Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CO0525

    Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 21 mei 2019.
    Marion Le Pen tegen Europees Parlement.
    Hogere voorziening – Europees Parlement – Regeling inzake de kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire bijstand – Terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen.
    Zaak C-525/18 P.

    Court reports – general – 'Information on unpublished decisions' section

    Beschikking van het Hof (Vierde kamer) van 21 mei 2019 –
    Le Pen/Parlement

    (Zaak C‑525/18 P) ( 1 )

    „Hogere voorziening – Europees Parlement – Regeling inzake de kosten en vergoedingen van leden van het Europees Parlement – Vergoeding voor parlementaire bijstand – Terugvordering van de ten onrechte betaalde bedragen”

    1. 

    Europees Parlement – Leden – Kosten en vergoedingen – Vergoeding voor parlementaire medewerkers – Controle op het gebruik van de vergoedingen voor parlementaire medewerkers – Bewijslast

    (Besluit van het Bureau van het Europees Parlement houdende bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 33, leden 1 en 2)

    (zie punten 37, 98)

    2. 

    Hogere voorziening – Middelen – Noodzaak van precieze kritiek op een onderdeel van de redenering van het Gerecht

    [Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 168, lid 1, d), en 169, lid 2]

    (zie punt 41)

    3. 

    Procedure – Overlegging van de bewijsstukken – Termijn – Tardieve bewijsaanbiedingen – Voorwaarden

    (zie punt 47)

    4. 

    Hogere voorziening – Middelen – Middel voorgedragen tegen een rechtsoverweging van het arrest die niet noodzakelijk is voor de onderbouwing van het dictum – Falend middel

    (zie punt 52)

    5. 

    Recht van de Europese Unie – Beginselen – Rechten van de verdediging – Recht om te worden gehoord – Omvang – Verplichting om de betrokkene in staat te stellen mondeling een standpunt in te nemen – Geen

    (zie punt 66)

    6. 

    Hogere voorziening – Middelen – Onjuiste beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Niet-ontvankelijkheid – Toetsing door het Hof van de beoordeling van de feiten en het bewijsmateriaal – Uitgesloten, behoudens het geval van een onjuiste opvatting

    (Art. 256 VWEU; Statuut van het Hof van Justitie, art. 58, eerste alinea)

    (zie punt 80)

    7. 

    Recht van de Europese Unie – Beginselen – Gelijke behandeling – Noodzaak om het legaliteitsbeginsel te eerbiedigen – Onmogelijkheid om zich te beroepen op een onrechtmatigheid die ten gunste van een ander is begaan

    (zie punt 92)

    8. 

    Europees Parlement – Regeling kosten en vergoedingen van de leden van het Parlement – Terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen – Terug te vorderen bedrag – Geen beoordelingsmarge voor het Parlement – Middel ontleend aan misbruik van bevoegdheid – Middel ongegrond

    (Besluit van het Bureau van het Europees Parlement houdende bepalingen ter uitvoering van het statuut van de leden van het Europees Parlement, art. 68, lid 1)

    (zie punten 111, 112)

    Dictum

    1) 

    De hogere voorziening wordt afgewezen deels wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid en deels wegens kennelijke ongegrondheid.

    2) 

    Marion Le Pen wordt verwezen in de kosten.


    ( 1 ) PB C 381 van 22.10.2018.

    Top