EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61997CJ0373

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Gemeenschapsrecht - Misbruik van uit gemeenschapsbepaling voortvloeiend recht - Nationale bepaling die misbruik van recht verbiedt - Toepassing door nationale rechterlijke instanties

2. Vrij verkeer van personen - Vrijheid van vestiging - Vennootschappen - Richtlijn 77/91 - Wijziging van kapitaal van naamloze vennootschap - Nationale regeling die voorziet in verhoging van kapitaal van in financiële moeilijkheden verkerende naamloze vennootschap bij bestuurshandeling - Ontkrachting van uit richtlijn voortvloeiende rechten door beroep op nationale bepaling die misbruik van recht verbiedt

(Richtlijn 77/91 van de Raad, art. 25, lid 1)

Samenvatting

1. De justitiabelen kunnen in geval van misbruik of bedrog geen beroep op het gemeenschapsrecht doen. Bijgevolg verzet het gemeenschapsrecht zich niet ertegen dat de nationale rechterlijke instanties een nationale regel toepassen om te beoordelen of van een uit een gemeenschapsbepaling voortvloeiend recht misbruik is gemaakt. De toepassing van een dergelijke nationale regel mag evenwel geen afbreuk doen aan de volle werking en de eenvormige toepassing van de gemeenschapsbepalingen in de lidstaten.

( cf. punten 33-34, 44 en dictum )

2. Een aandeelhouder die zich op artikel 25, lid 1, van de Tweede vennootschapsrichtlijn beroept, mag niet worden geacht het uit die bepaling voortvloeiende recht te misbruiken op grond dat hij minderheidsaandeelhouder is, dat de sanering van de onder een saneringsregeling gebrachte vennootschap hem ten goede is gekomen, dat hij geen gebruik heeft gemaakt van zijn voorkeurrecht, dat hij behoort tot de aandeelhouders die om onderwerping van de vennootschap aan de regeling voor vennootschappen in ernstige moeilijkheden hebben gevraagd, of dat hij zekere tijd heeft laten verstrijken alvorens zijn vordering in te stellen. Het gemeenschapsrecht verzet zich er evenwel niet tegen dat de nationale rechter een nationaalrechtelijke bepaling toepast op grond waarvan hij kan beoordelen of de wijze van uitoefening van een uit een gemeenschapsbepaling voortvloeiend recht misbruik hiervan oplevert ingeval een aandeelhouder uit de ter beschikking staande rechtsmiddelen om een als gevolg van een inbreuk op de richtlijn ontstane situatie ongedaan te maken, het middel heeft gekozen dat zo ernstig nadeel toebrengt aan de legitieme belangen van derden, dat het klaarblijkelijk onevenredig is.

( cf. punten 36-37, 43-44 en dictum )

Top