EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62010CJ0135

Samenvatting van het arrest

Zaak C-135/10

Società Consortile Fonografici (SCF)

tegen

Marco Del Corso

(verzoek van de Corte d’appello di Torino om een prejudiciële beslissing)

„Auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij — Rechtstreekse toepasselijkheid in rechtsorde van Unie van Verdrag van Rome, TRIPs-overeenkomst en WPPT — Richtlijn 92/100/EG — Artikel 8, lid 2 — Richtlijn 2001/29/EG — Begrip , mededeling aan publiek — Mededeling aan publiek van in tandartspraktijk via radio uitgezonden fonogrammen”

Samenvatting van het arrest

  1. Internationale overeenkomsten — Overeenkomst inzake handelsaspecten van intellectuele eigendom (TRIPs) — Verdrag van Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom (WIPO) inzake uitvoeringen en fonogrammen — Toepasselijkheid in rechtsorde van Unie — Geen rechtstreekse werking

    (TRIPs-overeenkomst; Verdrag van Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen)

  2. Internationale overeenkomsten — Verdrag van Rome inzake bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties — Niet-toepasselijkheid in rechtsorde van Unie — Indirecte gevolgen

    (Verdrag van Rome inzake bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties)

  3. Harmonisatie van wetgevingen — Auteursrecht en naburige rechten — Richtlijnen 92/100 en 2001/29 — Begrip mededeling aan publiek — Uitlegging tegen achtergrond van internationaal recht

    (Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad; richtlijn 92/100 van de Raad)

  4. Harmonisatie van wetgevingen — Auteursrecht en naburige rechten — Verhuur- en uitleenrecht voor beschermde werken — Richtlijn 92/100 — Mededeling aan publiek — Begrip — Kosteloze uitzending van fonogrammen in particuliere tandartspraktijk — Daarvan uitgesloten

    (Richtlijn 92/100 van de Raad, art. 8, lid 2)

  1.  De bepalingen van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, als bijlage 1 C gehecht aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (TRIPs-overeenkomst) en van het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen zijn toepasselijk in de rechtsorde van de Unie.

    Particulieren kunnen zich noch op deze overeenkomst, noch op dit verdrag rechtstreeks beroepen.

    (cf. punt 56, dictum 1)

  2.  Aangezien het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties, ondertekend te Rome, geen deel uitmaakt van de rechtsorde van de Unie, is het in de Unie niet toepasselijk. Het heeft er evenwel indirecte gevolgen aangezien de Unie ingevolge artikel 1, lid 1, van het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen ertoe gehouden is de naleving van de verplichtingen van de lidstaten krachtens het verdrag niet te verhinderen.

    Particulieren kunnen zich niet rechtstreeks beroepen op dit verdrag.

    (cf. punten 50, 56, dictum 1)

  3.  Het begrip „mededeling aan het publiek”, dat is opgenomen in richtlijn 92/100 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom en in richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet worden uitgelegd tegen de achtergrond van de overeenstemmende begrippen opgenomen in de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, als bijlage 1 C gehecht aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (TRIPs-overeenkomst), het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen en het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties, ondertekend te Rome.

    Dit begrip moet aldus worden uitgelegd dat het verenigbaar blijft met de voornoemde overeenkomst en verdragen, tevens rekening houdend met de context waarin dergelijke overeenstemmende begrippen passen en met het door de relevante verdragsbepalingen inzake intellectuele eigendom beoogde doel.

    (cf. punt 56, dictum 1)

  4.  Het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 8, lid 2, van richtlijn 92/100 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom moet aldus worden uitgelegd dat het geen betrekking heeft op de kosteloze uitzending van fonogrammen in een tandartspraktijk waarin een vrij beroep wordt uitgeoefend, ten behoeve van de patiënten, die deze uitzending buiten hun wil horen. Bijgevolg hebben producenten van fonogrammen op grond van een dergelijke uitzending geen recht op een vergoeding.

    De patiënten van een tandarts vormen immers normaliter een geheel van personen waarvan de samenstelling grotendeels stabiel is en maken dus een bepaald geheel van potentiële luisteraars uit, aangezien andere personen in beginsel geen toegang hebben tot de zorgverlening van deze tandarts. Bijgevolg gaat het niet om „personen in het algemeen”. Daarenboven is het aantal personen voor wie hetzelfde uitgezonden fonogram door de tandarts hoorbaar wordt gemaakt, vrij beperkt en zelfs onbeduidend, aangezien de kring van personen die tegelijk in zijn kabinet aanwezig zijn, doorgaans zeer beperkt is. Zo de patiënten op elkaar volgen, neemt dit bovendien niet weg dat deze beurtelings aanwezige patiënten in de regel niet dezelfde fonogrammen, met name de via de radio uitgezonden fonogrammen, horen. Ten slotte kan een tandarts die als achtergrondmuziek fonogrammen uitzendt in aanwezigheid van zijn patiënten, louter wegens deze uitzending redelijkerwijs niet verwachten dat het aantal patiënten van zijn praktijk zal toenemen, noch de prijs van de zorgverlening verhogen. Bijgevolg kan een dergelijke uitzending op zich geen invloed hebben op de inkomsten van deze tandarts. De patiënten van een tandarts gaan immers uitsluitend voor tandverzorging naar een tandartspraktijk en daarbij is een uitzending van fonogrammen geen aan tandverzorging inherent aspect. Zij horen toevallig en buiten hun wil bepaalde fonogrammen, afhankelijk van hun tijdstip van aankomst in de praktijk en hun wachttijd alsook van de aard van de behandeling. In deze omstandigheden kan niet worden verondersteld dat de normale kring van patiënten van een tandarts ontvankelijk is voor de betrokken uitzending. Bijgevolg vertoont een dergelijke uitzending geen winstoogmerk.

    (cf. punten 95-99, 102, dictum 2)

Top

Zaak C-135/10

Società Consortile Fonografici (SCF)

tegen

Marco Del Corso

(verzoek van de Corte d’appello di Torino om een prejudiciële beslissing)

„Auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij — Rechtstreekse toepasselijkheid in rechtsorde van Unie van Verdrag van Rome, TRIPs-overeenkomst en WPPT — Richtlijn 92/100/EG — Artikel 8, lid 2 — Richtlijn 2001/29/EG — Begrip , mededeling aan publiek — Mededeling aan publiek van in tandartspraktijk via radio uitgezonden fonogrammen”

Samenvatting van het arrest

  1. Internationale overeenkomsten – Overeenkomst inzake handelsaspecten van intellectuele eigendom (TRIPs) – Verdrag van Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom (WIPO) inzake uitvoeringen en fonogrammen – Toepasselijkheid in rechtsorde van Unie – Geen rechtstreekse werking

    (TRIPs-overeenkomst; Verdrag van Wereldorganisatie voor intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen)

  2. Internationale overeenkomsten – Verdrag van Rome inzake bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties – Niet-toepasselijkheid in rechtsorde van Unie – Indirecte gevolgen

    (Verdrag van Rome inzake bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties)

  3. Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijnen 92/100 en 2001/29 – Begrip mededeling aan publiek – Uitlegging tegen achtergrond van internationaal recht

    (Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad; richtlijn 92/100 van de Raad)

  4. Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Verhuur- en uitleenrecht voor beschermde werken – Richtlijn 92/100 – Mededeling aan publiek – Begrip – Kosteloze uitzending van fonogrammen in particuliere tandartspraktijk – Daarvan uitgesloten

    (Richtlijn 92/100 van de Raad, art. 8, lid 2)

  1.  De bepalingen van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, als bijlage 1 C gehecht aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (TRIPs-overeenkomst) en van het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen zijn toepasselijk in de rechtsorde van de Unie.

    Particulieren kunnen zich noch op deze overeenkomst, noch op dit verdrag rechtstreeks beroepen.

    (cf. punt 56, dictum 1)

  2.  Aangezien het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties, ondertekend te Rome, geen deel uitmaakt van de rechtsorde van de Unie, is het in de Unie niet toepasselijk. Het heeft er evenwel indirecte gevolgen aangezien de Unie ingevolge artikel 1, lid 1, van het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen ertoe gehouden is de naleving van de verplichtingen van de lidstaten krachtens het verdrag niet te verhinderen.

    Particulieren kunnen zich niet rechtstreeks beroepen op dit verdrag.

    (cf. punten 50, 56, dictum 1)

  3.  Het begrip „mededeling aan het publiek”, dat is opgenomen in richtlijn 92/100 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom en in richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, moet worden uitgelegd tegen de achtergrond van de overeenstemmende begrippen opgenomen in de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, als bijlage 1 C gehecht aan de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (TRIPs-overeenkomst), het Verdrag van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom inzake uitvoeringen en fonogrammen en het Internationaal Verdrag inzake de bescherming van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en omroeporganisaties, ondertekend te Rome.

    Dit begrip moet aldus worden uitgelegd dat het verenigbaar blijft met de voornoemde overeenkomst en verdragen, tevens rekening houdend met de context waarin dergelijke overeenstemmende begrippen passen en met het door de relevante verdragsbepalingen inzake intellectuele eigendom beoogde doel.

    (cf. punt 56, dictum 1)

  4.  Het begrip „mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 8, lid 2, van richtlijn 92/100 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom moet aldus worden uitgelegd dat het geen betrekking heeft op de kosteloze uitzending van fonogrammen in een tandartspraktijk waarin een vrij beroep wordt uitgeoefend, ten behoeve van de patiënten, die deze uitzending buiten hun wil horen. Bijgevolg hebben producenten van fonogrammen op grond van een dergelijke uitzending geen recht op een vergoeding.

    De patiënten van een tandarts vormen immers normaliter een geheel van personen waarvan de samenstelling grotendeels stabiel is en maken dus een bepaald geheel van potentiële luisteraars uit, aangezien andere personen in beginsel geen toegang hebben tot de zorgverlening van deze tandarts. Bijgevolg gaat het niet om „personen in het algemeen”. Daarenboven is het aantal personen voor wie hetzelfde uitgezonden fonogram door de tandarts hoorbaar wordt gemaakt, vrij beperkt en zelfs onbeduidend, aangezien de kring van personen die tegelijk in zijn kabinet aanwezig zijn, doorgaans zeer beperkt is. Zo de patiënten op elkaar volgen, neemt dit bovendien niet weg dat deze beurtelings aanwezige patiënten in de regel niet dezelfde fonogrammen, met name de via de radio uitgezonden fonogrammen, horen. Ten slotte kan een tandarts die als achtergrondmuziek fonogrammen uitzendt in aanwezigheid van zijn patiënten, louter wegens deze uitzending redelijkerwijs niet verwachten dat het aantal patiënten van zijn praktijk zal toenemen, noch de prijs van de zorgverlening verhogen. Bijgevolg kan een dergelijke uitzending op zich geen invloed hebben op de inkomsten van deze tandarts. De patiënten van een tandarts gaan immers uitsluitend voor tandverzorging naar een tandartspraktijk en daarbij is een uitzending van fonogrammen geen aan tandverzorging inherent aspect. Zij horen toevallig en buiten hun wil bepaalde fonogrammen, afhankelijk van hun tijdstip van aankomst in de praktijk en hun wachttijd alsook van de aard van de behandeling. In deze omstandigheden kan niet worden verondersteld dat de normale kring van patiënten van een tandarts ontvankelijk is voor de betrokken uitzending. Bijgevolg vertoont een dergelijke uitzending geen winstoogmerk.

    (cf. punten 95-99, 102, dictum 2)

Top