This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CJ0256
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 8 februari 2024.
Pilatus Bank plc tegen Europese Centrale Bank (ECB).
Hogere voorziening – Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Verordening (EU) nr. 1024/2013 – Specifieke toezichttaken opgedragen aan de Europese Centrale Bank (ECB) – Intrekking van vergunningen – Beroep tot nietigverklaring – Niet-ontvankelijkheid – Vertegenwoordiging van een partij – Machtiging die aan de advocaat is verleend – Vertegenwoordiger onrechtmatig gemachtigd.
Zaak C-256/22 P.
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 8 februari 2024.
Pilatus Bank plc tegen Europese Centrale Bank (ECB).
Hogere voorziening – Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Verordening (EU) nr. 1024/2013 – Specifieke toezichttaken opgedragen aan de Europese Centrale Bank (ECB) – Intrekking van vergunningen – Beroep tot nietigverklaring – Niet-ontvankelijkheid – Vertegenwoordiging van een partij – Machtiging die aan de advocaat is verleend – Vertegenwoordiger onrechtmatig gemachtigd.
Zaak C-256/22 P.
Court reports – general
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2024:125
Zaak C‑256/22 P
Pilatus Bank plc
tegen
Europese Centrale Bank (ECB)
Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 8 februari 2024
„Hogere voorziening – Economisch en monetair beleid – Prudentieel toezicht op kredietinstellingen – Verordening (EU) nr. 1024/2013 – Specifieke toezichttaken opgedragen aan de Europese Centrale Bank (ECB) – Intrekking van vergunningen – Beroep tot nietigverklaring – Niet-ontvankelijkheid – Vertegenwoordiging van een partij – Machtiging die aan de advocaat is verleend – Vertegenwoordiger onrechtmatig gemachtigd”
Gerechtelijke procedure – Vertegenwoordiging van de partijen – Beroep door een privaatrechtelijke rechtspersoon – Machtiging die aan de advocaat is verleend – Noodzaak om aan te tonen dat de aan de advocaat verleende machtiging regelmatig is opgesteld – Verplichting voor de Unierechter om ambtshalve na te gaan of de betrokken machtiging rechtmatig is – Voorwaarde – Situatie waarin zich een kennelijke onrechtmatigheid van aard voordoet, of waarin sprake is van feiten of omstandigheden die ernstige twijfels kunnen wekken over de rechtmatigheid van een dergelijke machtiging
(Statuut van het Hof van Justitie, art. 19; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 51, lid 3, en 53, eerste alinea)
(zie punten 38‑47)
Gerechtelijke procedure – Vertegenwoordiging van partijen – Beroep door een privaatrechtelijke rechtspersoon – Machtiging die aan de advocaat is verleend – Geldigheid – Bevoegdheid van de organen van de privaatrechtelijke rechtspersoon om beroep in te stellen – Kredietinstelling waarvan de vergunning door de Europese Centrale Bank is ingetrokken – Aanwijzing door de bevoegde nationale autoriteit van een persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van die instelling, met inbegrip van zijn wettelijke en gerechtelijke vertegenwoordiging – Door de raad van bestuur van de kredietinstelling na die aanwijzing verleende machtiging – Geen – Niet-ontvankelijkheid van beroep
(Statuut van het Hof van Justitie, art. 19; Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, art. 51, lid 3, en 53, eerste alinea)
(zie punten 60, 61, 69‑72)