EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 20.5.2020
COM(2020) 381 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S
Een "van boer tot bord"-strategie
voor een eerlijk, gezond en milieuvriendelijk voedselsysteem
Inhoud
1.Behoefte aan actie
2.Een voedselvoorzieningsketen vormgeven die werkt voor consumenten, producenten, het klimaat en het milieu
2.1.Zorgen voor duurzame voedselproductie
2.2.Zorgen voor voedselzekerheid
2.3.Het stimuleren van duurzame praktijken in de levensmiddelenverwerking, groothandel, detailhandel, horeca en cateringdiensten
2.4.De consumptie van duurzaam voedsel bevorderen en de overschakeling op gezonde en duurzame voedingspatronen makkelijker maken
2.5.Voedselverlies en -verspilling verminderen
2.6.Voedselfraude in de voedselvoorzieningsketen bestrijden
3.De transitie mogelijk maken
3.1.Onderzoek, innovatie, technologie en investeringen
3.2.Adviesdiensten, uitwisseling van gegevens en kennis, en vaardigheden
4.De wereldwijde transitie bevorderen
5.Conclusies
1.Behoefte aan actie
In de Europese Green Deal wordt uiteengezet hoe Europa tegen 2050 het eerste klimaatneutrale continent moet worden. Er wordt een nieuwe strategie voor duurzame en inclusieve groei voorgesteld aan de hand waarvan de economie moet worden gestimuleerd, de volksgezondheid en de levenskwaliteit moeten worden verbeterd en de natuur moet worden beschermd, zonder dat iemand achterblijft.
De “van boer tot bord”-strategie is een kernelement van de Green Deal. In deze strategie worden de uitdagingen in verband met duurzame voedselsystemen in een alomvattende benadering behandeld en wordt erkend dat gezonde mensen, gezonde samenlevingen en een gezonde planeet niet los van elkaar te zien zijn. De strategie staat ook centraal in het programma waarmee de Commissie de duurzameontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties wil verwezenlijken. Alle burgers en exploitanten in waardeketens in de EU en daarbuiten zouden van een rechtvaardige transitie de vruchten moeten plukken, vooral in de nasleep van de COVID-19-pandemie en de daaropvolgende economische neergang. Overschakelen op een duurzaam voedselsysteem kan een positieve werking hebben op het milieu, de volksgezondheid en de maatschappij, economische voordelen opleveren en ervoor zorgen dat we met het herstel van de huidige crisis een duurzame weg inslaan
. Voor het welslagen van dit herstel en van de transitie is het van essentieel belang dat de primaire producenten, die nog steeds in inkomen op anderen achterlopen, duurzaam in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
De COVID-19-pandemie maakt nog eens extra duidelijk hoe belangrijk een robuust en veerkrachtig voedselsysteem is dat onder alle omstandigheden functioneert en burgers toegang tot een voldoende aanbod van betaalbaar voedsel kan garanderen. De situatie heeft ons ook zeer bewust gemaakt van de samenhang van onze gezondheid, ecosystemen, toeleveringsketens, consumptiepatronen en de grenzen van onze planeet. Het is duidelijk dat wij veel meer moeten doen om onszelf en de planeet gezond te houden. De huidige pandemie is maar één voorbeeld daarvan. De toename in jaarlijks terugkerende droogte, overstromingen, bosbranden en het verschijnen van nieuwe plaagorganismen herinneren ons er voortdurend aan dat ons voedselsysteem onder druk staat en duurzamer en veerkrachtiger moet worden.
De “van boer tot bord”-strategie is een nieuwe alomvattende benadering van de waarde die Europeanen hechten aan de duurzaamheid van voedsel. Zij biedt een kans de levensstijl en de gezondheid van mensen en de toestand van het milieu te verbeteren. Een gunstige voedselomgeving tot stand brengen die het kiezen van gezonde en duurzame voedingspatronen gemakkelijker maakt, zal de gezondheid en de kwaliteit van het leven van de consument ten goede komen en de gezondheidsgerelateerde kosten voor de samenleving terugdringen. Mensen besteden in toenemende mate aandacht aan het milieu, hun gezondheid, sociale kwesties en ethische vraagstukken en stellen aan hun voedsel hogere eisen dan ooit. Naarmate de samenleving verstedelijkt, willen zij het gevoel hebben dichter bij hun voeding te staan. Zij willen producten die vers, minder bewerkt en duurzaam geproduceerd zijn. Nu de coronacrisis speelt, wordt nog sterker voor kortere toeleveringsketens gepleit. Consumenten moeten in staat worden gesteld duurzame voeding te kiezen en alle actoren in de voedselvoorzieningsketen moeten dit als hun verantwoordelijkheid en als een kans zien.
Europees voedsel geldt wereldwijd al als de norm voor wat veilig, ruimschoots voorhanden, voedzaam en van hoge kwaliteit is. Dit is het resultaat van jaren van EU-beleidsvorming ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant, en van de inspanningen van landbouwers, vissers en aquacultuurproducenten. Nu moet Europees voedsel ook wat duurzaamheid betreft wereldwijd de norm worden. Wat met deze strategie wordt nagestreefd is om de landbouwers, vissers en andere exploitanten in de voedselvoorzieningsketen die de transitie naar duurzame werkwijzen hebben doorlopen, te belonen, anderen in staat te stellen de transitie ook aan te gaan en hun bedrijven extra kansen te bieden. De Europese landbouwsector is het enige belangrijke systeem in de wereld dat zijn uitstoot van broeikasgassen heeft teruggedrongen (met 20 % sinds 1990). Toch is dit proces zelfs binnen de EU lineair noch homogeen geweest in de verschillende lidstaten. Bovendien dragen de productie, de verwerking, de verkoop, de verpakking en het vervoer van levensmiddelen in hoge mate bij aan de verontreiniging van de lucht, de bodem en het water en aan de uitstoot van broeikasgassen, met ernstige gevolgen voor de biodiversiteit. Daarom gelden voedselsystemen nog altijd als een van de belangrijkste oorzaken van de klimaatverandering en de aantasting van het milieu, ook al is de transitie van de EU naar duurzame voedselsystemen op veel gebieden al ingezet. De afhankelijkheid van pesticiden en antimicrobiële stoffen en de overmatige bemesting moeten dringend worden aangepakt, evenzeer als de biologische landbouw moet worden aangejaagd, het dierenwelzijn moet worden verbeterd en het verlies aan biodiversiteit moet worden teruggedraaid.
In de klimaatwet wordt de doelstelling van een klimaatneutrale Unie tegen 2050 uiteengezet. De Commissie zal tegen september 2020 met een klimaatdoelstellingsplan voor 2030 komen om de doelstelling voor het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen te verhogen naar een reductie van 50 of 55 % ten opzichte van de niveaus van 1990. De “van boer tot bord”-strategie voorziet in een nieuwe aanpak om ervoor te zorgen dat de landbouw, de visserij, de aquacultuur en de hele verdere voedselwaardeketen op passende wijze bijdraagt aan dit proces.
De transitie naar duurzame voedselsystemen vertegenwoordigt ook een geweldige economische kans. De verwachtingen van burgers veranderen en dit leidt tot ingrijpende veranderingen in de voedselmarkt. Dat biedt kansen voor landbouwers, vissers en aquacultuurproducenten, alsook voor voedselverwerkende bedrijven en cateringdiensten. Deze transitie zal hen in staat stellen van duurzaamheid hun handelsmerk te maken en de toekomst van de EU-voedselvoorzieningsketen veilig te stellen voordat hun concurrenten buiten de EU zover zijn. De transitie naar duurzaamheid levert een pioniersvoordeel op voor alle actoren in de voedselvoorzieningsketen van de EU.
Het is duidelijk dat de transitie niet zal slagen zonder veranderingen in het voedingspatroon van mensen. Tegelijkertijd kunnen 33 miljoen mensen in de EU zich momenteel niet om de dag een hoogwaardige maaltijd veroorloven en is een deel van de bevolking in veel lidstaten afhankelijk van voedselhulp. Voedselonzekerheid en de betaalbaarheid van levensmiddelen kunnen tijdens een economische neergang een groter probleem worden. Daarom is het van essentieel belang maatregelen te nemen om de consumptiepatronen te veranderen en voedselverspilling tegen te gaan. Terwijl ongeveer 20 % van de geproduceerde levensmiddelen wordt verspild, komt ook obesitas steeds meer voor. Meer dan de helft van de volwassen bevolking heeft tegenwoordig overgewicht, wat een van de oorzaken is voor de hoge prevalentie van voedingsgewoontegerelateerde ziekten (waaronder verschillende soorten kanker) en voor de zorgkosten die daarbij komen kijken. In het algemeen zijn de Europese voedingspatronen niet in overeenstemming met de nationale voedingsadviezen en maakt de “voedselomgeving” de gezonde optie niet altijd de gemakkelijkste. Waren de Europese voedingspatronen wel met voedingsadviezen in overeenstemming geweest, dan zou de milieuvoetafdruk van de voedselsystemen een stuk kleiner zijn.
Het is eveneens duidelijk dat wij geen verandering kunnen bewerkstelligen tenzij wij de rest van de wereld erin meenemen. De EU is de grootste importeur en exporteur van agrovoedingsproducten en de grootste markt voor vis, schaal- en schelpdieren ter wereld. De productie van landbouwgrondstoffen kan in de landen waar zij worden geproduceerd negatieve gevolgen hebben voor het milieu en de samenleving. Daarom moeten de inspanningen om de duurzaamheidseisen in het voedselsysteem van de EU aan te scherpen, hand in hand gaan met beleidsmaatregelen die bijdragen aan de verhoging van de normen wereldwijd om de externalisering en de uitvoer van niet-duurzame praktijken te voorkomen.
Een duurzaam voedselsysteem zal essentieel zijn om de klimaat- en milieudoelstellingen van de Green Deal te verwezenlijken en tegelijkertijd de inkomens van de primaire producenten te verbeteren en het concurrentievermogen van de EU te versterken. Deze strategie draagt bij aan de transitie door de nadruk te leggen op de kansen die er liggen, voor zowel burgers als voor exploitanten in de voedselwaardeketen.
2.Een voedselvoorzieningsketen vormgeven die werkt voor consumenten, producenten, het klimaat en het milieu
De doelstellingen van de EU zijn het verkleinen van de milieu- en klimaatvoetafdruk en het vergroten van de veerkracht van het voedselsysteem van de EU, het ondanks de klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit zorgen voor voedselzekerheid, en het leiden van een wereldwijde transitie naar een concurrerende duurzaamheid “van boer tot bord’, en nieuwe kansen aan te boren. In de praktijk betekent dit:
Øervoor zorgen dat de voedselvoorzieningsketen — de voedselproductie, het vervoer, de distributie, de afzet en de consumptie van voeding — een neutrale of positieve impact heeft op het milieu, dat de hulpbronnen op het land, in zoet water en op zee waarvan het voedselsysteem afhankelijk is, in stand worden gehouden en worden hersteld; bijdragen tot het beperken van en de aanpassing aan de gevolgen van de klimaatverandering; het land, de bodem, het water, de lucht en de gezondheid en het welzijn van planten en dieren beschermen en in goede staat behouden; het verlies aan biodiversiteit omkeren;
Øde voedselzekerheid, de voedingswaarde en de volksgezondheid bewaken — ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot voldoende, voedzaam en duurzaam voedsel dat voldoet aan hoge normen voor de veiligheid en kwaliteit en de gezondheid en het welzijn van planten en dieren, en dat aansluit bij zijn voedingsbehoeften en -voorkeuren, en
Øvoedsel betaalbaar houden en tegelijkertijd de economische opbrengsten in de toeleveringsketen rechtvaardiger maken, zodat het meest duurzame voedsel uiteindelijk ook het betaalbaarst wordt, het concurrentievermogen van de voedselvoorzieningssector van de EU ondersteunen, eerlijke handel bevorderen, nieuwe kansen creëren voor bedrijven en tegelijkertijd de integriteit van de eengemaakte markt en de gezondheid en veiligheid op het werk zekerstellen.
De duurzaamheid van voedselsystemen is een mondiaal vraagstuk en de voedselsystemen zullen zich moeten aanpassen om de diverse uitdagingen waarmee zij worden geconfronteerd, aan te kunnen. De EU kan een sleutelrol spelen door met deze strategie wereldwijd de toon te zetten met hoge normen. De strategie bevat belangrijke doelstellingen op prioritaire gebieden voor de EU als geheel. Naast nieuwe beleidsinitiatieven is de handhaving van de bestaande wetgeving, met name op het gebied van dierenwelzijn, het gebruik van pesticiden en de bescherming van het milieu, voor een rechtvaardige transitie van essentieel belang. In de aanpak zal rekening worden gehouden met de verschillende uitgangsposities en de verschillen in het potentieel voor verbetering in de lidstaten. Ook wordt erin erkend dat een transitie naar een duurzaam voedselsysteem het economisch weefsel van veel EU-regio’s en hun interactiepatronen zal veranderen. Technische en financiële bijstand van bestaande EU-instrumenten, zoals cohesiefondsen en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo), zal de transitie ondersteunen. Nieuwe wetgevingsinitiatieven zullen worden geschraagd door de instrumenten voor betere regelgeving van de Commissie. De effectbeoordelingen na openbare raadplegingen, identificatie van de ecologische, maatschappelijke en economische gevolgen en analyse van de effecten op kleine en middelgrote ondernemingen en stimulansen of belemmeringen voor innovatie, zullen ertoe bijdragen dat er efficiënte beleidskeuzes kunnen worden gemaakt tegen minimale kosten, in lijn met de doelstellingen van de Green Deal. Om de transitie te versnellen en te vergemakkelijken en ervoor te zorgen dat de voedingsmiddelen die in de EU in de handel worden gebracht, steeds duurzamer zullen zijn, zal de Commissie voor eind 2023 een wetgevingsvoorstel voor een kader voor een duurzaam voedselsysteem presenteren. Dit zal de samenhang van het beleid op EU- en nationaal niveau, de integratie van duurzaamheid in het hele voedselgerelateerde beleid en de versterking van de veerkracht van voedselsystemen ten goede komen. Aan de hand van uitgebreide raadplegingen en effectbeoordelingen zal de Commissie proberen te komen tot gemeenschappelijke definities en algemene beginselen en vereisten voor duurzame voedselsystemen en voedingsmiddelen. In het kader zullen ook de verantwoordelijkheden van alle actoren in het voedselsysteem aan bod komen. In combinatie met certificering en etikettering voor de duurzaamheidsprestaties van levensmiddelen en met gerichte stimuleringsmaatregelen zal het kader exploitanten in staat stellen van duurzame praktijken de vruchten te plukken, en de duurzaamheidsnormen geleidelijk aan te verhogen, totdat zij dé norm worden voor alle levensmiddelen die in de EU in de handel worden gebracht.
2.1.Zorgen voor duurzame voedselproductie
Alle actoren in de voedselvoorzieningsketen moeten hun steentje bijdragen om de voedselvoorzieningsketen te verduurzamen. Landbouwers, vissers en aquacultuurproducenten moeten hun productiemethoden sneller aanpassen en optimaal gebruikmaken van op de natuur gebaseerde oplossingen, technologie, digitale oplossingen en concepten uit de ruimtevaart om betere resultaten te behalen voor het klimaat en het milieu, de klimaatbestendigheid te vergroten en het gebruik van bepaalde productiemiddelen (bv. pesticiden, meststoffen) te verminderen en te optimaliseren. Deze oplossingen vereisen personele en financiële investeringen, maar bieden ook mogelijkheden voor hogere opbrengsten in de vorm van toegevoegde waarde en mogelijkheden om de kosten te drukken.
Een voorbeeld van een nieuw groen bedrijfsmodel is koolstofvastlegging door landbouwers en bosbouwers. Landbouwpraktijken die CO2 aan de atmosfeer onttrekken, dragen bij tot de doelstelling van de klimaatneutraliteit en moeten worden beloond, ofwel via het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) ofwel via andere publieke of particuliere initiatieven (koolstofmarkt). Een nieuw EU-initiatief inzake koolstoflandbouw in het kader van het klimaatpact zal dit nieuwe bedrijfsmodel, dat landbouwers een nieuwe bron van inkomsten biedt en andere sectoren helpt de voedselvoorzieningsketen koolstofarm te maken, bevorderen. Zoals aangekondigd in het actieplan voor de circulaire economie zal de Commissie een regelgevingskader voor de certificering van de verwijdering van koolstof ontwikkelen op basis van robuuste en transparante koolstofboekhouding om de echtheid van de verwijderingen van koolstof te monitoren en te verifiëren.
In de circulaire bio-economie ligt nog steeds een grotendeels onontgonnen potentieel voor landbouwers en hun coöperaties. Denk aan geavanceerde bioraffinaderijen die organische meststoffen, eiwithoudende diervoeders, bio-energie en biochemicaliën produceren en kansen bieden die de transitie naar een klimaatneutrale Europese economie ten goede komen en nieuwe banen kunnen scheppen in de primaire productie. Landbouwers moeten hun kansen grijpen om de methaanemissies van vee terug te dringen door de productie van hernieuwbare energie uit te bouwen en te investeren in anaerobe gistingstanks voor de productie van biogas uit afval en reststoffen, bijvoorbeeld mest, uit de landbouw. Landbouwbedrijven zouden dit biogas ook met afval en reststoffen uit andere bronnen kunnen produceren, bijvoorbeeld uit de levensmiddelen- en drankenindustrie, rioolwater, afvalwater en huishoudelijk afval. Boerderijen en stallen zijn vaak perfect geschikt voor het plaatsen van zonnepanelen en dergelijke investeringen moeten dan ook prioriteit krijgen in de strategische plannen van het komende GLB. De Commissie zal in het kader van de initiatieven en programma’s voor schone energie actie ondernemen om de marktacceptatie van deze en andere oplossingen op het gebied van energie-efficiëntie in de landbouw- en de levensmiddelensector vaart te geven, zolang op een duurzame manier wordt geïnvesteerd zonder de voedselzekerheid en de biodiversiteit in gevaar te brengen.
Het gebruik van chemische pesticiden in de landbouw draagt bij tot bodem-, water- en luchtvervuiling, verlies aan biodiversiteit en kan schade toebrengen aan niet tot de doelsoorten behorende planten, insecten, vogels, zoogdieren en amfibieën. De Commissie heeft al een geharmoniseerde risico-indicator vastgesteld om de vooruitgang bij de vermindering van de aan pesticiden verbonden risico’s te kwantificeren. Aan de hand hiervan is vastgesteld dat de risico’s in verband met het gebruik van pesticiden in de afgelopen vijf jaar met 20 % zijn gedaald. De Commissie zal aanvullende maatregelen nemen om tegen 2030 het totale gebruik van chemische pesticiden en de daarmee samenhangende risico's evenals het gebruik van gevaarlijkere pesticiden met 50 % te verminderen. De Commissie zal een aantal stappen ondernemen om de weg te bereiden voor alternatieven en het inkomen van landbouwers op peil te houden. Zij zal de richtlijn betreffende een duurzaam gebruik van pesticiden herzien, de bepalingen inzake geïntegreerde gewasbescherming (IPM) aanscherpen en het gebruik van veilige alternatieve methoden om de oogsten tegen plagen en ziekten te beschermen, bevorderen. In het kader van IPM, dat een van de belangrijkste instrumenten zal zijn om het gebruik van en de afhankelijkheid van chemische pesticiden in het algemeen en het gebruik van gevaarlijkere pesticiden in het bijzonder te beperken, zal het gebruik van alternatieve beheersingstechnieken zoals vruchtwisseling en mechanisch wieden worden aangemoedigd. Landbouwpraktijken die het gebruik van pesticiden middels het GLB verminderen, zullen van het allergrootste belang zijn; deze transitie moet in de strategische plannen worden verwerkt, en de toegang tot advies moet worden bevorderd. De Commissie zal ook het in de handel brengen van pesticiden die biologische werkzame stoffen bevatten vergemakkelijken en de milieurisicobeoordeling voor pesticiden versterken. Zij zal maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de duur van de toelatingsprocedures voor pesticiden van de lidstaten wordt verkort. De Commissie zal ook wijzigingen voorstellen van de verordening betreffende statistieken over pesticiden uit 2009 om leemten in de informatie weg te werken en empirisch onderbouwde beleidsvorming te bevorderen.
De overvloed aan nutriënten (met name stikstof en fosfor) in het milieu als gevolg van overmatig gebruik van deze stoffen en het feit dat niet alle in de landbouw gebruikte nutriënten daadwerkelijk door de planten worden opgenomen, is een andere belangrijke bron van lucht-, bodem- en waterverontreiniging, met eveneens negatieve gevolgen voor het klimaat
. De biodiversiteit in rivieren, meren, wetlands en zeeën is erdoor verschraald
. De Commissie zal maatregelen nemen om nutriëntenverliezen met ten minste 50 % terug te dringen en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de bodemvruchtbaarheid niet verslechtert. Het gebruik van meststoffen zal hierdoor tegen 2030 met ten minste 20 % verminderd zijn. Dit kan als de desbetreffende milieu- en klimaatwetgeving volledig wordt uitgevoerd en gehandhaafd, als samen met de lidstaten wordt bepaald welke vermindering van de nutriëntenbelasting nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken, als evenwichtige bemesting en duurzaam nutriëntenbeheer worden toegepast en als stikstof en fosfor tijdens hun gehele levenscyclus beter worden beheerd. De Commissie zal samen met de lidstaten een actieplan voor het geïntegreerde beheer van nutriënten ontwikkelen om nutriëntenverontreiniging bij de bron aan te pakken en de duurzaamheid van de veehouderijsector te vergroten. De Commissie zal ook met de lidstaten samenwerken om de toepassing van heel gerichte bemestingstechnieken en duurzame landbouwpraktijken uit te breiden, met name in de hotspotgebieden, te weten de intensieve veehouderij en het hergebruik van organisch afval in hernieuwbare meststoffen. Dit wordt gedaan aan de hand van maatregelen die de lidstaten in hun strategische GLB-plannen opnemen, zoals het landbouwbedrijfsduurzaamheidsinstrument voor nutriëntenbeheer, investeringen, adviesdiensten en ruimtevaarttechnologieën van de EU (Copernicus, Galileo).
De landbouw is verantwoordelijk voor 10,3 % van de broeikasgasemissies van de EU en bijna 70 % daarvan wordt uitgestoten door de dierlijke sector
. Hier gaat het om andere broeikasgassen dan CO2 (methaan en distikstofoxide). Bovendien wordt 68 % van de totale landbouwgrond gebruikt voor de dierlijke productie. Om de milieu- en klimaateffecten van de dierlijke productie te helpen beperken, koolstoflekkage door invoer te voorkomen en de lopende transitie naar een duurzamere veeteelt te ondersteunen, zal de Commissie het in de handel brengen van duurzame en innovatieve toevoegingsmiddelen voor diervoeders vergemakkelijken. Zij zal zich buigen over EU-regels om de afhankelijkheid van kritieke voedermiddelen (bv. soja die op ontbost land wordt geteeld) te verkleinen door in de EU verbouwde plantaardige eiwitten te bevorderen, evenals alternatieve voedermiddelen zoals insecten, mariene grondstoffen (bv. algen) en bijproducten van de bio-economie (bv. visafval). Verder is de Commissie bezig met een herziening van het programma voor de afzetbevordering van landbouwproducten van de EU, teneinde de bijdrage daarvan aan duurzame productie en consumptie te vergroten, en in overeenstemming te brengen met de veranderende voedingspatronen. Wat vlees betreft moet die herziening vooral ingaan op de mogelijkheden binnen het afzetbevorderingsprogramma van de EU om de duurzaamste, meest koolstofefficiënte methoden in de veeteelt te ondersteunen. Ook zal zij elk voorstel voor gekoppelde steun in de strategische plannen enkel beoordelen in het licht van de algehele duurzaamheidsdoelstellingen.
Antimicrobiële resistentie (AMR) als gevolg van buitensporig en ongepast gebruik van antimicrobiële stoffen in de volks- en diergezondheidszorg leidt in de EU/EER tot naar schatting 33 000 sterfgevallen bij mensen per jaar, en aanzienlijke zorgkosten. De Commissie zal daarom maatregelen nemen om de totale verkoop van antimicrobiële stoffen voor landbouwhuisdieren en in de aquacultuur in de EU tegen 2030 met 50 % te doen afnemen. De nieuwe verordeningen betreffende diergeneesmiddelen en diervoeder met medicinale werking voorzien in een hele reeks maatregelen om deze doelstelling te helpen verwezenlijken en de “één gezondheid”-benadering te bevorderen.
Een beter dierenwelzijn houdt niet alleen een betere diergezondheid in, maar ook een verbeterde voedselkwaliteit en een verminderde behoefte aan medicatie, en kan de biodiversiteit helpen in stand houden. Het is daarnaast duidelijk dat burgers dit willen. De Commissie zal de wetgeving inzake dierenwelzijn herzien, met inbegrip van de wetgeving inzake dierenvervoer en het slachten van dieren, om deze in overeenstemming te brengen met de laatste wetenschappelijke inzichten, de werkingssfeer ervan te verruimen, de handhaving ervan te vergemakkelijken en uiteindelijk een hoger niveau van dierenwelzijn te waarborgen. De strategische plannen en de nieuwe strategische richtsnoeren voor aquacultuur van de EU zullen dit proces ondersteunen. De Commissie zal ook mogelijkheden voor etikettering inzake dierenwelzijn onderzoeken om de toegevoegde waarde beter door te geven aan de rest van de voedselvoorzieningsketen.
De klimaatverandering brengt nieuwe bedreigingen voor de gezondheid van planten met zich mee. De duurzaamheidsuitdaging vraagt om maatregelen om planten beter te beschermen tegen nieuwe plagen en ziekten, en om innovatie. De Commissie zal regels vaststellen om de waakzaamheid bij de invoer van planten en het toezicht op het grondgebied van de Unie te vergroten. Nieuwe innovatieve technieken, met inbegrip van biotechnologie en de ontwikkeling van biogebaseerde producten, kunnen een rol spelen bij het vergroten van de duurzaamheid van de sector, op voorwaarde dat zij veilig zijn voor de consument en het milieu en tegelijkertijd voordelen opleveren voor de samenleving als geheel. Zij kunnen ook het proces van vermindering van de afhankelijkheid van pesticiden versnellen. In reactie op het verzoek van de lidstaten voert de Commissie een studie uit waarin wordt gekeken naar het potentieel van nieuwe genomische technieken om de duurzaamheid in de voedselvoorzieningsketen te verbeteren. Duurzame voedselsystemen zijn ook afhankelijk van de beschikbaarheid van voldoende en voldoende divers zaadgoed . Landbouwers moeten toegang hebben tot een verscheidenheid aan hoogwaardig zaadgoed voor plantenrassen die bestand zijn tegen de veranderende klimaatomstandigheden. De Commissie zal maatregelen nemen om de registratie van zaadvariëteiten, waaronder die voor de biologische landbouw, en de markttoegang voor traditionele en aan de plaatselijke omstandigheden aangepaste variëteiten te vergemakkelijken.
De markt voor biologische levensmiddelen zal waarschijnlijk blijven groeien en de biologische landbouw moet verder worden bevorderd. Deze werkwijze heeft positieve gevolgen voor de biodiversiteit, creëert banen en trekt jonge landbouwers aan. Ook de consument ziet de waarde ervan. Het wettelijk kader ondersteunt de verschuiving naar dit type landbouw, maar er is nog werk te doen op dit vlak, en in de oceanen en binnenwateren moeten ook zulke verschuivingen plaatsvinden. Naast maatregelen in het kader van het GLB, zoals ecoregelingen, investeringen en adviesdiensten, en in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB), zal de Commissie een actieplan voor biologische landbouw voorstellen. Het zal de lidstaten helpen zowel de vraag naar als het aanbod van biologische producten te stimuleren. Door middel van promotiecampagnes en groene overheidsopdrachten wordt gewaarborgd dat de consument vertrouwen heeft in biologische producten en wordt de vraag naar deze producten gestimuleerd. Deze aanpak zal bijdragen tot het behalen van de doelstelling dat tegen 2030 ten minste 25 % van de landbouwgrond van de EU voor biologische landbouw wordt gebruikt en dat de biologische aquacultuur aanzienlijk groeit.
Het is duidelijk dat de transitie moet worden ondersteund met een GLB dat de nadruk legt op de Green Deal. Het nieuwe GLB, dat de Commissie in juni 2018 heeft voorgesteld, heeft tot doel landbouwers te helpen hun milieu- en klimaatprestaties te verbeteren; dit aan de hand van een meer resultaatgericht model, door beter gebruik van gegevens en analyses, betere verplichte milieunormen, nieuwe vrijwillige maatregelen en een grotere nadruk op investeringen in groene en digitale technologieën en praktijken. Het is ook de bedoeling dat landbouwers hiermee verzekerd zijn van een behoorlijk inkomen dat hen in staat stelt hun gezin te onderhouden en allerlei crises het hoofd te bieden.De vereiste de efficiëntie en doeltreffendheid van rechtstreekse betalingen te verbeteren door deze specifieker te richten op de landbouwers die ze het meest nodig hebben en die de groene ambitie in de praktijk brengen, in plaats van op degenen die alleen maar land bezitten, blijft een essentieel onderdeel van het toekomstige GLB. De capaciteit van de lidstaten om dit te waarborgen moet zorgvuldig worden beoordeeld in de strategische plannen en gedurende de uitvoering ervan worden gecontroleerd. In de meest recente analyse van de Commissie wordt geconcludeerd dat de hervorming inderdaad het potentieel heeft de Green Deal een impuls te geven, maar dat de belangrijkste bepalingen van de voorstellen in het onderhandelingsproces overeind moeten blijven en dat nog een aantal verbeteringen en praktische initiatieven moet worden ontwikkeld.
De nieuwe “ecoregelingen” zullen een flinke financieringsstroom op gang brengen om duurzame praktijken, zoals precisielandbouw, agro-ecologie (inclusief biologische landbouw), koolstoflandbouw en agrobosbouw, te stimuleren. De lidstaten en de Commissie moeten ervoor zorgen dat deze regelingen over de nodige middelen beschikken en dat zij in de strategische plannen worden opgenomen. De Commissie zal het invoeren van een geoormerkt budget dat minimaal aan ecoregelingen moet worden besteed, ondersteunen.
De Commissie zal ook aanbevelingen doen aan elke lidstaat wat betreft de negen specifieke doelstellingen van het GLB alvorens de lidstaten de ontwerpversies van hun strategische plannen formeel indienen. De Commissie zal bijzondere aandacht besteden aan de plannen ter verwezenlijking van de doelstellingen van de Green Deal en aan de doelstellingen die voortvloeien uit deze strategie en de biodiversiteitsstrategie. Zij zal de lidstaten vragen op basis van hun specifieke situatie en de bovengenoemde aanbevelingen expliciete nationale waarden vast te stellen voor deze doelstellingen. Op basis van deze waarden zullen de lidstaten in hun strategische plannen de nodige maatregelen vaststellen.
Tegelijk met de ontwikkelingen in de landbouw moet ook de overschakeling op duurzame praktijken in de visserij en bij de kweek van vissen, schaal- en schelpdieren worden versneld. Uit economische gegevens blijkt dat waar de visserij verduurzaamd is, de inkomsten steeds zijn gestegen. De Commissie zal de inspanningen opvoeren om de visbestanden via het GVB op duurzame niveaus te brengen en resterende lacunes in de uitvoering aan te pakken (bv. door de verspillende praktijk van de teruggooi van bijvangst in te dammen en de toepassing van technieken die schadelijk zijn voor het milieu te voorkomen), het visserijbeheer in het Middellandse Zeegebied in samenwerking met alle kuststaten te verstevigen en tegen 2022 opnieuw te beoordelen hoe het gemeenschappelijk visserijbeleid omgaat met de risico’s als gevolg van de klimaatverandering. De voorgestelde herziening van het EU-visserijcontrolesysteem
zal bijdragen tot de bestrijding van fraude, in de vorm van een verbeterd traceringssysteem. Het verplichte gebruik van digitale vangstcertificaten zal de maatregelen om te voorkomen dat illegale visproducten op de EU-markt komen, versterken.
Gekweekte vis en schaal- en schelpdieren hebben een kleinere koolstofvoetafdruk dan de dierlijke productie op het land. Naast de aanzienlijke steun voor duurzame kweek van vis, schaal- en schelpdieren binnen het volgende Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij is de Commissie voornemens EU-richtsnoeren vast te stellen voor de plannen van de lidstaten voor de ontwikkeling van duurzame aquacultuur en om te zorgen dat het fonds daarbij juist wordt ingezet. Zij zal ook gerichte steun voor de algenindustrie bieden, aangezien algen in het kader van een duurzaam voedselsysteem en wereldwijde voedselzekerheid een belangrijke bron van alternatieve eiwitten moeten worden.
Ten slotte is de Commissie voornemens de mededingingsregels voor collectieve initiatieven die duurzaamheid in de toeleveringsketen bevorderen te verduidelijken om primaire producenten te steunen bij de transitie. Daarnaast zal zij landbouwers en vissers helpen hun positie in de toeleveringsketen te versterken en een rechtvaardig deel van de toegevoegde waarde van duurzame productie te verwerven door aan te sturen op de mogelijkheden voor samenwerking wat betreft de gemeenschappelijke marktordeningen voor landbouwproducten
en visserij- en aquacultuurproducten. De Commissie zal toezicht houden op de uitvoering van de richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken door de lidstaten
. Zij zal ook met de medewetgevers werken aan verbeterde landbouwvoorschriften om de positie van landbouwers (bv. producenten van producten met een geografische aanduiding), hun coöperaties en producentenorganisaties in de voedselvoorzieningsketen te versterken.
2.2.Zorgen voor voedselzekerheid
Een duurzaam voedselsysteem moet mensen te allen tijde, en niet in de laatste plaats in tijden van crisis, een voldoende en gevarieerd aanbod van veilig, voedzaam, betaalbaar en duurzaam voedsel kunnen bieden. Gebeurtenissen die wereldwijd de duurzaamheid van voedselsystemen aantasten, komen niet noodzakelijkerwijs uit de voedselvoorzieningsketen zelf, maar kunnen ook worden veroorzaakt door politieke, economische, milieu- of gezondheidscrises. Hoewel de huidige COVID-19-pandemie niet direct verband houdt met de voedselveiligheid in de EU, kan een dergelijke crisis zowel de voedselzekerheid als de bestaansmiddelen van producenten in gevaar brengen. De klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit brengen zowel acute als blijvende bedreigingen voor de voedselzekerheid en de bestaanszekerheid met zich mee. In het kader van deze strategie zal de Commissie nauwlettend blijven toezien op de voedselzekerheid en op het concurrentievermogen van landbouwers en exploitanten van levensmiddelenbedrijven.
Gezien de complexiteit van de voedselwaardeketen en het aantal actoren dat erbij betrokken is, werken de crises op verschillende manieren door. Hoewel de voedselvoorziening in het algemeen steeds toereikend is geweest, heeft deze pandemie grote uitdagingen met zich meegebracht, zoals logistieke problemen in de toeleveringsketens, tekorten aan arbeidskrachten, het verlies van bepaalde markten en veranderingen in het koopgedrag van de consument, met gevolgen voor de werking van de voedselsystemen. Deze situatie is ongekend, en de voedselvoorzieningsketen wordt elk jaar met toenemende bedreigingen geconfronteerd, in de vorm van herhaaldelijke perioden van droogte, overstromingen, bosbranden, verlies aan biodiversiteit en nieuwe plaagorganismen. Als voedselproducenten verduurzamen, zal dit uiteindelijk hun veerkracht vergroten. Deze strategie moet daarvoor een nieuw kader bieden, aangevuld met de in de biodiversiteitsstrategie vastgestelde maatregelen.
De COVID-19-pandemie heeft ons ook bewust gemaakt van het belang van kritiek personeel, zoals medewerkers in de agrovoedingssector. Daarom is het bijzonder belangrijk om de sociaaleconomische gevolgen voor de voedselvoorzieningsketen te verzachten en ervoor te zorgen dat de in de Europese pijler van sociale rechten vastgelegde fundamentele beginselen worden aangehouden, met name als het gaat om seizoens- en zwartwerkers en werknemers met een onzeker dienstverband. De overwegingen wat betreft de sociale, arbeids- en huisvestingsvoorwaarden van de werknemers en de bescherming van hun gezondheid en veiligheid zullen bij het tot stand brengen van eerlijke, sterke en duurzame voedselsystemen een grote rol spelen.
De Commissie zal haar coördinerende rol in een gezamenlijke Europese respons op crises die onze voedselsystemen raken versterken, teneinde de voedselzekerheid en -veiligheid te waarborgen, de volksgezondheid te beschermen en de sociaaleconomische gevolgen ervan in de EU te beperken. De Commissie zal op basis van de opgedane ervaring de veerkracht van het voedselsysteem beoordelen en een noodplan opstellen om de voedselvoorziening en de voedselzekerheid in tijden van crisis te waarborgen. De crisisreserve voor de landbouw zal worden vernieuwd zodat in het geval van een crisis op de landbouwmarkten het volledige potentieel ervan ineens kan worden benut. Naast de risicobeoordelings- en -beheersmaatregelen die in tijden van crisis in werking moeten treden, zal het plan voorzien in een door de Commissie gecoördineerd responsmechanisme bij voedselcrises, waarbij de lidstaten worden betrokken. Het zal verschillende sectoren omvatten (landbouw, visserij, voedselveiligheid, gezondheid en vervoer), naargelang de aard van de crisis.
2.3.Het stimuleren van duurzame praktijken in de levensmiddelenverwerking, groothandel, detailhandel, horeca en cateringdiensten
Voedselverwerkende bedrijven, dienstverleners in de cateringsector en detailhandelaars bepalen de markt en beïnvloeden de voedingskeuzes van de consument met het aanbod en de samenstelling van het voedsel dat zij produceren, hun keuze van leveranciers, productiemethoden en verpakking, vervoer, merchandising en marketingstrategieën. De Europese voedsel- en drankenindustrie heeft als grootste importeur en exporteur van levensmiddelen ter wereld ook invloed op de sociale en de milieuvoetafdruk van de wereldwijde handel. Door onze voedselsystemen te verduurzamen kunnen wij de reputatie van bedrijven en producten verder verbeteren, de waarde voor aandeelhouders vergroten, de arbeidsomstandigheden verbeteren, werknemers en investeerders aantrekken, en bedrijven concurrentievoordeel en productiviteitswinst bieden en hun kosten verlagen.
De agro-voedingsmiddelensector en de detailhandel moeten de te volgen koers aangeven door de beschikbaarheid en betaalbaarheid van gezonde, duurzame voeding te vergroten om zo de totale milieuvoetafdruk van het voedselsysteem te verkleinen. Te dien einde zal de Commissie een EU-gedragscode voor verantwoorde bedrijfs- en marketingpraktijken ontwikkelen, vergezeld van een monitoringkader. De code wordt samen met alle relevante belanghebbenden ontwikkeld.
De Commissie zal van levensmiddelenbedrijven en voedselorganisaties toezeggingen verlangen dat zij op het gebied van gezondheid en duurzaamheid concrete maatregelen zullen nemen, met name wat betreft: de samenstelling van levensmiddelen, die in overeenstemming moet worden gebracht met de richtlijnen voor een gezond en duurzaam voedingspatroon; het verminderen van hun milieuvoetafdruk en energieverbruik door energie-efficiënter te worden; het aanpassen van marketing- en reclamestrategieën, waarbij rekening moet worden gehouden met de behoeften van de meest kwetsbaren; het zorgen dat prijsacties de perceptie van burgers over de waarde van voedsel niet ondermijnen, en de hoeveelheid verpakkingsmateriaal verminderen in overeenstemming met het nieuwe actieplan voor de circulaire economie. Zo moeten marketingcampagnes waarin vlees tegen zeer lage prijzen wordt aangeboden, worden vermeden. De Commissie zal op deze afspraken toezien en overwegen wetgevende maatregelen te nemen als er onvoldoende vooruitgang wordt geboekt. De Commissie werkt ook aan een initiatief ter verbetering van het corporate-governancekader, waarin een verplichting voor de agro-voedingsmiddelensector om duurzaamheid in de bedrijfsstrategieën te integreren, zal worden opgenomen. De Commissie zal ook zoeken naar mogelijkheden om consumenten te helpen gezondere voedingspatronen te kiezen en producenten te stimuleren de samenstelling van producten te wijzigen, onder meer door voedingsprofielen op te stellen om het aanprijzen (via voedings- of gezondheidsclaims) van levensmiddelen met een hoog gehalte aan vet, suikers en zout, aan banden te leggen.
De Commissie zal actie ondernemen om duurzame en sociaal verantwoorde productiemethoden en circulaire bedrijfsmodellen in de levensmiddelenverwerking en de detailhandel, met name bij kmo’s, te stimuleren en wijder te verbreiden, in synergie met de doelstellingen en initiatieven die in het kader van het nieuwe actieplan voor de circulaire economie zijn voorgesteld. Het realiseren van een circulaire en duurzame bio-economie voor Europa biedt kansen voor het bedrijfsleven, bijvoorbeeld wat betreft het tot nut maken van levensmiddelenafval.
Levensmiddelenverpakkingen spelen voor de duurzaamheid van voedselsystemen een essentiële rol. De Commissie zal de wetgeving inzake materialen die met levensmiddelen in contact komen, herzien om de voedselveiligheid en de volksgezondheid te vergroten (met name waar het gaat om het beperken van het gebruik van gevaarlijke chemische stoffen), het gebruik van innovatieve en duurzame verpakkingen van milieuvriendelijke, herbruikbare en recycleerbare materialen te ondersteunen en bij te dragen tot het verminderen van voedselverspilling. Bovendien zal zij, in het kader van het in het actieplan voor de circulaire economie aangekondigde initiatief voor duurzame producten, werken aan een wetgevingsinitiatief inzake hergebruik bij cateringdiensten teneinde wegwerpverpakking en -bestek te vervangen door herbruikbare producten.
Tot slot zal de Commissie de handelsnormen herzien om te bevorderen dat duurzame landbouw-, visserij- en aquacultuurproducten ingang vinden en voldoende beschikbaar zijn en om de rol van duurzaamheidscriteria te versterken, waarbij rekening wordt gehouden de mogelijke gevolgen van deze normen voor voedselverlies en -verspilling. Tegelijkertijd zal zij het wetgevingskader inzake geografische aanduidingen versterken en, waar nodig, specifieke duurzaamheidscriteria erin opnemen.
Om de regionale en lokale voedselsystemen veerkrachtiger te maken wil de Commissie zich bovendien inzetten om kortere toeleveringsketens te realiseren en de afhankelijkheid van langeafstandstransport te verminderen (in 2017 werd ongeveer 1,3 miljard ton aan primaire landbouw-, bosbouw- en visserijproducten over de weg vervoerd).
2.4.De consumptie van duurzaam voedsel bevorderen en de overschakeling op gezonde en duurzame voedingspatronen makkelijker maken
De huidige voedselconsumptiepatronen zijn, zowel vanuit de volksgezondheid als vanuit het milieu bezien, onhoudbaar. Terwijl de gemiddelde inname van energie, rood vlees, suikers, zout en vetten in de EU de aanbevolen hoeveelheden blijft overstijgen, is de consumptie van volkoren granen, groenten en fruit, peulvruchten en noten onvoldoende.
Het is van cruciaal belang dat tegen 2030 de trend wordt omgekeerd wat betreft overgewicht en obesitas in de EU. Overstappen op een meer plantaardig voedingspatroon met minder rood en verwerkt vlees en met meer groenten en fruit zal niet alleen de risico’s op levensbedreigende ziekten, maar ook de impact van het voedselsysteem op het milieu verkleinen. Geschat wordt dat in de EU in 2017 meer dan 950 000 sterfgevallen (één op de vijf) en meer dan 16 miljoen verloren gegane gezonde levensjaren, voornamelijk door hart- en vaatziekten en kanker, waren toe te schrijven aan ongezonde voedingspatronen. Het kankerbestrijdingsplan van de EU omvat de bevordering van gezonde voedingspatronen in het kader van de acties voor kankerpreventie.
Het verstrekken van duidelijke informatie die het kiezen van gezonde en duurzame voedingspatronen gemakkelijker maakt, zal de gezondheid en de kwaliteit van leven van de consument ten goede komen en de gezondheidsgerelateerde kosten terugdringen. Om de consument in staat te stellen weloverwogen, gezonde en duurzame voedingskeuzes te maken, zal de Commissie een voorstel doen voor geharmoniseerde verplichte voedingswaarde-etikettering op de voorzijde van de verpakking van levensmiddelen en een voorstel voor de uitbreiding van verplichte oorsprongs- of herkomstaanduidingen voor bepaalde producten overwegen, daarbij goed rekening houdend met de mogelijke gevolgen voor de eengemaakte markt. De Commissie zal ook onderzoeken hoe vrijwillige groene claims kunnen worden geharmoniseerd en hoe een etiketteringsregeling voor duurzaam voedsel, waarin de voedingswaarde en de klimaat-, milieu- en sociale aspecten van levensmiddelen worden meegenomen, tot stand kan worden gebracht, dit in synergie met andere relevante initiatieven. De Commissie zal ook onderzoeken hoe consumenten via andere kanalen, waaronder digitaal, informatie kunnen krijgen, om de toegankelijkheid van voedselinformatie te verbeteren, met name voor slechtzienden.
Om de beschikbaarheid en de prijs van duurzame voeding te verbeteren en de beschikbaarheid van gezonde en duurzame voeding in de maaltijdvoorziening binnen bedrijven en instellingen te bevorderen, zal de Commissie zich buigen over de beste manier om verplichte minimumcriteria voor de duurzame inkoop van voedsel vast te stellen. Dit zal steden, regio’s en overheden helpen het hunne te doen en duurzaam voedsel in te kopen voor scholen, ziekenhuizen en openbare instellingen en het zal duurzame landbouwsystemen, waaronder biologische bedrijven, een boost geven. De Commissie zal het goede voorbeeld geven en de duurzaamheidsnormen voor de cateringovereenkomst voor haar kantines aanscherpen. Zij zal ook de EU-schoolregeling herzien om de bijdrage daarvan aan de consumptie van duurzaam voedsel te vergroten, en met name om de educatieve boodschap over het belang van gezonde voeding, duurzame voedselproductie en de vermindering van voedselverspilling te versterken.
Daarnaast moeten belastingprikkels de transitie naar een duurzaam voedselsysteem stimuleren en consumenten aanmoedigen op duurzame en gezonde voedingspatronen over te stappen. Het voorstel van de Commissie betreffende de btw-tarieven (dat momenteel in de Raad wordt besproken) zou de lidstaten in staat moeten stellen de tarieven gerichter in te zetten, bijvoorbeeld om de verkoop van biologische groenten en fruit te stimuleren. Ook de belastingstelsels van de EU moeten erop worden ingericht dat in de prijs van verschillende levensmiddelen rekening wordt gehouden met de echte kosten, d.w.z. dat het gebruik van eindige natuurlijke hulpbronnen en de verontreiniging, broeikasgasemissies en andere externe milieueffecten erin worden meegenomen.
2.5.Voedselverlies en -verspilling verminderen
In de transitie naar een duurzame sector is het aanpakken van voedselverlies en -verspilling essentieel. Het verminderen van voedselverspilling levert voor zowel consumenten als exploitanten besparingen op en het terugwinnen en herverdelen van voedseloverschotten die anders verloren zouden gaan, heeft een belangrijke sociale dimensie. Dit sluit ook aan bij de beleidsmaatregelen inzake de terugwinning van nutriënten en secundaire grondstoffen, de productie van diervoeders, de voedselveiligheid, de biodiversiteit, de bio-economie, afvalbeheer en hernieuwbare energie.
De Commissie is van plan de voedselverspilling bij de consument en in de detailhandel tegen 2030 te halveren (duurzameontwikkelingsdoelstelling 12.3). Op basis van de nieuwe methode voor het meten van voedselverspilling en de gegevens die in 2022 van de lidstaten worden verwacht, zal zij een uitgangssituatie bepalen en juridisch bindende doelstellingen voorstellen om voedselverspilling in de EU terug te dringen.
De Commissie zal het voorkomen van voedselverlies en -verspilling in ander EU-beleid integreren. Verkeerd begrip en misbruik van de datumaanduiding (“te gebruiken tot” en “ten minste houdbaar tot”) leiden tot voedselverspilling. De Commissie zal de EU-regels aan de hand van consumentenonderzoek herzien. Naast het kwantificeren van de voedselverspilling zal de Commissie het voedselverlies in het productiestadium onderzoeken en nagaan hoe het kan worden voorkomen. Coördinerende maatregelen op EU-niveau zullen de maatregelen op nationaal niveau versterken, en de aanbevelingen van het EU-platform inzake voedselverlies en -verspilling zullen de te volgen koers voor de toekomst voor alle actoren duidelijker maken.
2.6.Voedselfraude in de voedselvoorzieningsketen bestrijden
Voedselfraude brengt de duurzaamheid van voedselsystemen in gevaar. De consument wordt bedrogen en kan geen weloverwogen keuzes meer maken. De fraude ondermijnt de voedselveiligheid, eerlijke handelspraktijken, de veerkracht van de voedselmarkten en uiteindelijk ook de eengemaakte markt. In dit verband is een nultolerantiebeleid met doeltreffende afschrikmiddelen van cruciaal belang. De Commissie zal haar strijd tegen voedselfraude opvoeren om een gelijk speelveld voor exploitanten tot stand te brengen, en zal de toezichthoudende macht en de handhavingsinstanties versterken. Zij zal samenwerken met de lidstaten, Europol en andere instanties en gebruikmaken van de traceerbaarheidsgegevens en waarschuwingsmogelijkheden van de EU om de coördinatie wat betreft voedselfraude te verbeteren. Zij zal ook strengere afschrikkende maatregelen en betere invoercontroles voorstellen en onderzoeken of de coördinatie- en onderzoekscapaciteit van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) kan worden vergroot.
3.De transitie mogelijk maken
3.1.Onderzoek, innovatie, technologie en investeringen
Voor het versnellen van de transitie naar duurzame, gezonde en inclusieve voedselsystemen, van de primaire productie tot aan consumptiepatronen, zijn onderzoek en innovatie (O&I) belangrijke aanjagers. O&I kan ondersteuning bieden, er kunnen oplossingen worden ontwikkeld en getest, obstakels worden overwonnen en nieuwe marktkansen ontdekt. In het kader van Horizon 2020 werkt de Commissie momenteel aan een aanvullende oproep tot het indienen van voorstellen voor prioriteiten van de Green Deal in 2020, goed voor een totaal van ongeveer 1 miljard EUR. In het kader van Horizon Europa stelt zij voor om 10 miljard EUR uit te trekken voor O&I op het gebied van voedsel, de bio-economie, natuurlijke hulpbronnen, landbouw, visserij, aquacultuur en het milieu, alsook het inzetten van digitale technologieën en op de natuur gebaseerde oplossingen voor agrifood. Het microbioom, voedsel uit de oceanen, stedelijke voedselsystemen en het vergroten van de beschikbaarheid en uitbreiden van het aantal bronnen van alternatieve eiwitten zoals plantaardige, microbiële, mariene en insecteneiwitten en vleesvervangers zullen alvast een belangrijk onderzoeksterrein vormen. In het kader van een missie op het gebied van bodemgezondheid en voedsel wordt gezocht naar oplossingen om de bodemgezondheid en bodemfuncties te herstellen. Een specifiek partnerschap inzake levende laboratoria voor agro-ecologie zal nieuwe kennis en innovaties leveren waarmee agro-ecologische benaderingen in de primaire productie meer ingang zullen vinden. Dit zal bijdragen tot een vermindering van het gebruik van pesticiden, meststoffen en antimicrobiële stoffen. Om het innovatieproces en de kennisoverdracht te versnellen, zal de Commissie met de lidstaten samenwerken om de rol van het Europees innovatiepartnerschap voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw (EIP-AGRI) in de strategische plannen te versterken. Daarnaast zal het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling via slimme specialisatie investeren in innovatie en samenwerking in voedselwaardeketens.
Een nieuw Horizon Europa-partnerschap voor veilige en duurzame voedselsystemen voor mensen, planeet en klimaat zal een O&I-governancemechanisme opzetten, waarbij de actoren van de lidstaten en de voedselsystemen “van boer tot bord” worden betrokken, om innovatieve oplossingen aan te bieden met positieve neveneffecten voor de voedingswaarde, de voedselkwaliteit, het klimaat, circulariteit en de gemeenschappen.
Alle landbouwers en alle plattelandsgebieden moeten toegang hebben tot een snelle en betrouwbare internetverbinding. Dit is een doorslaggevende factor voor werkgelegenheid, het ondernemingsklimaat en investeringen in plattelandsgebieden, en verbetert bovendien de kwaliteit van leven waar het gaat om bijvoorbeeld de gezondheidszorg, amusement en e-overheidsdiensten. Toegang tot snel breedbandinternet zal ook de integratie van precisielandbouw en het gebruik van kunstmatige intelligentie mogelijk maken. Het zal de EU in staat stellen haar positie als wereldleider op het gebied van satelliettechnologie ten volle te benutten. Dit zal uiteindelijk resulteren in een verlaging van de kosten voor landbouwers, een verbetering van het bodembeheer en de waterkwaliteit, een vermindering van het gebruik van meststoffen en pesticiden en van de uitstoot van broeikasgasemissies en een vergroting van de biodiversiteit, en zal een gezonder milieu scheppen voor zowel landbouwers als burgers in het algemeen. De Commissie wil de introductie van snel breedbandinternet in plattelandsgebieden versnellen om de doelstelling van 100 % toegang tegen 2025 te bereiken.
Er zullen investeringen nodig zijn om innovatie te stimuleren en duurzame voedselsystemen te creëren. Aan de hand van EU-begrotingsgaranties zal het InvestEU-fonds investeringen in de agrovoedingssector bevorderen door de risico’s van investeringen van Europese ondernemingen te verminderen en de toegang tot financiering voor kmo’s en midcaps te vergemakkelijken. In 2020 zullen het EU-kader ter facilitering van duurzame beleggingen (EU-taxonomie) en de vernieuwde strategie voor duurzame financiering de financiële sector ertoe aanzetten duurzamer te investeren, onder meer in de landbouw- en de voedselproductie. Het GLB moet ook vaker investeringssteun faciliteren om de veerkracht van de sector te vergroten en de groene en digitale transformatie van landbouwbedrijven te versnellen.
3.2.Adviesdiensten, uitwisseling van gegevens en kennis, en vaardigheden
Kennis en advies zijn van essentieel belang om alle actoren in het voedselsysteem in staat te stellen, te verduurzamen. Vooral primaire producenten hebben behoefte aan objectieve adviesdiensten op maat om hen te adviseren over duurzame managementkeuzes. De Commissie zal daarom doeltreffende kennis- en innovatiesystemen voor de landbouw (AKIS) voor alle actoren in de voedselvoorzieningsketen, trachten te bevorderen. In hun strategische GLB-plannen zullen de lidstaten de steun voor AKIS moeten opvoeren en de middelen moeten versterken om adviesdiensten te ontwikkelen en op peil te houden die nodig zijn voor het behalen van de doelstellingen en streefdoelen van de Green Deal.
De Commissie zal wetgeving voorstellen om haar informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) om te zetten in een informatienet inzake de duurzaamheid van landbouwbedrijven (Farm Sustainability Data Network), teneinde ook gegevens te verzamelen over de doelstellingen van de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie en andere duurzaamheidsindicatoren. Door het informatienet wordt het mogelijk de prestaties van landbouwbedrijven te vergelijken met regionale, nationale of sectorale gemiddelden. Via adviesdiensten op maat wordt aan landbouwers feedback en begeleiding gegeven en worden hun ervaringen doorgekoppeld aan het Europees Innovatiepartnerschap en aan onderzoeksprojecten. Hierdoor zullen deelnemende landbouwers bestendiger zijn en grotere inkomenszekerheid genieten.
Als onderdeel van de Europese datastrategie zal de gemeenschappelijke Europese ruimte voor landbouwdata de concurrerende duurzaamheid van de landbouw van de EU vergroten, dit aan de hand van de verwerking en analyse van gegevens over de productie, het landgebruik, het milieu en andere gegevens, zodat landbouwbedrijven gerichter en efficiënter kunnen produceren, toezicht kan worden gehouden op de prestaties van de sector — en het initiatief inzake koolstoflandbouw kan worden ondersteund. De EU-programma’s Copernicus en het Europees marien observatie- en datanetwerk (EMODnet) zullen de investeringsrisico’s verminderen en duurzame praktijken in de visserij- en aquacultuursector bevorderen.
De Commissie zal ervoor zorgen dat er op maat gesneden oplossingen worden ontwikkeld om kleine en middelgrote voedselverwerkende bedrijven en exploitanten van kleine detailhandel- en cateringbedrijven te helpen nieuwe vaardigheden en bedrijfsmodellen te ontwikkelen en dat tegelijkertijd extra administratieve lasten en kosten worden vermeden. Zij zal aan detailhandelaars, voedselverwerkende bedrijven en dienstverleners in de cateringsector richtsnoeren met beste praktijken op het gebied van duurzaamheid verstrekken. In het kader van het Enterprise Europe Network zullen aan kmo’s adviesdiensten over duurzaamheid worden verleend en wordt het delen van beste praktijken bevorderd. De Commissie zal haar vaardighedenagenda ook actualiseren om ervoor te zorgen dat de voedselvoorzieningsketen toegang heeft tot voldoende en goed opgeleide arbeidskrachten.
4.De wereldwijde transitie bevorderen
De EU zal de wereldwijde transitie naar duurzame agrovoedingssystemen ondersteunen, in overeenstemming met de doelstellingen van deze strategie en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen. In haar externe beleid, met inbegrip van internationale samenwerking en handelsbeleid, zal de EU ernaar streven met al haar partners in bilaterale, regionale en multilaterale fora groene allianties te sluiten op het gebied van duurzame voedselsystemen. Er zal aan diverse uitdagingen in verschillende delen van de wereld worden gewerkt, onder andere in samenwerking met Afrika, buurlanden en andere partners. Om een succesvolle wereldwijde transitie in gang te zetten zal de EU de ontwikkeling van alomvattende, geïntegreerde responsen die mensen, de natuur en de economische groei ten goede komen, aanmoedigen en mogelijk maken.
Voor en ter ondersteuning van de ecologische transitie van de EU zal gebruik worden gemaakt van passend EU-beleid, met inbegrip van het handelsbeleid. De EU zal ernaar streven dat in alle bilaterale handelsovereenkomsten van de EU een ambitieus hoofdstuk over duurzaamheid wordt opgenomen. Zij zal zorg dragen voor de volledige uitvoering en de handhaving van de bepalingen inzake handel en duurzame ontwikkeling in alle handelsovereenkomsten, onder andere via de hoofdfunctionaris voor handhaving in handelszaken (Chief Trade Enforcement Officer) van de EU.
Het handelsbeleid van de EU moet bijdragen tot een betere samenwerking met derde landen en aansturen op ambitieuze beloften van derde landen op belangrijke gebieden als dierenwelzijn, het gebruik van pesticiden en de strijd tegen antimicrobiële resistentie. De EU zal in de desbetreffende internationale organen het vaststellen van internationale normen bevorderen en de productie van agrovoedingsmiddelen volgens strenge veiligheids- en duurzaamheidsnormen stimuleren, en zal kleine landbouwbedrijven ondersteunen zodat zij aan deze normen kunnen voldoen en zich toegang tot de markten kunnen verschaffen. De EU zal daarnaast samenwerking stimuleren om te komen tot betere voeding en minder voedselonzekerheid door de veerkracht van voedselsystemen te versterken en voedselverspilling terug te dringen.
De EU zal haar internationale samenwerking toespitsen op onderzoek en innovatie op het gebied van voeding, met bijzondere aandacht voor de aanpassing aan en de mitigatie van de klimaatverandering; agro-ecologie; duurzaam landschaps- en landbeheer; instandhouding en duurzaam gebruik van de biodiversiteit; inclusieve en eerlijke waardeketens; voeding en gezonde voedingspatronen; preventie van en respons bij voedselcrises, met name in fragiele situaties; veerkracht en risicoparaatheid; geïntegreerde gewasbescherming; de gezondheid en het welzijn van planten en dieren, de voedselveiligheidsnormen, antimicrobiële resistentie en de duurzaamheid van de gecoördineerde humanitaire en ontwikkelingsacties van de EU. De EU zal voortbouwen op lopende initiatieven
en zal samenhang van het beleid voor duurzame ontwikkeling in al haar beleid integreren. Deze maatregelen zullen wereldwijd de druk op de biodiversiteit helpen verlichten. Een betere bescherming van natuurlijke ecosystemen zal, in combinatie met inspanningen om de handel in en de consumptie van wilde dieren en planten te beperken, bijdragen tot het voorkomen van en opbouwen van weerbaarheid tegen mogelijke toekomstige ziekten en pandemieën.
Om de bijdrage van de EU aan de wereldwijde ontbossing en bosdegradatie te verminderen, zal de Commissie in 2021 een wetgevingsvoorstel en andere maatregelen voorstellen om het in de EU in de handel brengen van producten die met ontbossing of bosdegradatie verband houden, te voorkomen of tot een minimum te beperken.
De EU zal een nultolerantiebeleid voeren in de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO-)visserij en overbevissing bestrijden, een duurzaam beheer van bestanden van vis, schaal- en schelpdieren bevorderen en de oceaangovernance, de mariene samenwerking en het beheer van kustgebieden versterken.
De Commissie zal alle bovengenoemde prioriteiten opnemen in de programmeringsrichtsnoeren voor de samenwerking met derde landen in de periode 2021-2027 en daarbij transversale doelstellingen zoals mensenrechten, gender en vrede en veiligheid niet uit het oog verliezen.
Geïmporteerd voedsel moet ook in de toekomst aan de desbetreffende EU-regelgeving en normen blijven voldoen. De Commissie zal nadenken over hoe zij milieuaspecten kan meenemen in de beoordeling van aanvragen voor invoertoleranties voor pesticiden die in de EU niet langer zijn goedgekeurd, daarbij rekening houdend met de WTO-normen en -verplichtingen. Met het oog op de wereldwijde dreiging van antimicrobiële resistentie moeten producten van dierlijke oorsprong die in de EU worden ingevoerd, voldoen aan strenge eisen inzake het gebruik van antibiotica, overeenkomstig de onlangs overeengekomen verordening betreffende diergeneesmiddelen.
Een duurzamer EU-voedselsysteem vereist ook van onze handelspartners steeds duurzamere praktijken. Om een geleidelijke overstap op het gebruik van veiligere gewasbeschermingsmiddelen te bevorderen, zal de EU, in overeenstemming met de WTO-regels en na een risicobeoordeling, overwegen om de invoertoleranties voor stoffen die aan de uitsluitingscriteria voldoen en die een groot risico voor de gezondheid van de mens opleveren, te herzien. De EU zal actief het gesprek aangaan met de handelspartners, en met name met de ontwikkelingslanden, om de transitie naar een duurzamer gebruik van pesticiden te begeleiden, om zo verstoringen van het handelsverkeer te voorkomen en het gebruik van alternatieve gewasbeschermingsmiddelen en -methoden te bevorderen.
De EU zal zich binnen internationale normalisatie-instanties, in de desbetreffende multilaterale fora en bij internationale evenementen, waaronder de 15e vergadering van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, de Nutrition for Growth-top en de VN-top over voedselsystemen in 2021, inzetten voor de wereldwijde transitie naar duurzame voedselsystemen en daar steeds streven naar ambitieuze beleidsresultaten.
In het kader van haar aanpak betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten en in combinatie met het wetgevingskader inzake duurzame voedselsystemen zal de EU regelingen stimuleren (onder meer een EU-etiketteringsregeling voor duurzaam voedsel) en in multilaterale fora het voortouw nemen bij het werken aan internationale duurzaamheidsnormen en de methoden voor de berekening van de milieuvoetafdruk om ervoor te zorgen dat de duurzaamheidsnormen breder ingang vinden. Zij zal ook de handhaving van de voorschriften inzake misleidende informatie ondersteunen.
5.Conclusies
De Europese Green Deal is een kans voor Europa om ons voedselsysteem af te stemmen op de behoeften van de planeet en om positief te reageren op de ambities van Europeanen op het gebied van gezond, eerlijk en milieuvriendelijk voedsel. Het doel van deze strategie is het voedselsysteem van de EU wat betreft duurzaamheid wereldwijd de norm te maken. De transitie naar duurzame voedselsystemen vereist een collectieve aanpak waarin overheidsinstanties op alle bestuursniveaus (inclusief de steden en de plattelands- en kustgemeenschappen), actoren uit de private sector in de hele voedselwaardeketen, niet-gouvernementele organisaties, sociale partners, wetenschappers en burgers worden meegenomen.
De Commissie nodigt alle burgers en belanghebbenden uit, onder meer in nationale, regionale en lokale bijeenkomsten, deel te nemen aan een brede discussie over de formulering van een duurzaam voedselbeleid. De Commissie roept het Europees Parlement en de Raad op deze strategie goed te keuren en bij te dragen tot de uitvoering ervan. De Commissie zal op een gecoördineerde manier in contact treden met burgers om deze strategie te bespreken en hen te motiveren deel te nemen aan de transformatie van onze voedselsystemen.
De Commissie zal ervoor zorgen dat de strategie in nauwe samenhang met de andere elementen van de Green Deal, met name de biodiversiteitsstrategie voor 2030, het nieuwe actieplan voor de circulaire economie en het streven om vervuiling tot nul terug te brengen, wordt uitgevoerd. Zij zal de transitie naar een duurzaam voedselsysteem blijven volgen om te zorgen dat binnen de grenzen van de mogelijkheden van de planeet wordt gewerkt, en houdt bij of de doelstellingen worden behaald en welke vorderingen worden gemaakt met het verkleinen van de milieu- en klimaatvoetafdruk van het voedselsysteem van de EU. Zij zal regelmatig gegevens verzamelen, onder meer via aardobservatie, voor een uitgebreide beoordeling van het cumulatieve effect van alle acties in deze strategie op het concurrentievermogen, het milieu en de gezondheid. Zij zal deze strategie tegen medio 2023 herzien om te beoordelen of de maatregelen die zijn genomen, toereikend zijn om de doelstellingen te verwezenlijken, dan wel of er aanvullende maatregelen nodig zijn.