This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61997CJ0391
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Vrij verkeer van personen - Werknemers - Gelijke behandeling - Beloning - Inkomstenbelasting - Nationale regeling die inkomstendrempels opwerpt voor toekenning aan niet-ingezetenen van belastingvoordeel voor echtparen dat ingezetenen genieten - Toelaatbaarheid - Voorwaarden
[EG-Verdrag, art. 48, lid 2 (thans, na wijziging, art. 39, lid 2, EG)]
$$Artikel 48, lid 2, EG-Verdrag (thans, na wijziging, artikel 39, lid 2, EG) moet aldus worden uitgelegd, dat het niet in de weg staat aan de toepassing van een regeling van een lidstaat die aan ingezeten echtparen een belastingvoordeel verleent, doch voor de toekenning van datzelfde voordeel aan niet-ingezeten echtparen als voorwaarde stelt dat ten minste 90 % van hun wereldinkomen in die lidstaat aan belasting is onderworpen, of, indien dat percentage niet wordt bereikt, dat hun buitenlandse inkomsten die in die staat niet aan belasting zijn onderworpen, een bepaalde grens niet overschrijden, waardoor het mogelijk blijft om in de woonstaat met hun persoonlijke en gezinssituatie rekening te houden.
Wanneer een lidstaat een niet-ingezetene niet in aanmerking laat komen voor bepaalde belastingvoordelen die hij aan een ingezetene verleent, dan is dat in de regel immers niet discriminerend, aangezien deze twee categorieën van belastingplichtigen zich ter zake van de directe belastingen niet in een vergelijkbare situatie bevinden. De situatie van een niet-ingezeten echtpaar, waarvan een van de echtgenoten in de betrokken staat van heffing werkt, en waarvan de persoonlijke en gezinssituatie door de belastingdienst van de woonstaat in aanmerking kan worden genomen omdat de belastinggrondslag in laatstgenoemde staat toereikend is, is juist niet vergelijkbaar met de situatie van een ingezeten echtpaar, zelfs indien een van de echtgenoten in een andere lidstaat werkt.