Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CJ0666

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 april 2022.
Changmao Biochemical Engineering Co. Ltd tegen Europese Commissie.
Hogere voorziening – Dumping – Invoer van aspartaam van oorsprong uit de Volksrepubliek China – Verordeningen nr. 1225/2009 en nr. 2016/1036 – Werkingssfeer ratione temporis – Artikel 2, lid 7 – Status van marktgerichte onderneming – Weigering – Artikel 2, lid 10 – Correcties – Bewijslast – Artikel 3 – Vaststelling van schade – Zorgvuldigheidsplicht van de Europese Commissie.
Zaak C-666/19 P.

Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2022:323

Zaak C‑666/19 P

Changmao Biochemical Engineering Co. Ltd

tegen

Europese Commissie

Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 28 april 2022

„Hogere voorziening – Dumping – Invoer van aspartaam van oorsprong uit de Volksrepubliek China – Verordeningen nr. 1225/2009 en nr. 2016/1036 – Werkingssfeer ratione temporis – Artikel 2, lid 7 – Status van marktgerichte onderneming – Weigering – Artikel 2, lid 10 – Correcties – Bewijslast – Artikel 3 – Vaststelling van schade – Zorgvuldigheidsplicht van de Europese Commissie”

  1. Gerechtelijke procedure – Mondelinge behandeling – Heropening – Verplichting om de mondelinge behandeling te heropenen om partijen in staat te stellen, opmerkingen in te dienen over rechtspunten die aan bod zijn gekomen in de conclusie van de advocaat-generaal – Geen

    (Art. 252, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 23; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 83)

    (zie punten 41‑44)

  2. Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Invoer uit landen die geen markteconomie hebben – Behandeling als marktgerichte onderneming – Voorwaarden – Bewijslast rustend op de producenten

    [Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 2, lid 7, a), b) en c)]

    (zie punten 68‑71)

  3. Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting

    (Art. 256, lid 1, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

    (zie punten 73‑76, 143)

  4. Hogere voorziening – Middelen – Middel dat voor het eerst wordt aangevoerd in hogere voorziening – Niet-ontvankelijkheid

    (Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58)

    (zie punten 78, 110, 148)

  5. Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Beoordelingsbevoegdheid van de instellingen – Mogelijkheid voor de marktdeelnemers om zich te beroepen op het vertrouwensbeginsel – Geen

    [Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 2, lid 7, c)]

    (zie punt 84)

  6. Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Invoer uit landen die geen markteconomie hebben – Vergelijking met de prijs in een derde land met een markteconomie – Keuze van een referentieland – Beoordelingsbevoegdheid van de instellingen – Rechterlijke toetsing – Omvang

    [Verordening 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad, art. 2, lid 7, a)]

    (zie punten 98, 100)

  7. Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vaststelling van de normale waarde – Invoer uit landen die geen markteconomie hebben – Vergelijking met de prijs in een derde land met een markteconomie – Keuze van een referentieland – Vaststelling op passende en niet onredelijke wijze – Criteria voor de keuze van een referentieland

    [Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 2, lid 7, a)]

    (zie punten 98, 99, 101‑109)

  8. Gemeenschappelijke handelspolitiek – Bescherming tegen dumpingpraktijken – Dumpingmarge – Vergelijking tussen de normale waarde en de uitvoerprijs – Correcties – Voorwaarden – Bewijslast

    (Verordening nr. 1225/2009 van de Raad, art. 2, lid 10, en art. 3, lid 2)

    (zie punten 137‑145, 151, 172‑176)

  9. Hogere voorziening – Middelen – Toetsing door het Hof van de beoordeling door het Gerecht van de noodzaak om de gegevens aan te vullen – Daarvan uitgesloten

    (Art. 256, lid 1, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

    (zie punten 154‑157)

  10. Hogere voorziening – Middelen – Ontbreken van vermelding van de gestelde onjuiste rechtsopvatting – Middel dat onvoldoende nauwkeurig is – Niet-ontvankelijkheid

    [Art. 256, lid 2, tweede alinea, VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en art. 169, lid 2]

    (zie punten 186‑188)

Zie de tekst van de beslissing.

Top