezien het handelsverkeer tussen de Duitse gebieden waar de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland geldt en de Duitse gebieden waar die Grondwet niet wordt toegepast, deel uitmaakt van de binnenlandse handel van Duitsland, vereist de toepassing van het Akkoord betreffende de produkten die onder de bevoegdheid vallen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in Duitsland geen enkele wijziging van de thans voor die binnenlandse handel bestaande regeling.

    2. Iedere Akkoordsluitende Partij brengt de akkoorden inzake het handelsverkeer met de Duitse gebieden waar de Grondwet van de Bondsrepubliek niet wordt toegepast, alsmede hun uitvoeringsbepalingen, ter kennis van de andere Akkoordsluitende Partij. Zij waakt ervoor dat deze uitvoering niet in tegenspraak is met de beginselen van het Akkoord betreffende de produkten die onder de bevoegdheid vallen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en treft met name passende maatregelen om te vermijden dat het economische bestel van de andere Akkoordsluitende Partij wordt geschaad.

    3. Iedere Akkoordsluitende Partij kan passende maatregelen treffen ten einde te verhinderen dat voor haar moeilijkheden ontstaan uit de handel tussen de andere Akkoordsluitende Partij en de Duitse gebieden waar de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland niet wordt toegepast.

    SLOTAKTE



    De gevolmachtigden

    VAN ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN,

    VAN DE PRESIDENT VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND,

    VAN DE PRESIDENT VAN DE FRANSE REPUBLIEK,

    VAN DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK,

    VAN ZIJNE KONINKLIJKE HOOGHEID DE GROOTHERTOG VAN LUXEMBURG,

    VAN HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN,

    en

    VAN DE RAAD DER EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    enerzijds,

    en

    VAN DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK TURKIJE,

    anderzijds,

    bijeengekomen te Brussel, de drieëntwintigste november negentienhonderdzeventig ter gelegenheid van de ondertekening

     van het Aanvullend Protocol, waaraan zes bijlagen zijn gehecht,

     van het Financieel Protocol, en

     van het Akkoord betreffende de produkten die onder de bevoegdheid vallen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, waaraan een bijlage is gehecht,

    hebben de hierna opgenoemde gemeenschappelijke verklaringen van de Overeenkomstsluitende Partijen met betrekking tot het Aanvullend Protocol vastgesteld:



    1. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de berekening van de rechten en heffingen,

    2. Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 12, lid 2,

    3. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de artikelen 17, lid 1, en 18, lid 1,

    4. Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 25, lid 4,

    5. Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 27, lid 2,

    6. Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 34,

    7. Gemeenschappelijke verklaring betreffende de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief, bedoeld in de bijlagen nr. 2 en nr. 6.

    Zij hebben eveneens de volgende interpreterende verklaringen vastgesteld:

     Interpreterende verklaring betreffende artikel 25 van het Aanvullend Protocol,

     Interpreterende verklaring betreffende de waarde van de rekeneenheid bedoeld in artikel 3 van het Financieel Protocol.

    Zij hebben tevens kennis genomen van de hieronder genoemde verklaringen van de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake het Akkoord betreffende de produkten die vallen onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal:

    1. Verklaring inzake de definitie van het begrip „Duits onderdaan”,

    2. Verklaring inzake de toepassing op Berlijn van het Akkoord betreffende de produkten die vallen onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.

    Deze verklaringen worden aan de Slotakte gehecht.

    De gevolmachtigden zijn overeengekomen dat, voor zover nodig, de aan deze Slotakte gehechte verklaringen zullen worden onderworpen aan de interne procedures vereist om hun geldigheid te verzekeren.

    Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter diese Schlußakte gesetzt.

    En foi de quoi, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent Acte final.

    In fede di che, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente Atto finale.

    Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Slotakte hebben gesteld.

    Bunun belgesi olarak, asagida adlari yazili tam yetkili temsilciler bu Son Senedin imzalarini atmislardir.

    Geschehen zu Brüssel am dreiundzwanzigsten November neunzehnhundertsiebzig.

    Fait a Bruxelles, le vingt-trois novembre mil neuf cent soixante-dix.

    Fatto a Bruxelles, addì ventitré novembre millenovecentosettanta.

    Gedaan te Brussel, de drieëntwintigste november negentienhonderd zeventig.

    Brüksel'de, yirmi üç Kasim bin dokuz yüz yetmis gününde yapilmistir.

    Pour Sa Majesté le Roi des Belges

    Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen

    Pierre HARMEL

    Für den Präsidenten der Bundesrepublik Deutschland

    Walter SCHEEL

    Pour le Président de la République française

    Maurice SCHUMANN

    Per il Presidente della Repubblica italiana

    Mario PEDINI

    Pour Son Altesse Royale le Grand-Duc de Luxembourg

    Gaston THORN

    Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden

    J. M. A. H. LUNS

    lm Namen des Rates der Europaischen Gemeinschaften

    Pour le Conseil des Communautés européennes

    Per il Consiglio delle Comunità europee

    Voor de Raad der Europese Gemeenschappen

    Walter SCHEEL

    Franco Maria MALFATTI

    Türkiye Cumhurbaskani adina

    Ihsan Sabri ÇAGAYANGÍL

    BIJLAGE

    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BETREFFENDE HET AANVULLEND PROTOCOL

    1.    Gemeenschappelijke verklaring betreffende de berekening van de rechten en heffingen

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen dat de douanerechten en de heffingen van gelijke werking, berekend overeenkomstig de voorschriften van het Aanvullend Protocol, bij toepassing worden afgerond tot op één decimaal.

    2.    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 12, lid 2

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen dat de goederen die op het tijdstip van de in lid 2 van artikel 12 van het Aanvullend Protocol bedoelde kennisgeving aan de Associatieraad zich reeds in douane-entrepot bevinden, of reeds onderweg zijn om te worden geëxporteerd, of waarover op dat tijdstip een definitief verkoopcontract is gesloten, zullen worden onderworpen aan de douanerechten die geldig waren vóór de aanvaarding van de maatregelen die Turkije overeenkomstig dat zelfde artikel heeft genomen.

    3.    Gemeenschappelijke verklaring betreffende de artikelen 17, lid 1, en 18, lid 1

    De in de artikelen 17, lid 1, en 18, lid 1, van het Aanvullend Protocol bedoelde rechten van het gemeenschappelijk douanetarief zijn de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die op het tijdstip van de aanpassing van het Turkse douanetarief aan het gemeenschappelijk douanetarief daadwerkelijk worden toegepast.

    4.    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 25, lid 4

    De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren dat bij de berekening van de totale waarde van alle contingenten die overeenkomstig artikel 25, lid 4, van het Aanvullend Protocol periodiek met 10 % moeten worden verhoogd, geen rekening moet worden gehouden met de waarde van de invoer die Turkije gedurende de in hetzelfde lid bedoelde periodes heeft geliberaliseerd.

    5.    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 27, lid 2

    De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren dat het bepaalde in artikel 27, lid 2, van het Aanvullend Protocol eveneens van toepassing is op non-ferrometalen.

    6.    Gemeenschappelijke verklaring betreffende artikel 34

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen dat de werkzaamheden ter voorbereiding van de constateringen waartoe de Associatieraad overeenkomstig artikel 34 van het Aanvullend Protocol dient over te gaan, een jaar voor het einde van de periode van tweëntwintig jaar kunnen aanvangen.

    7.    Gemeenschappelijke verklaring betreffende de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief bedoeld in de bijlagen nr. 2 en nr. 6

    De rechten van het gemeenschappelijk douanetarief bedoeld in de bijlagen nr. 2 en nr. 6 zijn de rechten van het gemeenschappelijk douanetarief die, op elk tijdstip, daadwerkelijk worden toegepast jegens de Verdragsluitende Partijen bij het G.A.T.T.

    INTERPRETERENDE VERKLARINGEN

    Interpreterende verklaring betreffende artikel 25 van het Aanvullend Protocol

    De invoer die wordt gefinancierd:

    a) uit bijzondere middelen van bijstand voor bepaalde investeringsprojecten;

    b) zonder toekenning van deviezen;

    c) in het kader van de wet inzake aanmoediging van de investeringen van buitenlands kapitaal,

    mag niet in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van de omvang van de contingenten ten gunste van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ overeenkomstig artikel 25 van het Aanvullend Protocol, inzonderheid de leden 4 en 5.

    Interpreterende verklaring inzake de waarde van de in artikel 3 van het Financieel Protocol genoemde rekeneenheid

    De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren het hierna volgende:

    1. De waarde van de rekeneenheid die gebruikt wordt om het in artikel 3 van het Financieel Protocol genoemde bedrag uit te drukken, bedraagt 0,88867088 gram fijn goud.

    2. De pariteit van de valuta van een Lid-Staat van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ten opzichte van de in lid 1 omschreven rekeneenheid is gelijk aan de verhouding tussen het gewicht aan fijn goud dat deze rekeneenheid bevat en het gewicht aan fijn goud dat overeenkomt met de bij het Internationaal Monetair Fonds aangegeven pariteit van deze valuta. Bij gebrek aan aangegeven pariteit of indien op de lopende betalingen wisselkoersen worden toegepast welke van de pariteit afwijken met een hogere dan de door het Monetair Fonds, toegestane marge, wordt het met de pariteit van de valuta overeenkomende gewicht aan fijn goud berekend op basis van de wisselkoers welke in de Lid-Staat op de dag van de berekening voor lopende betalingen wordt toegepast op een direct of indirect omschreven en tegen goud inwisselbare valuta, alsmede op de grondslag van de aan het Monetair Fonds medegedeelde pariteit van deze inwisselbare valuta.

    3. De in lid 1 omschreven rekeneenheid blijft ongewijzigd voor de gehele looptijd van het Financieel Protocol. Indien echter vóór de datum waarop het Protocol afloopt, een in verhouding tot de pariteit van alle valuta's ten opzichte van goud uniforme wijziging plaatsvindt, waartoe het Internationaal Monetair Fonds krachtens artikel 4, sectie 7, van zijn statuten heeft besloten varieert het gewicht aan fijn goud van de rekeneenheid omgekeerd evenredig aan deze wijziging.

    Indien één of meer Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de in bovenstaande alinea bedoelde beslissing van het Internationaal Monetair Fonds niet toepassen, varieert het gewicht aan fijn goud van de rekeneenheid omgekeerd evenredig aan de wijziging waartoe het Internationaal Monetair Fonds heeft besloten. De Raad van de Europese Gemeenschappen zal echter de aldus ontstane situatie bezien en, op voorstel van de Commissie en na advies van het Monetair Comité, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de vereiste maatregelen treffen.

    VERKLARINGEN VAN DE REGERING VAN DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND INZAKE HET AKKOORD BETREFFENDE DE PRODUKTEN DIE VALLEN ONDER DE BEVOEGDHEID VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR KOLEN EN STAAL

    1.    Verklaring inzake de definitie van het begrip „Duits onderdaan”

    Als onderdaan van de Bondsrepubliek Duitsland dienen te worden beschouwd alle Duitsers in de zin van de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland.

    2.    Verklaring inzake de toepassing op Berlijn van het Akkoord betreffende de produkten die vallen onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

    Het Akkoord betreffende de produkten die vallen onder de bevoegdheid van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal is eveneens van toepassing op het Land Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland binnen de drie maanden aan de Akkoordsluitende Partijen het tegendeel heeft verklaard.

    ▼M7

    COMPLEMENTAIR PROTOCOL

    bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije



    DE ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ,

    enerzijds,

    DE REPUBLIEK TURKIJE,

    anderzijds,

    GELET op de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije, die op 12 september 1963 te Ankara werd ondertekend en het Aanvullend Protocol bij deze Overeenkomst, dat op 23 november 1970 te Brussel werd ondertekend, hierna „de Overeenkomst” genoemd, alsmede Besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980,

    OVERWEGENDE dat de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije nauwere betrekkingen wensen aan te knopen ten einde het hoofd te bieden aan de gevolgen van de toetreding van Spanje en Portugal tot de Europese Gemeenschappen op 1 januari 1986 en dat artikel 56 van het Aanvullend Protocol voorziet in de mogelijkheid om bij deze gelegenheid rekening te houden met de in de Overeenkomst vastgestelde wederzijdse belangen van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije;

    OVERWEGENDE dat het dienstig is de traditionele uitvoerstromen van Turkije naar de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ in stand te houden en dat daartoe een aantal maatregelen dient te worden genomen;

    HEBBEN BESLOTEN te dien einde een protocol te sluiten waarin de aanpassingen worden vastgesteld die in sommige bepalingen van de Overeenkomst dienen te worden aangebracht en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Jakob Esper LARSEN,

    Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur,

    Permanente Vertegenwoordiger van Denemarken,

    Voorzitter van het Comité van Permanente Vertegenwoordigers;

    Jean DURIEUX,

    Adviseur buiten dienst bij het Directoraat-generaal voor Buitenlandse Betrekkingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;

    DE REGERING VAN DE REPUBLIEK TURKIJE,

    Pulat TACAR,

    Buitengewoon en Gevolmachtigd Ambassadeur,

    Permanent Afgevaardigde bij de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ,

    Hoofd van de Missie van de Republiek Turkije;

    DIE, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

    OVEREENSTEMMING HEBBEN BEREIKT OMTRENT DE VOLGENDE BEPALINGEN:



    Artikel 1

    1.  Voor het verkoopseizoen 1990 en voor ieder daaropvolgend verkoopseizoen beslist de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ op basis van de in lid 2 bedoelde balansen en analyses en aan de hand van de ter zake dienende gegevens in verband met de doelstelling de traditionele uitvoerstromen in het kader van de uitbreiding te handhaven, of het dienstig is de in Verordening (EEG) nr. 1035/72 bedoelde invoerprijs van verse citroenen van post 08.02 C van het gemeenschappelijk douanetarief van oorsprong uit Turkije bij te stellen binnen de grenzen van een hoeveelheid van 12 000 ton per jaar.

    2.  Met ingang van 1987 maakt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ na ieder verkoopseizoen op basis van een statistisch overzicht een analyse van de uitvoer naar de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ van citroenen van oorsprong uit Turkije.

    Bovendien maakt de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ voor dit produkt met ingang van 1989 ieder jaar in samenwerking met Turkije een raming van de produktie en de leveringen.

    3.  De in lid 1 bedoelde bijstelling waartoe eventueel kan worden overgegaan, heeft betrekking op het bedrag dat uit hoofde van de douanerechten in mindering dient te worden gebracht op de in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ genoteerde representatieve prijzen voor de berekening van de invoerprijs van dit produkt, binnen de grenzen bedoeld in artikel 152, lid 2, onder c), van de Akte van Toetreding van Spanje en Portugal.

    Artikel 2

    Voor de druiven voor tafelgebruik van post 08.04 A I b) van het gemeenschappelijk douanetarief, van oorsprong uit Turkije, die in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd, gelden in de periode van 18 tot en met 31 juli dezelfde voorwaarden inzake schorsing van de douanerechten als die welke ten aanzien van dit produkt voor de periode van 15 juli tot en met 17 juli zijn neergelegd in artikel 3 van Besluit nr. 1/80 van de Associatieraad en in paragraaf 1 van de op 6 februari 1981 tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en de Republiek Turkije gesloten briefwisseling betreffende artikel 3, lid 3, van dit besluit.

    Artikel 3

    Dit Protocol vormt een integrerend bestanddeel van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije.

    Artikel 4

    1.  Dit Protocol is onderworpen aan bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring overeenkomstig de procedures van de overeenkomstsluitende partijen die elkaar kennis geven van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.

    2.  Dit Protocol treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de in lid 1 bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden.

    Artikel 5

    Dit Protocol wordt opgesteld in twee exemplaren in de Duitse, de Engelse, de Deense, de Spaanse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese en de Turkse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    En fe de lo cual, los plenipotenciarios abajo firmantes suscriben el presente Protocolo.

    Til bekræftelse heraf har undertegnede befuldmægtigede underskrevet denne Protokol.

    Zu Urkund dessen haben die unterzeichneten Bevollmächtigten ihre Unterschriften unter dieses Protokoll gesetzt.

    Εις πίστωσιν των ανωτέρω, οι υπογεγραμμένοι πληρεξούσιοι έθεσαν τις υπογραφές τους στο παρόν πρωτόκολλο.

    In witness whereof the undersigned Plenipotentiaries have signed this Protocol.

    En foi de quoi, les plénipotentiaires soussignés ont apposé leurs signatures au bas du présent protocole.

    In fede di che, i plenipotenziari sottoscritti hanno apposto le loro firme in calce al presente protocollo.

    Ten blijke waarvan de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder dit Protocol hebben gesteld.

    Em fé do que, os plenipotenciários abaixo assinados apuseram as suas assinaturas no final do presente Protocolo.

    Bunun belgesi olarak, aağida adlari yazili tam yektili temsilciler bu protokolűn altina imzalarn atmlardir.

    Hecho en Bruselas, el ventitrés de julio de mil novecientos ochenta y siete.

    Udfærdiget i Bruxelles, den treogtyvende juli nitten hundrede og syvogfirs.

    Geschehen zu Brüessel am dreiundzwanzigsten Juli neunzehnhundertsiebenundachtzig.

    Έγινε στις Βρυξέλλες, στις είκοσι τρεις Ιουλίου χίλια εννιακόσια ογδόντα επτά.

    Done at Brussels on the twenty-third day of July in the year one thousand nine hundred and eighty-seven.

    Fait à Bruxelles, le vingt-trois juillet mil neuf cent quatre-vingt-sept.

    Fatto a Bruxelles, addì ventitré luglio millenovecentottantasette.

    Gedaan te Brussel, de drieëntwintigste juli negentienhonderd zevenentachtig.

    Feito em Bruxelas, em vinte e três de Julho de mil novecentos e oitente e sete.

    Brűksel’de, 23 Termuz bin dokuz yüz seksen yedi gününde yapilmtir.

    Por el Consejo de las Comunidades Europeas

    For Rådet for De Europæiske Fællesskaber

    Für den Rat der Europäischen Gemeinschaften

    Για το Συμβούλιο των Ευρωπαϊκών Κοινοτήτων

    For the Council of the European Communities

    Pour le Conseil des Communautés européennes

    Per il Consiglio delle Comunità europee

    Voor de Raad van de Europese Gemeenschappen

    Pelo Conselho das Comunidades Europeias

    Avrupa Topluluklari Konseyi adina

    Por el Gobierno de la República de Turquía

    Por regeringen for Republikken Tyrkiet

    Für die Regierung der Republik Türkei

    Για την κυβέρνηση της Δημοκρατίας της Τουρκίας

    For the Government of the Republic of Turkey

    Pour le gouvernement de la République turque

    Per il governo della Repubblica di Turchia

    Voor de Regering van de Republiek Turkije

    Pelo Governo da República da Turquia

    Türkiye Cumhuriyeti Hükümeti adina

    Gemeenschappelijke verklaring van de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot artikel 1 van het Complementair Protocol

    De overeenkomstsluitende partijen komen overeen dat wanneer de datum van inwerkingtreding van het Complementair Protocol niet samenvalt met het begin van het kalenderjaar of, in voorkomend geval, van het verkoopseizoen, de in artikel 1 bedoelde kwantitatieve beperkingen pro rata temporis worden toegepast.

    Voorts komen de overeenkomstsluitende partijen overeen dat de boeking van de hoeveelheden van de desbetreffende produkten van oorsprong uit Turkije die in de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ worden ingevoerd en waarvoor in het Complementair Protocol kwantitatieve beperkingen zijn vastgesteld, een aanvang neemt op 1 januari van ieder jaar.

    Verklaring van de vertegenwoordiger van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de omschrijving van het begrip „Duits onderdaan”

    Als onderdaan van de Bondsrepubliek Duitsland dienen te worden beschouwd alle Duitsers in de zin van de grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland.

    Verklaring van de vertegenwoordiger van de Bondsrepubliek Duitsland betreffende de toepassing van het Complementair Protocol op Berlijn

    Het Complementair Protocol is eveneens van toepassing op het Land Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland, binnen drie maanden na de inwerkingtreding van het Complementair Protocol, tegenover de andere partijen het tegendeel heeft verklaard.

    ▼B

    SLOTAKTE

    (64/734/EEG)



    De gevolmachtigden

    van Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

    van de President van de Bondsrepubliek Duitsland,

    van de President van de Franse Republiek,

    van de President van de Italiaanse Republiek,

    van Hare Koninklijke Hoogheid de Groothertogin van Luxemburg,

    van Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

    en van de Raad der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ,

    enerzijds, en

    van de President van de Republiek Turkije,

    anderzijds,

    bijeengekomen te Ankara, de twaalfde september negentienhonderd drieënzestig ter ondertekening van de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije

    hebben de volgende teksten vastgesteld:



     Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije,

    en de hieronder genoemde protocollen:

     Protocol no. 1: Voorlopig Protocol,

     Protocol no. 2: Financieel Protocol.

    Voorts hebben de gevolmachtigden:

     de hieronder genoemde en aan deze Akte gehechte verklaringen aanvaard (Bijlage I):

     

    1. Verklaring van intentie betreffende rozijnen en krenten onder verwijzing naar artikel 2 van het Voorlopige Protocol;

    2. Interpreterende verklaring inzake de waarde van de in artikel 2 van het Financiële Protocol genoemde rekeneenheid;

    3. Interpreterende verklaring inzake de definitie van het begrip „Overeenkomstsluitende Partijen”, dat in de Associatie-overeenkomst voorkomt;

     en kennis genomen van de hieronder genoemde en aan deze Akte gehechte verklaringen van de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland (Bijlage II):

     

    1. Verklaring inzake de definitie van het begrip „Duits onderdaan”;

    2. Verklaring inzake de toepassing van de Overeenkomst op Berlijn.

    De gevolmachtigden zijn overeengekomen dat, voor zover nodig, de aan deze Akte gehechte verklaringen op dezelfde wijze als de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en Turkije zullen worden onderworpen aan de procedures vereist om hun geldigheid te verzekeren.

    TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Slotakte hebben gesteld.

    Gedaan te Ankara, de twaalfde september negentienhonderd drieënzestig.

    Pour Sa Majesté le Roi des Belges,

    Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

    Paul-Henri SPAAK

    Türkiye Cumhurbaskanı adina.

    Feridun Gemal ERKIN

    Für den Präsidenten der Bundesrepublik Deutschland,

    Gerhard SCHRÖDER

    Pour le Président de la République française,

    Maurice COUVE de MURVILLE

    Per il Presidente della Repubblica italiana,

    Emilio COLOMBO

    Pour Son Altesse Royale la Grande-Duchesse de Luxembourg,

    Eugène SCHAUS

    Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

    Joseph M. A. H. LUNS

    Im Namen des Rates der ►M8  Europäischen Gemeinschaft ◄ ,

    Pour le Conseil de la ►M8  Communauté européenne ◄ ,

    Per il Consiglio della ►M8  Comunità europea ◄ ,

    Voor de Raad der ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ,

    Joseph M. A. H. LUNS

    BIJLAGE I

    1.   Verklaring van intentie betreffende rozijnen en krenten onder verwijzing naar artikel 2 van het Voorlopige Protocol

    De ►M8  Europese Gemeenschap ◄ verklaart dat zij niet voornemens is een gemeenschappelijke marktordening in te stellen voor rozijnen en krenten.

    2.   Interpreterende verklaring inzake de waarde van de in artikel 2 van het Financiële Protocol genoemde rekeneenheid

    De Overeenkomstsluitende Partijen verklaren het hierna volgende:

    1. De waarde van de rekeneenheid die gebruikt wordt om het in artikel 2 van het Financiële Protocol genoemde bedrag uit te drukken, bedraagt 0,88867088 gram fijn goud.

    2. De pariteit van de valuta van een Lid-Staat van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ ten opzichte van de in lid 1 omschreven rekeneenheid is gelijk aan de verhouding tussen het gewicht aan fijn goud dat deze rekeneenheid bevat en het gewicht aan fijn goud dat overeenkomt met de bij het Internationaal Monetair Fonds aangegeven pariteit van deze valuta. Bij gebrek aan aangegeven pariteit of indien op de lopende betalingen wisselkoersen worden toegepast welke van de pariteit afwijken met een hogere dan de door het Monetair Fonds toegestane marge, wordt het met de pariteit van de valuta overeenkomende gewicht aan fijn goud berekend op basis van de wisselkoers welke in de Lid-Staat op de dag van de berekening voor lopende betalingen wordt toegepast op een direct of indirect omschreven en tegen goud inwisselbare valuta, alsmede op de grondslag van de aan het Monetair Fonds medegedeelde pariteit van deze inwisselbare valuta.

    3. De in lid 1 omschreven rekeneenheid blijft ongewijzigd voor de gehele looptijd van het Financiële Protocol. Indien echter vóór de datum waarop het Protocol afloopt, een in verhouding tot de pariteit van alle valuta's ten opzichte van goud uniforme wijziging plaatsvindt, waartoe het Internationaal Monetair Fonds krachtens artikel 4, sectie 7, van zijn Statuten heeft besloten varieert het gewicht aan fijn goud van de rekeneenheid omgekeerd evenredig aan deze wijziging.

    Indien één of meer Lid-Staten van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ de in bovenstaande alinea bedoelde beslissing van het Internationaal Monetair Fonds niet toepassen, varieert het gewicht aan fijn goud van de rekeneenheid omgekeerd evenredig aan de wijziging waartoe het Internationaal Monetair Fonds heeft besloten. De Raad van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ zal echter de aldus ontstane situatie bezien en, op voorstel van de Commissie en na advies van het Monetair Comité, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen de vereiste maatregelen treffen.

    3.   Interpreterende verklaring inzake de definitie van het begrip „Overeenkomstsluitende Partijen” dat in de Associatie-overeenkomst voorkomt

    De Overeenkomstsluitende Partijen komen overeen de Associatie-overeenkomst zo uit te leggen dat de uitdrukking „Overeenkomstsluitende Partijen”, die in genoemde Overeenkomst voorkomt, enerzijds de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ en de Lid-Staten, dan wel alleen hetzij de Lid-Staten, hetzij de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , anderzijds de Republiek Turkije betekent. De in elk afzonderlijk geval aan deze uitdrukking te geven betekenis zal worden afgeleid uit de desbetreffende bepalingen van de Overeenkomst alsook uit de overeenkomstige bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ . In sommige gevallen, kan de uitdrukking „Overeenkomstsluitende Partijen” de Lid-Staten betekenen, gedurende de overgangsperiode van het Verdrag tot oprichting van de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ , en de ►M8  Europese Gemeenschap ◄ na het verstrijken van die periode.

    BIJLAGE II

    Verklaringen van de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland

    1.    Verklaring inzake de definitie van het begrip „Duits onderdaan”

    Als onderdaan van de Bondsrepubliek Duitsland dienen te worden beschouwd alle Duitsers in de zin van de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland.

    2.    Verklaring inzake de toepassing van de Overeenkomst op Berlijn

    De Associatieovereenkomst is eveneens van toepassing op het Land Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden aan de Overeenkomstsluitende Partijen het tegendeel heeft verklaard.

    Top